• No results found

W O R KS H O P V O O R J O N G E R E N O V E R O N LI N E C O N T A C T R I S I C O ’ S

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "W O R KS H O P V O O R J O N G E R E N O V E R O N LI N E C O N T A C T R I S I C O ’ S"

Copied!
68
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

W O R KS H O P

V O O R J O N G E R E N O V E R O N LI N E

C O N T A C T R I S I C O ’ S

(2)

2

(3)

3

I N H O U D

Inleiding: Wat en waarom? 5

Doelgroep 5

Overzicht workshop 6

Uitleg workshop 7

Een veilige omgeving creëren 7

1 Opwarmer: Speedsurvey 8

2 Wat zijn sociale media en wat zijn de voordelen? 10

3 Wat zijn online contactrisico’s? 12

4 Hoe ga je om met online contactrisico’s? 16 5 Meet the parents: hoe kunnen je ouders helpen? 19

Vooropdracht bij Meet the parents 21

Afsluiter 22

Literatuur 23 Hulpverlening 24 Eindtermen 25

Geciteerde werken 28

Bijlagen 29

Colofon 67

(4)

4

(5)

5

I N LE I D I N G : WA T E N WA A R O M ?

Smartphones en sociale media vormen voor jongeren een deel van hun dagelijks leven.

Voor hen vervaagt het verschil tussen de online- en de offline-wereld. Net zoals in de offline- wereld lopen jongeren ook online risico. Aan de hand van dit pakket leren jongeren hoe ze kunnen omgaan met online contactrisico’s.

Sociale media zijn voor vele jongeren onmisbaar, en de smartphone is het meest populaire toestel waarmee jongeren online gaan. Liefst 92.3% van de jongeren bezit een persoonlijke smartphone (Mediaraven en LINC, 2016). Sociale media stellen jongeren in staat om op een eenvoudige manier te experimenteren met identiteit en relaties. Zo kunnen jongeren zich via sociale media presenteren aan anderen, en kunnen ze ook feedback krijgen van anderen, het is een gemakkelijke manier om nieuwe sociale contacten te leggen, en het is een relatief veilige manier om te flirten en te experimenteren met relaties. De online en de offline wereld zijn voor jongeren niet strikt gescheiden maar beide lopen in elkaar over. Dit wil zeggen dat ervaringen uit de offline wereld, zoals nieuwe vriendschappen maar ook conflicten, worden meegedragen naar de sociale media. Ook omgekeerd werken ervaringen op sociale media door in de offline wereld.

Met het toenemende gebruik van sociale media gaat er ook meer aandacht naar de mogelijke risico’s die hieraan verbonden zijn. Deze workshop legt de klemtoon op “contactrisico’s”, of risico’s die zich afspelen op het niveau van de contacten die jongeren via sociale media met anderen aangaan. Concrete voorbeelden van contactrisico’s zijn cyberpesten, het toevoegen van onbekenden aan de vriendenlijst, of het delen van gevoelige informatie of foto’s die door anderen kunnen misbruikt worden. Jongeren zijn zich (net als volwassenen) niet altijd bewust van de reikwijdte en de impact van wat ze op sociale media schrijven en delen. Daardoor kunnen ze ook onbedoeld de privacy van anderen schenden (bijvoorbeeld door zonder toestemming een foto te delen) of anderen onbedoeld kwetsen. Ook “sexting”

of het delen van seksueel getinte foto’s via het internet, kan een contactrisico inhouden gezien de mogelijkheid dat deze foto’s verspreid kunnen raken.

Deze workshop heeft tot doel om

a) jongeren zich meer bewust te maken van wat contactrisico’s zijn,

b) jongeren weerbaarder te maken in de preventie van contactrisico’s en dit zowel vanuit de positie als dader als vanuit de positie als slachtoffer, en

c) jongeren te ondersteunen in het omgaan met contactrisico’s wanneer deze zich voordoen.

Do e l g ro e p

Deze workshop richt zich tot jongeren van 12 tot 16 jaar.

(6)

6

O P B O UW WE R KV O RM

1. Opwarmer Speedsurvey, combinatie van een speeddate en afnemen van een enquête

2. Wat zijn de sociale media en wat zijn

de voordelen? Mindmap en “Ik ga online om…”, een variant op “Ik ga op reis en neem mee…”

3. Wat zijn de online contactrisico’s? Kaartjesopdracht met QR-codes 4. Hoe ga je om met online

contactrisico’s? Kringgesprek met situaties en hulpbronnen 5. Meet the parents: hoe kunnen je

ouders helpen? Vergelijkend groepswerk

6. Afsluiter Exit cards

O v e rz i c ht wo r k s h o p

Hierna volgt een overzicht van hoe de workshop inhoudelijk is opgebouwd, welke werkvorm telkens wordt gebruikt en hoe lang elk onderdeel duurt. De duurtijden kunnen echter fluctueren en moeten gezien worden als een schatting. De verschillende onderdelen kunnen ook los van elkaar worden toegepast, afhankelijk van de beschikbare tijd. Om opdracht 6,

“meet the parents”, toe te passen, dient ook een vooropdracht te worden gemaakt.

(7)

7

U I T LE G W O R KS H O P

Ee n v e i l i g e o m g ev i n g c re ë re n

Voor verschillende opdrachten wordt van de leerlingen gevraagd om persoonlijke meningen of ervaringen te delen. Daarom is het van belang dat de groep met respect naar elkaar luistert tijdens de nabesprekingen of opdrachten. Om een veilige sfeer te creëren, kan het nuttig zijn om op voorhand afspraken te maken. Deze afspraken maak je best samen met je groep in plaats van die op te leggen. Op die manier is de kans groot dat de jongeren er ook effectief achter staan.

Mogelijke regels zijn:

- We luisteren naar elkaar en laten elkaar uitspreken.

- We gaan op een respectvolle manier om met de ervaring van anderen.

- We praten in de ik-vorm en spreken enkel uit eigen ervaringen. Het is niet de bedoeling anderen direct aan te vallen.

- Alles wat gezegd wordt, blijft binnen deze groep.

- We verplichten niemand om iets te zeggen.

Deze afsprakenlijst kan je uiteraard nog aanvullen met dingen die je zelf belangrijk vindt.

Belangrijke richtvragen hierbij zijn: wat zorgt ervoor dat ik mijn mening uit? Wat heb ik nodig om op een veilige manier mijn mening te uiten?

(8)

8

1 O pwa r m e r: Sp e e d s u r v e y

Voorbereiding voor de begeleiding

• Lokaalopstelling: stel de stoelen in twee rijen op tegenover elkaar

• Voorzie voor elke deelnemer een kaartje met een vraag (zie bijlage 3) en een balpen

Doelen

• De jongeren denken na over online contactrisco’s.

• De jongeren zijn zich ervan bewust dat er aan sociale media en netwerksites zowel voordelen als nadelen verbonden zijn.

Benodigdheden

• Stoel per deelnemer

• Kaartje met vraag uit de vragenlijst per deelnemer

• Balpen per deelnemer

• Fluitje of belletje

Tijd

20 minuten

Uitleg werk vorm

De jongeren nemen een enquête af in de eigen klas. Om iedereen te kunnen bevragen worden de stoelen tegenover elkaar in twee rijen opgesteld (zie voorbereiding). De begeleider geeft elke jongere een kaartje met een vraag rond het gebruik van sociale media. Het is de bedoeling dat de jongere deze vraag aan alle andere jongeren stelt en turft hoeveel jongeren op deze vraag “ja” of “nee” antwoorden. Dit voeren de jongeren uit aan de hand van een “speedsurvey”, een combinatie van een speeddate en het afnemen van een enquête. De jongeren die tegenover elkaar zitten krijgen 1 minuut de tijd om elk om beurt hun vraag te stellen en het antwoord op hun vraag te turven. Vervolgens geeft de begeleider een signaal met het fluitje om door te schuiven. Elke jongere schuift een stoel naar rechts op. Wie aan het einde of begin van een stoelenrij zit schuift ook rechts op en gaat op de andere rij zitten. Vervolgens stellen de jongeren die tegenover elkaar zitten opnieuw hun vraag aan elkaar en turven zij het antwoord. Na het afgesproken signaal van de begeleider schuiven ze terug een plaats naar rechts op. Dit wordt telkens herhaald totdat iedereen zijn vraag heeft kunnen stellen aan alle andere jongeren.

Je kan bij deze opdracht de jongeren ook zelf vragen laten bedenken en die laten turven.

Op die manier vertrek je nog meer vanuit hun ervaring. In de plaats van door te schuiven op een stoel, kunnen de jongeren ook rondlopen in de klas en elkaar aanspreken.

(9)

9

Nabespreking

Voor de nabespreking kan de begeleider de jongeren vragen om de stoelen in een grote kring op te stellen. De begeleider kan voor de nabespreking van de opwarmer enkele vragen uit de speedsurvey uitpikken en volgende vragen daarbij stellen:

• Hoeveel jongeren hebben hierop “nee” geantwoord en hoeveel “ja”?

• Zou deze verhouding ook dezelfde zijn voor alle jongeren in Vlaanderen? Waarom denk je dat? (De begeleider kan hier verwijzen naar de cijfers uit het onderzoek Jongeren online! van Universiteit Antwerpen en het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen van hogeschool Odisee, zie bijlage 4.)

• Welke risico’s houdt deze vraag in? Wat zouden gevolgen kunnen zijn?

De begeleider sluit af met volgende algemene vragen:

• Waarom gebruik je sociale media of sociale netwerksites? Welke sociale media of netwerksites gebruik je?

• Welke andere uitspraken zijn risicovol? Wat kunnen gevolgen zijn?

(10)

10

2 Wat z i j n so c i a l e m e d i a e n wat z i j n d e v o o rd e l e n?

Achtergrondinformatie voor de begeleiding

Sociale media zijn media waarbij mensen online met elkaar in verbinding staan. Op sociale media kan je informatie online delen met anderen, zoals een foto, nieuwtje of filmpje.

Anderen kunnen daarop reageren en/of de informatie ook delen. Voorbeelden van sociale media zijn Facebook, Twitter, Instagram of WhatsApp (Mediawijzer.net, 2015).

Soms spreekt men ook over sociale netwerksites. Dit zijn websites waarmee gebruikers een online netwerk kunnen opbouwen en onderhouden. Gebruikers hebben meestal een eigen profielpagina die ze kunnen koppelen aan profielpagina’s van andere gebruikers.

De meeste sociale netwerksites bieden verschillende vormen van interactie aan zoals bijvoorbeeld: chat, prikborden, delen van foto’s en video’s, stemchat, gedeelde bestanden, enz. Een sociale netwerksite creëert een gemeenschap van mensen die hun interesses en activiteiten met elkaar delen of die de interesses en activiteiten van anderen op het internet willen ontdekken. Voorbeelden van sociale netwerksites zijn Facebook, Google+ of LinkedIn (CBPL, Sociale netwerksites, 2016).

Voordelen van sociale media zijn:

• Je kan op een eenvoudige manier in contact komen en blijven met vrienden en kennissen

• Je kan sociaal kapitaal uitbouwen, dit is het geheel van voordelen die je ontvangt op basis van relaties en interacties met anderen

• Je kan je identiteit vormen:

• Als gebruiker van sociale media kan je jezelf presenteren op een bepaalde manier.

Je bepaalt zelf welke informatie je weergeeft om een bepaalde identiteit of imago te verwerven. We spreken in dat geval van zelfpresentatie.

• Je kan relaties ontwikkelen.

• Het is ideaal om jezelf te vergelijken met anderen, om feedback te geven of te krijgen

• Je ontwikkelt creatieve vaardigheden

• Je ontwikkelt een kritisch denkvermogen en open geest

• Je kan kennis delen

(CBPL, Voordelen van sociale netwerksites, 2016)

Voorbereiding voor de begeleiding

• Papier en schrijfgerief voorzien per 2 deelnemers

Doelen

• De jongeren kunnen in hun eigen woorden uitleggen wat sociale netwerksites zijn.

• De jongeren kunnen een aantal voordelen noemen van sociale netwerksites.

(11)

11

Benodigdheden

• Bord met krijt of whiteboard met markers

• Magneet per 2 deelnemers

• Papier en balpen per 2 deelnemers

Tijd

30 min.

Uitleg werk vorm

Fase 1

De begeleider stelt aan de jongeren volgende vraag: “Als je sociale media in een definitie zou willen vatten, welke woorden zouden dan daarin moeten komen?” Houd er daarbij rekening mee dat sociale media veel meer is dan Facebook (bijvoorbeeld, Snapchat, Instagram, Twitter). De woorden die de jongeren opgeven, schrijft de begeleider op bord. Vervolgens geeft de begeleider de opdracht om per twee een definitie op te schrijven van sociale media op papier. Wanneer de jongeren klaar zijn, hangt de begeleider de definities op aan bord met magneten. Vervolgens wordt de best geformuleerde definitie gekozen. De begeleider kan indien nodig de definitie aanvullen.

Fase 2

Om te ontdekken wat de voordelen zijn van sociale media spelen we een variant op het spelletje “ik ga op reis en neem mee”. Het is de bedoeling dat elke jongere om beurt volgende zin aanvult met een voordeel of positief aspect van sociale media: “Ik ga online om …” De eerste jongere vult deze zin aan, waarna de volgende jongere de volledige zin herhaalt met de toevoeging van de vorige persoon en een eigen toevoeging. Een derde jongere herhaalt de zin met de toevoegingen van de vorige jongeren en voegt een nieuw item toe. Dit wordt herhaald tot alle deelnemers aan bod zijn gekomen.

Als alternatieve werkvorm kan een stellingenspel worden toegepast. Daarbij geeft de jongere aan waarom hij/zij online gaat (“Ik ga online om…”) en de andere jongeren geven aan of zij daar zelf al dan niet mee akkoord gaan. Bijvoorbeeld, ze zetten zich op een lijn en zetten een stap naar voor indien ze akkoord gaan, een stap naar achter indien ze niet akkoord gaan, en ze blijven staan indien ze hier noch akkoord noch niet akkoord mee gaan.

Dit kan handiger zijn indien er met een grote groep jongeren wordt gewerkt.

Nabespreking

• Vond je het moeilijk om sociale media te definiëren? Waarom?

• Vond je het moeilijk om voordelen op te sommen van sociale media? Waarom?

• Welke voordelen van sociale media heb jij reeds ervaren?

• Wanneer kunnen deze voordelen nadelig worden?

(12)

12

3 Wat z i j n o n l i n e c o nta ct r i s i c o’s?

Achtergrondinformatie voor de begeleiding

De belangrijkste online contactrisico’s zijn:

S e x t i n g

Het delen door jongeren van seksueel getinte beelden met behulp van de mobiele telefoon en/of online applicaties. Het is belangrijk om in het achterhoofd te houden dat jongeren sowieso op zoek gaan naar nieuwe ervaringen op seksueel en relationeel vlak. Aangezien de online en offline wereld bij jongeren sterk in elkaar overloopt, is het te verwachten dat jongeren ook hun seksualiteit deels online zullen beleven. Het heeft daarom weinig zin om elke vorm van online seksuele beleving per definitie te veroordelen. Onderzoek toont aan dat sexting zich in de eerste plaats afspeelt in de context van een relatie of in de aanloop naar een relatie, en jongeren die al seksueel actief zijn of een relatie hebben doen ook meer aan sexting. Sexting kan daarnaast ook gezien worden als een relatief veilige manier om te experimenteren met seksualiteit, aangezien er geen direct fysiek contact plaatsvindt.

Daarnaast kunnen er ook andere motieven zijn om aan sexting te doen, bijvoorbeeld als deel van een weddenschap, uit verveling, of uit sensatiezucht. In principe is sexting pas een probleem indien de jongere onder druk wordt gezet of druk voelt om aan sexting te doen, of indien de foto’s verspreid worden bij onbedoelde ontvangers. Sexting binnen een relatie is wat dit betreft niet noodzakelijk “veiliger” aangezien ook binnen deze context druk kan worden uitgeoefend en foto’s kunnen worden verspreid. Bovendien is het beëindigen van de relatie een risicofactor voor het verspreid raken van seksueel getinte foto’s. Het is belangrijk dat jongeren die aan sexting doen dit doen om redenen die voor zichzelf belangrijk zijn (in tegenstelling tot de ervaring van druk). Jongeren die aan sexting doen, kunnen zichzelf beschermen door niet herkenbaar op de foto te staan. Daarnaast is sensibilisering nodig bij de “omstaanders”, dit zijn degenen die foto’s ontvangen zonder dat dit voor hen bedoeld was. Onderzoek stelt vast dat jongeren de verantwoordelijkheid voor het verspreid raken van foto’s vaak bij het slachtoffer leggen eerder dan bij degene die deze foto’s verspreidt.

C y b e r p e s t e n

Het pesten via het internet en/of de mobiele telefoon. Voorbeelden zijn: een vals profiel maken met de naam van iemand anders, beledigende berichten sturen of (valse) geruchten verspreiden. Een specifieke vorm van cyberpesten die uit gesprekken met ouders in het onderzoek Jongeren Online! aan bod kwam, is wanneer jongeren één bepaald iemand gaan uitsluiten. Bijvoorbeeld iemand wordt gezamenlijk “gedefriend” of geblokkeerd op de chat, of wordt uit een Facebookgroep geweerd. Ouders hebben het gevoel dat er vooral via Facebookgroepen veel aan pesten wordt gedaan, meer dan wat er publiek zichtbaar is op

“de wall”. Bij cyberpesten is het niet noodzakelijk nuttig om te denken in termen van “dader”

en “slachtoffer” omdat jongeren die gepest worden zelf ook vaker gaan pesten. Er wordt pas van cyberpesten gesproken indien er een intentie is om te kwetsen en indien het gedrag herhaaldelijk wordt gesteld.

(13)

13

S c h e n d i n g v a n d e p r i v a c y

Een jongere kan zichzelf kwetsbaar maken door persoonlijke info te delen of privacy- instellingen onvoldoende in te stellen. Of het kan gaan om het schenden van de privacy van iemand anders door bijvoorbeeld een foto van iemand te posten.

B e v r i e n d w o r d e n m e t o n b e k e n d e n

Zeker wanneer een jongere nieuw is op sociale media en pas een profiel aanmaakt, kan de druk groot zijn om zo snel mogelijk zoveel mogelijk vrienden te hebben. Dit kan de verleiding vergroten om ook “vreemden” te aanvaarden.

(Vanderhove & Schellens, 2014; CBPL, Cyberpesten, 2016; Walrave, 2014; Veilig Online, 2016)

Voorbereiding voor de begeleiding

• De jongeren indelen in groepen van 3 personen

• Uitdelen van kaartjes met QR-codes

Doelen

• De jongeren kunnen in eigen woorden uitleggen wat online contactrisico’s zijn.

• De jongeren kunnen in eigen woorden uitleggen wanneer een online handeling een risico vormt.

Benodigdheden

• Tablet of gsm met QR-codelezer per groep

• 10 kaartjes met QR-codes per groep (zie bijlage 5 of 6)

Tijd

20 min.

Uitleg werk vorm

De jongeren lezen de QR-codes op de kaartjes met hun gsm of met een tablet.

De eerste opdracht bestaat eruit dat ze benoemen om welk type contactrisico het gaat (vb.

schending van de privacy of cyberpesten).

De tweede opdracht bestaat eruit dat ze de situaties groeperen volgens de categorieën

‘risicovol’ en ‘weinig risicovol’.

Daarna proberen de jongeren de kaartjes binnen de categorie ‘risicovol’ te rangschikken volgens wat zij het ergst zouden vinden indien het hen overkwam. Het kaartje wat volgens hen het ergst is, leggen ze bovenaan. Het kaartje met een situatie die ze het minst erg zouden vinden, leggen ze onderaan.

(14)

14

Nabespreking

In deze nabespreking is het belangrijk dat je samen met de jongeren benoemt welke de belangrijkste contactrisico’s zijn.

• Hoe heb je de 1ste opdracht ervaren? Vond je dit moeilijk? Waarom?

• Welke soorten online contactrisico’s kwamen aan bod?

• Wanneer vormt sexting een gevaar?

• Wanneer vormt schending van de privacy een gevaar?

• Hoe heb je de 2de opdracht ervaren? Vond je dit moeilijk? Waarom?

• Welke situatie vonden jullie het meest erg en waarom?

• Welke situatie vonden jullie het minst erg en waarom?

• Waren jullie het vlug eens over welke situatie jullie het ergst vonden? Waarom?

• Welke online contactrisico’s hebben jullie zelf reeds ervaren in de klas of op school?

• Wie heb je hierover ingelicht? Hoe ben je hier mee omgegaan?

(15)

15

D e o p l o s s i n g v a n d e 1

s t e

o p d r a c h t:

o m w e l k t y p e c o n t a c t r i s i c o g a a t h e t?

WEI NI G RI SI C O V O L RI SI C O V O L

Nona is vermist

http://www.nieuwsblad.be/cnt/blwpo_02428263 Schending van de privacy

Het verhaal van Bram

https://jongeren.ikbeslis.be/het-verhaal-van- bram-0

Schending van de privacy Toeristen verliezen camera

http://www.nieuwsblad.be/cnt/

dmf20160817_02427683 Schending van de privacy

Lerares in slechte papieren http://www.nieuwsblad.be/cnt/

dmf20160822_02434150 Schending van de privacy Prins Filip

https://twitter.com/FilipBelgie Cyberpesten

Facebookgroep

http://www.nieuwsblad.be/cnt/gst2oda5n Schending van de privacy - cyberpesten Het verhaal van Marlies

http://www.veto.be/artikel/dossier-online-naakt- deel-2-sexting

Sexting

Het verhaal van Nele

http://www.veto.be/artikel/dossier-online-naakt- deel-1-de-gevolgen-van-wraakporno

Sexting In de klas

https://www.youtube.com/watch?v=zqXRFu1PY2Q Sexting

Het verhaal van Joel

http://www.hln.be/hln/nl/960/Buitenland/article/

detail/1222278/2011/02/14/Jongen-13-wordt- gepest-op-Facebook-en-pleegt-zelfmoord.dhtml Cyberpesten

(16)

16

4 Ho e g a j e o m m e t o n l i n e c o nta ct r i s i c o’s?

Achtergrondinformatie voor de begeleiding

Enkele algemene preventietips:

• Verzeker je ervan dat je toestemming hebt van je vrienden vooraleer je foto’s van hen op internet zet.

• Spring altijd zorgvuldig om met de foto’s en filmpjes van anderen, maar ook met die van jezelf. Controleer wie ze kan zien.

• Wanneer iemand je vraagt om een foto of filmpje van internet te halen waarin hij of zij duidelijk herkenbaar is, doe je dit gewoon uit respect voor die persoon.

• Bewaak en controleer iedere maand je privacy instellingen op sociale netwerksites.

• Gebruik een sterk paswoord en deel dit met niemand. Tips om een goed paswoord te maken vind je op de website van Child Focus: http://veilig-wachtwoord.be/nl. Een stappenplan voor een sterk en veilig wachtwoord vind je op: http://veilig-wachtwoord.be/sites/default/files/pdf/

affiche_nl_0.pdf

• Word geen vriend met iemand die je niet persoonlijk kent. Deel je profiel enkel met vrienden die je kent uit de offline wereld.

• Controleer met welke foto’s je wilt worden getagd.

Enkele tips om risico’s te voorkomen bij sexting:

• Probeer je seksualiteit en intimiteit voor elkaar te tonen op een andere manier.

• Zet geen seksueel getinte foto’s op sociale media of verstuur geen seksueel getinte foto’s via smartphone die niet door iedereen mogen worden gezien.

• Reageer wanneer anderen sexting berichten doorsturen waarvoor de afgebeelde persoon geen toestemming heeft gegeven en stuur zelf geen berichtjes door.

• Verzend geen foto’s of filmpjes wanneer je onder druk wordt gezet, maar vraag hulp aan een volwassene.

• Doe aan sexting op een veilige manier:

• Kom niet herkenbaar in beeld. Houd je hoofd dus buiten beeld.

• Doe enkel aan sexting met personen die je ook offline kent en die je kunt vertrouwen.

Maak duidelijke afspraken met hen.

• Doe enkel aan sexting als de andere persoon ook meedoet.

Wanneer je toch in contact komt met online contactrisico’s, kan je het volgende ondernemen:

• Cyberpesten: zie ook: https://youtu.be/ov9OrwUu-dY

• Praat met iemand die je vertrouwt, vraag om hulp.

• Blijf rustig. Reageer niet als ze je uitdagen. Neem geen wraak want dit maakt de situatie vaak enkel erger. Negeren ontmoedigt de pesters.

• Houd conversaties goed bij, bijvoorbeeld via een print screen.

• Laat de pesters weten dat ze je kwetsen en vraag hen om te stoppen.

• Neem contact op met de politie, als het pesten niet stopt.

(17)

17

• Loop als omstaander niet mee, maar grijp in. Niets doen of meedoen versterkt het gedrag van de pester.

• Sexting: Zoek hulp. Praat met iemand die je vertrouwt. Je kan ook anoniem praten met een hulporganisatie.

(Veilig Online, 2016; Stop Cyberhate, sd; CBPL, 2016; CBPL, 2016)

Voorbereiding voor de begeleiding

• Stoelen in een kring plaatsen

• Kaartjes met situaties uitdelen aan enkele jongeren

• Kaartjes met hulpbronnen in het midden van de kring leggen.

Doelen

• De jongeren ontwikkelen zelf een strategie om om te gaan met online contactrisico’s.

• De jongeren weten welke hulpbronnen ze kunnen inzetten in geval van online contactrisico’s.

Benodigdheden

• Kaartjes met situaties (zie bijlage 7)

• Kaartjes met hulpbronnen (zie bijlage 8)

Tijd

30 min.

Uitleg werk vorm

De begeleider voert een kringgesprek met de jongeren over hoe je kan omgaan met online contactrisico’s. In het midden van de kring liggen kaartjes met verschillende hulpbronnen die de jongeren zouden kunnen inroepen wanneer ze te maken hebben met een online contactrisico. De begeleider geeft aan vijf jongeren een situatiekaart. Zij mogen elk om beurt voorlezen wat op hun kaartje staat. Bij elke situatie vraagt de begeleider hoe de jongeren zich zouden voelen in die situatie, hoe ze ermee zouden omgaan en welke hulpbronnen ze zouden kunnen inroepen. Indien nodig geeft de begeleider extra uitleg over hulpbronnen die de jongeren niet kennen.

Verschillende situaties:

• Het verhaal van Lisa (gebaseerd op https://jongerengids.be/getuigenis/het-verhaal-van-lisa-15)

• Het verhaal van Wouter (gebaseerd op http://www.cyberpesten.be/)

• Het verhaal van Anneke (gebaseerd op http://www.cyberpesten.be/)

• Het verhaal van Sofie (gebaseerd op http://www.veto.be/artikel/dossier-online-naakt-deel-1-de- gevolgen-van-wraakporno)

• Het verhaal van Joren

(18)

18

Verschillende hulpbronnen:

• Je beste vriend(in)

• Je lief

• Een leerkracht

• Een leerlingbegeleider

• De directeur

• De politie

• Je moeder

• Je vader

• Je zus of broer

• Een familielid

• Awel, de jongerentelefoon

• Child Focus

Je kan eventueel ter inspiratie nog andere verhalen rond cyberpesten en sexting vinden op de website van Mediawijs: www.medianest.be/thema/cyberpesten. Op deze website delen ouders een situatie die zich voordeed bij hun tiener, en hoe ze daarmee zijn omgegaan.

Verschillende experts leveren feedback op elke situatie.

Nabespreking

• Bij wie kan je gemakkelijk hulp vragen? Waarom?

• Bij wie vind je het moeilijker om hulp te vragen? Waarom?

• Welke hulpbronnen kende je nog niet?

• In welke situatie is het belangrijk om je school of een leerkracht te contacteren? Waarom?

• In welke situatie is het belangrijk om je ouders te contacteren? Waarom?

• Wie vertrouw je het meest? Waarom?

• Zou jij raad vragen aan je ouders? Waarom wel/niet?

(19)

19 5 Me e t t h e p a re nts:

h o e k u n n e n j e o u d e rs h e l p e n?

Achtergrondinformatie voor de begeleiding

“Ouders doen soms moeilijk. Zij begrijpen maar niet waarom en hoe jongeren urenlang voor hun scherm kunnen zitten om met 10 personen tegelijk te kletsen of om online te gamen…

Ze vrezen dat jongeren er uiteindelijk tureluurs van worden, ja echt… Dat komt omdat ze niet altijd weten waarover ze praten. Soms zijn hen ook allerlei gevaren aangepraat over internet zodat ze nu alleen nog de nadelen zien... En dat is spijtig, want zelfs al is het waar dat internetten niet zonder gevaren is, er zijn ook zoveel positieve punten!” (CBPL, Sociale netwerksites, 2016)

Ouders spelen een belangrijke rol om hun kinderen te informeren over online contactrisico’s en hen te stimuleren om op een verantwoordelijke manier gebruik te maken van sociale media.

Wanneer jongeren in de puberteit komen, verlangen ze meer naar autonomie. Bijgevolg stellen ze de autoriteit van hun ouders over hun doen en laten in vraag. Het natuurlijke gezag van de ouders komt dus tijdens deze periode onder druk te staan, wat kan aanleiding geven tot conflict. Ouderlijke autoriteit kan zich afspelen binnen verschillende domeinen. In onderzoek worden de volgende vier domeinen onderscheiden:

• Het

“p r u d e n t i ë l e d o m e i n”

verwijst naar zaken die met veiligheid en gezondheid te maken hebben (bijvoorbeeld druggebruik, eetgewoonten).

• Het

“s o c i a a l-c o n v e n t i o n e l e d o m e i n”

verwijst naar sociale regels en afspraken (bijvoorbeeld tafelmanieren, de manier van omgaan met anderen).

• Het

“m o r a l i s t i s c h e d o m e i n”

verwijst naar zaken in de moralistische sfeer, waarden en normen (bijvoorbeeld eerlijkheid, respect, empathie).

• Het

“p e r s o o n l i j k e d o m e i n”

heeft betrekking tot datgene wat tot de persoonlijke sfeer van de jongere behoort (bijvoorbeeld relaties met vrienden, persoonlijke interesses).

Tijdens de puberteit zullen ouders in de eerste plaats gezag verliezen wanneer het gaat om zaken die behoren tot het persoonlijke domein. Enerzijds zal de jongere minder inmenging van de ouders aanvaarden op dit vlak en anderzijds vinden ook ouders zelf het belangrijk dat hun kind hierin zijn of haar eigen weg kan gaan. Conflicten over autoriteit en autonomie ontstaan typisch daar waar verschillende domeinen door elkaar lopen. Bijvoorbeeld, ouders kunnen van mening zijn dat een bepaalde vriendschap niet goed is voor hun kind, omdat deze persoon drugs neemt, te oud is, te snel auto rijdt, … Voor de ouders is dit een kwestie van veiligheid maar voor het kind gaat het om een persoonlijke kwestie. Ook het internet wordt in verschillende opzichten gekenmerkt door overlappende domeinen. We stellen vast dat ouders zich bijvoorbeeld zorgen maken om de veiligheid van de jongere (risico op grooming, contacten met vreemden, cyberpesten, …) of om het gedrag van de jongere naar anderen toe (taalgebruik, delen van foto’s, zelf pestgedrag vertonen). Deze bezorgdheden kunnen ouders motiveren om het internetgebruik van hun kind te controleren en regels in te stellen. Maar voor de jongere behoort het internet in de eerste plaats tot het persoonlijke domein. Het is een ruimte waar nieuwe vriendschappen kunnen worden gesmeed en

(20)

20

bestaande vriendschappen kunnen worden uitgediept, het is een ruimte waar de jongere kan experimenteren met zijn of haar identiteit, waar er kan geflirt worden, relaties worden aangegaan, … Dit verklaart waarom jongeren niet veel inmenging zullen aanvaarden van hun ouders op dit vlak.

Voorbereiding voor de begeleiding

Jongeren indelen in groepen van 3

Doelen

• De jongeren leven zich in in het perspectief van de ouders op sociale media.

• De jongeren beseffen dat het belangrijk is om te communiceren met hun ouders over het gebruik van sociale media.

Benodigdheden

• Ingevulde vooropdracht door één van de ouders en de jongere

• Markeerstift per jongere

Tijd

20 min.

Uitleg werk vorm

Ter voorbereiding van deze workshop vulden de ouders van de jongeren of enkele leerkrachten een vragenlijst in. De jongeren vormen groepjes van drie. Ze krijgen eerst de opdracht om individueel op zoek te gaan naar verschillen tussen de ingevulde vragenlijst door hen en die van hun ouders of leerkrachten. De uitspraken waarbij het antwoord verschillend is, markeren ze. Vervolgens bekijken ze in groep of er gemeenschappelijke uitspraken zijn waarop ze met hun ouders verschillen en proberen een verklaring te zoeken voor het verschil.

Nabespreking

• Waarover hebben jij en je ouders of leerkracht dezelfde mening?

• Waarover verschil je van mening met je ouders of leerkracht?

• Hoe verklaar je de verschillen?

• Welk antwoord had je niet verwacht van je ouders of leerkrachten?

• Wat houd je tegen om met je ouders te praten over online contactrisico’s?

• Wat zou de ideale reactie zijn van je ouders indien je te maken hebt met een online contactrisico? Hoe komt het dat je ouders in werkelijkheid niet zo reageren?

• Op welke manier zou jij je ouders meer kunnen betrekken bij je online activiteiten?

• Welke andere volwassenen personen kunnen je helpen?

(21)

21 V o o ro p d ra c ht b i j Me e t t h e p a re nts

Aan de hand van een vooropdracht willen we de communicatie tussen ouders en hun kinderen over sociale media stimuleren. Deze vooropdracht wordt door de jongere en één van zijn of haar ouders thuis gemaakt.

Benodigdheden

• Vragenblad voor ouders in een open enveloppe voor elke deelnemende jongere, voorzien door de school (zie bijlage 1)

• Vragenblad voor elke deelnemende jongere, voorzien door de school (zie bijlage 2)

Uitleg

Ter voorbereiding van deze workshop vult elke deelnemende jongere en één van zijn of haar ouders een korte vragenlijst in. De vragenlijst ingevuld door de ouder wordt terug in de enveloppe gestoken en dichtgeplakt. Elke jongere brengt de gesloten enveloppe en de zelf ingevulde vragenlijst mee naar de workshop.

Alternatief

Indien het door omstandigheden niet mogelijk zou zijn om deze opdracht te laten uitvoeren door de ouders van de deelnemende jongeren, kan er ook worden beslist om de vragenlijst door enkele leerkrachten te laten invullen.

(22)

22

A fs l u ite r

Voorbereiding voor de begeleiding

Uitdelen van exit cards

Doel

De jongeren verwoorden wat ze hebben geleerd, met welke vragen ze nog zitten en wie hen kan helpen.

Benodigdheden

• Exit card per jongere (zie bijlage 9)

• Schrijfgerief per jongere

Tijd

10 min.

Uitleg werk vorm

Elke jongeren krijgt een exit card met daarop de volgende vragen:

• Wat is je bijgebleven van deze workshop?

• Met welke vragen of gevoelens zit je nog na deze workshop?

• Bij wie kan je terecht?

Ze krijgen enkele minuten de tijd om individueel een antwoord te formuleren op de vragen.

Wanneer ze het lokaal verlaten geven ze hun exit card af aan de begeleider.

(23)

23

LI T E R A T U U R

www.ikbeslis.be www.veiligonline.be

www.apestaartjaren.be www.mediawijs.be

www.medianest.be www.clicksafe.be

(24)

24

H U LP V E R LE N I N G

Enkele hulporganisaties die jongeren kunnen contacteren in geval van online contactrisco’s:

A WE L

Awel luistert naar alle kinderen en jongeren met een vraag, een verhaal en/

of een probleem. Awel werkt volledig anoniem en gratis. Dit betekent dat enkel jij -als oproeper- en awel ervan op de hoogte zijn dat jij met ons contact opneemt. Ze brengen niemand op de hoogte (geen ouders, leerkrachten, ...) én telefoongesprekken verschijnen niet op de factuur.

Je kan Awel gratis en anoniem bellen via het nummer 102. Awel is telefonisch elke dag te bereiken van 16 uur tot 22 uur, behalve op zon- en feestdagen.

Je kan Awel ook mailen via [email protected]. Daarnaast kan je via de website www.awel.be chatten met een medewerker.

C LB

Elke erkende school in Vlaanderen werkt samen met een centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB). Een CLB kan helpen met:

- Leren en studeren

- Schoolloopbaanbegeleiding - Psychische en sociale problemen - Preventieve gezondheidszorg

Je kan met het CLB chatten via www.clbchat.be. De chat is open op maandag, dinsdag en donderdag van 17u tot 20u en woensdag van 14u tot 20u. De chat is gesloten op vrije dagen en tijdens de schoolvakanties.

JA C

Het JAC helpt jongeren met al hun vragen en problemen.

Je kan een medewerker mailen, chatten met een hulpverlener of een gesprek met een hulpverlener aanvragen. Meer info vind je op www.jac.be.

C HI LD FO C U S

Child Focus is een stichting voor vermiste en seksueel uitgebuite kinderen.

Je kan er ook terecht met vragen over veilig internet.

Je kan terecht op de website www.clicksafe.be, bellen naar het noodnummer 116 000 of chatten met een medewerker.

(25)

25

Aan de hand van deze workshop worden volgende vakoverschrijdende eindtermen gerealiseerd:

Globale vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onder wijs

De leerlingen…

Gemeenschappelijke stam

1 brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk;

5 houden rekening met de situatie, opvattingen en emoties van anderen;

13 kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken 14 gaan alert om met media

15 participeren doordacht via de media aan de publieke ruimte

17 toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends aan verschillende standpunten

23 doen een beroep op maatschappelijke diensten en instellingen

24 maken gebruik van de gepaste kanalen om hun vragen, problemen, ideeën of meningen kenbaar te maken

Contex t 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid

15 beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid

Contex t 2: Mentale gezondheid

3 erkennen probleemsituaties en vragen, accepteren en bieden hulp 5 handelen discreet in situaties die dat vereisen

E I N D T E R M E N

(26)

26

Vakoverschrijdende eindtermen ICT

De leerlingen…

2 gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.

8 kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren.

10 zijn bereid hun handelen bij te sturen na reflectie over hun eigen en elkaars ICT-gebruik.

Aan de hand van deze workshop worden ook volgende vakgebonden eindtermen of ontwikkelingsdoelen uit de 1ste graad gerealiseerd:

A-stroom (vakgebonden eindtermen

De leerlingen…

Nederlands

4 De leerlingen ontwikkelen binnen gepaste communicatiesituaties een bereidheid om:

• te luisteren;

• een ander te laten uitspreken;

• een onbevooroordeelde luisterhouding aan te nemen;

• te reflecteren over hun eigen luisterhouding;

• het beluisterde te toetsen aan eigen kennis en inzichten.

6 De leerlingen kunnen aan een gedachtewisseling in de klas deelnemen, daarin een standpunt onder woorden brengen en toelichten (verwerkingsniveau: beoordelen).

B -stroom (vakgebonden ont wikkelingsdoelen)

De leerlingen…

Maatschappelijke vorming of geschiedenis en aardrijkskunde

5 leren kritisch zijn tegenover zichzelf, de medeleerlingen en het maatschappelijk gebeuren.

7 leren rekening houden met andere opvattingen en hoeden zich voor vooroordelen.

Nederlands

13 kunnen beoordelend luisteren naar interactie met leeftijdgenoten zoals, een discussie, een gesprek, een oproep en een dramatisering (verwerkingsniveau: beoordelen)

(27)

27

Aan de hand van deze workshop worden ook volgende vakgebonden eindtermen uit de 2de graad gerealiseerd:

ASO

De leerlingen kunnen…

Humane wetenschappen

10 omgangsvaardigheden zoals actief luisteren, niet-bedreigend confronteren en omgaan met kritiek, toepassen

BSO

De leerlingen…

Project algemene vakken

2 kunnen luisteren in interactie met anderen.

5 kunnen hun eigen mening en gevoelens uiten.

19 onder begeleiding gebruik maken van informatie- en communicatietechnologie 22 bij groepsopdrachten onder begeleiding:

• overleggen en actief deelnemen

• instructies uitvoeren

• reflecteren 25 hulp inroepen

26 een beroep doen op diensten of instellingen waar ze met eventuele vragen, klachten of meldingen terecht kunnen

(28)

28

G E C I T E E R D E W E R K E N

CBPL (2016, mei 31). Cyberpesten. Opgeroepen op augustus 22, 2016, van Ik beslis. Voor jongeren: https://jongeren.ikbeslis.be/cyberpesten-0

CBPL (2016, mei 31). De moraal van het verhaal. Opgeroepen op september 8, 2016, van Ik beslis. Voor jongeren: https://jongeren.ikbeslis.be/de-moraal-van-het-verhaal-0

CBPL (2016, mei 31). Sociale netwerksites. Opgeroepen op augustus 22, 2016, van Ik beslis. Voor jongeren: https://jongeren.ikbeslis.be/sociale-netwerksites-0

CBPL (2016, mei 31). Tips rond sexting. Opgeroepen op september 8, 2016, van Ik beslis.

Voor jongeren: https://jongeren.ikbeslis.be/tips-rond-sexting

CBPL (2016, mei 31). Voordelen van sociale netwerksites. Opgeroepen op augustus 23, 2016, van Ik beslis. Voor ouders: https://ouders.ikbeslis.be/voordelen-van-sociale-netwerksites-0 Mediaraven en LINC (2016). Onderzoeksrapport Apestaartjaren. Gent: Mediaraven.

Mediawijzer.net (2015). Sociale media. Opgeroepen op augustus 22, 2016, van mediawijsheid.

nl: https://www.mediawijsheid.nl/sociale-media/

Stop Cyberhate (z.d.). Wat is cyberpesten? Opgeroepen op september 8, 2016, van Stop Cyberhate: http://www.stopcyberhate.be/cyberhate-nl/

Vanderhove, E., & Schellens, T. &. (2014). Educational packages about the risks on social network sites: state of the art. Procedia - Social and Behavioral Sciences, 603-612.

Veilig Online (2016). Mogelijke risico's. Opgeroepen op september 8, 2016, van Veilig Online:

http://www.veiligonline.be/mogelijke-risicos

Veilig Online (2016). Tips Cyberpesten. Opgeroepen op september 8, 2016, van Veilig Online: http://www.veiligonline.be/node/19

Walrave, M. & Van Ouytsel, J. (2014). Mediawijs Online. Jongeren en sociale media. Leuven:

Lannoo Campus.

(29)

W O R KS H O P

V O O R J O N G E R E N O V E R O N LI N E

C O N T A C T R I S I C O ’ S

B IJ L A G E N

(30)

30

(31)

31

V O O R O P D R A C H T

Me t we l k e v a n o n d e rsta a n d e

u its p ra k e n g a j i j a l s o u d e r a k ko o rd?

Kruis per uitspraak aan of je er wel of niet mee akkoord gaat .

A k k o o r d N i e t a k k o o r d

1 Mijn kind is oud en wijs genoeg om te weten wat hij/zij wel of niet mag doen op sociale media.

2 Wat mijn kind online doet, is zijn/haar ding en daar moet ik mij niet mee moeien.

3 Mijn kind weet dat als hij/zij een online probleem heeft, hij/zij bij mij terecht kan.

4 Ik werk vaak met een computer maar op het vlak van sociale media voel ik me een echte nul.

5 Ik ben Facebook-vriend met mijn zoon/

dochter, maar ik mag niets op zijn/haar profiel posten.

6 Ik vind het belangrijk om als ouder interesse te tonen in wat mijn kinderen boeit.

7 Ik ben speciaal op Facebook gegaan om mijn kinderen te volgen.

8 Ik vind dat mijn kind vaak afgeleid is door sociale media.

9 Ik begrijp niet waarom mijn kind zo bezig is met sociale media.

10 Ik denk soms dat mijn kind zich niet bewust is van de risico’s verbonden aan sociale media.

B IJ L A G E 1

O U D E R S

V R A G E N LIJ S T

(32)

32

(33)

33 Me t we l k e v a n o n d e rsta a n d e

u its p ra k e n g a j i j a k ko o rd?

Kruis per uitspraak aan of je er wel of niet mee akkoord gaat .

A k k o o r d N i e t a k k o o r d

1 Mijn ouders vinden dat ik oud en wijs genoeg ben om te weten ik wel of niet mag op sociale media.

2 Wat ik online doe, is mijn ding en daar moeten mijn ouders zich niet mee moeien.

3 Als ik een online probleem heb, dan weet ik dat ik dat altijd kan zeggen aan mijn ouders.

4 Mijn ouders werken vaak met een computer maar kennen niets van sociale media.

5 Ik ben Facebook-vriend met mijn ouders, maar ze mogen niets op mijn profiel posten.

6 Mijn ouders tonen interesse voor de dingen die mij boeien.

7 Mijn ouders zijn speciaal op Facebook gegaan om mij te kunnen volgen.

8 Mijn ouders vinden dat ik te veel afgeleid ben door sociale media.

9 Mijn ouders begrijpen niet waarom ik zo bezig ben met sociale media.

10 Mijn ouders vinden dat ik me niet bewust ben van de gevaren die verbonden zijn aan sociale media.

B IJ L A G E 2 V O O R O P D R A C H T

J O N G E R E

V R A G E N LIJ S T

(34)

34

(35)

35

B IJ L A G E 3 M E T V R A G E N

O PWA R M E R

S P E E D S U R V E Y K A A R TJ E S

G e b ru i k j i j Sn a p c h at?

Ja

Ne e

He b j i j e e n Fa c e b o o k- p ro f i e l?

Ja

Ne e

He b j i j e e n s m a rt p h o n e?

Ja

Ne e

(Kn i p u it l a n g s d e g ro e n e st i p p e l l i j n)

(36)

36

(37)

37

B IJ L A G E 3

He b j i j a l v r i e n d s c h a p s- v e rzo e k e n a a nv a a rd v a n i e m a n d d i e j e n i e t k e nt?

Ja

Ne e

He b j i j a l m e n s e n to e g ev o e g d o p

Fa c e b o o k d i e j e n o g n o o it p e rso o n l i j k h e b t o nt m o e t?

Ja

Ne e

He b j i j a l c o nta ct i n fo r m at i e (b v. j e v o l l e d i g e n a a m,

a d re s o f g s m-n u m m e r) v e rst u u rd n a a r i e m a n d d i e j e n o g n o o it p e rso o n l i j k h e b t o nt m o e t?

Ja

Ne e

We rd j i j a l e e n s d o o r i e m a n d g e p e st v i a h e t i nte r n e t o f d e m o b i e l e te l e fo o n?

Ja

Ne e

(K n ip u it l a n g s d e g ro e n e s tip p e llij n)

(38)

38

(39)

39

B IJ L A G E 3 He b j i j a l

i e m a n d g e p e st v i a h e t i nte rn e t o f j e g s m?

Ja

Ne e

He b j i j a l e e n s e k s u e e l g e t i nte foto (n a a k t o f h a l f n a a k t) v a n j e z e l f g e st u u rd n a a r i e m a n d a n d e rs, v i a h e t i nte r n e t o f j e g s m?

Ja

Ne e

He b j i j a l n a a r

f i l m p j e s m e t e e n g e we l d d a d i g e

i n h o u d g e k e k e n?

Ja

Ne e

He b b e n j e o u d e rs o f h e e f t é é n v a n j e o u d e rs e e n

Fa c e b o o k-p ro f i e l?

Ja

Ne e

(K n ip u it l a n g s d e g ro e n e s tip p e llij n)

(40)

40

(41)

41

B IJ L A G E 3 B e n j e m e t

j e o u d e rs b ev r i e n d o p Fa c e b o o k?

Ja

Ne e

Zi j n e r re g e l s o f a fs p ra k e n m e t j e o u d e rs ov e r m e t w i e j e m a g c h at te n?

Ja

Ne e

Zi j n e r re g e l s o f a fs p ra k e n m e t j e o u d e rs ov e r foto’s d i e j e m a g p o ste n?

Ja

Ne e

Zi j n e r re g e l s o f a fs p ra k e n m e t j e o u d e rs ov e r h o e l a n g j e p e r d a g o n l i n e m a g?

Ja

Ne e

(K n ip u it l a n g s d e g ro e n e s tip p e llij n)

(42)

42

(43)

43

B IJ L A G E 3

He b j e a l n a a r

f i l m p j e s g e k e k e n m e t m e n s e n d i e s e k s h e b b e n?

Ja

Ne e

V i n d j e h e t g o e d d at j e o u d e rs

re g e l s zo u d e n ste l l e n ov e r j e i nte rn e tg e b ru i k?

Ja

Ne e

V i n d j e h e t

n o o dza k e l i j k o m o o k o n l i n e c o nta ct te h e b b e n m e t j e v r i e n d e n?

Ja

Ne e

Zo u j i j e e n

we e k zo n d e r

i nte rn e t o f g s m k u n n e n?

Ja

Ne e

(K n ip u it l a n g s d e g ro e n e s tip p e llij n)

(44)

44

(45)

45

B IJ L A G E 4 O V E RZI C H T

V R A G E N

O PWA R M E R M E T

1. Gebruik jij Snapchat?

70% van de jongeren in Vlaanderen gebruiken Snapchat.

B R O N

Tweejaarlijks onderzoek Apestaartjaren door Mediaraven en LINC. Ze namen een vragenlijst af bij 330 kinderen en 3300 jongeren samen met de onderzoeksgroep MICT (UGent). https://www.apestaartjaren.be/onderzoek/apestaartjaren-6

2. Heb jij een Facebook-profiel?

64% van de jongeren in België heeft een profiel op een sociaal netwerk: 25% van de 9-10-jarigen, 49% van de 11-12-jarigen en tot 83% van de 13-14-jarigen.

B R O N

http://www.childfocus.be/nl/preventie/veilig-internetten/professionelen/jongeren-en-sociale-netwerksites

3. Heb jij een smar tphone?

92% van de Vlaamse jongeren (12-18 jaar) heeft een eigen smartphone. Onder Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar geeft 98.9% aan dat ze een gsm of smartphone hebben.

B R O N

Apestaartjaren onderzoek: https://www.apestaartjaren.be/onderzoek/apestaartjaren-6

4. Heb jij al vriendschapsver zoeken aanvaard van iemand die je niet kent?

Onder Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar geeft 46.0% aan dat ze dit nooit deden; 37.9% deed dit slechts zelden; 12.2% deed dit soms; en 3.9% deed dit vaak tot heel vaak.

B R O N

Jongeren Online! project

5. Heb jij al mensen toegevoegd op Facebook die je nog nooit persoon- lijk hebt ontmoet?

Onder Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar geeft 36.5% aan dat ze dit nooit deden; 37.4% deed dit slechts zelden; 18.9% deed dit soms; en 7.2% deed dit vaak tot heel vaak.

B R O N

Jongeren Online! project

V A N D E U I T D E S P E E D S U R V E Y

B IJ H O R E N D E C IJ F E R S

(46)

46

6. Heb jij al contactinformatie (bv. je volledige naam, adres of

gsm -nummer) verstuurd naar iemand die je nog nooit persoonlijk hebt ontmoet?

Onder Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar geeft 89.2% aan dat ze dit nooit deden; 5.7% deed dit slechts zelden; 4.5% deed dit soms; en 0.6% deed dit vaak tot heel vaak.

B R O N

Jongeren Online! project

7. Werd jij al eens door iemand gepest via het internet of de mobiele telefoon?

Onder Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar werd 16.9% al gepest via het internet/mobiele telefoon. Meisjes (24.1%) zijn vaker het slachtoffer van cyberpesten dan jongens (8.1%).

B R O N

Jongeren Online! project

8. Heb jij al iemand gepest via het internet of je gsm?

Onder Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar heeft 7.6% zelf al gepest via het internet/ mobiele telefoon. Daarbij is er geen verschil tussen jongens en meisjes.

B R O N

Jongeren Online! project

9. Heb jij al een seksueel getinte foto (naakt of halfnaak t) van jezelf gestuurd naar iemand anders, via het internet of je gsm?

1 8,1% van de jongeren heeft in de afgelopen 2 maanden een seksueel getinte foto verspreid.

B R O N

http://www.seksuelevorming.be/jongeren-seks-en-media-sexting/page/0/3

2 Onder Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar heeft 8.7% ooit een seksueel getinte foto van zichzelf verstuurd via het internet/GSM. Daarbij is er geen verschil tussen jongens en meisjes.

B R O N

Jongeren Online! project

10. Heb jij al naar filmpjes met een gewelddadige inhoud gekeken?

Bij Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar kijkt 32.7% soms tot vaak naar online filmpjes met een gewelddadige inhoud. Bij meisjes is dit 25.2% en bij jongens 41.9%

B R O N

Jongeren Online! project

(47)

47

11. Hebben je ouders of heef t één van je ouders een Facebook-profiel?

Bij Vlaamse ouders met een kind tussen 13 en 18 jaar: Één op vier van de moeders en één op drie van de vaders geeft aan dat ze zelf geen profiel hebben op een sociale netwerksite.

B R O N

Jongeren Online! project

12. Ben je met je ouders bevriend op Facebook?

Bij Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar, geeft 69.9% aan dat ze bevriend zijn met (één van) hun ouder(s) op een sociale netwerksite (meestal Facebook). Nog eens 7.5% zijn wel bevriend met (één van) hun ouder(s) maar geven hun ouder(s) maar een beperkte toegang dat hun profielpagina. Slechts 5.1% van de jongeren zegt niet bevriend te willen zijn met hun ouders.

Tot slot geeft 17.5% aan dat hun beide ouders geen profiel hebben of dat er een andere reden is waarom ze niet online bevriend zijn.

B R O N

Jongeren Online! project

13. Zijn er regels of afspraken met je ouders over met je wie je mag chatten?

Bij Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar geeft 73.7% aan dat hier geen regels over zijn; 4.8%

zegt dat er wel regels zijn maar dat deze niet strikt worden nageleefd; en 21.5% zegt dat er regels zijn en dat deze ook worden nageleefd.

B R O N

Jongeren Online! project

14. Zijn er regels of afspraken met je ouders over foto’s die je mag posten?

Bij Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar geeft 56.3% aan dat hier geen regels over zijn; 6.9%

zegt dat er wel regels zijn maar dat deze niet strikt worden nageleefd; en 36.8% zegt dat er regels zijn en dat deze ook worden nageleefd.

B R O N

Jongeren Online! project

15. Zijn er regels of afspraken met je ouders over hoe lang je per dag online mag?

Bij Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar geeft 65.3% aan dat hier geen regels over zijn; 21.8%

zegt dat er wel regels zijn maar dat deze niet strikt worden nageleefd; en 13.0% zegt dat er regels zijn en dat deze ook worden nageleefd.

B R O N

Jongeren Online! project

(48)

48

16. Heb je al naar filmpjes gekeken met mensen die seks hebben?

Bij Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar kijkt 15.3% soms tot vaak naar online porno. Bij meisjes is dit 10.1% en bij jongens 27.2%

B R O N

Jongeren Online! project

17. Vind je het goed dat je ouders regels zouden stellen over je internetgebruik?

Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar kregen de volgende stelling voorgelegd: “Ik vind het goed dat mijn ouders regels stellen over mijn internetgebruik”. 70.2% is het hiermee eens; 24.3%

tussenin; en 5.5% is het hier niet mee eens.

B R O N

Jongeren Online! project

18. Vind je het noodzakelijk om ook online contact te hebben met je vrienden?

Het online netwerk is voor jongeren heel belangrijk om hun sociale contacten te bestendigen en te beleven. Bijvoorbeeld, 70.1% geeft aan dat ze in hun online netwerk terecht kunnen wanneer ze zich eenzaam voelen; 71.3% geeft aan dat ze meerdere mensen in hun online netwerk hebben waarop ze kunnen vertrouwen; en 72.9% geeft aan dat ze mensen in hun online netwerk hebben bij wie ze terecht kunnen voor advies.

B R O N

Jongeren Online! project

19. Zou jij een week zonder internet of gsm kunnen?

Ongeveer drie vierde van de Vlaamse jongeren van 13 tot 18 jaar spendeert een uur of meer per dag online tijdens een typische weekdag. Opgedeeld in groepen:

• 0.6% gaat niet dagelijks online

• 6.7% spendeert minder dan een half uur

• 20.7% een half uur tot een uur

• 32.5% één tot twee uur

• 25.8% twee tot vier uur

• 13.7% meer dan vier uur

B R O N

Jongeren Online! project

(49)

49

B IJ L A G E 6 O N LI N E

C O N T A C T R I S I C O ’ S ZIJ N

WA T

? Q R - C O D E S

(p d f)

Nona is vermist Het verhaal van Bram

Toeristen verliezen camera Lerares in slechte papieren

(Kn i p u it l a n g s d e g ro e n e st i p p e l l i j n)

(50)

50

(51)

51

Koning Filip Facebookgroep

Het verhaal van Marlies Het verhaal van Nele

Het verhaal van Joel In de klas

(K n ip u it l a n g s d e g ro e n e s tip p e llij n)

(52)

52

(53)

53

B IJ L A G E 7

Het verhaal van Lisa (15 jaar)

“Vorig jaar had ik een vriendje: Stefan. Hij zat bij mij in de klas. We konden geen uur zonder elkaar.

We woonden wel niet zo dicht bij elkaar, dus spraken we ook veel af om te chatten op Facebook en Skype.

In de paasvakantie stuurde Stefan dat hij me miste. Dat hij me wou vasthouden, wou zoenen. Ik stuurde hem een foto via Snapchat waarin ik hem een virtuele zoen gaf. Hij stuurde een foto van zichzelf terug. Hij had geen hemd of T-shirt aan. “Jij ook?” vroeg hij.

Ik twijfelde. Ik ben niet het type dat met een decolleté en een kort rokje rondhuppelt. Maar ik vond het wel leuk om hem uit te dagen. En een foto op Snapchat is toch direct weg, dus leek het me wel spannend om een naaktfoto te sturen.

Drie dagen later zaten we in de les Frans. Er was heel wat rumoer. Gegniffel en gefluister. Een gsm werd onder tafel doorgegeven. Gefluister en gelach. Vreemde blikken in mijn richting. Hadden ze het over mij?

Meneer De Mey ontdekte de gsm en nam hem af. “Wat is er zo grappig?” vroeg hij luidop aan de klas. Tot hij de gsm bekeek en even lijkbleek trok. “Lisa? Ben jij dat?”

Het verhaal van Wouter (13 jaar)

Sms aan Wouter, 11.12u “U moeder is een hoer”

Sms aan Wouter, 15.02u “U vader had beter in de pombak geschote”

E-mail aan Wouter, 16.34u “Nageboorte, as ge gaat bleite bij de leraar stompe we u tanden uit.”

E-mail aan Wouter, 16.55u “Webbe ons allemaal een gasmasker gekocht omda ge zo stinkt.”

Sms aan Wouter, 20.38u “Babyfees vrijdag gaat er iets gebeure ge zult wel zien we kloppe u dood.”

S I T U A TI E K A A R T E N

(Kn i p u it l a n g s d e g ro e n e st i p p e l l i j n)

O N LI N E C O N T A C T R I S I C O ’ S

G A H O E

?

J E O M M E T

(54)

54

(55)

55

Het verhaal van Anneke (13 jaar)

De klasgenoten van Anneke beslissen een speciale Facebookpagina over haar te maken waarop iedereen iets kan plaatsen over ‘het lelijkste wijf van de klas’.

Enkele reacties:

• “Anneke is het lelijkste en engste mens dat ik ooit heb gezien.”

• “Die moeder moet ook maar een gans zijn, want ieder normaal mens zou da mismaakt schepsel in nen plasticzak hebben gesmeten en in de riool gedumpt.”

• “Dank u Anneke !! Da ge ier zijt, zoda we u kunne uitlachen!!!”

Het verhaal van Sofie (17 jaar)

Sofie gaat samen met een vriendin naar een feestje. Wanneer ze de volgende dag wakker wordt, weet ze niet meer wat er gebeurd is. Er was veel gratis drank…

Ze belt haar vriendin en hoort dat ze samen met iemand in een wc-hokje is beland en dat daar foto’s van zijn genomen. In een mum van tijd worden de foto’s verspreid. Op school staren mensen haar aan en maken ze opmerkingen achter haar rug: “Hé, dat is die die seks heeft gehad op de wc”.

Het verhaal van Joren (14 jaar)

“Een jongen waar ik al een tijdje ruzie mee heb, heeft vandaag het wachtwoord van mijn Facebook, Twitter en Snapchat gekraakt. Hij heeft alle gesprekken gelezen, echt allemaal. Ik geef toe dat mijn wachtwoord misschien voor de hand liggend was, maar nog vind ik het niet kunnen.”

(Kn i p u it l a n g s d e g ro e n e st i p p e l l i j n)

(56)

56

(57)

57

B IJ L A G E 8

H U LP B R O N N E N O N LI N E C O N T A C T R I S I C O ’ S

G A H O E

?

J E O M M E T

Je b e ste

v r i e n d(i n) Je l i e f

Ee n l e e rk ra c ht Ee n l e e rl i n g- b e g e l e i d e r

(Kn i p u it l a n g s d e g ro e n e st i p p e l l i j n)

(58)

58

(59)

59

B IJ L A G E 8

De d i re cte u r De p o l it i e

Je m o e d e r Je v a d e r

(Kn i p u it l a n g s d e g ro e n e st i p p e l l i j n)

(60)

60

(61)

61

B IJ L A G E 8

Je zu s

o f b ro e r Ee n fa m i l i e l i d

AWEL, d e j o n g e re n- te l e fo o n

Awel luistert naar alle kinderen en jongeren met een vraag, een verhaal en/of een probleem.

Awel werkt volledig anoniem. Dit betekent dat enkel jij -als oproeper- en awel ervan op de hoogte zijn dat jij met hen contact

opneemt. Ze brengen niemand op de hoogte (geen ouders, leerkrachten, ...) én telefoongesprekken verschijnen niet op de factuur. Het is met andere woorden helemaal gratis. Je kan met

een medewerker van hen bellen, mailen of chatten.

C h i l d Fo c u s

Child Focus is niet enkel een stichting voor vermiste kinderen maar probeert ook seksuele uitbuiting tegen te gaan, zowel off- als online. Om een verdwijning of seksuele uitbuiting te melden, gebruik je het noodnummer, 116 000. Via de chatlijn

‘nupraatikerover.be’ kunnen jongeren in alle vertrouwen over seksueel misbruik praten.

(Kn i p u it l a n g s d e g ro e n e st i p p e l l i j n)

(62)

62

(63)

63

B IJ L A G E 8

JA C

Het Jongeren Advies Centrum helpt jongeren met al hun vragen en problemen. Het wil jongeren die het moeilijk hebben de steun geven om zelf terug verder te kunnen. Het wil rust bieden

aan diegenen die dat kwijt zijn. Het wil de mogelijkheden van jongeren versterken. Het wil jongeren informeren over hun rechten. En hun bijstaan in het benutten ervan. Het wil elke vorm

van uitsluiting tegengaan. Het vecht voor een menswaardig leven voor elke jongere

(Kn i p u it l a n g s d e g ro e n e st i p p e l l i j n)

(64)

64

(65)

65

B IJ L A G E 9 C A R D S A F S L U I T E R E X I T

(Kn i p u it l a n g s d e g e l e st i p p e l l i j n)

1. Wat is je bijgebleven van deze workshop?

. . . . . . . . . . . .

2. Met welke vragen of gevoelens zit je nog na deze workshop?

. . . . . . . . . . . .

3. Bij wie kan je terecht met deze vragen of gevoelens?

. . . . . . . . . . . .

1. Wat is je bijgebleven van deze workshop?

. . . . . . . . . . . .

2. Met welke vragen of gevoelens zit je nog na deze workshop?

. . . . . . . . . . . .

3. Bij wie kan je terecht met deze vragen of gevoelens?

. . . . . . . . . . . .

C A R D E X I T

C A R D

E X I T

(66)

66

(67)

67

C O LO F O N

Jo n g e re n o n l i n e !

Wo r k s h o p v o o r j o n g e re n ov e r o n l i n e c o nta ct r i s i c o’s

Griet Frère en Katrien Symons Brussel

Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen – Odisee, 2017 ISBN-nummer: 9789082120219

Dit lespakket werd ontwikkeld in het kader van het PWO-project “Jongeren Online!” van hogeschool Odisee. Het project werd uitgevoerd door het Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (Odisee), in samenwerking met de lerarenopleiding van Odisee, en onderzoeksgroep Mios van de Universiteit Antwerpen. Het lespakket is gratis beschikbaar op de leermiddelenbank van Klascement.

Inhoudelijke uitwerking Griet Frère

Vormgeving Wim Pauwels

Projectverantwoordelijke Katrien Symons

Contact Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Huart Hamoirlaan 136

1030 Schaarbeek 02 240 68 40 www.hig.be

[email protected]

(68)

Huar t Hamoir laan 13 6 103 0 Schaar beek 02-240 6 8 40 w w w.hig.be

kennisc entr [email protected]

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als je zorgt voor bewoners met het Corona virus is het belangrijk dat je goed geïnformeerd bent over het ziektebeeld en de zorg die de bewoner nodig heeft.. In deze les worden

Door je handen te wassen met water en zeep en door huishoudelijk schoon te maken verwijder je al het grootste deel van het Corona virus.. Desinfecteren is alleen

Aan alle afhakers, onafhankelijk of ze afhaakten omwille van de crisis of omwille van andere redenen, vroegen we welke maatregelen voor hen belangrijk zijn om

Steenmarter is niet uit de directe omgeving bekend, maar het plangebied vormt wel geschikt leefgebied voor de soort.. Sporen van deze soort, zoals uitwerpselen

De activatiecode van het 1 ste device kan niet hergebruikt worden, maar u kunt deze activatiecode wel invoeren tijdens de activatie van de Presentis App op de 2 de device.. Na

• Goed willen doen voor anderen, geen “nee” kunnen

Aan alle afhakers, onafhankelijk of ze afhaakten omwille van de crisis of omwille van andere redenen, vroegen we welke maatregelen voor hen belangrijk zijn om

het strafrecht stelt als element van vele strafbare feiten het bestaan van opzet of schuld. Echter heeft de wet er zich van onthouden te zeggen wat onder die begrippen opzet of