• No results found

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kenmerk

124.04.20/V2011N084593 Dossier

750.71/A/11.279 Bijlagen

...

1/10 Gelet op de mededeling van verandering van SAPPI LANAKEN NV, ontvangen op het provinciebestuur op 2011-08-23, waarbij bovenvermelde meedeelt dat hij de hem verleende milieuvergunning (zie hierna) voor het exploiteren van een inrichting voor de productie van papier en houtpulp, op de kadastrale percelen van en te LANAKEN, Afdeling 1, Sectie C, nr.(s) 655e6, 655h6, 655r6, 655w6, 655v6, 655x6, 655z6, 655n6, 655f7, 655g7 en 655h7, ter plaatse Montaigneweg 2;

De meegedeelde verandering omvat:

- (rubriek 12.1.3.) : elektriciteitsproductie, niet in rubrieken 20.1.5., 20.1.6. en 43.2. bedoelde inrichting voor elektriciteitsproductie, uitgezonderd de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus

vergund: warmtekrachtinstallatie waarbij de aandrijving van de alternator plaatsvindt via een gasturbine, met een totaal warmtevermogen van 43 MW, een noodstroomgenerator met een vermogen van 30 kW en een biogasmotor van 1 MW – totaal vermogen: 44.030 kW

verandering: het plaatsen van een stoomturbine van 15 MW voor het opwekken van elektriciteit

toestand na verandering: warmtekrachtinstallatie waarbij de aandrijving van de alternator plaatsvindt via een gasturbine, met een totaal warmtevermogen van 43 MW, een noodstroomgenerator met een vermogen van 30 kW en een biogasmotor van 1 MW en een stoomturbine met een vermogen van 15 MW – totaal vermogen: 59.030 kW (klasse 1- uitbreiding)

- (rubriek 43.1.3.) : verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproductie : stookinstallaties, e.d.

vergund:

 6 stoomketels met een totaal warmtevermogen van 66 MW

 branders van aircaps, airfoils en infraroodbranders met een totaal warmtevermogen van 23,8 MW

 3 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 70 kW

 2 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 330 kW

 verbrandingsinstallatie met een vermogen van 197 kW totaal warmtevermogen bedraagt circa 90,4 MW

verandering: plaatsen van een bijstookbrander op de nieuwe afgassenketel van de WKK toestand na verandering:

 6 stoomketels met een totaal warmtevermogen van 66 MW

 branders van aircaps, airfoils en infraroodbranders met een totaal warmtevermogen van 23,8 MW

 3 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 70 kW

 2 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 330 kW

p

r

o

v

i

n

c

i

e

Limburg

Dir e ctie Ruimte

De deputatie

van de provincie Limburg

D i e n s t Milieuvergunningen

(2)

Kenmerk

124.04.20/V2011N084593 Dossier

750.71/A/11.279 Bijlagen

...

2/10

 verbrandingsinstallatie met een vermogen van 197 kW

 bijstookbrander op afgassenketel van 33 MW totaal warmtevermogen bedraagt circa 123,4 MW (klasse 1 – uitbreiding)

- (rubriek 43.3.) : stookinstallaties met een hoeveelheid vrijkomende warmte van meer dan 50 MW vergund:

 6 stoomketels met een totaal warmtevermogen van 66 MW

 branders van aircaps, airfoils en infraroodbranders met een totaal warmtevermogen van 23,8 MW

 3 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 70 kW

 2 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 330 kW

 verbrandingsinstallatie met een vermogen van 197 kW totaal warmtevermogen bedraagt circa 90,4 MW

verandering: plaatsen van een bijstookbrander op de nieuwe afgassenketel van de WKK toestand na verandering:

 6 stoomketels met een totaal warmtevermogen van 66 MW

 branders van aircaps, airfoils en infraroodbranders met een totaal warmtevermogen van 23,8 MW

 3 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 70 kW

 2 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 330 kW

 verbrandingsinstallatie met een vermogen van 197 kW

 bijstookbrander op afgassenketel van 33 MW totaal warmtevermogen bedraagt circa 123,4 MW (klasse 1 – uitbreiding)

- (rubriek 43.4.) : verbrandingsinstallaties (inclusief motoren) met een totaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW met uitzondering van installaties voor het verbranden van gevaarlijke stoffen of stadsafval vergund:

 een gasturbine met een thermisch vermogen van 102 MW, dewelke deel uitmaakt van de warmtekrachtinstallatie

 branders van de aircaps, airfoils en infraroodbranders met een totaal vermogen van 23,8 MW

 6 stookinstallaties (stoomketels) met een totaal vermogen van 66 MW

 3 verbrandingsinstallaties met een totaal vermogen van 70 kW

 2 verbrandingsinstallaties met een totaal vermogen van 330 kW

 verbrandingsinstallaties met een vermogen van 197 kW

 2 dieselmotoren (sprinklerinstallatie) van elk 250 kW

 een noodstroomgenerator van 30 kW

 een dieselmotor (brandwaterleiding) van 105 kW

 een biogasmotor van 1 MW totaal vermogen bedraagt circa 194 MW

verandering: plaatsen van een bijstookbrander op de nieuwe afgassenketel van de WKK toestand na verandering:

 een gasturbine met een thermisch vermogen van 102 MW, dewelke deel uitmaakt van de warmtekrachtinstallatie

 branders van de aircaps, airfoils en infraroodbranders met een totaal vermogen van 23,8 MW

 6 stookinstallaties (stoomketels) met een totaal vermogen van 66 MW

 3 verbrandingsinstallaties met een totaal vermogen van 70 kW

 2 verbrandingsinstallaties met een totaal vermogen van 330 kW

 verbrandingsinstallaties met een vermogen van 197 kW

 2 dieselmotoren (sprinklerinstallatie) van elk 250 kW

(3)

Kenmerk

124.04.20/V2011N084593 Dossier

750.71/A/11.279 Bijlagen

...

3/10

 een noodstroomgenerator van 30 kW

 een dieselmotor (brandwaterleiding) van 105 kW

 een biogasmotor van 1 MW

 bijstookbrander op afgassenketel van 33 MW totaal vermogen bedraagt circa 227 MW

(klasse 1 – uitbreiding)

Gelet op de terzake van toepassing zijnde reglementering, t.w. :

- het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen, inzonderheid op artikel 27;

- het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, houdende vaststelling van het Vlaamse Reglement betreffende de Milieuvergunning (hierna afgekort als Vlarem I) en zijn latere wijzigingen, inzonderheid op

hoofdstuk III bis (artikelen 6bis, 6ter, 6quater);

- het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse regering, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn latere wijzigingen;

(4)

Kenmerk

124.04.20/V2011N084593 Dossier

750.71/A/11.279 Bijlagen

...

4/10 Gelet op de volgende vergunningen en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van bovenvermelde inrichting reeds werden getroffen en op datum van bovenvermelde mededeling van toepassing zijn:

- besluit d.d. 2006-06-29 van de deputatie waarbij vergunning werd verleend voor het verder exploiteren en veranderen (actualisatie) van een vergund bedrijf voor de productie van papier en houtpulp voor een termijn van 20 jaar. De hernieuwing van de vergunde grondwaterwinning wordt geweigerd;

- besluit d.d. 2008-10-09 van de deputatie waarbij vergunning werd verleend voor de verandering door uitbreiding van de vergunde papieropslag;

- besluit d.d. 2010-09-15 van de deputatie waarbij vergunning werd verleend voor het verder exploiteren van een vergunde grondwaterwinning, voor een termijn eindigend op 2026-06-29;

Gelet op het schrijven d.d. 2011-09-01, waarbij de indiener van de mededeling van verandering in kennis werd gesteld dat zijn mededeling volledig en ontvankelijk werd verklaard;

Gelet op de brieven d.d. 2011-09-01, waarbij conform artikel 6 quater §3 van Vlarem I, door de gemachtigde ambtenaar advies werd gevraagd aan:

- de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg - agentschap Ruimte en Erfgoed, Ruimtelijke Ordening

- de Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer Milieu & Gezondheid, Dienst Lucht

Gelet op de brieven d.d. 2011-09-01, waarbij een afschrift van bovenvermelde mededeling van verandering werd gestuurd naar de belanghebbende overheden, vermeld in artikel 35,5, c van Vlarem I, met het verzoek hun eventuele opmerkingen en bezwaren i.v.m. de mededeling, binnen 30 kalenderdagen te laten kennen;

Gelet op het advies van de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, d.d. 2011-09-19, waaruit het volgende blijkt:

- De afgassenketel van de huidige WKK-installatie zal vervangen worden door een nieuw type met een hoger rendement. Deze nieuwe afgassenketel, die voorzien wordt van een bijstookbrander, kan de stoomproductie van de vergunde zes conventionele stoomketels bijna volledig overnemen. Men geeft aan dat ten opzichte van de huidige situatie de energie-efficiëntie verhoogt.

- In de mededeling geeft men aan dat de nieuwe afgassenketel wordt voorzien van een nieuw type brander, welke een veel lager emissieniveau kan bereiken dan de vergunde conventionele stoomketels.

- Verder geeft men aan dat de CO2-emissies niet zullen stijgen ten gevolge het vervangen van de

afgassenketel. In het hoger vermelde MER geeft men hieromtrent cijfers aan: de totale CO2-uitstoot bedroeg voor de gehele exploitatie in 2004 ca.199.456 ton waarvan 165.694 ton afkomstig uit de WKK-installatie en 20.969 ton uit de diverse stoomketels.

- De nieuwe afgassenketel en de stoomturbine zullen geplaatst worden in een gebouw naast de huidige turbinehal. Men geeft aan dat geluid (en trillingen) hierdoor op voldoende wijze gedempt worden waardoor er, mede door de ligging op het midden van het terrein, geen bijkomende hinder naar de omgeving toe kan verwacht worden.

- De exploitatie ligt op 2.590 meter van het Vogelrichtlijngebied V7 en op 135 meter van het

Habitatrichtlijngebied H35. Omtrent deze aanvraag werd door onze dienst advies gevraagd aan het Agentschap voor Natuur en Bos op 05-09-2011. Dit advies werd ontvangen op 16-09-2011 en luidt: “Voor zover voldaan aan de Vlarem-normen, en mits speciale aandacht voor de optimale verlichtingssystemen toepassing van Deel 4. Algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen – Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht – Art. 4.6.0.1. e.v. in uitvoering van Vlarem II, geeft het Agentschap voor Natuur en Bos Limburg een positief advies voor de verandering van de milieuvergunning NV Sappi Lanaken …”.

(5)

Kenmerk

124.04.20/V2011N084593 Dossier

750.71/A/11.279 Bijlagen

...

5/10 - Uit het bovenstaande onderzoek concluderen we dat er geen aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu

worden verwacht ten gevolgde de beoogde veranderingen.

Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van het agentschap Ruimte en Erfgoed, Ruimtelijke Ordening;

Gelet op het gunstig advies, d.d. 2011-10-12, van de Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer Milieu &

Gezondheid, Dienst Lucht;

(6)

Kenmerk

124.04.20/V2011N084593 Dossier

750.71/A/11.279 Bijlagen

...

6/10 Gelet op het gunstig advies, d.d. 2011-10-03, van de Vlaamse Milieumaatschappij, waaruit het volgende blijkt:

- de verandering heeft geen betrekking op het aspect lozing van afvalwater;

- De productie van papier en houtpulp vereist een aanzienlijke hoeveelheid energie, meer bepaald onder de vorm van stoom; op heden wordt de stoom aangemaakt via 6 aardgasgestookte stoomketels.

- Het bedrijf beschikt ook over een WKK (43 MW) met een afgassenketel.

- De bestaande afgassenketel zal worden vervangen door een nieuwe afgassenketel met bijstookbrander (33 MW);

er zal ook een stoomturbine (15 MWe) wordt geplaatst voor elektriciteitproductie.

- Deze nieuwe afgassenketel met bijstookbrander zal de stoomvraag verzorgen en werking van de bestaande stoomketels overnemen; deze laatste worden behouden als back-up installaties.

- Gezien er een verschuiving is van stoomproductie via aardgasketels naar stoomproductie via een nieuwe afgassenketel met bijstookbrander – hoger rendement, lagere emissieniveaus – mag verwacht dat de huidige uitstoot van luchtverontreinigende stoffen niet zal toenemen en evenmin de huidige hinder in de omgeving zal verhogen.

Overwegende dat de geplande veranderingen, vermeld onder de rubrieken 12.1.3, 43.1.3, 43.3 en 43.4, niet van die aard zijn dat ze een bijkomend risico voor de mens of een aantasting van het leefmilieu inhouden of de bestaande hinder zouden vergroten; dat daarom akte kan worden genomen van de mededeling aangaande deze rubriek;

Gehoord het verslag van Frank Smeets, lid van het college;

BESLUIT

Artikel 1 §1. Hierbij wordt AKTE GENOMEN van bovenvermelde mededeling van SAPPI LANAKEN NV, waarbij wordt meegedeeld dat hij de hem verleende milieuvergunning (zie hiervoren), voor het exploiteren van een inrichting voor de productie van papier en houtpulp, te Lanaken, ter plaatse Montaigneweg 2, wenst te veranderen.

De meegedeelde verandering omvat:

- (rubriek 12.1.3.) : elektriciteitsproductie, niet in rubrieken 20.1.5., 20.1.6. en 43.2. bedoelde inrichting voor elektriciteitsproductie, uitgezonderd de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus

vergund: warmtekrachtinstallatie waarbij de aandrijving van de alternator plaatsvindt via een gasturbine, met een totaal warmtevermogen van 43 MW, een noodstroomgenerator met een vermogen van 30 kW en een biogasmotor van 1 MW – totaal vermogen: 44.030 kW

verandering: het plaatsen van een stoomturbine van 15 MW voor het opwekken van elektriciteit

toestand na verandering: warmtekrachtinstallatie waarbij de aandrijving van de alternator plaatsvindt via een gasturbine, met een totaal warmtevermogen van 43 MW, een noodstroomgenerator met een vermogen van 30 kW en een biogasmotor van 1 MW en een stoomturbine met een vermogen van 15 MW – totaal vermogen: 59.030 kW (klasse 1- uitbreiding)

- (rubriek 43.1.3.) : verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproductie : stookinstallaties, e.d.

vergund:

 6 stoomketels met een totaal warmtevermogen van 66 MW

 branders van aircaps, airfoils en infraroodbranders met een totaal warmtevermogen van 23,8 MW

 3 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 70 kW

 2 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 330 kW

 verbrandingsinstallatie met een vermogen van 197 kW totaal warmtevermogen bedraagt circa 90,4 MW

verandering: plaatsen van een bijstookbrander op de nieuwe afgassenketel van de WKK toestand na verandering:

(7)

Kenmerk

124.04.20/V2011N084593 Dossier

750.71/A/11.279 Bijlagen

...

7/10

 6 stoomketels met een totaal warmtevermogen van 66 MW

 branders van aircaps, airfoils en infraroodbranders met een totaal warmtevermogen van 23,8 MW

 3 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 70 kW

 2 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 330 kW

 verbrandingsinstallatie met een vermogen van 197 kW

 bijstookbrander op afgassenketel van 33 MW totaal warmtevermogen bedraagt circa 123,4 MW (klasse 1 – uitbreiding)

- (rubriek 43.3.) : stookinstallaties met een hoeveelheid vrijkomende warmte van meer dan 50 MW vergund:

 6 stoomketels met een totaal warmtevermogen van 66 MW

 branders van aircaps, airfoils en infraroodbranders met een totaal warmtevermogen van 23,8 MW

 3 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 70 kW

 2 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 330 kW

 verbrandingsinstallatie met een vermogen van 197 kW totaal warmtevermogen bedraagt circa 90,4 MW

verandering: plaatsen van een bijstookbrander op de nieuwe afgassenketel van de WKK toestand na verandering:

 6 stoomketels met een totaal warmtevermogen van 66 MW

 branders van aircaps, airfoils en infraroodbranders met een totaal warmtevermogen van 23,8 MW

 3 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 70 kW

 2 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 330 kW

 verbrandingsinstallatie met een vermogen van 197 kW

 bijstookbrander op afgassenketel van 33 MW totaal warmtevermogen bedraagt circa 123,4 MW (klasse 1 – uitbreiding)

- (rubriek 43.4.) : verbrandingsinstallaties (inclusief motoren) met een totaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW met uitzondering van installaties voor het verbranden van gevaarlijke stoffen of stadsafval vergund:

 een gasturbine met een thermisch vermogen van 102 MW, dewelke deel uitmaakt van de warmtekrachtinstallatie

 branders van de aircaps, airfoils en infraroodbranders met een totaal vermogen van 23,8 MW

 6 stookinstallaties (stoomketels) met een totaal vermogen van 66 MW

 3 verbrandingsinstallaties met een totaal vermogen van 70 kW

 2 verbrandingsinstallaties met een totaal vermogen van 330 kW

 verbrandingsinstallaties met een vermogen van 197 kW

 2 dieselmotoren (sprinklerinstallatie) van elk 250 kW

 een noodstroomgenerator van 30 kW

 een dieselmotor (brandwaterleiding) van 105 kW

 een biogasmotor van 1 MW totaal vermogen bedraagt circa 194 MW

verandering: plaatsen van een bijstookbrander op de nieuwe afgassenketel van de WKK toestand na verandering:

 een gasturbine met een thermisch vermogen van 102 MW, dewelke deel uitmaakt van de warmtekrachtinstallatie

(8)

Kenmerk

124.04.20/V2011N084593 Dossier

750.71/A/11.279 Bijlagen

...

8/10

 branders van de aircaps, airfoils en infraroodbranders met een totaal vermogen van 23,8 MW

 6 stookinstallaties (stoomketels) met een totaal vermogen van 66 MW

 3 verbrandingsinstallaties met een totaal vermogen van 70 kW

 2 verbrandingsinstallaties met een totaal vermogen van 330 kW

 verbrandingsinstallaties met een vermogen van 197 kW

 2 dieselmotoren (sprinklerinstallatie) van elk 250 kW

 een noodstroomgenerator van 30 kW

 een dieselmotor (brandwaterleiding) van 105 kW

 een biogasmotor van 1 MW

 bijstookbrander op afgassenketel van 33 MW totaal vermogen bedraagt circa 227 MW

(klasse 1 – uitbreiding)

§2. Het aan dit besluit gehecht plan maakt eveneens deel uit van de basisvergunning, verleend bij besluit d.d.

2006-06-29.

Deze akteneming geldt als milieuvergunning voor een termijn die vervalt gelijktijdig met de basisvergunning, hetzij op 2026-06-29.

Artikel 2 §1. De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting moet in gebruik worden genomen binnen een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf de datum van dit besluit.

De in deze beslissing vermelde exploitatievoorwaarden zijn onmiddellijk van toepassing vanaf het ogenblik dat een inrichting wordt geëxploiteerd (dus in gebruik is genomen) tenzij in de voorwaarden zelf anders wordt bepaald.

§2. In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde akteneming, krachtens artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening een vergunning nodig is, wordt deze milieuvergunning geschorst zolang deze stedenbouwkundige vergunning niet definitief is verleend, in de zin van artikel 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

In afwijking van het bepaalde in §1 gaat de termijn van ingebruikname van de milieuvergunning slechts in op de dag dat de vergunning voor handelingen, bedoeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening definitief is verleend.

§3. Wordt de vergunning voor handelingen, bedoeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening evenwel definitief geweigerd, in de zin van artikel 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde akteneming van rechtswege.

Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van:

1) de voorwaarden opgelegd in de basisvergunning (vorige vergunningsbesluiten) 2) de thans geldende algemene en sectoriële voorwaarden van Vlarem II.

Artikel 4 Alle andere bepalingen van deze basisvergunning zijn eveneens van toepassing op deze akteneming.

Artikel 5 Een afschrift van dit besluit zal AANGETEKEND worden gezonden:

1. voor BEKENDMAKING (aanplakking) aan de burgemeester van en te LANAKEN

De burgemeester is belast met de bekendmaking (aanplakking) van de beslissing overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk IX van VLAREM I.

2. voor KENNISNEMING aan:

a) de indiener-exploitant, met name NV SAPPI LANAKEN, Montaigneweg 2 te 3620 LANAKEN, samen met een exemplaar van de aangehechte plannen

(9)

Kenmerk

124.04.20/V2011N084593 Dossier

750.71/A/11.279 Bijlagen

...

9/10 b) de Afdeling Milieu-inspectie - Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT, samen met een

exemplaar van de aangehechte plannen

c) het college van burgemeester en schepenen van en te LANAKEN d) de Provinciale Milieuvergunningscommissie

e) de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT f) het agentschap Ruimte en Erfgoed, Ruimtelijke Ordening, Koningin Astridlaan 50/1 te 3500 HASSELT g) de OVAM, Stationsstraat 110 te 2800 MECHELEN

h) de VMM, A. Van de Maelestraat 96 te 9320 EREMBODEGEM i) de NV AQUAFIN, Dijkstraat 8 te 2630 AARTSELAAR

j) de Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer Milieu & Gezondheid, Dienst Lucht en Klimaat, Graaf de Ferrarisgebouw, 7de verd., Koning Albert II-laan 20 te 1000 BRUSSEL

k) de FOD WASO, Toezicht op het Welzijn op het Werk – Directie Limburg, Koning Albertstraat 16B te 3290 DIEST

l) de Directie van de Directe Belastingen, Voorstraat 41 te 3500 HASSELT

m) het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk van NV SAPPI LANAKEN, Montaigneweg 2 te 3620

LANAKEN

n) de Directie Financiën – Dienst Belastingen – van het provinciebestuur.

o) M-TECH cvba, Maastrichtersteenweg 210 te 3500 HASSELT

Artikel 6 §1. Tegen deze beslissing kan (zie echter ook §3), overeenkomstig artikel 51 van Vlarem I, een beroep worden ingediend bij de Vlaamse regering, gericht aan de Vlaamse minister van Leefmilieu, p.a. Afdeling Milieuvergunningen, Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL.

Het beroep moet worden ingediend met een aangetekend schrijven binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de dag van verzending (betekening) van een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing aan de aanvrager en aan de belanghebbende overheidsorganen en diensten, bedoeld in artikel 49, §1, 1°, 2° en 3° van VLAREM I, of na de dag van aanplakking (openbare bekendmaking) van de beslissing als het beroep uitgaat vanwege andere personen of instellingen.

Het beroepschrift moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, vergezeld zijn van een kopie van het attest van bekendmaking (betekening of aanplakking) van de omstreden beslissing, alsook van een bewijs van storting van het voorgeschreven bedrag aan onderzoekskosten voor het beroepsdossier.

§2. De vergunning voor handelingen, bedoeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor een inrichting waarvoor een milieuvergunning nodig is of die onderworpen is aan de meldingsplicht, wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief werd verleend overeenkomstig artikel 5 van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning of de melding niet is gebeurd.

Wordt de milieuvergunning evenwel definitief geweigerd in de zin van artikel 5 van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, dan vervalt de vergunning voor handelingen, bedoeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, van rechtswege.

§3. Er is geen georganiseerd hoger beroep mogelijk tegen de mededelingen van veranderingen die NIET ALS DUSDANIG WERDEN AANVAARD en waarvoor een milieuvergunningsAANVRAAG moet worden ingediend.

In dat geval kan enkel nog bij aangetekende brief een beroep tot nietigverklaring, al dan niet voorafgegaan door of vergezeld van een beroep tot schorsing, worden ingesteld bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Wetenschapstraat 33 te 1040 BRUSSEL. Het beroep tot nietigverklaring en eventueel het beroep tot schorsing moeten ingesteld worden binnen een termijn van 60 dagen vanaf de datum van

bekendmaking/betekening van dit besluit.

(10)

Kenmerk

124.04.20/V2011N084593 Dossier

750.71/A/11.279 Bijlagen

...

10/10 Aanwezig:Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Marc Vandeput, Walter Cremers,

Gilbert Van Baelen, Frank Smeets, Jean-Paul Peuskens, Mieke Ramaekers, leden;

Renata Camps , provinciegriffier Hasselt d.d. 2011-11-10

De verslaggever, get. Frank Smeets

De provinciegriffier, De gouverneur-voorzitter,

get. Renata Camps get. Herman Reynders

Voor eensluidend afschrift namens de provinciegriffier

Frank Vranken bestuursdirecteur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door je handen te wassen met water en zeep en door huishoudelijk schoon te maken verwijder je al het grootste deel van het Corona virus.. Desinfecteren is alleen

14 juli 2020 waarbij een voorwaardelijke omgevingsvergunning werd verleend voor het project ‘verkaveling Boterberg’.

Prijs nu Christus in ons lied, halleluja, die in heerlijkheid gebiedt, halleluja, die aanvaardde kruis en graf, halleluja, dat Hij zondaars ’t leven gaf, halleluja!. Maar zijn

De PvdA wil haar waardering uitspreken voor de voorzitter van deze commissie, die er, mede door zijn inspanningen, voor gezorgd heeft dat nu het proces, m.b.t. de cultuurnota,

ChristenUnie vraagt zich af welke eisen aan het personeel gesteld worden (inhoudelijke inbreng) en stelt daarom voor te werken met prestatiebeloning.. Zij vindt onderbouwing van

De activatiecode van het 1 ste device kan niet hergebruikt worden, maar u kunt deze activatiecode wel invoeren tijdens de activatie van de Presentis App op de 2 de device.. Na

de uitbetaling van het subsidiesaldo voor het project 'Veilig naar school als voetganger of fietser.' in het kader van het subsidiereglement 'Mobilim-subsidie voor

Als je zorgt voor bewoners met het Corona virus is het belangrijk dat je goed geïnformeerd bent over het ziektebeeld en de zorg die de bewoner nodig heeft.. In deze les worden