• No results found

Ruimtelijke Onderbouwing Wilhelminastraat 24

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ruimtelijke Onderbouwing Wilhelminastraat 24"

Copied!
189
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ruimtelijke onderbouwing

functieverandering en uitbreiding R.K. Klooster Priester v.h. Heilig Hart aan de Wilhelminastraat 24 te Asten

Architektenburo ir. Jan Rooze v.o.f.

Hemelberg 35 5721 CP Asten 28 augustus 2017

(2)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 2

Ruimtelijke onderbouwing

functieverandering en uitbreiding R.K. Klooster Priester v.h. Heilig Hart aan de Wilhelminastraat 24 te Asten

Rapportnummer 2016.381_RO_v1(20170828)

Datum 28 augustus 2017

Opdrachtgevers Stichting Gemeenschapshuis Asten Stichting Beheer De Beiaard Asten

Contactpersoon opdrachtgevers dhr. H. J. van den Berg (Stichting Gemeenschapshuis Asten) Beknopte inhoud ruimtelijke onderbouwing t.b.v. aanpassing bestemmingsplan

(veegplanprocedure) voor de functieverandering en uitbreiding van een voormalig kloostercomplex in Asten

(3)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 3 Inhoudsopgave

onderdeel pagina

1. INLEIDING 4

1.1 Aanleiding 4

1.2 Ligging plangebied 5

1.3 Vigerende bestemmingsplannen 6

1.4 Leeswijzer 8

2. BESTAANDE SITUATIE 9

2.1 Ontstaansgeschiedenis 9

2.2 Ruimtelijke structuur 10

2.3 Functionele structuur 13

3. PLANBESCHRIJVING 14

3.1 Nieuwe ruimtelijke situatie 14

3.2 Nieuwe functionele situatie 17

3.3 Afwijkingen van vigerende bestemmingsplannen 20

4. BELEIDSKADER 21

4.1 Rijksbeleid 21

4.2 Provinciaal beleid 22

4.3 Gemeentelijk beleid 24

5. PLANOLOGISCHE ASPECTEN 26

5.1 Bodem 26

5.2 Waterhuishouding 26

5.3 Archeologie 28

5.4 Cultuur- en bouwhistorie 29

5.5 Flora en fauna 29

5.6 Bedrijven en milieuzonering 31

5.7 Luchtkwaliteit 31

5.8 Externe veiligheid 32

5.9 Geluid 33

5.10 Verkeer en infrastructuur 34

5.11 Ladder voor duurzame verstedelijking 36

5.12 Besluit Milieu-effect-rapportage (MER) 37

6. UITVOERBAARHEID 39

6.1 Economische uitvoerbaarheid 39

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 39

7. BIJLAGEN 40

7.1 Verkennend bodemonderzoek 40

7.2 Waterhuishouding (kengetallen terrein, verharding en bebouwing) 41

7.3 Advies archeologie 42

7.4 Inventariserend archeologisch veldonderzoek (verkennende fase) 43 7.5 Bouwhistorische exterieurbeschrijvingen met waardestelling 44

7.6 Quick-scan flora en fauna 45

7.7 Berekening bruto vloeroppervlak (BVO) en aantal parkeerplaatsen 46

(4)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 4 1. INLEIDING

1.1 Aanleiding

In Asten (dorp) zijn er momenteel twee gemeenschapshuizen: De Klepel aan de Kerkstraat en De Beiaard aan de Pastoor de Kleijnhof. Direct naast De Klepel liggen panden waarin Onis Welzijn, de muziekschool en de bibliotheek onderdak hebben. Samen met de gemeenschapshuizen in de kerkdorpen Ommel en Heusden bieden al deze voorzieningen onderdak aan een rijk (vooral cultureel) verenigingsleven in de gemeente Asten.

In Asten zijn de bezettingsperiodes van De Klepel en De Beiaard nogal verschillend: De Klepel herbergt vooral ’s avonds activiteiten, De Beiaard wordt vaker overdag gebruikt.

Omdat ook beide gemeenschapshuizen in Asten aan een flinke opknapbeurt toe zijn, hebben besturen van De Klepel en De Beiaard in december 2014 besloten om de krachten te bundelen en om te streven naar één voorziening in (de nabijheid van) het centrum van Asten.

Er is onderzoek gedaan naar verschillende mogelijkheden om dit te realiseren zoals:

- verbouw c.q. uitbreiding c.q. nieuwbouw van (dan wel op de locatie van) De Klepel of De Beiaard,

- verbouw of nieuwbouw op het terrein van het Bartholomeuscomplex aan het Koningsplein.

In de zomer van 2015 kwam een onafhankelijke werkgroep (met leden uit diverse takken van de Astense samenleving) met het advies om nader te onderzoeken of het R.K. Klooster Paters van het Heilig Hart (gelegen aan de Wilhelminastraat) kan worden herbestemd tot gemeenschapshuis.

Allereerst is onderzocht of de huidige eigenaren van het klooster bereid zouden zijn om het pand en de bijbehorende kavel te verkopen aan de initiatiefnemers voor een nieuw gemeenschapshuis.

Toen dat het geval bleek, is in juni 2016 door Architektenburo ir. Jan Rooze uit Asten en

Aannemersbedrijf Geven uit Asten een haalbaarheidsonderzoek naar de ruimtelijke mogelijkheden van het kloostercomplex en naar de financiële consequenties van de functieverandering

(verbouwing bestaand complex, sloop onderdelen, nieuwe aanbouwen van functies waarvoor geen logische plek in het bestaande gebouw kon worden gevonden).

In de 2e helft van 2016 en de 1e helft van 2017 zijn aanvullende onderzoeken gedaan naar de mogelijkheden voor de financiering en voor een duurzame financiële exploitatie van het beoogde nieuwe gemeenschapshuis.

Een deel van de geplande uitbreidingen van het bestaande klooster valt buiten het bouwblok zoals aangegeven in het vigerende bestemmingsplan ‘Woongebieden Asten’. En ander gedeelte valt binnen het bouwblok maar heeft een grotere hoogte als is toegestaan. Ook is één van de beoogde gebruiksfuncties (kantoor) volgens het huidige bestemmingsplan niet toegestaan.

De voorliggende ‘ruimtelijke onderbouwing’ zal op termijn onderdeel zijn van de onderbouwing van een ‘veeg(bestemmings)plan’ zoals dat twee maal per jaar door de gemeente Asten wordt

opgesteld.

(5)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 5 1.2 Ligging

Het R.K. Klooster Priesters van het Heilig Hart ligt aan de Wilhelminastraat in Asten, tegen het centrum.

De kavel is bijna 23.000 m2 groot, en wordt aan de zuidoost-zijde begrenst door de

Wilhelminastraat, aan de zuidwestzijde door de Patersweg en aan de noordwestzijde door de Langstraat. Aan de noordzijde wordt de kavel begrenst door een groenstrookje aan de

Driehoekstraat. Aan de noordoostzijde wordt de kavel begrenst door een kavel met een vrijstaande woning (toegankelijk vanaf de Wilhelminastraat) en door het terrein van klokkengieterij Koninklijke Eijsbouts (toegankelijk vanaf de Wilhelminastraat en de Driehoekstraat).

(6)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 6 1.3 Vigerende bestemmingsplannen

Het projectgebied valt binnen bestemmingsplan ‘Woongebieden Asten’ (zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Asten op 15 december 2009) en binnen bestemmingsplan ‘Asten Archeologie 2012’ (zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Asten op 24 juni 2013).

fragment bestemmingsplankaart

De kavel heeft enkelbestemming ‘Maatschappelijk’ en dubbelbestemmingen ‘Waarde – Cultuurhistorie’ (WR-C) en ‘Waarde – Archeologie 3’ (WR-A)

Op de voor bestemming ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn de volgende functies toegestaan:

a. religieuze, educatieve, sociaal-culturele- en overheidsdoeleinden;

b. wonen ondergeschikt aan de hoofdfunctie of ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';

c. het exploiteren van een vergaderaccommodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – vergaderaccommodatie';

d. detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';

e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;

f. en de daarbij behorende voorzieningen.

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande

(7)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 7 cultuurhistorisch en oudheidkundige waardevolle elementen (monumenten en beeldbepalende panden) en patronen (beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld).

De voor ‘Waarde–Archeologie 3’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de op of in deze gronden aanwezige en of te verwachten archeologische monumenten. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.

In het bestemmingsplan zijn twee

bouwvlakken aangegeven (zie hiernaast), in het met een enkele arcering aangeduide vlak is als maximale goothoogte aangegeven:

9 meter. Dit bouwvlak wordt begrenst door de voorgevel, de linker en rechter zijgevel van de hoofdbouwmassa en de achtergevel van de aangebouwde vergaderzaal

In het met een dubbele arcering aangeduide vlak is als maximale goothoogte aangegeven:

6 meter.

Gebouwen moeten in het bouwvlak worden opgericht, het bouwvlak mag geheel worden bebouwd.

.

bouwvlakken volgens bestemmingsplan

In het bestemmingsplan is een vlak aangegeven met de bouwaanduiding

‘karakteristiek’ (zie hiernaast, rode vlak).

Vreemd genoeg betreft dit alleen de noordoostelijke helft van het hoofdgebouw, inclusief de éénlaagse aanbouw aan de voorgevel (waarin facilitaire ruimtes), en niet de rest van de voorvleugel, de linker

zijvleugel en het resterend gedeelte van de galerij rond de binnentuin.

Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden, met daarop beschermde rijksmonumenten en

beeldbepalende panden, zoals opgenomen in bijlage 3, mag slechts worden gebouwd indien en voor zover dat nodig is voor het behoud en/of herstel van de bestaande bebouwing, met dien verstande, dat:

a. bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming;

b. geen wezenlijke veranderingen worden

bouwaanduiding ‘karakteristiek’ volgens bestemmingsplan

(8)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 8 aangebracht in het stedenbouwkundige beeld, bepaald door kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling, dat met inbegrip van waardevolle details als erkers, dakkapellen, kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en soortgelijke bouwdelen, zoals vastgelegd in het besluit tot aanwijzing van de beschermd monument ex artikel 6 van de Monumentenwet 1988 of conform besluit van de gemeente tot beeldbepalend pand;

c. rekening wordt gehouden met de aangrenzende cultuurhistorische waarden en het

stedenbouwkundig beeld en de schoonheid en de ruimtelijke structurele samenhang van bedoelde straatwanden;

d. vooraf advies is gevraagd aan een onafhankelijke deskundige.

Een gedeelte van de kavel is opgenomen in de ‘Nota Bomenbeleid, module

Bomenstructuurplan’ zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Asten op 5 juli 2010.

Het gebied binnen de groene contour (zie hiernaast) maakt onderdeel uit van de

‘hoofdstructuur’.

Dit betreft voornamelijk het bos op de

zuidwestelijke helft van de kavel, het grootste gedeelte van het grasveld tussen bos en Wilhelminastraat, het kerkhof, en een gedeelte tuin ten noorden van het klooster.

Ook de strook langs de Wilhelminastraat (tussen trottoir en weg) is aangeduid als

‘hoofdstructuur’.

De groenstrook op de hoek Langstraat – Driehoekstraat maakt deel uit van de

‘secundaire structuur’.

Er zijn in genoemde stroken geen

‘beschermwaardige bomen’ aangegeven.`

In de ‘Nota Bomenbeleid’ staan artikelen opgenomen over behoud, beheer en ontwikkelen van de hoofdstructuur.

1.4 Leeswijzer

Deze ruimtelijke onderbouwing wordt onderdeel van de toelichting van het nader op te stellen

‘veeg(bestemmings)plan, en is – na deze inleiding - als volgt opgebouwd:

2. beschrijving van de bestaande situatie, 3. beschrijving van de planontwikkeling, 4. beschrijving van beleidskaders,

5. beschrijving van planologisch relevante milieu- en omgevingsaspecten, 6. beschrijving van de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.

Daarna zijn een aantal rapportages van externe adviseurs als bijlagen in deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen.

hoofdstructuur volgens Nota Bomenbeleid

(9)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 9 2. BESTAANDE SITUATIE

2.1 Ontstaansgeschiedenis

Asten is ontstaan langs een route op de hoger gelegen zandrug tussen de armen van de rivier de Aa. Deze hoge rug bood naast veiligheid tegen overstromingen bovendien een stevig fundament voor de weg en de boerderijen die er langs lagen. Deze weg leidde van Helmond, via Lierop en Asten naar het Peelmoeras en diende voor transport van turf.

Het dorp Asten groeide uit naar een groep bebouwing rond de afslag naar Ommel en ontwikkelde zich door een gunstige ligging sneller dan de overige gehuchten. Als eerste grote nederzetting nabij de Peel vond men daar smederijen voor reparaties van wagens en werktuigen en kroegen en logementen voor ontspanning. Verder ontstond hier handel in levensmiddelen en textiel voor boeren en arbeiders in het achterland. Naast landbouw werden de inkomsten aangevuld door kleinschalige turfwinning.

De oudste bebouwing van het dorp bevond zich met name langs de route Lierop – Heusden (nu Burgemeester Wijnenstraat – Emmastraat) en langs de route Asten – Ommel (nu Emmastraat – Prins Bernhardstraat). De route naar Someren (nu Wilhelminastraat) is van minder belang geweest in verband met het passeren van het beekdal van de Aa, die een gedeelte van het jaar

onbegaanbaar was. Rond 1890 verschijnen langs deze weg de kloostercomplexen.

Begin 19e eeuw steeg de vraag naar turf. De aanleg van de Zuid Willemsvaart en grote

ontginningen van de maatschappij Griendtsveen hadden rond 1850 een versnelde groei van het dorp Asten tot gevolg. Dit was merkbaar langs de routes naar Lierop en Ommel. Het gehucht Wolfsberg en de kern Asten groeiden naar elkaar toe.

Rond 1900 bestaat de structuur van het dorp uit een kruispunt van twee wegen waarvan drie assen een doorgaand karakter hadden. Langs deze route vond men afwisselend woonbebouwing, bedrijven, openbare functies en klassieke directeurswoningen met monumentale voortuinen.

Arbeiderswoningen moesten gaandeweg een plaats zoeken in de gebieden achter de hoofdassen.

Hier lagen de tuinen of landbouwgronden die bij de woningen of boerderijen van de openbare route hoorden. De percelen worden begrensd door een achterpad evenwijdig aan de hoofdroute, waarachter het agrarisch gebied begon. De huidige Lindestraat, Burgemeester Frenckenstraat, Mgr. den Dubbeldenstraat en de Kerkstraat zijn de oude achterpaden. De eerste verdichting van de kern vond plaats tussen de hoofdroutes en de achterpaden.

De Nederlandse provincie van de priesters van het Heilig Hart is begin 20e eeuw opgericht.

In 1908 opende deze orde een Noviciaat in Asten in een voormalige burgemeesterswoning aan de Wilhelminastraat.

Omdat op kleine schaal werd gestart met 5 novicen, kon voorlopig met een interne verbouwingen worden volstaan. Latere uitbreidingen van de woning konden rond 1925 de groei van het aantal novicen niet meer opvangen. Daarom zijn er plannen gemaakt om de voormalige

burgemeesterswoning inclusief latere uitbreidingen te slopen en een nieuw kloostergebouw te realiseren.

(10)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 10 2.2 Ruimtelijke structuur

2.2.a. Klooster

Het huidige kloostergebouw is in 1928 - 1929 gerealiseerd naar een ontwerp van architect L. Kooken.

De voorvleugel en een gedeelte van de rechter zijvleugel telt twee bouwlagen en kap (zadeldak waaronder een zolder met slaapcellen), in de rechter zijgevel is verder de kapel opgenomen.

De linker zijvleugel was oorspronkelijk opgebouwd uit één bouwlaag met een kap (eveneens een zadeldak met slaapcellen). Aan de binnenzijde van deze U-vormige hoofdbouwmassa is een karakteristieke kloostergang rond een binnentuin gemaakt. Onder de huidige bibliotheek en (gedeelte van de) refter ligt een installatiekelder en voormalige brandstoffenopslag, onder de keuken en bijkeuken liggen opslagruimtes en werkruimtes.

plattegrond begane grond klooster (bestaande toestand), grijs gerasterd = niet oorspronkelijke bebouwing

(11)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 11 Het gebouw is bij de bevrijding van Asten in september 1944 behoorlijk beschadigd. Vooral de linker zijvleugel kreeg een aantal voltreffers.

Bij het herstel van de linker zijvleugel in 1946 (waarbij alleen de kelders en het opgaand metselwerk van de begane grond van die vleugel zijn gehandhaafd) is dit bouwdeel verhoogd naar twee bouwlagen met een zadeldak.

In 1957 is het klooster intern verbouwd en uitgebreid met een vrijstaande recreatiezaal achter het gebouw. Na de opheffen van het Noviciaat is het klooster in 1968 - 1969 omgebouwd tot een bejaardencentrum. Daarbij is toen een eerste lift geplaatst.

In 1977 is het klooster opnieuw aangepast (plaatsing tweede lift, verbinding van de recreatiezaal met de kloostergang, verhoging van de tweede verdieping van de voorvleugel en rechter zijvleugel door de opmetseling dakvoet aan de binnenzijde van de U-vormige hoofdbouwmassa).

voorgevel aan de Wilhelminastraat binnentuin en linker zijvleugel

kloostergang kapel

(12)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 12 In 1981 zijn de traforuimte met garage, fietsenberging en carport aan de Wilhelminastraat

geplaatst.

In 1989 is de éénlaagse aanbouw met facilitaire ruimtes aan de rechterzijde van de voorvleugel gerealiseerd.

In 2002-2004 is het klooster inpandig verbouwd, waarna iedere bewoner de beschikking kreeg over een appartement met een woonkamer, slaapkamer en badkamer. Ook zijn destijds een aantal comfort-verbeterende maatregelen getroffen (tochtwering, isolerende beglazing,

ventilatievoorzieningen).

Het vloerpeil van de begane grond van het oorspronkelijke klooster ligt ca. 50 cm boven het aangrenzende maaiveld.

Het huidige bebouwde oppervlak (exclusief binnentuin, exclusief vrijstaande bijgebouwen) is ca.

1.730 m2.

2.2.b. Tuin / bos / kerkhof / kloosterboerderij

Het terreinoppervlak is bijna 23.000 m2, en bestaat uit:

- bebouwing (klooster met vergaderzaal aan de achterzijde, de voormalige kloosterboerderij, de voormalige kloosterschuur met carport, en een klein gebouw aan de kant van de

Wilhelminastraat met daarin een fietsenberging, carport en hoogspanningsruimte),

- een begraafplaats,

- een bos met onder meer wandelpaden, een kleine waterpartij, een ‘lourdesgrot’ en een theehuisje,

- parkeervoorzieningen voor auto’s aan de kant van de Wilhelminastraat,

- een verbindingsweg tussen Wilhelminastraat en Langstraat,

- tuin.

Het bos ligt 1.5 tot 2.0 m1 hoger dan het overige maaiveld.

Bij extreme regenval kan de begraafplaats en een groot deel van de tuin ten noordwesten en ten noordoosten van het klooster blank komt te staan.

De voormalige kloosterboerderij (gerealiseerd kort voor de bouw van het klooster in 1928) wordt momenteel gebruikt als kantoor / kantine / opslag voor tuinlieden.

kloosterboerderij

bos

(13)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 13 2.3 Functionele structuur

Het in 1928 - 1929 opgerichte gebouw is tot in 1967 in gebruik geweest als Noviciaat.

Daarna heeft het gebouw gefunctioneerd als ‘kloosterbejaardenoord’, waar paters op leeftijd konden wonen en waar bewoners met ernstige gezondheidsproblemen intensief konden worden verzorgd.

Bij de laatste interne verbouwing in de periode 2002-2004 is de functie gewijzigd in

‘kloosterverzorgingshuis voor ouder wordende medebroeders’, de doelgroep is daarbij niet gewijzigd, maar voor de intensieve verzorging van bewoners met gezondheidsproblemen wordt vanaf die verbouwing gebruik gemaakt van de faciliteiten van het zusterklooster c.q. de Hof van Bluyssen van Stichting AmaliaZorg aan de overkant van de Wilhelminastraat.

Op dit moment verblijven in het klooster nog 14 bewoners (13 priesters/broeders en 1 non).

De bebouwing rond het kloosterterrein bestaat vooral uit woningen. Aan de zuidoostzijde van het terrein liggen aan de overkant van de Wilhelminastraat een aantal vrijstaande huizen. Ook de woningen aan de overkant van de Patersweg (zuidwestzijde van het terrein) zijn vrijstaand.

Ten noordwesten van de kavel liggen aan de overkant van de Langstraat een paar stroken met rijtjeswoningen (met de kopgevels van de hoekwoningen in die blokken gericht op de Langstraat).

De noordoostelijke kant van het terrein grenst aan een particuliere kavel aan de Wilhelminastraat.

Achter deze woning grenst het terrein van klokkengieterij Koninklijke Eijsbouts aan de kloostertuin.

Aan de overkant van de Wilhelminastraat zijn ook nog enkele bedrijven gehuisvest: een

garagebedrijf, een drukkerij en een accountantskantoor. Op de hoek Wilhelminastraat - Patersweg is een notariskantoor gevestigd. Daar tegenover ligt het klooster van de Missiezusters

Franciscanessen.

De parkeerdruk in de Wilhelminastraat is hoog: voor mensen van buiten Asten die in het

centrumgebied werken, liggen de parkeerhavens langs de Wilhelminastraat net buiten de ‘blauwe parkeerzone’ en zijn daarom een gewilde plek om overdag op werkdagen auto’s te plaatsen.

(14)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 14 3. PLANBESCHRIJVING

3.1 Nieuwe ruimtelijke situatie

3.1.a Klooster

De kelders van het klooster blijven als bestaand gehandhaafd, en houden de huidige functie (installatieruimte en bergruimte).

Op de begane grond blijft de ontsluitingsstructuur (entree in voorgevel, kloostergang rond binnentuin, trappenhuizen en liften) ongewijzigd. Ook de indeling van voorvleugel en rechter zijvleugel wordt niet aangepast. De huidige bibliotheek en refter (eetzaal) in de linker zijvleugel worden heringedeeld voor het geplande bankfiliaal.

plattegrond begane grond klooster (nieuwe toestand), grijs gerasterd = nieuwe aanbouwen

(15)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 15 De binnentuin wordt toegevoegd aan het bebouwd oppervlak door het aanbrengen van een vloer en door de ruimte te overkappen. De ontstane ruimte wordt het hart van het gebouw met als functie foyer inclusief informatiehoek en leestafel voor de bibliotheek. Om de foyer aan te sluiten op de gang naar de nieuwe grote zaal en op de bibliotheek worden twee nieuwe deuropeningen in de gevel van de kloostergang gemaakt.

Tegen de rechter zijgevel wordt een nieuwe aanbouw gerealiseerd met een bebouwd oppervlak van ca. 430 m2 (inclusief luifel aan de voorgevel), en een hoogte van ca. 4.5 m1 (boven het aangrenzend maaiveld). In deze aanbouw en in de huidige recreatiezaal in de rechter zijvleugel wordt de bibliotheek geplaatst. Bestaande gevelopeningen van de recreatiezaal worden aangepast om doorgangen tussen het gehandhaafde klooster en de nieuwe aanbouw te maken.

Aan de achterzijde van het klooster wordt ook uitgebreid met nieuwe aanbouwen waarin een grote zaal, bergingen, kleedkamers, sanitair, garderobe, een tweede bar, een tweede entree en

gangruimtes. Het bebouwd oppervlak van deze aanbouwen is ca. 1.390 m2 (inclusief luifel). De hoogte van deze aanbouwen is afwisselend en bedraagt ca. 4.50 m1, ca. 6.00 m1 en ca. 9.00 m1 (boven het aangrenzend maaiveld).

Ook op de 1e en 2e verdieping wordt de ontsluitingsstructuur (gangen, trappenhuizen en liften) niet aangepast. De bestaande indeling van appartementen wordt gesloopt en op een aantal plaatsen wordt gangruimte toegevoegd om verhuurbare units in wisselende grootte te kunnen aanbieden.

De 1e en 2e verdieping worden niet vergoot met nieuwe aanbouwen.

voorgevel en linker zijgevel (nieuwe toestand)

(16)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 16 3.1.b Tuin / bos / kerkhof / kloosterboerderij

Belangrijk uitgangspunt is het handhaven van het kerkhof op het terrein. Ook de komende periode worden daar overleden priesters begraven. Het kerkhof moet dus bereikbaar blijven voor

bezoekers en lijkwagens.

Bij sloop van de huidige vergaderzaal achter het kloostercomplex en bij nieuwbouw van een grote zaal met voorzieningen en verkeersruimtes is de ruimte tussen de noordwestelijke gevel van de nieuwe grote zaal en de rand van het bestaande kerkhof ruim 9 meter. Voldoende voor een breed pad dat toegang geeft tot het kerkhof. Het pad kan dan tevens worden gebruikt om de tuin ten noordoosten van het gebouw te bereiken, en om bij calamiteiten te dienen als vluchtweg vanuit de grote zaal.

Het bos wordt als bestaand gehandhaafd, er is voor gekozen om het grootste gedeelte van de parkeervoorzieningen voor auto’s aan de kant van de Wilhelminastraat te plaatsen. Aan deze kant van het gebouw ligt ook de meest logische hoofdentree van het gebouw. In totaal zijn hier 70 parkeerplaatsen op tekening aangegeven.

Voor minder-validen zijn 4 parkeerplaatsen aangegeven in de groenstrook voor het gebouw aan de Wilhelminastraat. Verder is in de tuin vóór het gebouw ruimte gereserveerd voor een

fietsenstalling.

De verbindingsweg tussen Wilhelminastraat en Langstraat is gehandhaafd, maar op twee plekken met paaltjes ten zuidwesten van het gebouw geblokkeerd om veilig langzaam verkeer mogelijk te maken. Bezoekers maken vanaf de inrit aan de Wilhelminastraat gebruik van het parkeerterrein en fietsenstalling, vrachtverkeer (bevoorrading, vervoer materialen) en begrafenisstoeten maken gebruik van de toegang aan de Langstraat.

De kloosterboerderij zal inpandig worden aangepast en geschikt gemaakt worden voor Jong Nederland Jeugdwerk, met op de begane grond een huiskamer, een keuken, een kantoor en sanitaire voorzieningen en bergingen, op de verdieping wordt de oude hooizolder een activiteitenruimte. Door het aanbrengen van een nieuwe dakkapel met dubbele deur aan de achterzijde, kunnen gebruikers ook vanaf de verdieping via een vlonder het bos achter de kloosterboerderij bereiken. De kelder onder het kantoor, de hal en de keuken zal gebruikt worden als opslagruimte. Deze kelder is ook rechtstreeks van buitenaf bereikbaar.

plattegrond begane grond en verdieping kloosterboerderij (nieuwe toestand)

(17)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 17 3.2 Nieuwe functionele situatie

Bij de functieverandering van klooster naar gemeenschapshuis zijn voor de verschillende ruimtes de volgende bestemmingen voorzien:

- educatieve-, sociaal-culturele- en overheidsdoeleinden, - horeca (ondergeschikt gebruik van het toegestane gebruik 1),

- kantoren (voornamelijk ook als ondergeschikt gebruik van het toegestane gebruik, gedeeltelijk ook als zelfstandig kantoor al dan niet met baliefunctie).

1 Ter voorkoming van oneerlijke mededinging kunnen volgens de ‘Drank- en Horecawet artikel 4 (betreffende para-commerciële instellingen) door de gemeente aan een tap- of slijtvergunning extra voorwaarden worden verbonden, zoals beperken openingstijden, geen bruiloften en partijen en een verbod om reclame te maken.

Bij speciale gelegenheden is op deze voorwaarden ontheffing te verlenen door de gemeente.

plattegrond begane grond klooster (nieuwe toestand, overzicht ‘vaste’ gebruikers)

(18)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 18 Gebruikers kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: enerzijds de gebruikers die permanent een (cluster van) ruimtes huren, anderzijds de gebruikers die incidenteel al dan niet regelmatig een ruimte huren.

Op de begane grond zijn de volgende ‘vaste’ gebruikers voorzien (zie plattegrond):

- Bibliotheek Helmond-Peel (donkerblauwe kleur),

- Onis Welzijn (organisatie voor welzijnsdiensten, rode kleur),

- Steunpunt Guido Asten (welzijnsloket van de gemeente Asten, oranje kleur), - bankfiliaal (lichtblauwe kleur),

- horeca incl. biljartruimte en leestafels bibliotheek (in de aan het bebouwd oppervlak toegevoegde voormalige binnentuin).

Op de 1e verdieping zijn de volgende ‘vaste’ gebruikers voorzien (zie plattegrond):

- Onis Welzijn (rode kleur),

- Steunpunt Guido Asten (oranje kleur),

- SeniorCompAS (informatie-technologie ten behoeve van senioren, gele kleur).

plattegrond 1e verdieping klooster (nieuwe toestand, overzicht ‘vaste’ gebruikers)

(19)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 19 Op de 2e verdieping zijn de volgende ‘vaste’ gebruikers voorzien (zie plattegrond):

- muziekschool (groene kleur),

- Katholieke Bond van Ouderen / KBO (paarse kleur).

De overige ruimtes van het kloostergebouw op de begane grond, 1e en 2e verdieping zullen gedeeltelijk incidenteel worden verhuurd aan verenigingen voor training, uitvoeringen, bijeenkomsten, vergaderingen, overleg e.d.

Bestaande keukenfaciliteiten op de begane grond zullen ten dienste worden gesteld aan de exploitant(en) van het horecagedeelte.

plattegrond 2e verdieping klooster (nieuwe toestand, overzicht ‘vaste’ gebruikers)

(20)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 20 3.3 Afwijkingen van vigerende bestemmingsplannen

De in dit hoofdstuk omschreven aanpassing en uitbreiding van het R.K. Klooster Priesters van het Heilig Hart aan de Wilhelminastraat wijkt op een paar punten af van de voorwaarden in

bestemmingsplan ‘Woongebieden Asten’:

a. bouwen buiten het bouwvlak (t.b.v. aanbouw bibliotheek);

b. bouwen buiten het bouwvlak (t.b.v. aanbouw grote zaal e.o.);

c. bouwen in het bouwvlak met een afwijkende bouwhoogte (t.b.v. aanbouw grote zaal e.o.);

d. gebruiksfunctie kantoor.

Het bestemmingsplan ‘Woongebieden Asten beschouwt de gebruiksfunctie horeca als ‘strijdig gebruik’, tenzij het een ondergeschikte activiteit is in verband met het toegestane gebruik.

situatie - nieuwe toestand, afwijking bestemmingsplanvoorwaarden

renvooi: rood = contouren bouwvlakken volgens bestemmingsplan, lichtgrijs = gehandhaafde bebouwing, donkergrijs = nieuwe bebouwing binnen het bouwvlak, lichtgroen = nieuwe bebouwing buiten het bouwvlak, donkergroen = nieuwe bebouwing binnen het bouwvlak maar met afwijkende hoogte

(21)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 21 4. BELEIDSKADER

4.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), zoals vastgesteld door de minister op 13 maart 2012, is door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu het beleid voor de ruimtelijke inrichting van Nederland vastgelegd. Hoofddoel van deze structuurvisie is een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland.

Het Rijk wil de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk brengen bij diegene die het aangaat (burgers en bedrijven), laat het meer over aan gemeenten en provincies (‘decentraal, tenzij…’), daardoor komt de gebruiker centraal te staan. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor die belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken (‘je gaat er over of niet’).

Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Tevens werkt het Rijk aan eenvoudigere regelgeving. Daarbij verwacht het Rijk dat medeoverheden zich eveneens inzetten voor meer eenvoud en verdere integratie op het gebied van ruimtelijke regelgeving. Hierdoor neemt de bestuurlijke drukte af en ontstaat er ruimte voor regionaal maatwerk.

Het Rijk blijft verantwoordelijk voor het systeem van ruimtelijk ordening. Daarnaast kan een rijksverantwoordelijkheid aan de orde zijn indien:

• Een onderwerp nationale baten en/of lasten heeft en de doorzettingsmacht van provincies en gemeenten overstijgt. Bijvoorbeeld ruimte voor militaire activiteiten en opgaven in de stedelijke regio’s rondom de mainports, brainport, greenports en de valleys;

• Over een onderwerp internationale verplichtingen of afspraken zijn aangegaan. Bijvoorbeeld voor biodiversiteit, duurzame energie, watersysteemherstel of werelderfgoed;

• Een onderwerp provincie- of landsgrensoverschrijdend is en ofwel een hoog afwentelingsrisico kent ofwel in beheer bij het Rijk is. Bijvoorbeeld de hoofdnetten van weg, spoor, water en energie, maar ook de bescherming van gezondheid van inwoners.

Het Rijk kiest drie doelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

• Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk- economische structuur van Nederland;

• Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;

• Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Voor de gemeente Asten zijn geen directe rijksdoelen benoemd.

Conclusie: Het plangebied is geen onderdeel van de door het Rijk gestelde 13 nationale belangen.

De SVIR vormt derhalve geen belemmering voor het project.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro, besluit d.d. 22 augustus 2011) bevestigt in juridische zin de kaderstellende uitspraken uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.

Daarom vormt ook Barro geen belemmering voor het project.

Besluit ruimtelijke ordening

Vraaggericht programmeren en realiseren van verstedelijking door provincies, gemeenten en marktpartijen is nodig om groei te faciliteren, te anticiperen op stagnatie en krimpregio’s leefbaar te houden. Ook dient de ruimte zorgvuldig te worden benut en overprogrammering te worden voorkomen. Om beide te bereiken is in 2012 een ‘ladder voor duurzame verstedelijking’

opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro, besluit d.d. 21 april 2008).

In paragraaf 5.11 wordt nader op de ladder voor duurzame verstedelijking ingegaan.

(22)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 22 4.2 Provinciaal beleid

Structuurvisie ruimtelijke ordening 2014

In de structuurvisie (inwerking getreden op 19 maart 2014) staat welke ruimtelijke doelen de provincie graag wil bereiken en hoe. De structuurvisie is opgebouwd uit 2 delen (A en B) en een uitwerking.

Deel A bevat de hoofdlijnen van het beleid. Hierin heeft de provincie haar belangen gedefinieerd en ruimtelijke keuzes gemaakt. Deze belangen en keuzes zijn gebaseerd op trends en

ontwikkelingen. Ook beschrijft de provincie vanuit welke filosofie ze haar doelen wil bereiken. Die is: ‘samenwerken aan kwaliteit’. De provincie realiseert haar doelen op vier manieren: door regionaal samen te werken, te ontwikkelen, te beschermen en te stimuleren.

In deel B beschrijft de provincie 4 ruimtelijke structuren: de groenblauwe structuur, het landelijk gebied, de stedelijke structuur en de infrastructuur.

Voor iedere structuur formuleert de provincie ambities en beleid. Per beleidsdoel is aangegeven welke instrumenten de provincie inzet om haar doelen te bereiken.

Het plangebied maakt onderdeel uit van de stedelijke structuur en is aangeduid als ‘Kernen in het landelijk gebied’.

In de kernen in het landelijk gebied met de bijbehorende zoekgebieden voor verstedelijking wordt de lokale behoefte voor verstedelijking opgevangen (wonen, werken en voorzieningen).

De provincie vraagt gemeenten om in regionaal verband afspraken te maken over de verdeling van het programma voor wonen, werken en voorzieningen.

Het stedelijk gebied 'aan de randen' van de provincie, krijgt te maken met een afnemende groei van de woningbehoefte en op termijn zelfs (een beperkte mate van) krimp. Deze afnemende woningbehoefte biedt kansen voor verbetering van de kwaliteit, door gerichte ingrepen als verdunning en vergroening. Het is daarbij wel belangrijk om concurrentie tussen gemeenten en regio's, overproductie en leegstand te voorkomen. Het belang van regionale afspraken neemt daardoor toe.

In overleg met de gemeenten worden de regionale verbanden voor wonen en werken bepaald. Die passen in ieder geval binnen de vier regio's die de provincie in deel A. onderscheidt en kunnen verschillend van omvang zijn voor de thema's wonen, werken en voorzieningen. Bij het zoeken naar ruimte voor nieuwe verstedelijking is zorgvuldig ruimtegebruik voorwaarde.

aanduiding ‘kernen in het landelijk gebied ’ volgens structurenkaart uit ‘Structuurvisie ruimtelijke ordening 2014’

(23)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 23 De provincie heeft geen aparte ruimtelijke visie op het landschap ontwikkeld, maar geeft haar visie op het landschap vorm in de 'uitwerking gebiedspaspoorten'. Daarin beschrijft de provincie welke landschapskenmerken zij op regionaal niveau van belang vindt en hoe deze kunnen worden versterkt. Er zijn ook deelstructuurvisies opgesteld voor specifieke onderwerpen.

Verordening ruimte 2014

De onderwerpen die in de verordening staan, komen uit de provinciale structuurvisie. Daarin staat wat de provincie van belang vindt en hoe de provincie die belangen wil realiseren. De verordening is daarbij een van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen.

Belangrijke onderwerpen in de ‘Verordening ruimte 2014’ zijn:

- ruimtelijke kwaliteit, - stedelijke ontwikkelingen,

- natuurgebieden en andere gebieden met waarde, - agrarische ontwikkelingen,

- overige ontwikkelingen in het buitengebied.

Het plangebied ligt in de structuur ‘Bestaand stedelijk gebied’, hierdoor is een stedelijke ontwikkeling op de locatie volgens de ‘Verordening ruimte 2014’ toegestaan.

In de verordening worden eisen gesteld aan de ontwikkeling van (bedrijventerreinen en) kantoorlocaties (artikel 4.4), zoals

- nakomen van afspraken gemaakt in regionaal ruimtelijk overleg, - bevordering van zorgvuldig ruimtegebruik op het terrein of de locatie.

Conclusie:

De voorgestelde ontwikkeling op de locatie zoals omschreven in paragraaf 3 betreft voor een groot deel een functieverandering van een bestaand pand. De in de ontwikkeling opgenomen kantoren zijn voornamelijk bestaande kantoren (van het gemeentelijke WMO-loket en van een organisatie voor welzijnsdiensten) die vanaf andere locaties naar deze centraal in het dorp gelegen plek worden verhuisd.

De vrijgekomen locaties zullen worden herontwikkeld met woonfuncties.

In regionaal ruimtelijk overleg worden over de voorgestelde ontwikkeling geen afspraken gemaakt.

De kantoren worden in het bestaande gebouw gehuisvest waardoor aan de eis van zorgvuldig ruimtegebruik wordt voldaan.

bouwaanduiding ‘bestaand stedelijk gebied ’ volgens integrale plankaart uit ‘Verordening ruimte 2014’

(24)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 24 4.3 Gemeentelijk beleid

Toekomstvisie ‘De Avance’

Toekomstvisie ‘De Avance’ is op 21 februari 2006 vastgesteld door de gemeenteraad van Asten.

Met de visie heeft de gemeente een richtinggevend kader en een toetsingskader voor toekomstige ontwikkelingen.

De ruimtelijke visie van de gemeente Asten is gebaseerd op een Duurzaam Ruimtelijk

Structuurbeeld. Dit lange-termijn beeld is vertaald in een ruimtelijk ontwikkelingsmodel voor de middellange termijn (2020). De ruimtelijke visie geeft de ruimtelijke vertaling weer van de economische en sociaal-maatschappelijke keuzes.

De verbeelding bij de toekomstvisie bestaat uit een structuurkaart en een strategiekaart. Uit deze kaarten is een ruimtelijk model samengesteld.

Uit het hoofdstuk ‘raamwerken’ worden hierna enkele voor de functieverandering van het klooster belangrijke aspecten vermeld:

a. Cultuurhistorie

bouwsteen - qua bebouwing zijn vooral de cultuurhistorische monumenten van belang waarvan concentraties aanwezig zijn in de bebouwde kom(men) van Asten …..;

aandachtspunt – leegstand, verval en verloedering historische monumenten en beeldbepalende gebouwen …..;

opgave - zoeken van financiële dragers voor monumenten en beeldbepalende panden, door onder andere herbestemming;

b. Maatschappelijke voorzieningen

zorg – lokaal loket voor zorg, wonen en welzijn;

opgaven – realiseren ontmoetingsplaatsen voor jongeren.

En uit het hoofdstuk ‘programma’:

c. Kunst en Cultuur

Het goede voorzieningenniveau op het gebied van recreatie, sport en winkels wordt niet gecompleteerd door cultuur en uitgaansmogelijkheden van hetzelfde niveau. Er is een behoefte aan een kwaliteitssprong: upgraden bibliotheek, een klein (film)theater, ….. , galeries en exposities.

De basis voor dit programma ligt in een goed uitgerust centrum van Asten. Bij de realisering van het culturele aanbod dient multifunctioneel ruimtegebruik overwogen te worden.

fragment ruimtelijk model uit Toekomstvisie ‘De Avance’

(25)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 25 Bij het onderdeel strategie staat voor de ‘’ Kernen’ het volgende vermeld:

‘De kernen van de gemeente Asten tellen verschillende rijksmonumenten en beeldbepalende objecten. Deze panden leveren een bijdrage aan het oorspronkelijke karakter van een locatie (weg of plein) en het gehele dorp. De gemeente Asten streeft naar bescherming van de

cultuurhistorische en architectonische waarde van deze panden’.

Als één van de uitvoeringsprojecten staat realisering van aanpassing, uitbreiding en/of verbetering van gemeenschapshuizen in de toekomstvisie vermeld.

Conclusie:

Herbestemming van het R.K. Klooster Priesters van het Heilig Hart (een beeldbepalend pand in Asten) tot nieuw gemeenschapshuis past binnen de omschreven toekomstvisie ‘De Avance’, omdat het een duurzame ontwikkeling betreft die het gebruik van het bestaande pand voor langere tijd garandeert.

Centrumvisie

De ‘Centrumvisie’ van de gemeente Asten (d.d. 13 april 2007) omschrijft een gebied dat globaal wordt begrensd door de wegen die het centrum omsluiten. Achtereenvolgens zijn dit de

Logtenstraat, Frits de Bruijnstraat, Langstraat, Monseigneur den Dubbeldenstraat, Kerkstraat, Deken Meijerstraat, Julianastraat, Emmastraat en Tuinstraat. Deze begrenzing is echter niet hard.

In het kader van onder andere de analyse kan van de begrenzing afgeweken worden, omdat dit voor bepaalde structuren van belang kan zijn. Met deze begrenzing wordt in functionele zin het onderscheid gemaakt tussen het centrum en de omliggende woongebieden.

Het bestaande klooster aan de Wilhelminastraat wordt in de ‘Centrumvisie’ aangeduid als

‘historische structuur’.

In de uitgewerkte visies voor verschillende gedeeltes van het centrumgebied is het bestaande klooster(terrein) verder niet opgenomen.

overzichtkaart ‘kwaliteiten’ uit de ‘Centrumvisie’

(26)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 26 5. PLANOLOGISCHE ASPECTEN

5.1 Bodem REGELGEVING.

Wettelijk 2 is bepaald dat een omgevingsvergunningsplichtig bouwwerk niet mag worden gebouwd op een zodanig verontreinigd terrein, dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers of het milieu.

TOETSING.

Op het terrein Wilhelminastraat 24 is door Archimil BV een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd zoals voorgeschreven in de Nederlandse norm NEN 5740. Grondmonsters ter plaatse van de geplande nieuwe bebouwing (grote zaal met bijbehorende ruimtes, atrium/foyer en bibliotheek) zijn op 24 februari 2017 genomen, de rapportage van het verkennend

bodemonderzoek is gedateerd 15 maart 2017.

SAMENVATTING ONDERZOEK / CONCLUSIES.

a. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de resultaten van het vooronderzoek van de onderzoekslocatie en de directe omgeving. Op basis van de in het vooronderzoek verzamelde gegevens is de locatie als niet-verdacht beschouwd. Veld- en laboratoriumwerkzaamheden zijn derhalve uitgevoerd conform de strategie onverdacht uit de NEN 5740.

b. Uit het onderzoek volgt dat de puinhoudende grond uit de bovenlaag (0-1,05 m-mv) licht verontreinigd is met cadmium, koper, kwik, lood, zink en/of PAK’s. De grond uit de onderlaag (0,45-1,60 m-mv) is licht verontreinigd met lood. Het grondwater is niet verontreinigd met één van de componenten waarop is onderzocht.

c. De hypothese niet-verdachte locatie kan voor het grondwater worden aangenomen en dient voor de boven- en ondergrond worden verworpen op basis van de onderzoeksresultaten.

d. Naar aanleiding van bovenstaande conclusies wordt opgemerkt dat er, op basis van de

onderzoeksresultaten, geen restricties gesteld te worden aan toekomstige bouwactiviteiten op de onderzochte locatie.

e. De lichte verontreinigingen met zware metalen en PAK’s in de bovengrond vormen geen aanleiding tot het instellen van een nader onderzoek of het treffen van sanerende maatregelen.

f. Indien, bijvoorbeeld bij bouwactiviteiten, grond vrijkomt die op een andere locatie zal worden hergebruikt dan dient bepaald te worden wat de kwaliteit van die grond is in het kader van het besluit bodemkwaliteit.

5.2 Waterhuishouding REGELGEVING.

Het ‘Nationaal Waterplan 2016-2021’ (zoals vastgesteld door de minister van Infrastructuur en Milieu en de staatssecretaris van Economische Zaken) vormt het kader voor de regionale

waterplannen en de beheerplannen. Er is geen formele hiërarchie tussen deze plannen, maar op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel) kan bij het vaststellen van een regionaal waterplan of een beheerplan niet zo maar worden afgeweken van het Nationaal Waterplan.

Het ‘Provinciaal Milieu- en Waterplan 2016-2021’ staat voor samenwerken aan een schone, gezonde en veilige leefomgeving in Brabant. De provincie stelt de kaders voor schoon, veilig en voldoende water in Brabant. Zij zet in op duurzame benutting van het beschikbare water en een ruimtelijke inrichting die verdroging en wateroverlast opvangt. De huidige klimaatverandering maakt dit tot een grote uitdaging. Goed waterbeheer vraagt om goede samenwerking tussen de instanties die zich met water bezighouden: Rijk, provincies, waterschappen, gemeenten en waterleidingbedrijven.

In het ‘Waterbeheerplan 2016-2021, Werken met water voor nu en later’ staan de doelen die Waterschap Aa en Maas wil bereiken, hoe het waterschap dat wil doen en met welke partners.

2 Zie Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) artikel 2.1 lid 1 sub a en de Woningwet artikel 8 lid 2, 3 en 4.

(27)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 27 De 'watertoets' is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen expliciet en op evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. Het is niet een toets achteraf, maar een proces dat de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een zo vroeg mogelijk stadium.

De watertoets bestaat uit twee onderdelen:

1. de verplichting aan initiatiefnemers van ruimtelijke plannen om de waterbeheerder vroegtijdig in de planvorming te betrekken en

2. de verplichting aan initiatiefnemers van ruimtelijke plannen om in hun plan verantwoording af te leggen over de manier waarop omgegaan is met de inbreng van de waterbeheerder.

Waterschap Aa en Maas toets de waterparagraaf van een ruimtelijke onderbouwing ondermeer op:

- wateroverlastvrij bestemmen, - hydrologisch neutraal ontwikkelen, - scheiding vuil water en hemelwater,

- afwegingsstappen hergebruik - infiltratie - buffering -afvoer TOETSING.

Omdat voor het watertoetsproces de (gemeentelijke) overheid de formele initiatiefnemer is, hebben initiatiefnemers op 07/04/2017 een voorbereidend gesprek gehad met ambtenaren van de gemeente Asten, met als onderwerp de voor het initiatief te nemen maatregelen op het gebied van waterbeheer.

In dat gesprek zijn de volgende afspraken gemaakt:

a. de geplande nieuwbouw zal worden voorzien van een gescheiden riolering,

b. bestrating van de nieuwe parkeervoorzieningen wordt niet uitgevoerd met waterdoorlatende bestrating, het hemelwater wordt van deze bestrating afgevoerd middels straatkolken,

c. een keuze voor het infiltreren van hemelwater voor het toegevoegde oppervlak aan verharding en bebouwing,

d. de infiltratie-voorziening wordt in principe onder het nieuwe (grote) parkeerterrein aan de Wilhelminastraat aangebracht,

oorspronkelijke bouwtekening (kelder / riolering / fundering)

(28)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 28 e. de infiltratie-voorziening wordt uitgevoerd als een infiltratieriool en lavasteen of gelijkwaardig, en wordt voorzien van een overloopvoorziening,

f. het oppervlak nieuwe bebouwing dat wellicht niet kan worden aangesloten op de

infiltratievoorziening, moet worden gecompenseerd door het afkoppelen van de hemelwaterafvoer van bestaande bouwdelen3 (en aansluiting daarvan op het infiltratiesysteem).

Het toegevoegd oppervlak aan verharding en bebouwing is 3.662 m2 (zie bijlage 7.2).

De benodigde opslagcapaciteit van de infiltratievoorziening is 60 mm water per m2 = 219,7 m3 water.

Een (geo-)hydrologisch onderzoek naar de mogelijkheid om ter plekke te infiltreren moet nog worden uitgevoerd. Ook moet ter plaatse van het nieuwe (grote) parkeerterrein nog aanvullend bodemonderzoek worden gedaan naar mogelijke verontreiniging, dit ter voorkoming van

verspreiding van een eventuele verontreiniging en in verband met afvoer van vrijkomende grond.

Het vervolgonderzoek is gereed bij het ontwerp-bestemmingsplan.

5.3 Archeologie REGELGEVING.

De Monumentenwet 1988 is per 1 juli 2016 vervallen. Een deel van de wet is op deze datum overgegaan naar de Erfgoedwet. Het deel dat betrekking heeft op de besluitvorming in de fysieke leefomgeving gaat over naar de Omgevingswet, wanneer deze naar verwachting in 2019 in

werking treedt. Vooruitlopend op de datum van ingang van de Omgevingswet zijn deze artikelen te vinden in het Overgangsrecht in de Erfgoedwet, waar ze ongewijzigd van toepassing blijven zolang de Omgevingswet nog niet van kracht is.

Het betreft:

a. vergunningen tot wijziging, sloop of verwijdering van rijksmonumenten;

b. verordeningen, bestemmingsplannen, vergunningen en ontheffingen op het gebied van archeologie;

c. bescherming van stads- en dorpsgezichten.

Zoals aangegeven in paragraaf 1.3 heeft de kavel aan de Wilhelminastraat een dubbelbestemming

‘Waarde–Archeologie 3’. In principe is het verboden om te bouwen op de met deze

dubbelbestemming aangeduide gronden. De gemeente heeft de bevoegdheid om (bij een diepte van de bodemingreep meer dan 0.4 meter beneden maaiveld) af te wijken van deze

verbodsbepaling mits op basis van archeologisch onderzoek ofwel is aangetoond dat er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad, dan wel schade door de bouwactiviteiten kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door aan de omgevingsvergunning te verbinden regels.

TOETSING.

In opdracht van de initiatiefnemers is een Advies Archeologie opgesteld door dhr. F. P. Kortlang, ArchAeO Archeologische Advisering en Ondersteuning. In zijn rapportage d.d. 07/02/2017 (zie bijlage 7.3) werd geadviseerd om:

a. een verkennend booronderzoek te laten uitvoeren;

b. vooralsnog geen nader bureauonderzoek te laten uitvoeren.

In mei 2017 is door onderzoeks- en adviesbureau BAAC een inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) uitgevoerd op de locatie Wilhelminastraat 24 in Asten (zie bijlage 7.4).

In de rapportage van het inventariserend veldonderzoek wordt geconcludeerd dat er een gerede kans bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden verstoord zullen gaan worden door de voorgenomen bodemingrepen.

Geadviseerd wordt om een karterend en waarderend proefsleuvenonderzoek uit te laten voeren bij bodemverstorende activiteiten die dieper reiken dan 55 cm – mv in het zuidwestelijke deel, 35 cm – mv in de binnentuin van het huidige klooster, 20 cm – mv ter hoogte van de nieuwe te realiseren grote zaal e.o. en vanaf 15 cm – mv ter hoogte van de nieuw te realiseren bibliotheek.

3 Volgens oorspronkelijke bouwtekeningen is de riolering bij de realisatie van het klooster in 1928 tot aan de regenwaterput (naast de hoek van voorgevel en linker zijgevel) uitgevoerd als een gescheiden systeem.

(29)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 29 CONCLUSIE.

Het advies van onderzoeks- en adviesbureau BAAC dient beoordeeld te worden door de bevoegde overheid (gemeente Asten, geadviseerd door ArchAeO) en leidt tot een selectiebesluit. Dit betekent niet dat reeds gestart kan worden met bodemverstorende activiteiten of de daarop voorbereidende activiteiten.

5.4 Cultuur- en bouwhistorie REGELGEVING.

Het bestaande klooster is in bestemmingsplan ‘Woongebieden Asten’ (gedeeltelijk) aangeduid als

‘karakteristiek’. De hele kavel inclusief bebouwing heeft de dubbelbestemming ‘Waarde - Cultuurhistorie’.

Volgens de regels van het bestemmingsplan mag op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden, met daarop beschermde rijksmonumenten en beeldbepalende panden, slechts worden gebouwd indien en voor zover dat nodig is voor het behoud en/of herstel van de bestaande bebouwing, met dien verstande, dat:

a. bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming;

b. geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in het stedenbouwkundige beeld, bepaald door kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling, dat met inbegrip van waardevolle details als erkers, dakkapellen, kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en soortgelijke bouwdelen, zoals vastgelegd in het besluit tot aanwijzing van de beschermd monument ex artikel 6 van de Monumentenwet 1988 of conform besluit van de gemeente tot beeldbepalend pand;

c. rekening wordt gehouden met de aangrenzende cultuurhistorische waarden en het

stedenbouwkundig beeld en de schoonheid en de ruimtelijke structurele samenhang van bedoelde straatwanden;

d. vooraf advies is gevraagd aan een onafhankelijke deskundige.

Het klooster staat op de gemeentelijke monumentenlijst.

In 2009/2010 is door BAAC BV Archeologie en bouwhistorie een rapportage samengesteld van bouwhistorische exterieurbeschrijvingen met waardestelling (zie bijlage 7.5).

TOETSING.

Op 28/03/2017 is het initiatief aan de gezamenlijke welstands- en monumentencommissie van de gemeente Asten toegelicht. Het betrof een eerste oriëntatie met betrekking tot de mogelijkheden.

De gecombineerde commissie juicht toe dat voor dit prachtige monument een nieuwe functie wordt ontwikkeld. Hiermee krijgt het gebouw een 'tweede leven'.

De gecombineerde commissie vindt het verder van belang dat er een bouwhistorisch- en cultuurhistorisch onderzoek wordt uitgevoerd met waardestelling. Aan de hand van dit rapport kunnen dan kaders en uitgangspunten voor de toekomst worden gesteld.

CONCLUSIE.

Anders dan de genoemde rapportage van bouwhistorische exterieurbeschrijvingen met

waardestelling, is er (nog) geen verder bouwhistorisch- en cultuurhistorisch onderzoek uitgevoerd.

In het voorlopige ontwerp is het karakteristiek gedeelte (inclusief het resterend deel van de voorvleugel, de linker zijvleugel en de kloostergang rond de binnentuin) zo veel mogelijk ontzien.

Latere aanbouwen zoals de vergaderzaal inclusief verbindingsgang aan de achterzijde en de facilitaire ruimtes tegen de rechterzijgevel van de voorvleugel zijn gesloopt, de daarmee vrijgekomen grond is gebruikt om nieuwe aanbouwen te realiseren.

5.5 Flora en fauna REGELGEVING.

De ‘Wet natuurbescherming’ vervangt vanaf 1 januari 2017 drie wetten: de Natuurbeschermings- wet 1998, de Boswet en de Flora- en Faunawet.

De uitvoering van de Wet natuurbescherming ligt grotendeels in handen van de provincies.

Met de ‘Wet natuurbescherming’ beschermt het ministerie van Economische Zaken dier- en plantensoorten die in het wild voorkomen. Alles wat schadelijk is voor beschermde soorten, is

(30)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 30 verboden. Ongeveer 500 van de 36.000 diersoorten die in Nederland voorkomen, vallen onder de bescherming van deze wet.

De wet is bedoeld om soorten te beschermen en dient niet ter bescherming van individuele planten of dieren. Het is erop gericht het voortbestaan van de soort niet in gevaar te brengen. Bij

werkzaamheden is de ‘Wet Natuurbescherming’ alleen van toepassing als binnen het werkgebied beschermde soorten voorkomen. Alle in Nederland voorkomende vogelsoorten vallen ook onder de bescherming van de wet.

De ‘Wet Natuurbescherming’ stelt het volgende:

1. Het is verboden opzettelijk van nature in Nederland in het wild levende vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn te doden, te vangen en/of te verstoren. Het is tevens verboden opzettelijk nesten, rustplaatsen en eieren van vogels als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn te vernielen of te beschadigen, of nesten van vogels weg te nemen. (artikel 3.1) 2. Naast vogels is het verboden in het wild levende dieren van soorten, genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn, bijlage II bij het Verdrag van Bern of bijlage I bij het Verdrag van Bonn, in hun natuurlijk verspreidingsgebied opzettelijk te doden, te vangen of te verstoren.

Het is tevens verboden de voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren als bedoeld in het eerste lid te beschadigen of te vernielen. Het is verboden planten van soorten, genoemd in bijlage IV, onderdeel b, bij de Habitatrichtlijn of bijlage I bij het Verdrag van Bern, in hun natuurlijke verspreidingsgebied opzettelijk te plukken en te verzamelen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen. (artikel 3.5)

3. Onverminderd artikel 3.5, eerste, vierde en vijfde lid, is het verboden:

a. in het wild levende zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen, dagvlinders, libellen en kevers van de soorten, genoemd in de bijlage, onderdeel A, bij deze wet, opzettelijk te doden of te vangen;

b. de vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren als bedoeld in onderdeel a opzettelijk te beschadigen of te vernielen, of

c. vaatplanten van de soorten, genoemd in de bijlage, onderdeel B, bij deze wet, in hun natuurlijke verspreidingsgebied opzettelijk te plukken en te verzamelen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen (artikel 3.10).

Dit houdt in dat binnen het plangebied in eerste instantie vastgesteld dient te worden of daarbinnen beschermde soorten aanwezig zijn. Indien deze aanwezig zijn dient het schadelijke effect van de activiteiten op de aanwezige soorten vastgesteld te worden en dient mogelijk een ontheffing in het kader van de Wet natuurbescherming aangevraagd te worden.

TOETSING.

In opdracht van de initiatiefnemers is door Archimil BV een ‘Quick-scan Flora en fauna’ uitgevoerd.

De resultaten van de quick-scan zijn vastgelegd in een rapportage d.d. 21/03/2017 (zie bijlage 7.6).

CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN.

Bij de quickscan die is uitgevoerd ter plaatse van de toekomstige herontwikkeling aan de

Wilhelminastraat 24-26 te Asten, kadastraal bekend onder de gemeente Asten, sectie K, nummer 1034 (ged.), is geen beschermde flora en fauna waargenomen die een belemmering kan vormen voor de voorgenomen activiteit. Op basis van het gebruik van de locatie worden deze op de locatie ook niet verwacht. Ter plaatse van het zuidwestelijke gelegen park zullen geen ontwikkelingen plaatsvinden. Hier heeft dan ook geen onderzoek plaatsgevonden.

Voor de activiteit zullen enkele bomen worden gerooid en zullen struiken worden verwijderd welke als nestgelegenheid kunnen dienen voor diverse vogels en kleine zoogdieren. Op basis van artikel 3.1 van de ‘Wet Natuurbescherming’ is het verboden om opzettelijk nesten, rustplaatsen en eieren van vogels als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn te vernielen of te beschadigen, of nesten van vogels weg te nemen. Werkzaamheden dienen buiten het broedseizoen uitgevoerd te worden.

Op basis van de quickscan wordt een aanvullend of nader onderzoek naar de aanwezige flora en fauna niet noodzakelijk geacht. Voor de geplande activiteiten is geen ontheffingsaanvraag in het kader van de ‘Wet natuurbescherming’ noodzakelijk.

(31)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 31 5.6 Bedrijven en milieuzonering

REGELGEVING.

Bedrijven kunnen niet zomaar naast een gevoelige functie, zoals een woning, gerealiseerd worden.

Zonering, afstand houden, is een belangrijk middel om te voorkomen dat er hinder ontstaat. Ook zorgt dit ervoor dat de bestaande bedrijven niet onevenredig in hun belangen worden geschaad.

Een belangrijk hulpmiddel hierbij is de ‘Handreiking bedrijven en milieuzonering versie 2009’ van de VNG. Als gevolg van jurisprudentie heeft deze publicatie bijna de status van 'pseudo-wetgeving' gekregen waarvan slechts gemotiveerd kan worden afgeweken.

Maar het is ook belangrijk rekening te houden met de omgekeerde werking, zodat bedrijven aan het Activiteitenbesluit kunnen blijven voldoen.

TOETSING.

In de ‘Handreiking bedrijven en milieuzonering’ zijn als bijlage richtafstanden-lijsten opgenomen waarin voor verschillende bedrijven op de milieu-aspecten geur, stof, geluid en gevaar minimale indicatieve afstanden ten opzichte van gevoelige functies zijn aangegeven.

De voor het project gebruikte bedrijfstyperingen met het maatgevende milieu-aspect en bijbehorende minimale afstand zijn:

a. banken, kantoren en openbaar bestuur - aspect ‘geluid’ - afstand minimaal 10 meter, b. buurthuis, theater en schouwburg 4 - aspect ‘geluid’ - afstand minimaal 30 meter, c. bibliotheek - aspect ‘geluid’ - afstand minimaal 10 meter,

d. restaurant, bar en kantine - aspect ‘geluid’ - afstand minimaal 10 meter, e. keukeninstallaties - aspect ‘geur’ - afstand minimaal 30 meter.

Voor de betreffende locatie zijn voor de functieverandering en uitbreiding van het klooster de kortste afstanden ten opzichte van woningen in de omgeving:

- bankfiliaal: 42.2 meter, - kantoren: 26.4 meter, - grote zaal: 52.3 meter, - kapel: 31.4 meter,

- kloosterboerderij: 50.6 meter, - bibliotheek: 8.8 meter,

- foyer en bar bij grote zaal: 38.9 meter, - keuken: 65.8 meter.

CONCLUSIE.

Alleen de geplande nieuwbouw voor de bibliotheek voldoet niet voor wat betreft de minimale afstand volgens de ‘Handreiking bedrijven en milieuzonering’ ten opzichte van de naastliggende woning aan de Wilhelminastraat.

De overschrijding van de minimale afstand is beperkt. Afwijking van de afstand wordt acceptabel geacht omdat de naar de betreffende woning gerichte zijgevel van het nieuwe bouwvolume zonder gevelopeningen zal worden uitgevoerd. Bovendien wordt voor bezoekersparkeren ten behoeve van de bibliotheek gebruik gemaakt van de grote parkeerplaats aan de Wilhelminastraat, die ten opzichte van de betreffende woning aan de andere kant van het kloostergebouw ligt.

5.7 Luchtkwaliteit REGELGEVING.

De regels en grenswaarden voor luchtkwaliteit staan in de Wet milieubeheer (Wm), titel 5.2:

luchtkwaliteitseisen.

Fijn stof (PM10 en PM2,5) en stikstofdioxide (NO2) zijn de belangrijkste stoffen in de luchtkwaliteitsregelgeving.

4 Omdat de in de tabel genoemde afstanden van de functies ‘buurthuis’ en ‘theater /schouwburg’ identiek zijn, worden de ondergebrachte sociaal-culturele functies (grote zaal, kapel, jeugdwerk in de kloosterboerderij en overige verhuurbare zalen in het bestaande kloostercomplex) met deze categorie gelijk gesteld.

(32)

Ruimtelijke onderbouwing functieverandering / uitbreiding R.K. Klooster Priesters v.h. Heilig Hart, Asten 32 Artikel 5.16 lid 1 van de Wet milieubeheer geeft aan wanneer een (luchtvervuilend) project

toelaatbaar is. Het bevoegde bestuursorgaan moet dan aannemelijk maken, dat het project aan één of een combinatie van de volgende voorwaarden voldoet:

- er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;

- een project leidt per saldo niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;

- een project draagt alleen ‘niet in betekenende mate' (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging;

- een project is opgenomen in, of past binnen, het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een regionaal programma van maatregelen.

De uitvoeringsregels voor NIBM staan in de Algemene Maatregel van Bestuur ‘Niet in betekenende mate bijdragen' (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (‘Regeling NIBM’).

In de ‘Atlas Leefomgeving’ zijn de door het Rijksinstituut voor Gezondheid en Milieu voor 2015 berekende concentraties van stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) aangegeven.

Voor de locatie Wilhelminastraat 24 in Asten zijn deze concentraties (hoogste aangegeven waarde op de kavel):

a. voor NO2: ca. 20.8 µg/m3 b. voor PM10: ca. 20.3 µg/m3

De in de Wet milieubeheer genoemde jaargemiddelde grenswaarde is voor NO2 en voor PM10 : 40 µg/m3. De luchtkwaliteit op de locatie is op dit moment dus ruim voldoende.

Volgens de ‘Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland - rapportage 2015’ van het Rijksinstituut voor Gezondheid en Milieu wordt verwacht dat tot 2020 en 2030 de concentraties NO2 en PM10 verder zullen dalen.

TOETSING.

Het project valt niet geheel binnen één van de aangewezen categorieën in de Regeling NIBM.

Onderzocht moet worden of het project tot een concentratietoename van beide stoffen van minder of gelijk aan 3% van de grenswaarde (0,03 x 40 = 1.2 µg/m3) zal leiden. Dit moet aannemelijk worden gemaakt voor de meest maatgevende situatie.

De geplande ontwikkeling (functieverandering en uitbreiding van het huidige klooster) is vooral gericht op plaatselijke activiteiten. De grote zaal en kapel worden niet ingericht als theater of schouwburg, en zullen dan ook niet of nauwelijks een regionale functie hebben.

Mede door het realiseren van goede stallingsmogelijkheden voor fietsen e.d. zal er dan ook slechts beperkt sprake zijn van een verkeersaantrekkende werking. De concentraties NO2 en/of PM10 zullen daarom niet substantieel toenemen.

CONCLUSIE.

Het project kan worden beschouwd als NIBM. Luchtkwaliteit is geen belemmering voor de doorgang van het project.

5.8 Externe veiligheid REGELGEVING.

Externe veiligheid heeft betrekking op situaties waar een ongeval kan plaatsvinden met gevaarlijke stoffen, waardoor mensen - die verder niets met de risicodragende activiteit te maken hebben - om het leven zouden kunnen komen. Hiervoor wordt meestal uitgegaan van het begrip risico, als combinatie van kans en effect.

Volgens het beleid van de rijksoverheid gaat het bij externe veiligheid altijd om situaties waarbij gevaarlijke stoffen en/of windturbines en/of vliegtuigen nabij luchthavens betrokken zijn.

Bij externe veiligheid wordt een onderscheid gemaakt in:

a. externe veiligheid voor inrichtingen,

b. externe veiligheid voor transport van gevaarlijke stoffen (c. externe veiligheid voor luchthavens)

(d. externe veiligheid voor windturbines).

Voor inrichtingen is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) het belangrijkste

toetsingskader. Hierin zijn bijvoorbeeld grenswaarden, richtwaarden en oriënterende waarden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In principe bereid te zijn een financiële bijdrage aan een nieuw gemeenschapshuis Asten te leveren, welke in geval van locatie Heilig Hart Klooster in beginsel bestaat uit een

Principebesluit Financiële haalbaarheid realisatie nieuw gemeenschapshuis Asten in het Heilig Hart Klooster Wilhelminastraat 24 (adviserend)..

Indien u besluit om de locatie Heilig Hart Klooster niet aan te wijzen als voorkeurslocatie of indien u niet bereid bent tot het leveren van een financiële bijdrage komt er een

De Peelgemeenten hebben met de provincie Noord-Brabant afgesproken dat er voor 1 juli 2017 per gemeente bestuurlijke uitspraken liggen over de bestuurlijke opgaven per gemeente en

Dit onderzoek is nodig omdat bijzondere natuurwaarden (die denkbaar zijn in dit gebouw en bijbehorende tuin) in de vervolgfase tot extra kosten kunnen leiden.. Deze extra

Er is nog geen keuze voor een locatie gemaakt; u heeft het college opdracht gegeven de regie over het project over te nemen, een nieuwe projectorganisatie in te stellen en

[r]

gemeenschapshuis Asten, waar de Klepel onder valt, en Stichting Beheer de Beiaard om te komen tot een nieuw gemeenschapshuis in het Heilig Hart Klooster..