Vraag nr. 62
van 27 februari 2004
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Mandaten beheers- en bestuursorganen – M/V-voordrachten
Het decreet houdende een meer evenwichtige ver-tegenwoordiging van mannen en vrouwen in onze b e h e e r s- en bestuursorganen van de instellingen, o n d e r n e m i n g e n , vennootschappen of verenigingen van de Vlaamse overheid bepaalt in artikel 2 dat e r, telkens als de Vlaamse regering in een beheers-of bestuursorgaan van instellingen, o n d e r n e m i n-g e n , vennootschappen en verenin-ginn-gen van de Vlaamse overheid één of meerdere mandaten ten gevolge van een voordrachtprocedure invult, p e r mandaat door de voordragende instantie de kandi-datuur van één man en één vrouw dient te worden v o o r g e d r a g e n . Anders blijft het mandaat open. N a zes maanden kan de Vlaamse regering een andere beslissing nemen.
Tot 1 januari 2002 kon hiervan afgeweken worden. 1. Welke voordrachten gebeurden voor
beheers-of bestuursorganen zoals bedoeld in het decreet sinds 1 januari 2002 ?
2. Ging het hier telkens om een dubbele voor-dracht ?
3. Welke mandaten werden conform het decreet open gelaten tot aan de voorwaarde werd vol-daan ?
4. Welke mandaten werden na zes maanden inge-vuld onder de voordrachtprocedure ?
N.B. Deze vraag werd gesteld aan alle ministers (Somers vraag nr. 3 8 , Landuyt nr. 5 5 , Va n d e r-poorten nr. 7 1 , Van Mechelen nr. 1 0 2 , Van Grembergen nr. 1 0 2 , Bossuyt nr. 2 6 9 , B y t t e-bier nr. 9 7 , Ceysens nr. 6 2 , Keulen nr. 8 9 , Ta-vernier nr. 121).
Antwoord
Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Paul Van Grembergen, Vlaams minis-ter van Binnenlandse A a n g e l e g e n h e d e n ,C u l t u u r, Jeugd en Ambtenarenzaken.