• No results found

Vraag nr. 68 van 19 januari 2005 van de heer PATRICK JANSSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 68 van 19 januari 2005 van de heer PATRICK JANSSENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 68 van 19 januari 2005

van de heer PATRICK JANSSENS

Erkenningsprocedure hotels – Brandveiligheidsc riterium

Hotels moeten aan een aantal criteria vol-doen, zoals onder meer bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 1988 tot vaststelling van de specifieke brandveilig-heidsnormen waaraan de logiesverstrekkende bedrijven moeten voldoen.

In de erkenningsprocedure voor hotels wordt door de minister aan de burgemeester van de gemeente waar een hotel gevestigd is een attest gevraagd inzake de brandveiligheid. Dit op basis van een verslag van de lokale brandweer.

In sommige gevallen wordt door de minis-ter – ondanks de vaststelling van een aantal gebreken inzake brandveiligheid – toch een erkenning gegeven, die dus afwijkt van het advies van de lokale brandweer.

Dit gebeurt door de Technische Commissie Brandveiligheid van de Logiesverstrekkende Bedrijven.

1. Graag had ik van de minister vernomen welke normen deze commissie hanteert om in som-mige gevallen toch afwijkingen op het advies toe te staan en een hotel te erkennen ?

2. Kan de minister meedelen hoe deze commissie wordt samengesteld, wie er zitting heeft in de huidige commissie en met welke regelmaat deze commissie samenkomt ?

3. Zijn er onverenigbaarheden tussen het lid-maatschap van de Technische Commissie Brandveiligheid van de Logiesverstrekkende Bedrijven en de beroepsactiviteiten van de leden?

Antwoord

Inleidend verwijs ik naar mijn antwoord op schriftelijke vraag nr. 12 van 15 oktober 2004 van mevrouw Linda Vissers, Vlaams volksverte-genwoordiger, m.b.t. de Technische Commissie

Brandveiligheid van de Logiesverstrekkende Bedrijven (Bulletin van Vragen en Antwoorden, zitting 2004-2005, nr. 4, blz. 275).

1. Het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 27 januari 1988, gewijzigd op 29 mei 1991 en op 15 juli 2002, stelt de specifieke brandveilig-heidsnormen vast waaraan de logiesverstrek-kende bedrijven moeten voldoen. Het besluit laat toe dat een uitbater (vergunningsaan-vrager) die om functionele en/of technische redenen niet kan voldoen aan de opgelegde brandveiligheidsnormen, een afwijking op de voorschriften kan aanvragen bij de Vlaamse minister bevoegd voor Toerisme.

De terzake opgerichte Technische Commissie Brandveiligheid (ministerieel besluit van 23 november 1988) onderzoekt de aanvraag en zoekt naar een oplossing waarbij de veiligheid van de gasten bij een eventuele brand kan ver-zekerd worden. De Commissie hanteert daar-bij geen vaste normen, maar oordeelt geval per geval, rekening houdende met diverse factoren zoals bijvoorbeeld de ligging van het logiesverstrekkend bedrijf, het aantal kamers, de hoogte van het gebouw, enzovoort.

Deze werkwijze beoogt zeker niet het afzwak-ken van het advies uitgebracht door de plaat-selijke brandweerdiensten, maar is veeleer bedoeld om de logiesverstrekkende bedrijven die niet 100 % aan de opgelegde voorschriften kunnen voldoen, in de mogelijkheid te stellen om via het opleggen van alternatieve voor-schriften toch de veiligheid van hun gasten te verzekeren zodat zij op deze wijze het voor de vergunning noodzakelijke brandweerattest kunnen verwerven.

2. De Technische Commissie Brandveiligheid is samengesteld uit drie vertegenwoordigers van het Technisch Comité Logiesverstrekkende Bedrijven en uit drie deskundigen van de brandweerdiensten. De Commissie, die gemid-deld zes maal per jaar samenkomt, wordt voorgezeten door een leidend ambtenaar van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. 3. Uiteraard verdedigen de vertegenwoordigers

(2)

Geteld tot eind 2004, werden in de Technische Commissie Brandveiligheid 730 afwijkings-dossiers behandeld en dit op de meest correcte en loyale manier, zonder dat de beroepsactivi-teiten van de leden daarbij op een of andere wijze de beslissing hebben beïnvloed.

Mocht dit wel het geval zijn, dan is het duide-lijk dat het betrokken lid niet langer deel kan uitmaken van de Commissie.

Om in deze elke mogelijke belangentegen-strijdigheid te weren, neem ik het initiatief om, via een opdracht aan het hoofd van het IVA Toerisme Vlaanderen, de voorzitter van de Technische Commissie Brandveiligheid te vragen om, vanuit het oogpunt van een vol-strekt integriteitsbeleid in dit dossier, een onderzoek te voeren naar de eventuele onver-enigbaarheden, waarbij elke mogelijkheid van belangentegenstrijdigheid dient te worden in kaart gebracht (IVA:intern verzelfstandigd agentschap – red.).

Het lijkt me hierbij vanzelfsprekend dat ook de leden van de Technische Commissie Brandveiligheid wordt gevraagd naar een zelfevaluatie op dit vlak.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

17 van 7 december 2004 deelt de minister mee dat de kosten van de deelname van vertegenwoordigers van de pers aan de economische missie naar China, niet werden gedragen

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Bouwaanvraagformulieren – Eenduidigheid Naar verluidt is er een verschil tussen de bou- waanvraagformulieren die terug te vinden zijn op de

Ik had graag vernomen of het gebruikerson- derzoek voor openbare bibliotheken, georgani- seerd door het Vlaams Centrum voor Openbare Bibliotheken (VCOB) in samenwerking met

Bovendien kan deze ombudsfunctie slechts ten aanzien van andere administratieve overheden worden uitgeoefend indien de wetgever deze overheden belast heeft met taken die

In het Jaarverslag 2002-2003 van de Taalwetwijzer wordt gewag gemaakt van klachten die betrek- king hebben op feiten waarover al eerder uitspraak werd gedaan door de Vaste

De procedure tot aanwerving van een nieuwe Vlaamse Bouwmeester bevindt zich nog in de fase waarin de kandidaten voor deze functie op basis van een externe aankondiging tot 4

De validering heeft tot doel om de gehanteerde methodologie door een neutraal college te laten analyseren in het licht van volgende vraag: is de gehanteerde methodologie de

De VREG (Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt – red.) is bezig met een nieuwe studie over de prijssituatie voor huishoudelijke en kleine