• No results found

OPTA maakt boetebeleid bekend 6

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "OPTA maakt boetebeleid bekend 6"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N

IEUWS

-

EN PUBLICATIEBLAD VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT

6

December 2004 nr. INLEIDING

De recent gewijzigde Telecommunicatiewet biedt OPTA een ruimere bevoegdheid om boetes op te leggen, bijvoor-beeld bij overtreding van het spamverbod. Ook kan OPTA bij bepaalde overtredingen hogere boetes opleggen dan tot nu toe mogelijk was.

WELKE SYSTEMATIEK HANTEERTOPTA?

De Boetebeleidsregels hebben het wettelijk uitgangspunt dat de hoogte van de boete in ieder geval moet worden afgestemd op zaken als ernst en de duur van de over-treding. Ook de verwijtbaarheid van de overtreder is van

belang. De ernst van de overtreding wordt bepaald door eerst de zwaarte van de overtreding in algemene zin te bepalen en daarna deze te bezien in het licht van de omgevingsfactoren zoals de economische context en de bijzondere omstandigheden van het geval. Een op te leg-gen boete dient in alle voorkomende gevallen maatwerk te zijn.

Zwaarte van de overtreding

OPTA onderscheidt minder zware, zware en zeer zware overtredingen. Zeer zware overtredingen van de Tele-communicatiewet zijn met name overtredingen van de verplichtingen voor ondernemingen die beschikken over een aanmerkelijke marktmacht. De overtreding bijvoor-beeld van de verplichting om de diverse voorschriften inzake nummerbeleid en nummerbeheer na te leven. Bij een minder zware overtreding moet gedacht worden aan niet naleving van de verplichting om aan OPTA bepaalde financiële bijdragen te betalen.

De economische context en de concrete omstandigheden van het geval

OPTA bekijkt altijd de individuele situatie van de over-treder. De ernst van de overtreding kan zodoende hoger of lager gekwalificeerd worden, al naar gelang het gedrag van de overtreder bezien in de specifieke omstandigheden waarin deze hebben plaatsgehad. 

OPTA maakt boetebeleid bekend

B

UNDELING

,

DE KANSEN EN BEDREIGINGEN VOOR CONCURRENTIE

4

OPTA

ZOEKT EN VINDT AANBIEDERS

6

C

ONSULTATIE NUMMERUITGIFTE IN RELATIE TOT

V

OICE OVER

IP

7

E

UROPESE SAMENWERKING BIJ BESTRIJDING VAN SPAM

8

V

EILEN BEDRIJFSNUMMERS

10

S

LAMMING OPNIEUW EEN PROBLEEM

15

E

EN OVERZICHT VAN MEEST GESTELDE VRAGEN EN BINNEN

-GEKOMEN KLACHTEN VAN CONSUMENTEN

16

(2)

Uiteindelijke vaststelling van de ernst van de overtreding

Het resultaat van de beschreven afweging bepaalt de definitieve kwalificatie van de overtreding: zeer ernstig, ernstig of minder ernstig. Het hoeft dus niet altijd zo te zijn dat een overtreding die aanvankelijk als zwaar wordt aangemerkt, uiteindelijk ook daadwerkelijk de kwalificatie ‘ernstig’ krijgt. Afhankelijk van relevante omgevingsfactoren kan het ook de naast hogere (zeer ernstig) of lagere (minder ernstig) kwalificatie zijn. Aan elke kwalificatie kleeft een boetecategorie die verbonden is aan een maximum hoogte.

Boetecategorieën

In geval van een minder ernstige over-treding bedraagt de hoogte van de boete maximaal € 100.000;

In geval van een ernstige overtreding bedraagt de hoogte van de boete maximaal € 300.000;

In geval van een zeer ernstige overtreding bedraagt de hoogte van de boete maximaal € 450.000 of, indien dat meer is, maxi-maal 10% van de relevante omzet.

Vaststelling van de hoogte van de boete

Binnen de bandbreedte per boetecategorie wordt met inachtneming van de duur van de overtreding en de verwijtbaarheid van de overtreder de hoogte van de boete

vast-gesteld. Tot slot bepalen mogelijke boete-verhogende en boeteverlagende omstandig-heden het uiteindelijke boetebedrag. Zo kunnen bijvoorbeeld overtreders die het onderzoek van OPTA belemmeren of bij her-haling de Telecommunicatiewet overtreden, in aanmerking komen voor een aanzienlijke verhoging van de boete.

PROPORTIONALITEIT

Naast afstemming op de zwaarte van de over-treding en de concrete omstandigheden van het geval moet een boete ook bijdragen aan een doeltreffende toepassing van de Telecom-municatiewet. Als algemene maatstaf daarbij geldt dat de hoogte van de boete in ieder geval zodanig moet te zijn dat deze de over-treders weerhoudt van nieuwe overtredingen en ook in algemene termen een afschrikkende werking heeft.

PROCEDUREOVERZICHTBOETEOPLEGGINGOPTA

Het Procedureoverzicht is bedoeld als verduide-lijking van de procedure die wordt gevolgd indien wordt geconstateerd dat een overtreding van de Telecommunicatiewet heeft plaats-gevonden en het een beboetbare overtreding betreft. Deze procedure is gebaseerd op de Telecommunicatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de praktijk bij OPTA. 

Beide publicaties zijn te vinden op www.opta.nl.

Colofon

Eindredactie:

Stefan Wijers

Redactie, onder andere:

Jasper van Delft Hein Dries Rob van Eijl Cynthia Keunen Rani Partiman Cas van de Velde

Fotografie:

Kelle Schouten

Illustraties:

Arend van Dam

Grafische productie:

Herbschleb & Slebos

Drukwerk: Teunissen, Amsterdam Redactieadres, abonnementen en adreswijzigingen: Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 64 Telefax (070) 315 35 01 E-mail: mail@opta.nl

OPTA Connecties is het nieuwsblad van de Onafhankelijke Post en Tele-communicatie Autoriteit. OPTA wil met deze uitgave onder meer berei-ken dat de organisaties in de markt voor telecommunicatie en post op gelijke voet geïnformeerd zijn over de ingenomen standpunten, gedane uitspraken en nieuwe ontwikkelingen in verband met het werk van OPTA. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom.

Connecties wordt met grote zorg-vuldigheid samengesteld. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereen-voudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uit-treksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raad-plegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

Missie OPTA

(3)

OPTA besteedt veel aandacht aan het analyseren van markten in de telecommunicatiesector, het bepalen van de dominante positie op deze markten en op te leggen remedies. Terecht uiteraard. Het doel hiervan is het bevorderen van concurrentie in het belang van de consu-ment. Maar er is meer. Hierbij doel ik op bepalingen in de Telecommunicatiewet die niet direct zien op het bevorderen van concurrentie, maar op bepalingen die de consument een waarborg moeten bieden tegen ongewens-te situaties en ongewens-tegen misbruik. Vergelijk het met de Warenwet: minimumeisen in het belang van de consu-ment!

Consumentenbepalingen zijn ruim vertegenwoordigd in de Telecommunicatiewet. Ik onderscheid enkele belangrijke categorieën: bepalingen over het sluiten van een over-eenkomst, kenbaarheids- en transparantiebepalingen en bepalingen over de bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer (privacy). Ook het waarborgen van de universele dienst en kwaliteit van dienstverlening kunnen worden genoemd. Er kunnen wel zo’n 30 verschil-lende bepalingen op consumentengebied worden onder-scheiden.

Dit betekent dat er soms keuzes gemaakt moeten wor-den. Hoe legt OPTA prioriteit bij het toezicht op onder-havig gebied? Welke criteria hanteert zij?

Voor de uitvoeringspraktijk van OPTA zijn in principe drie vragen essentieel: (1) is OPTA wettelijk bevoegd, (2) hoe groot is het belang van een onderwerp en (3) wat is de invloed van OPTA in relatie tot de benodigde inspanning. De eerste vraag spreekt voor zich: OPTA moet volgens de wet bevoegd op het onderwerp zijn. Het kán voorkomen dat OPTA niet expliciet bevoegd is, maar dat zij, gezien haar centrale positie en de ernst van de zaak, toch in actie komt. De bemiddeling bij het tot stand komen van de gedragscode slamming is hiervan een voorbeeld. Bij de tweede vraag wordt het belang van het onderwerp met name bepaald aan de hand van (a) aantallen klach-ten en onderzoeken, (b) privacygevoeligheid en kosklach-ten- kosten-omvang voor de consument en (c) het meewegen van opvattingen van stakeholders zoals marktpartijen, consu-mentenorganisaties, politiek, zusterorganisaties en

media. Bij de derde vraag wordt bekeken hoe groot de invloed van OPTA is in relatie tot de benodigde inspan-ning. Een onderwerp met een hoog belang, maar met weinig invloed op de oplossing van het probleem, zal in beginsel dus lager op de prioriteitenlijst komen. Het zal u niet verbazen dat toetsing aan genoemde vragen leert dat het tegengaan van spam en autodialers (het ongewenst bellen naar een duur nummer) hoog op de agenda van OPTA staan. Immers, beide onderwerpen vallen binnen de wettelijke bevoegdheid, kennen een hoog belang vanwege de vele klachten en aandacht van stakeholders en zijn ook nog eens een inbreuk op de privacy (spam) of werken kostenverhogend (autodialers). Voor spam zal OPTA waarschijnlijk voor het eind van het jaar de eerste boetes uitdelen.

Wat is nu de opvatting van enkele groepen van stake-holders? Consumentenorganisaties geven aan dat ken-baarheid van en transparantie in tarieven en voorwaar-den belangrijk zijn. Zo kan de consument bijvoorbeeld nog steeds moeilijk wegwijs in het woud van de verschil-lende aanbiedingen. Een OPTA-keurmerk voor tarief-vergelijkingsites zou hier mogelijk soelaas kunnen bieden. Ook bescherming van de consument tegen het gebruik van verkeers- en locatiegegevens verdient volgens hen aandacht. Marktpartijen willen graag dat OPTA de bepaling, die zegt dat een aanbieder -voordat een wijzi-ging in de overeenkomst van kracht wordt- de abonnee in de gelegenheid moet stellen de overeenkomst kosteloos te beëindigen, nader uitlegt. Volgens hen zou deze bepaling zo uitgelegd moeten worden dat die alleen van toepassing is op voor de klant negatieve wijzigingen en bij substantiële wijzigingen. Genoemde voorbeelden zullen aandacht van OPTA krijgen.

Kortom, OPTA zal een gemotiveerd en transparant uit-voeringsbeleid voeren. Consumentenwaarborgen staan hoog op haar uitvoeringslijst. OPTA heeft de consument in haar toezicht duidelijk in zicht!

Frank van der Plas, hoofd afdeling Eindgebruikersmarkt (wnd.)

(4)

“Met Scarlet One kunt u bellen,

internetten en ook nog eens voordelig

mobiel bellen met één pakket”

(Scarlet)

“Pakkettenvoordeel.

Combineer & Profiteer”

(UPC)

“Hoe meer u heeft van KPN,

hoe meer voordeel”

(KPN)

“Bundelaanbod. Internet (Power) en

telefonie, samen extra voordelig”

(Multikabel)

Echter, het bundelen van diensten kan ook gebruikt wor-den om concurrenten van de markt te drukken. Van derge-lijk anticompetitief gedrag worden consumenten de dupe. Immers, minder concurrentie leidt tot minder interessante (nieuwe) aanbiedingen en/of hogere prijzen. Het is moei-lijk om te bepalen wanneer een bundel anticompetitief wordt in plaats van competitief. Deze scheidslijn is echter van groot belang om te garanderen dat de consument een zo goed mogelijk aanbod heeft, nu en in de toekomst.

De vierde Economic Policy Note (EPN) van het Economisch Analyse Team (EAT) analyseert bundeling in de markt voor

electronsiche communicatiediensten. De EPN richt zich op de scheidslijn tussen competitieve en anticompetitieve bundeling. Ook wordt er een kader gepresenteerd voor het vooraf (ex-ante) beoordelen van bundelingsvoorstellen van een dominante aanbieder. EAT is binnen OPTA verantwoor-delijk voor de ontwikkeling en verbetering van economi-sche basisanalyse en het in –en extern aanjagen van dis-cussie over sleutelonderwerpen. Het EAT vertolkt dus niet noodzakelijkerwijs de mening van OPTA. Door de publicatie van de EPN beoogt het EAT om zijn stellingname te onder-werpen aan publiek debat.

VOOR- EN NADELEN VAN BUNDELING

Bundelen is de situatie waarin twee of meer producten samen worden aangeboden als een pakket. Er is sprake van een zogenaamd pure bundel als de individuele produc-ten binnen de bundel niet los verkrijgbaar zijn. Bij gemengde bundeling is naast de losse producten, een bun-del van de producten verkrijgbaar die minder kost dan de som van de prijs van individuele producten. Er wordt van koppelverkoop gesproken als één van de producten uit de bundel los verkrijgbaar is, maar het andere product alleen als onderdeel van de bundel.

Waarom zou een aanbieder willen bundelen?

Bundelen kan leiden tot kostenvoordelen voor zowel de aanbieder als voor de consument. Een aanbieder kan door het bundelen van producten bijvoorbeeld besparen op distributie- en marketingkosten. Het distribueren van een pakket van software op één CD is goedkoper dan het distribueren van de diverse software pakketen op meerdere CDs. Kostenvoordelen die direct aan het bundelen zijn gerelateerd zijn goed voor concurrentie en leiden tot meer efficiëntie.

Voor consumenten kan bundeling leiden tot minder zoek-kosten in verhouding tot het aanschaffen van individuele producten. Een consument hoeft slechts éénmaal de juiste bundel te zoeken, éénmaal naar de winkel etc. In dergelijke gevallen waarderen consumenten de bundel meer dan de individuele producten. Een aanbieder zou hierdoor dus een hogere prijs kunnen vragen of meer klanten trekken met een bundel. Er kunnen ook kwaliteitsoverwegingen zijn om te bundelen. Als een aanbieder van mening is dat kwali-teit alleen gegarandeerd kan worden als twee producten samen worden gebruikt, kan dit worden bereikt door de producten te bundelen. Dit argument lijkt vooral op te gaan voor pure bundels. Immers, bij de andere

bunde-Bundeling, de kansen en bedreigingen

voor concurrentie

(5)

lingsvormen zijn de producten (deels) los verkrijgbaar en dat geeft aan dat het niet noodzakelijk is om de produc-ten samen te gebruiken vanwege kwaliteitsredenen.

Tenslotte kan bundeling de aanbieder helpen om zijn prijsstelling te optimaliseren. De ene consument heeft voor een product, bijvoorbeeld een telefoon, niet altijd hetzelfde bedrag over als de andere consument. Een aan-bieder van telefoons zou iedere consument het liefst pre-cies laten betalen wat hij/zij wil betalen zolang dit boven de kostprijs van de telefoon ligt. Dit is echter niet moge-lijk, omdat de telefoon dan voor een groot aantal verschil-lende prijzen zou moeten worden verkocht. Een consument die op zich veel over heeft voor een telefoon zou natuur-lijk toch de laaggeprijsde telefoon kopen. Het is voor de aanbieder veelal niet mogelijk om het product aan ver-schillende groepen consumenten voor verver-schillende prijzen te verkopen. Daarom kiest de aanbieder één prijs. Consumenten die minder over hebben voor de telefoon kopen het apparaat niet. Dit is jammer voor hen (zij hebben geen telefoon) en voor de aanbieder (verkoopt minder). Bundeling maakt het mogelijk verschillende prijzen te vragen aan consumenten die verschillende com-binaties van goederen kopen. Bundeling stelt een aan-bieder beter in staat om verschillende groepen consumen-ten van elkaar te onderscheiden in vergelijking met het verkopen van alleen individuele producten. Het hanteren van verschillende prijzen voor verschillende groepen con-sumenten is niet altijd optimaal vanuit welvaartsoogpunt (ook al is het optimaal voor de aanbieder). Dit laatste “voordeel” van bundeling kan daarom in bepaalde gevallen onwenselijk zijn.

De bovengenoemde redenen voor bundeling zijn begrijpe-lijk, leiden tot concurrentie en zijn goed voor de welvaart. Een bedrijf kan echter ook bundelen uit anticompetitieve overwegingen. Dit verlaagt de welvaart.

Hoe kan een bedrijf bundeling misbruiken?

Een bedrijf met marktmacht kan bundeling gebruiken om haar machtspositie te beschermen/versterken of door marktmacht over te hevelen naar een andere markt. Kort-om, marktmacht is een eerste vereiste voordat bundeling kan worden misbruikt. Als een bedrijf zonder marktmacht bundelt, heeft dit een klein effect op concurrentie op de markt.

Vooral door middel van pure bundeling en koppelverkoop is het goed mogelijk om marktmacht van de ene markt naar een andere markt over te hevelen. Stel een aanbieder heeft een zeer sterke positie in de markt voor het door-geven van televisiesignalen. Als de aanbieder dit product alleen verkoopt samen met toegang tot breedband inter-net, dan zal de aanbieder ook in deze markt een

macht-positie verwerven. Immers, bijna alle consumenten willen televisie kijken. Als een consument hierbij een breedband internetverbinding verplicht moet afnemen, zal de consu-ment geen andere breedband internetverbinding in over-weging nemen. Andere aanbieders van breedband internet worden van de markt verdrongen.

Met gemengde bundeling is het niet mogelijk om markt-macht zo direct over te hevelen naar een andere markt. Immers, de producten zijn dan ook los verkrijgbaar. Een consument wordt dus niet gedwongen om beide producten te kopen of niets. Een consument die weinig waarde hecht aan breedband internettoegang koopt slechts het televisie product. Gemengde bundeling leidt tot meer welvaart voor zowel producenten als consumenten in vergelijking met pure bundeling. Pure bundeling heeft sneller anticompeti-tieve effecten en een partij met marktmacht die een pure bundel wil introduceren heeft dan heel wat uit te leggen. Kent gemengde bundeling dan geen anticompetitief gevaar? Zeker wel. Via een gemengde bundel kan indirect marktmacht worden overgeheveld. Dit proces gaat via de prijsstelling van de bundel. De bundel is veelal goedkoper dan de individuele producten. De bundel kan te goedkoop worden geprijsd voor specifieke groepen consumenten, waardoor bepaalde concurrenten uit de markt worden gedrukt. Indien een aanbieder met marktmacht dit product bundelt met andere producten, dan moet de prijstelling van de bundel gecontroleerd worden op te lage prijzen.

TENSLOTTE

Consumenten stellen prijs op bundels vanwege het gemak en aantrekkelijke prijsstelling. Bundeling kan leidt tot meer concurrentie, lagere prijzen en meer welvaart. Bun-deling kan echter ook worden misbruikt door een aanbie-der met marktmacht om concurrenten te elimineren en te profiteren van de afgenomen concurrentiedruk. Zoals reeds gesteld bij de inleiding is er geen duidelijke scheidslijn tussen competitieve en anticompetitieve bundels. Het aanbod moet geanalyseerd worden op basis van een groot aantal criteria om tot een oordeel te komen. In de EPN wordt een kader geschetst hoe bundelingsvoorstellen ex-ante kunnen worden beoordeeld. Dit is een een in-novatieve en genuanceerde manier om over bundeling na te denken.

OPTA werkt momenteel aan een pakket aan maatregelen die kunnen worden genomen op het gebied van prijs-discriminatie (kortingen), te lage prijsstelling en bunde-ling. OPTA zal zowel de EPN over bundeling als de eerder gepubliceerde EPN over prijsdiscriminatie als grondstof gebruiken bij het ontwikkelen van dit nieuwe beleid. 

EPN04 kan worden gedownload op

(6)

De toezichtacties zijn vooral gericht op aanbieders van belkaarten en op partijen die hun klanten toegang tot het internet bieden. Voor beide acties heeft een inventarisatie plaatsgevonden, waarna de eerste partijen zijn verzocht zich te melden bij het college. Inmiddels zijn de eerste mededelingen voor het aanbieden van openbare elek-tronische communicatieactiviteiten ontvangen. De komen-de periokomen-de workomen-den komen-de partijen, die nog niet gereageerd hebben, herinnerd aan de plicht om van hun activiteiten mededeling te doen bij het college. Het is nu nog te vroeg om een indicatie te geven, in welke mate het college rechtsmaatregelen gaat inzetten op de registratie te laten gebeuren, zoals het opleggen van een last onder dwang-som.

Voor het toezicht op de aanbieders van belkaarten is van belang, dat zij aanbieders zijn van een openbare elektro-nische communicatiedienst. Behalve dat voor deze partij-en epartij-en mededelingsplicht van toepassing is, geldpartij-en voor deze partijen ook de plichten die voortvloeien uit het Besluit Universele Dienstverlening en Eindgebruikersbelangen (BUDE). De plichten die in BUDE zijn geregeld betreffen:

 Aansluiting bij de geschillencommissie.

 Duidelijke informatie over de geldende tarieven voor de consument.

Voor partijen die hun klanten toegang tot het internet bieden zijn vergelijkbare plichten van toepassing.

Na het doen van een mededeling voor het aanbieden van openbare elektronische communicatieactiviteiten, beoor-deelt het college of de mededeling leidt tot een registratie in het openbare register van OPTA. Een mededeling hoeft niet automatisch te leiden tot een registratie. Het doel van de registratie is het bevorderen van een duurzame situatie waarin particulieren en zakelijke eindgebruikers een keuze kunnen maken tussen aanbieders van onder andere belkaarten en partijen die hun klanten toegang tot het internet bieden. De keuze wordt mede bepaald door het prijs- en kwaliteitsaanbod van deze partijen. In Connecties nummer 4 (september 2004) zijn toezichtacties

voor de registratie van aanbieders van openbare elektronische communicatieactiviteiten aangekondigd. Deze zijn een volgende fase ingegaan. De gevraagde informatie geeft OPTA een beter inzicht in de elektronische communicatieactiviteiten van de markt. Het is van algemeen belang dat de registers van OPTA een zo getrouw mogelijk beeld geven van de partijen die in de telecommunicatiemarkt actief zijn.

(7)

Consultatie nummeruitgifte in

relatie tot Voice over IP

Geografische nummers

084 en 087 nummers

Spraakdiensten gebaseerd op pakketgeschakelde netwerken zijn in opkomst. Deze spraakdiensten worden in de volksmond aangeduid met de term Voice over Internet Protocol (VoIP). Er bestaan veel varianten in VoIP diensten. Sommige worden commercieel aangeboden als een dienst waarbij gesprekken met abon-nees van traditionele spraakdiensten mogelijk zijn. Voor deze categorie diensten zijn telefoonnummers van cruciaal belang. Omdat het huidige nummerplan ont-worpen is voordat deze nieuwe diensten met hun eigen specifieke kenmerken ontstonden, is er onduidelijkheid welke nummers ervoor gebruikt mogen worden. OPTA consulteert daarom haar visie hierop, in de vorm van een voorgenomen nummeruitgiftebeleid waarin staat welke nummers wanneer gebruikt mogen worden. OPTA heeft als doel met dit nummeruitgitebeleid om zo min mogelijk belemmeringen op te werpen voor de ontwikkeling en concurrentiemogelijkheden van nieuwe diensten.

VoIP is een verzamelnaam voor allerlei spraakdiensten die via het internet, de PC en breedbandverbindingen worden aan-geboden. In één van de VoIP dienstcatego-rieën moet de klant zijn gewone telefoon-toestel met een randapparaat verbinden en dit randapparaat op zijn breedbandaanslui-ting aansluiten. De klant krijgt een num-mer uit het numnum-merplan en kan dan bellen naar en gebeld worden door iedereen. Omdat in theorie het randapparaat op elke willekeurige breedbandaansluiting waar ook ter wereld kan worden aangesloten, zou de klant overal onder zijn geografisch aan Nederland gebonden telefoonnummer bereikbaar kunnen zijn. Deze zogenaamde

nomadische eigenschap is kenmerkend voor

deze VoIP dienstcategorie en is er de oor-zaak van dat er alom vragen gesteld wor-den welke telefoonnummers nu voor deze diensten mogen worden gebruikt.

OPTA is verantwoordelijk voor het uitgeven van telefoonnummers uit het nummerplan en voor het toezicht op het juiste gebruik van deze nummers. Eind vorig jaar heeft OPTA door bureau Stratix Consulting een onderzoek laten doen hoe het best met

nummering voor VoIP diensten omgegaan kan worden. Dit onderzoek is eind vorig jaar gepubliceerd. In de loop van dit jaar heeft OPTA de lijn van de aanbevelingen uit dit rapport aangehouden in gesprekken met marktpartijen over VoIP nummering. Verder heeft OPTA in 2004 in internatio-naal verband samengewerkt met buiten-landse collega’s om zoveel mogelijk num-meraspecten van de nieuwe VoIP diensten boven tafel te krijgen.

OPTA heeft niet de zeggenschap over het nummerplan zelf, dat is het ministerie van Economische Zaken, Directoraat-Generaal Telecommunicatie en Post (DGTP). Mede naar aanleiding van een verzoek van OPTA, is DGTP in het voorjaar van 2004 een onderzoek gestart om te kijken of het nummerplan aangepast zou moeten worden door de opkomst van nieuwe diensten, met name die met nomadische eigenschappen. DGTP zal echter niet op korte termijn het nummerplan kunnen aanpassen. OPTA moet zich voorlopig bij de behandeling van nummeraanvragen voor VoIP diensten baseren op het huidige nummerplan. Van-daar dat OPTA haar tot nu toe gehanteerde

criteria publiceert en vraagt om reacties uit de markt voordat deze officieel in num-meruitgiftebeleid vastgelegd worden.

Welke nummers mogen nu gebruikt worden voor VoIP diensten? Kort samengevat komt het hier op neer. Nummers voor Persoonlijke Assistentdiensten (084 en 087 nummers) komen in aanmerking voor een VoIP dienst die een klant nomadische aspecten aan-biedt. Geografische nummers komen in aanmerking voor een VoIP dienst die beoogt de klant een soort telefoondienst te bieden die vergelijkbaar is met de bekende vaste telefonie. Bij deze laatste categorie worden dienstaanbieders aan-gesproken op hun verantwoordelijkheid om goed met de voorwaarden in het nummer-plan om te gaan. Dienstenleveranciers worden met andere woorden gevraagd de netnummergrenzen zorgvuldig te be-waken. 

(8)

Spam is bij uitstek een probleem dat nationale grenzen overstijgt. De strijd tegen spam wordt echter tot op heden steeds vooral door afzonderlijke landen gestreden. Er is een noodzaak voor internationale samenwerking. De Euro-pese Commissie is het met de toezichthouders eens dat zij zich actief opstellen bij de internationale handhaving en het maken van afspraken over de uitwisseling van infor-matie. De samenwerkingsprocedure leidt niet tot nieuwe juridische verplichtingen.

De samenwerkingsprocedure beschrijft hoe bepaalde gege-vens (klachtinformatie en bewijsmiddelen) door toezicht-houders kunnen worden gedeeld. Hierbij onderscheidt de procedure drie stappen, te weten de verzameling, de ver-sturing en de ontvangst van gegevens.

De verzameling van gegevens moet op een gestructureerde manier plaatsvinden. Vóórdat gegevens kunnen worden verstuurd, dienen toezichthouders te bepalen of een toe-zichthouder in een andere lidstaat bevoegd is en of de informatie kan worden uitgewisseld. Klagers dienen van tevoren toestemming te hebben gegeven voor gebruik-making van klachtgegevens door andere EU-toezichthouders.

Bij ontvangst van ofwel ernstige klachten, ofwel een groot aantal dezelfde klachten ofwel belastende bewijsmiddelen, kunnen deze gegevens worden doorgezonden naar een andere toezichthouder. Deze verzending moet altijd via een beveiligde (internet-)verbinding plaatsvinden, en voorzien zijn van alle relevante gegevens voorzover nationale (privacy-)wetgeving dit toelaat. Toezichthouders die klachten van andere EU-toezichthouders ontvangen proberen om klachten op dezelfde manier te behandelen als gebruikelijk voor klachten van eigen ingezetenen. 

De samenwerkingsprocedure is beschikbaar via www.opta.nl en via het klachtenloket voor spam, te weten: www.spam-klacht.nl.

OPTA en de Franse privacytoezichthouder (CNIL) hebben het voortouw genomen om een samenwerkingsprocedure op te stellen. Hierin beschrijven zij hoe op een eenduidige manier, en voorzover wettelijk toegestaan, klachteninformatie en bewijsmiddelen onderling uit-gewisseld kunnen worden tussen Europese toezichthouders. Het doel van de samenwerking is om spammers die in meerdere EU-landen actief zijn, effectiever aan te kunnen pakken. Het toezicht op naleving van het spamverbod is in de lidstaten ondergebracht bij diverse instanties, zoals consumentenautoriteiten, privacytoezicht-houders en telecomregulators. De samenwerkingsprocedure draagt bij aan het voorkomen van afstemmingsproblemen bij grensover-schrijdende onderzoeken.

Europese samenwerking bij bestrijding van spam

Aanbieders van vaste openbare telefoondiensten en aan-bieders van openbare betaaltelefoons zijn op grond van de Telecommunicatiewet jaarlijks verplicht aan OPTA te rapporteren over de kwaliteit van hun dienstverlening. Inzicht in de kwaliteit van de dienstverlening maakt het voor eindgebruikers mogelijk de prestaties van ver-schillende aanbieders te vergelijken.

De kwaliteitsrapportages dienen door de aanbieders zelf bekend te worden gemaakt en jaarlijks voor 1 april aan het college van de OPTA ter beschikking te worden gesteld. Begin 2003 heeft het college de markt geconsul-teerd over deze rapportageplicht om aan de hand van de reacties beleidsregels op te stellen over de wijze van rap-porteren. Nadat bleek dat onder de gewijzigde

Telecommu-Kwaliteitsrapportages Vaste Telefonie

(9)

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) is belast met het toezicht op de ver-werking van persoonsgegevens, op grond van onder meer de Wet bescherming per-soonsgegevens (Wbp). Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) is belast met het toe-zicht op de Telecommunicatiewet (Tw). Recent zijn nieuwe bepalingen in de Tw van kracht geworden. Daarbij is in hoofd-stuk 11 van de Tw een aantal bepalingen opgenomen die betrekking hebben op de bescherming van de persoonlijke levens-sfeer in de elektronische communicatie. Beide colleges hebben dus bevoegdheden die dicht tegen elkaar aanliggen en elkaar op sommige punten zelfs overlappen. Tijdens de behandeling in de Tweede

Kamer van de vernieuwde Tw is naar voren gebracht dat beide colleges tot afspraken moeten komen over samenwerking. Voor een dergelijke samenwerking bestaat overi-gens geen wettelijke plicht. De Minister van Economische Zaken heeft toegezegd dat beide colleges afspraken zullen maken op het gebeid van spam-bestrijding. Gezien de verbanden die er bestaan tussen hun taken, achten beide colleges het ook wenselijk te komen tot dergelijke afspra-ken.

De nu gemaakte werkafspraken regelen onder meer dat beide colleges voor zover nodig elkaar zullen informeren en zullen bijstaan in concrete onderzoeken. Daarbij is afgesproken dat beide colleges

verschil-lende begrippen uit de Wbp en de Tw consistent zullen uitleggen. In het nieuwe hoofdstuk 11 van de Tw zijn, behalve het spamverbod, meer onderwerpen geregeld die betrekking hebben op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie. Dat betreft ook onderwerpen als (het blokkeren van) nummeridentificatie, het gebruik van zogenaamde locatiegegevens, het door-geven van nummers ten behoeve van telefoontjes naar alarmcentrales en de uit-wisseling van persoonsgegevens voor telefoongidsen. Het CBP en de OPTA zullen ook ten aanzien van deze onderwerpen afspraken maken en zijn daarom van plan een algemeen samenwerkingsprotocol vast te stellen. De zojuist ondertekende werk-afspraken over spam zullen uiteindelijk onderdeel gaan vormen van dat samen-werkingsprotocol. 

De tekst van de samenwerkingsafspraken is te vinden op de website van het CBP (www.cbpweb.nl) en op de site van de OPTA (www.opta.nl).

Op 19 oktober 2004 hebben de heer Jacob Kohnstamm, voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens en de voorzitter van het college van de Onafhan-kelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, de heer Jens Arnbak, een onderlinge samenwerkingsafspraak ondertekend. Voortaan zal nauwer worden samengewerkt bij de aanpak van de spamproblematiek. De afspraken gaan over de wijze van samenwerking tussen de beide colleges.

CBP en OPTA ondertekenen

samenwerkings-afspraken inzake aanpak SPAM

municatiewet

nicatiewet deze rapportageplicht niet langer geldt voor CPS-aan-bieders, heeft het college echter afgezien van het opstellen van beleidsregels. De reden daarvoor is dat onder de herziene Tele-communicatiewet slechts voor een deel van de markt, namelijk alléén de aanbieders met een eigen netwerk, inzicht verkregen hoeft te worden in de kwaliteit van de dienstverlening. Het college heeft dit punt onder de aandacht gebracht van het Ministerie van

(10)

Veilen bedrijfsnummers

RUN OP MOOIE NUMMERS:

WIE HET EERST KOMT, HET EERST MAALT OF TOCH ANDERS?

De ervaring leert dat bij het openstellen van nieuwe num-merreeksen er een run op mooie nummers kan ontstaan. Op zo’n moment bestaat er een grote kans van meer aanvragen met dezelfde voorkeur; dit noemen we kwalitatieve schaars-te. De basisregel bij uitgifte van nummers is: wie het eerst komt, het eerst maalt. De ervaring van OPTA leert dat deze uitgifteregel zijn beperkingen kent. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk in de situatie dat een aanvraag per brief in de loop van de ochtend bij OPTA wordt afgeleverd in verge-lijking met een aanvraag via de fax die om 10.00 uur ’s ochtends wordt ontvangen; welke aanvraag is eerder?

In de Telecommunicatiewet is geregeld dat bij aanvragen met dezelfde voorkeur, die op éénzelfde dag bij OPTA binnenkomen, moet worden geloot. Bij bedrijfsnummers die door de Minister als nummers met een uitzonderlijke economische waarde zijn bestemd moet de procedure van veilen worden doorlopen en hanteert OPTA een aanvraag-periode van één week waarbinnen de aanvragen als gelijk-tijdig ontvangen worden beschouwd.

GELUKZOEKERS WAGEN KANSJE– LOTEN OF VEILEN?

In een situatie van kwalitatieve schaarste is er in het uitgifteproces behoefte aan een alternatief verdelings-mechanisme, bijvoorbeeld veilen of loten. In 1996 is loten gebruikt bij het toewijzen van informatienummers (0900 en 0800) als alternatief allocatiemechanisme. Toen is geen toetredingsdrempel voor de loting gehanteerd. Mede daar-door ontstond een situatie dat veel gelukzoekers een kansje

konden wagen. OPTA heeft na deze loting veel kritiek gekre-gen, met name van merknaamgerechtigden die geen invloed in het verdelingsproces konden uitoefenen. In een veiling hadden deze partijen wel invloed kunnen uitoefenen.

PARTIJEN ZELF AAN DE KNOPPEN

Bij de keuze voor de wijze van verdeling stond voor OPTA de doelstelling voorop, dat partijen zoveel mogelijk zelf aan de knoppen zouden zitten om invloed uit te oefenen. Daar-om heeft OPTA in de voorbereiding van het openstellen van de nieuwe nummerreeks bedrijfsnummers bij de Minister van Economische Zaken aangegeven dat bij dubbele aanvragen het instrument veilen zou moeten worden gebruikt. Veilen biedt partijen immers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen, loten biedt dit niet.

WELK VEILINGMODEL HANTEREN?

Bij de keuze en ontwikkeling van het te hanteren veiling-model voor bedrijfsnummers stonden de criteria eenvoud en lage kosten centraal. De wijze waarop bedrijfsnummers worden uitgegeven (in verschillende blokgroottes) zorgde voor specifieke eisen ten aanzien van het veilingmodel. Zo hebben veilingdeskundigen aangegeven dat bij aanvragen voor bedrijfsnummers een ‘alles of niets’ element van de aanvraag van belang is. De hele voorkeur wordt gewonnen of verloren en niet gedeeltelijk gewonnen. Hier zit dus een voorwaardelijk element in de aanvraag. De gedachte is dat een bedrijf dat een blok van 10.000 nummers (bijvoorbeeld de nummers 0000-9999) aanvraagt en in een veiling van een partij verliest die slechts 100 nummers aanvraagt (bij-voorbeeld 5000-5099) en van een andere partij wint die ook slechts 100 nummers aanvraagt (bijvoorbeeld 6000-6099) na de veiling liever niet een onderbroken reeks toe-gekend krijgt. In de keuze voor het veilingmodel voor bedrijfsnummers is hier rekening mee gehouden.

Verder is in het veilingmodel gekozen voor een second-price mechanisme in plaats van een first-price mechanisme omdat volgens veilingdeskundigen een second-price mecha-nisme economisch efficiënter is. Het veilingmodel dat OPTA voor bedrijfsnummers hanteert, wordt in de theorie aan-geduid als een ‘second-price right-to-choose’ veiling. Dit houdt in dat elke bieder een eenmalig gesloten bod uit-brengt op de door hem gewenste nummers. De winnaar is degene die voor zijn nummers het meeste over heeft. Hij betaalt echter het bod van degene die als tweede geëindigd is. De winnaar krijgt van OPTA de nummers van zijn voor-keur toegekend.

Verder moesten maatregelen genomen worden om nummer-Na een grondig proces van voorbereiding is op 21 oktober 2004 de

(11)

handel zo veel mogelijk tegen te gaan. Zo zijn partijen ver-plicht entreegeld te betalen als zij mee willen doen aan een veiling. Op deze wijze worden nummerhandelaars ontmoe-digd. Daarnaast hanteert OPTA de uitgifteregel dat bedrijfs-nummers in minimale blokken van 100 aaneengesloten nummers worden uitgegeven. Praktisch houdt dat in dat partijen niet allerlei mooie losse nummers aan kunnen vragen. OPTA heeft in het aanvraagproces gemerkt dat deze maatregelen effect hebben gehad.

AANVRAGEN BINNEN DRIE OF ZES WEKEN AFHANDELEN

Met ingang van de nieuwe Telecommunicatiewet moet OPTA aanvragen voor nummers in drie weken afhandelen. Aan-vragen voor nummers van uitzonderlijke economische waarde waarvoor de procedure van veilen geldt moeten binnen zes weken, inclusief veiling, worden afgehandeld. OPTA kon natuurlijk niet goed voorspellen hoeveel aan-vragen er direct na het openstellen van de nieuwe nummer-reeks zouden worden ingediend, maar duidelijk was dat OPTA in zeer korte tijd de eventuele overlappende aan-vragen zou moeten vaststellen. Daarnaast konden bedrijfs-nummers in verschillende blokgroottes en in onderbroken reeksen worden aangevraagd. Dit alles was reden genoeg om specifiek voor dit aanvraagproces een informatiesysteem te bouwen dat OPTA in staat zou stellen om direct na het aflopen van de aanvraagperiodes de overlappende aan-vragen vast te stellen.

VAN DERTIEN VEILINGEN BLEVEN UITEINDELIJK TWEE OVER

Op 9 september 2004 is ondermeer via advertenties in twee landelijke dagbladen bekendgemaakt dat de nieuwe reeks per 21 oktober 2004 zou worden opengesteld. Tevens zijn alle betreffende regelingen zoals het veilingreglement gepubliceerd. Aanvragen konden vanaf die dag al bij OPTA worden ingediend. De eerste aanvraagperiode eindigde op 28 oktober 2004 en in totaal waren toen 200 aanvragen voor bijna 400.000 bedrijfsnummers bij OPTA ingediend. Na analyse van de overlappende aanvragen bleek dat dit zou leiden tot 25 veilingen. Vanuit het uitgangspunt dat partij-en zo veel mogelijk zelf aan de knopppartij-en zittpartij-en kondpartij-en partijen zich altijd terugtrekken uit een veilingprocedure en door OPTA andere nummers aan laten wijzen. Nadat de partijen die niet deel wilden nemen aan een veiling andere nummers toegewezen hadden gekregen bleven 13 veilingen over. OPTA heeft 30 partijen voor deze 13 veilingen uit-genodigd om deel te nemen aan een veiling. Zij moesten binnen een week 200 Euro entreegeld betalen. Van de 30 uitgenodigde partijen hebben 14 partijen uiteindelijk het entreegeld betaald. De overige partijen hebben zich terug-getrokken of verzuimd het entreegeld te betalen. Het niet betalen van het entreegeld leidde automatisch tot een afwijzing van de aanvraag. Eén partij heeft het overlappen-de overlappen-deel van zijn aanvraag ingetrokken zodat overlappen-de overlap

tus-sen twee aanvragen verdween. Bij een afwijzing of terug-trekking werden de aangevraagde nummers automatisch aan de andere partij toegekend en de veiling afgelast.

Uiteindelijk zijn twee veilingen doorgegaan. Vijf partijen zijn toegelaten tot deze twee veilingen. Deze partijen heb-ben een biedkaart ontvangen. Op 24 november 2004 zijn door de notaris de volgende uitkomsten vastgesteld. De winnaar van een veiling betaalt het op een na hoogste bod.

ONDERHANDELEN MET ANDERE BIEDERS NIET MOGELIJK

Het is OPTA opgevallen dat een aantal partijen bij OPTA aan heeft gegeven dat zij in onderhandeling wilde treden met hun concurrenten. OPTA moest deze verzoeken op grond van het veilingreglement afwijzen. Zoals hierboven al is aan-gegeven heeft OPTA in het aanvraagproces gemerkt dat de maatregelen tegen nummerhandel effect hebben gehad. Aanvragen voor meerdere losse nummers werden op grond van de uitgifteregels afgewezen.

BEDRIJFSNUMMERS BEHOEVEN DAADWERKELIJKE AANSLUITING VOOR GEBRUIK

Inmiddels heeft OPTA 250 aanvragen ontvangen en de meeste zijn inmiddels toegekend. OPTA krijgt veel reacties van bedrijven die hun bedrijfsnummers willen laten aan-sluiten en van hun telecommunicatie aanbieder te horen krijgen dat dit nog niet kan. Momenteel werken aanbieders aan een aanbod om bedrijfsnummerdiensten in de markt te zetten. OPTA heeft geconstateerd dat telecommunicatie-bedrijven nog met elkaar in onderhandeling zijn over de voorwaarden, waaronder de tarifering van interconnectie. Pas als telecommunicatiebedrijven er onderling niet uit-komen kunnen ze zich tot OPTA wenden om deze geschillen te beslechten. Zover is het nu niet. Alhoewel OPTA van mening is dat telecommunicatiebedrijven sneller op deze nieuwe reeks hadden kunnen inspelen heeft OPTA er begrip voor dat dit proces tijd kost. 

Voor meer informatie kunt u terecht bij Stef de Vries, s.devries@opta.nl, telefoon (070)315 92 26

Nummers Bod

Netwerk Notarissen B.V. 088-6682700 t/m 088-6682899 € 2025 K.J. v.d. Kamp Praktijk B.V. 088-6682700 t/m 088-6682899 € 2006

Winnaar: Netwerk Notarissen B.V.

Verschuldigd bedrag: € 2006

Nummers Bod

Taxibedrijf M.A. Bouman 088-1234500 t/m 088-1234599 € 1001 Expereo International B.V. 088-1234500 t/m 088-1234599 € 1011 Stonetech 088-1234500 t/m 088-1234599 Geen bod

Winnaar: Expereo International B.V.

(12)

OPTA heeft in juli en in oktober 2004 de beslissingen op bezwaar genomen inzake de mobiele-terminatingtarieven (MTA-tarieven) van de mobiele aan-bieders. De MTA-tarieven zijn de tarieven die mobiele aanbieders elkaar en vaste aanbieders in rekening brengen voor het termineren (afwikkelen) van gesprekken op hun netwerk.

In 2002 heeft OPTA in geschilbesluiten inzake de MTA-tarieven van mobiele aan-bieders besloten dat deze tarieven dienden te worden verlaagd. OPTA heeft zich daar-bij gebaseerd op haar ‘Beleidsregels inzake de regulering van mobiele terminating tarieven’ van 28 maart 2002, welke

beleidsregels op 22 juli 2002 zijn aan-gepast. Verschillende aanbieders konden zich niet vinden in de primaire besluiten van OPTA en hebben daartegen bezwaar aangetekend.

OPTA heeft in totaal 54 beslissingen op bezwaar genomen, waarvan er 24 zijn genomen die betrekking hebben op de relatie tussen mobiele aanbieders en 28 tussen mobiele en vaste aanbieders. Bij het vaststellen van de beslissingen op be-zwaar heeft OPTA het in de ‘Mededeling inzake beleid OPTA ten aanzien van de mobiele terminating tarieven’ van 4 decem-ber 2003 neergelegde beleid toegepast. In de Mededeling is een gefaseerd tijdpad opgenomen voor de verlaging van de MTA-tarieven van de mobiele aanbieders.

In de beslissingen op bezwaar waarbij zowel de bezwaarmaker als de belang-hebbende mobiele aanbieders zijn, heeft OPTA de bezwaarmakers niet-ontvankelijk verklaard. In de beslissingen op bezwaar waarbij de belanghebbende een vaste aan-bieder is, heeft OPTA de bezwaren gericht tegen de hoogte van de MTA-tarieven en het glijpad gegrond verklaard. OPTA heeft deze besluiten herzien onder toepassing van het in de Mededeling neergelegde beleid met betrekking tot het glijpad en de hoogte van de MTA-tarieven. 

Zowel de beleidsregels als de mededeling zijn te vinden op de website van OPTA; www.opta.nl.

Beslissingen op bezwaar over MTA-tarieven afgerond

(13)

TARIEF OP BASIS VAN VERTRAAGDE RECIPROCITEIT

De beleidsregels van OPTA stellen het redelijk FTA-tarief vast. Uitgangspunt voor het maximaal redelijke tarief is het tarief van KPN in combinatie van een vertraging in de tijd van drie jaar. Het gereguleerde KPN-tarief van drie jaar geleden is dus uitgangspunt voor het tarief dat andere vaste aanbieders zoals Versatel nú mogen vragen.

UITZONDERINGSGROND BELEIDSREGELS IS OPVERSATEL NIET VAN TOEPASSING

OPTA heeft onderzocht of Versatel bij haar tarief-stelling op basis van een uitzonderingsgrond af mag wijken van de beleidsregels. Dat is niet het geval. De uitzonderingsgrond is immers slechts van toe-passing als een aanbieder zijn kosten niet kan goed-maken en dat niet te wijten is aan inefficiëntie van

die aanbieder. De ratio van de uitzondering is dat van Versatel niet kan worden verlangd dat zij bepaalde kosten, de zogenaamd incrementele kosten, niet kan goedmaken. OPTA is echter van oordeel dat Versatel in staat is haar incrementele kosten goed te maken met de tarieven die op basis van de beleidsregels zijn vastgesteld. 

Eind oktober 2004 heeft OPTA een besluit genomen in een door KPN ingediend geschil met Versatel over vaste-terminatingtarieven (fixed terminating access-tarieven; FTA-tarieven). Dit zijn de tarieven die KPN moet betalen voor het afwikkelen van telefoon-verkeer op het netwerk van Versatel. Ongeremde groei van FTA-tarieven zal markt-verstorende effecten hebben en zal de aangewezen aanbieder (KPN) onevenredig in haar belangen schaden. Om geschillen over tariefhoogten te kunnen beslechten heeft OPTA het FTA-probleem onderzocht en de Beleidsregels inzake de redelijkheid van vaste terminating tarieven van 18 april 2003 opgesteld. In het geschilbesluit oordeelt OPTA dat Versatel aan KPN een onredelijk tarief heeft gevraagd.

Geschilbesluit:

vaste-terminatingtarif van Versatel te hoog

De European Regulators Group (ERG), het samenwerkingsverband tussen Europese toezichthouders, is een gezamenlijk onder-zoek begonnen naar de markt voor inter-nationale mobiele roaming (mobiel bellen in het buitenland). De groothandelsmarkt (wholesalemarkt) voor roaming maakt deel uit van een lijst van 18 markten, gedefi-nieerd in de Telecommunicatiewet, die in aanmerking komen voor eventuele ex-ante regulering. Vanwege het internationale en complexe karakter van roaming-diensten is

samenwerking tussen de Europese toezicht-houders van groot belang.

VRAGENLIJST

De leden van de ERG, waaronder OPTA, hebben op 10 december 2004 een vragen-lijst gestuurd naar alle Europese mobiele operators. De vragenlijst geeft de ERG inzicht in het gedrag van mobiele opera-tors als aanbieder en afnemer van whole-sale roaming. Dit stelt de ERG en individu-ele toezichthouders in staat de ‘rindividu-elevante

markt’ te bepalen en eventueel vast te stellen of partijen over aanmerkelijke marktmacht beschikken. Waar dit het geval is, dienen toezichthouders verplichtingen op te leggen om zo concurrentie te bevor-deren. 

Voor meer informatie zie:

http://erg.eu.int/documents/index_en.htm# pressreleases

(14)

In de zomer van dit jaar kwamen bij OPTA signalen binnen dat enkele CPS-aanbieders ondanks de wettelijke plicht daartoe niet waren aangesloten bij de Geschillencommis-sie telecommunicatie. Om deze reden is actie ondernomen om uit te zoeken welke partijen het hier gaat en om deze partijen vervolgens te bewegen zich alsnog aan te laten sluiten bij de Geschillencommissie. Om dit te berei-ken is intensief contact gezocht met de niet aangesloten partijen. Zo zijn de partijen ver-schillende keren aangeschreven; zowel eind juli en opnieuw in oktober. In diezelfde periode is niet alleen met deze partijen intensief contact gehouden, maar ook met de Geschillencommissie.

De actie is in november 2004 afgerond en succesvol verlopen. De meerderheid van alle CPS-aanbieders, die hiertoe verplicht zijn, hebben zich inmiddels ingeschreven bij de Geschillencommissie. Enkele partijen zijn nog bezig met de inschrijving en hebben allen aangegeven te zullen voldoen aan de aansluitplicht. 

CPS-aanbieders sluiten zich alsnog aan bij de

Stichting Geschillencommissie Telecommunicatie

In de telecommunicatiewetgeving is geregeld dat CPS-aanbieders zich dienen aan te sluiten bij de Stichting Geschillencommissie voor tele-communicatie. Deze wettelijke aansluitplicht ziet overigens alleen op CPS-aanbieders die diensten leveren aan consumenten. Zie artikel 12.1 van de Telecommunicatiewet en artikel 3.4 van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen. De Stichting Geschillen-commissie neemt alleen klachten in behandeling die betrekking hebben op partijen of aanbieders die zich bij de Stichting hebben aan-gesloten. Als een consument klaagt over een bedrijf dat zich niet heeft aangesloten kan de zaak niet door de Geschillencommissie worden behandeld.

Nummerhouders kunnen kosten besparen

Houders van informatienummers hebben dankzij een oproep van OPTA de kans om de toezichts-kosten voor 2005 te ontlopen. OPTA heeft begin december 2004 een brief verstuurd aan bijna 8000 houders van informatie-nummers. Dat zijn telefoon-nummers die beginnen met 0800, 0900, 0906 of 0909. OPTA heeft deze nummers in het verleden op aanvraag toegekend. De nummer-houders moeten elk jaar een bedrag aan OPTA betalen voor het toezicht dat zij houdt op de naleving van wettelijke verplich-tingen die aan het hebben van

die nummers zijn verbonden. Dit bedrag is in 2004 voor een kort informatienummer (zoals 0900-9292) bijvoorbeeld € 70 per nummer. Hierbij geldt volgens de Telecommunicatiewet het principe dat het hele bedrag betaald moet worden, ook als het nummer maar een deel van het jaar in bezit is geweest.

In de mailing van OPTA staan de gegevens die bij OPTA bekend zijn, zoals adres en de nummers die aan de betreffende partij zijn toegekend. OPTA vraagt partijen deze gegevens te controleren. Ook

wijst OPTA daarin op de mogelijk-heid om vóór 31 december 2004 het nummer aan OPTA terug te geven en bij hun telecomaan-bieder buiten gebruik te laten stellen. Als dat gebeurt, stuurt OPTA geen factuur voor het toe-zicht over 2005.

(15)

0800-1273

BELBUDGET ENCPS GAAN NIET SAMEN

CPS is vanwege de kosten alleen mogelijk in combinatie met een BelBasis abonnement. Begin 2004 heeft KPN ont-dekt dat een grote groep klanten tóch met een BelBudget-abonnement voor het afwikkelen van het uitgaande ver-keer CPS gebruikten. Om de samenloop van CPS met Bel-Budget op te heffen heeft KPN op 17 juli 2004 deze klan-ten aangeschreven om mee te delen dat klanklan-ten moeklan-ten kiezen voor ofwel een BelBasis-abonnement ofwel het ver-wijderen van de CPS-instellingen. Indien de klant niet zou reageren, dan zou de CPS-instelling automatisch door KPN verwijderd worden. Op 13 augustus 2004 heeft KPN bij een groot aantal klanten daarom de CPS-instellingen ver-wijderd.

VERWARRING BIJ EINDGEBRUIKER

Uit de klachten die OPTA heeft ontvangen van eind-gebruikers, blijkt dat klanten soms jarenlang gebruik hebben gemaakt van de combinatie BelBudget met CPS. Het is voorstelbaar dat deze klanten dus denken dat de combinatie wél is toegestaan. Vanwege de vakantietijd is het ook voorstelbaar dat veel klanten de brief van KPN van 17 juli 2004 niet hebben gezien en niet weten dat ze inmiddels weer met KPN bellen.

NADEEL VOORCPS-AANBIEDERS

In de ogen van OPTA had KPN ten aanzien van aan-bieders meer zorgvuldigheid in acht moeten nemen. CPS-aanbieders zijn door KPN pas in een laat stadium ingelicht over de herstelactie. Zodoende hebben CPS-aanbieders zich niet goed kunnen voorbereiden en hebben zij hun klanten niet tijdig kunnen informeren en een ander aan-bod kunnen doen.

BELLEN MET0800-1273

Eindgebruikers kunnen via 0800-1273 nagaan wat hun huidige instellingen zijn en via welke aanbieder op dit moment wordt gebeld. Als een consument niet belt via de aanbieder van zijn keuze, dan moet contact worden gezocht met de aanbieder die wél van zijn keuze is. Bovendien kunnen nieuwe keuzes worden doorgegeven via het gratis nummer 0800-1273. Via een computer kan de consument daar zelf de instellingen van zijn telefoonlijn veranderen.

Naar aanleiding van klachten over de gang van zaken rond het door KPN beëindigen van de combinatie BelBudget met Carrier PreSelectie (CPS) heeft OPTA onderzoek gedaan. Bij carrier pre selectie kiest een eindgebruiker voor een andere aanbieder dan de lokale aanbieder bij wie hij zijn abonnement voor zijn aansluiting heeft (veelal KPN). Het college constateert dat KPN bij de correctie van de combinatie BelBudget met CPS in een groot aantal gevallen lijkt te hebben geslammed. KPN en CPS-aanbieders hebben met elkaar afspraken gemaakt om te voorkomen dat klanten worden aan- of afgemeld voor CPS, zonder dat klanten daarvoor toestemming hebben gegeven. In deze afspraken is beschreven dat indien een aanbieder niet in staat is om een bewijs van toe-stemming van de klant te overleggen, er in principe sprake is van slamming.

(16)

Onderzoek naar voice mail standaard aan bij prepaidtoestellen

Met stip op 1 in het vragen en klachten-overzicht is binnengekomen de kwestie van het standaard aanzetten van de voice mail door KPN Mobile bij prepaidtoestellen. OPTA is naar aanleiding van deze klachten een onderzoek gestart en heeft hierover vragen aan KPN gesteld. OPTA ziet er van-uit haar bevoegdheden op toe dat wijzi-gingen in de voorwaarden en tarieven door de vaste en mobiele telefonieaanbieders voldoende kenbaar worden gemaakt aan klanten. Op welke wijze deze aanbieders wijzigingen kenbaar moeten maken is beschreven in de telecommunicatieregel-geving. OPTA zal in het onderzoek nagaan of KPN Mobile zich aan de regels over ken-baarheid heeft gehouden bij het standaard aanzetten van de voicemail.

Zelfhulp bij bestrijding van autodialers

OPTA is wettelijk bevoegd om tegen bedrij-ven die ongemerkt autodialers plaatsen op te treden. Autodialers worden automatisch geïnstalleerd op de computer van consu-menten – die zich daar niet bewust van zijn of daar geen toestemming voor heb-ben gegeven – tijdens het surfen op internet. De autodialer belt automatisch

en langdurig een duur 09xx-nummer of buitenlands nummer, waardoor een hoge telefoonrekening ontstaat. Omdat OPTA verwacht dat de klachtenstroom over auto-dialers nog wel enige tijd zal aanhouden hier iets over preventie. Er zijn verschillen-de mogelijkheverschillen-den om problemen met auto-dialers te voorkomen:

Druk nooit zomaar op ‘OK’. Download nooit iets waar u niet

specifiek zelf om gevraagd hebt. U kunt dure informatienummers (zoals

0900, 0906 en 0909) en buitenlandse nummers blokkeren zodat in het ver-volg geen contact meer gelegd wordt met deze nummers.

Voor meer tips, zie onder andere de web-sites van OCI (http://www.stichtingoci.nl), Surf op Safe (www.surfopsafe.nl) en STIC (https://www.stic-nederland.nl).

Meenemen van mobiele nummers (nummerportabiliteit)

Verder kreeg OPTA de afgelopen periode zoals altijd weer klachten van mobiele bel-lers binnen over nummerportabiliteit tij-dens de looptijd van het contact. Het mee-nemen van uw telefoonnummer naar een andere aanbieder, geeft u de mogelijkheid eenvoudig van telefonieaanbieder te wisse-len. U behoudt dus uw telefoonnummer,

terwijl u wel van telefonieaanbieder wis-selt. Het maakt dan niets uit of u met een belkaart (prepaid) of een abonnement belt, of dat u uw mobiele of vaste telefoon-nummer (op enkele uitzonderingen na, zie

onderaan) wilt meenemen. Het enige dat telt is dat u wisselt van de ene vaste aan-bieder naar de andere vaste aanaan-bieder, of van de ene mobiele aanbieder naar de andere mobiele aanbieder.

Bellers hebben op basis van de huidige wet echter géén recht om tijdens de looptijd van het contract met behoud van hun tele-foonnummer over te stappen. Dit heeft de hoogste rechter in Nederland, het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, bepaald. OPTA geeft gevolg aan de uit-spraak van het CBB. Dit betekent onder meer dat de beleidsregels nummerportabili-teit mobiele telefonie worden aangepast. 

Klachten en vragen najaar 2004 %

Kenbaarheid voorwaarden voicemaildienst 16

Mobiele telefonie (algemene voorwaarden; nummerportabiliteit) 16 Vaste telefonie / C(P)S (algemene voorwaarden; CPS niet bij belbudgetabonnement) 15 Internet / ADSL (levertijd; voorwaarden; overstappen tussen aanbieders) 11

Autodialers 10

Switchpoint, sms-diensten 6

Spam * 5

Tarieven (Transparantie / kenbaarheid / roaming) 5

Post 3

Kabelmaatschappij (tv / radio) 2

Privacy 2

Overig 10

* dit percentage staat los van de klachten die binnenkomen op www.spamklacht.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als we de grote steden op de lange termijn aantrekkelijk willen houden voor brede groepen in onze samenleving, dan zullen de steden deze ruimte moeten bieden.. Wijst dit niet in de

3.1 Het college adviseert hulp en middelen ter beschikking te stellen, zodat partijen gezamenlijk tot gelijkwaardige voorstellen voor een subsidieaanvraag

11 OPTA stelt zelf vast dat duplicatie van het standaardpakket geen efficiënt gebruik is van de schaarse capaciteit van het omroepnetwerk, randnr.. OPTA rechtvaardigt de

Hierbij wordt nogmaals aangegeven dat het geen ontwikkelingen op de markt betreffen en in die zin wellicht als een ten overvloede argument dienen te worden geïnterpreteerd,

• Ontvangst van radio- en televisiesignalen via de kabel is een aparte relevante markt (deze markt behoort niet tot de lijst van de 18 door de Europese Commissie

• Het voorstel omtrent het windpark Beuningen door een onafhankelijke deskundige juridisch te laten toetsen op haalbaarheid bij een eventuele nieuwe procedure bij de Raad van

• De Raad van State op 30 juni 2021 heeft geoordeeld dat het Activiteitenbesluit en de Activitei- tenregeling, waarop ook het windpark Beuningen is gebaseerd, op een verkeerde

Wat betreft de schade-afhandeling zien wij dat deze nu publiek belegd is bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) maar dat het nog niet overal soepel verloopt. Het baart