• No results found

DEEL 1 : RUWBOUW VOORBEREIDENDE WERKEN PLAATSBESCHRIJVING...10

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DEEL 1 : RUWBOUW VOORBEREIDENDE WERKEN PLAATSBESCHRIJVING...10"

Copied!
131
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DEEL 1 : RUWBOUW ... 10

10 VOORBEREIDENDE WERKEN ... 10

10.13 PLAATSBESCHRIJVING ... 10

10.13.00 PLAATSBESCHRIVING - ALGEMEENHEDEN ... 10

10.14 INRICHTING VAN BOUWPLAATS ... 10

10.14.00 INRICHTING VAN DE BOUWPLAATS ... 10

10.14.10 WERFLOKALEN – ALGEMEEN...11

10.14.20 AFSLUITING VAN DE BOUWPLAATS ... 11

10.14.30 OMHEININGEN EN BESCHUTTINGEN ... 11

10.14.40 WATER ... 12

10.14.50 GAS EN ELECTRICITEIT ... 12

10.14.40 SCHOONMAAK VAN DE BOUWWERF ... 12

11 INRICHTING VAN DE BOUWPLAATS EN AFBRAAKWERKEN .... 13

11.80 AFBRAAK EN OPRUIMINGSWERKEZAAMHEDEN ... 13

11.81.00 ALGEMEMEENHEDEN ... 13

11.81.10 AFBRAAK VAN DE BETONNEN BESCHUTTING ... 13

11.81.11 AFBRAAK VAN DE AFSLUITINGSMUUR AAN DE KANT VAN DE GRIFFIESTRAAT...14

11.81.12 AFVOER VAN HET STADSMEUBILAIR...14

11.81.13 BESCHERMING VAN DE BESTAANDE BOUWWERKEN...14

11.81.14 HERSTELLEN VAN DE BESTAANDE BOUWWERKEN...14

12 GRAAF EN DELFWERKEN, BOUWPUTTEN EN SLEUVEN ... 15

12.30 UITGRAVINGEN ... 15

12.31.00 ALGEMEENHEDDEN UITGRAVINGEN ... 15

12.31.10 UITGRAVINGEN – BOUWPUTTEN ... 15

12.31.11 UITGRAVEN VAN DE BOVENSTE LAAG ... 16

12.31.12 UITGRAVINGEN IN VOLLE MASSA ... 16

12.31.13 uitgravingen voor leidingen ... 16

12.31.14 uitgravingen voor REGENPUT ... 16

12.40 AANAARDINGEN ... 17

12.40.00 ALGEMENHEDDEN AANAARDINGEN ... 17

12.41.10 aanaardingen, met ter plaatse uitgegraven grond ... 17

12.41.20 aanaardingen, gestabiliseerd zand ... 17

12.41.30 AANAARINGEN –DRAINERING ... 18

13 FUNDERINGEN ... 18

13.20 FUNDERINGSYSTEMEN ... 18

Zie studiebureel JZH & partners ... 18

13.50 BESCHERMINGSYSTEMEN EN TOEBEHOREN ... 18

13.51.00 ALGEMEENHEDEN ... 18

13.51.10 WATERDICHTHEID VAN FUNDERINGEN ... 19

(2)

13.51.20 WATERDICHTHEID VAN VLOERPLAAT...19

13.51.30 WATERDICHTHEID AFSLUITING ... 20

13.51.40 GEOTEXTIEL ... 21

13.60 ISOLATIE VAN FUNDERING ... 22

13.60.10 ISOLATIE – FUNDERINGEN BALKEN ... 22

13.60.20 ISOLATIE - VLOERPLAAT ... 22

13.60.30 ISOLATIE VAN INGEGRAVEN MUREN ... 23

13.80 DIVERSE UITVOERING ... 23

13.80.10 AARDINGSLUS...23

13.80.20 mantelbuizen uit P.V.C. voor diverse toevoeren...24

13.80.30 schikkingen voor de ventilatie van de kelders ... 24

14 RIOLERING ... 25

14.20 RIOLERINGSNET – BUIZEN ... 25

14.20.00 HUISAFVALWATER ... 25

14.20.10 RIOLERING – BUIZEN IN HDPE ... 26

14.30 INSPECTIEPUTEN ... 27

14.31.00 INSPECTIEPUTTEN PREFAB – ALGEMEENHEDEN ... 27

14.30.10 INSPECTIEPUTTEN – PREFAB PVC ... 28

14.37.00 INSPECTIEPUTTEN – DEKSELS ... 28

14.37.10 INSPECTIEPUTTEN - putdeksels, gietijzer ... 29

14.40 AANSLUITINGEN ... 29

14.41.00 AANSLUITING OP DE OPENBARE RIOLERING ... 29

14.70 VERZAMELEN VAN OPPERVLAKTEWATER ... 29

14.70.10 afvoerkolken ... 29

14.70.30 REGENWATERPUT ... 30

15 GEWAPEND BETON ... 31

16 STAAL ... 31

17 METSELWERKEN EN INGEGRAVEN CONSTRUCTIES ... 31

17.30.00 blokken/stenen, alg. ... 31

17.30.10 THERMISCH ISOLEREND METSELWERK -19CM ... 33

17.30.15 THERMISCH ISOLEREND METSELWERK -14CM ... 34

17.30.20 BloKKEN EN BAKSTENEN UIT AARDEWERK...34

17.30.30 AKOESTISCH ISOLERENDE BLOKKEN UIT AARDEWERK 19CM...35

17.30.35 AKOESTISCH ISOLERENDE BLOKKEN UIT AARDEWERK 9CM...35

17.30.40 GEWAPEND METSELWERK IN ZWAAR BETONBLOKKEN...35

17.30.50 CELLULAIRGLAS BLOKKEN OM DE EVENTUELE RISICO'S OP KOUDE BRUGGEN TE VERMIJDEN...35

17.30.60 Prefab-lateien ... 36

17.30.70 DIVERSE METSELWERK – DEKPLAAT ELEMENTEN...37

18 GEVELAFWERKINGEN ... 37

(3)

18.10 PARAMENTMETSELWERK ... 37

18.10.00 ALGEMEENHEDDEN. ... 37

18.10.10 PARAMENTMETSELWERK ... 39

18.10.20 PARAMENTMETSELWERK – Ondersteuningsconsoles (vensteropeningen) ... 40

18.20 GEVELS ISOLATIE ... 41

18.20.10 PARAMENTMETSLWERK – ISOLATIE ... 41

18.30 BUITENBEZETWERK ... 41

18.30.00 Gevelafwerkingen, sierpleisters, alg. ... 41

18.30.10 Gevelafwerkingen, sierpleisters, mineraal ... 43

18.40 ZIJBEKLEDING ... 43

18.40.10 ZIJBEKLEDING PANNELEN ... 43

18.40.20 ONDERSTRUKTUUR VAN ZIJBEKLEDING ... 44

18.40.30 BESCHERMINGMEMBRAAN ... 45

18.40.40 ISOLATIE ACHTER ZIJBEKLEDING...46

18.90 HULPSTUKKEN EN DIVERSE ELEMENTEN VOOR GEVELWERKEN ... 46

18.90.10 DORPELS en muurvoeting – blauwe hardsteen ... 46

18.90.20 omkadering voor aluminium raamprofielen ... 47

18.90.30 dorpels, aluminium ... 48

18.90.40 MUURAFDEKELEMENTEN, aluminium ... 48

19 VEILIGHEIDSUITRUSTINGEN ... 48

19.10 VEILIGHEIDSMAATREGELEN / ONDERHOUD VAN HET GEBOUW ... 48

19.10.00 VAST VERANKERINGSPUNT...48

DEEL 3 DAKWERKEN ... 49

31 ONDERDAKEN ELEMENTEN ... 49

31.40 DAKISOLATIE ... 49

31.40.10 DAK ISOLATIE - PLATE DAK ... 49

31.40.20 Isolatie MET houtvezelpanelen ... 50

33 DAKAFDICHTING ... 50

33.20 BAANVORMIGE DAKAFDICHTINGEN ... 50

33.20.10 BITUMEUZE WATERDICHTING ... 50

33.20.20 BITUMEUZE WATERDICHTING : OPZETKANTE ... 51

33.20.30 SLABBEN IN ALUMINIUM ... 51

33.20.40 HULPSTUKKEN, KIEZELBAK – AFWATERINGSGOOT – OVERLATEN ... 52

33.30 GROENE DAKEN ... 52

31.60.00 GROENE DAKEN SYSTEEM ... 52

33.40 HELLINGSLAAG ... 55

33.40.10 HELLLINGSBETON ... 55

35 DAKWATERAFVOER ... 55

35.40 AFVOERBUIZEN ... 55

(4)

35.40.00 Hemelwaterafvoer, afvoerbuizen, algemeen ... 55

35.40.10 Hemelwaterafvoer, afvoerbuizen, HDPE ... 56

DEEL 4 VERWARMING / VERLUCHTING ... 57

40 CENTRALE VERWARMING ... 57

40.00 ALGEMEEN ... 57

40.10.00 STUDIES ... 57

40.10.10 REFERENTIEDOCUMENTEN ... 58

40.10.20 DETAIL EN UITVOERINGSTEKENINGEN ... 58

40.10.30 BEGRENZING VAN DE OPDRACHT ... 58

40.10.40 GOEDKEURING VAN HET MATERIEEL ... 59

40.10.50 BESCHRIJVING VAN DE INSTALLATIES ... 59

40.10.60 BEREKENINGSGRONDSLAG ... 59

40.10.70 KENMERKEN VAN HET GEBOUW ... 60

40.10.80 DIMENSIONERING VAN DE BUIZEN ... 60

40.10.90 BEDRIJFSDRUK ... 60

40.20 CONTROLES-PROEVEN EN OPLEVERINGEN ... 60

40.20.00 ALGEMEEN ... 60

40.20.10 TE VERRICHTEN ALGEMENE CONTROLES EN PROEVEN ... 61

40.20.20 TE VERRICHREN BIJZONDERE CONTROLES EN PROEVEN ... 61

40.30 VERWARMINGSKETELS ... 61

40.30.10 GASCONDENSATIEKETEL HOOG RENDEMENT ... 61

40.30.20 VULLEN MET LEIDINGWATER ... 62

40.30.30 POMPEN EN CIRCULATOREN ... 62

40.30.40 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN ... 62

40.30.50 SCHOORSTEENELEMENTEN – BUIZEN UIT ROESTVRIJ STAAL ... 62

40.40 GASAANSLUITING ... 63

40.40.10 ALGEMEEN ... 63

40.40.20 LEIDINGEN ... 63

40.50 LEIDINGEN EN TOEBEHOREN ... 64

40.50.10 BUIZEN ... 64

40.50.10 LEIDINGEN EN HULPSTUKKEN – STAAL ... 65

40.50.20 LEIDINGEN EN HULPSTUKKEN – KUNSTSTOF ... 65

40.50.30 THERMISCHE ISOLATIE VAN DE LEIDINGEN ... 66

40.50.40 BRANDVRIJE DOORVOEREN ... 67

40.60 VERWARMINGSLICHAMEN ... 67

40.60.10 RADIATOREN ... 67

40.60.20 KRANEN ... 68

40.60.30 RADIATORKRANEN ... 68

40.60.40 VLOERPUT...68

40.70 TEMPERATUURREGELING EN HULPSTUKKEN ... 69

(5)

40.70.10 OMGEVINGSTHERMOSTAAT ... 69

40.70.20 THERMOSTATISCHE KRANEN ... 69

40.80 TELLERS ... 70

40.70.10 TELLERS VOOR HET ENERGIEVERBRUIK ... 70

41 VENTILATIESYSTEEM ... 70

41.00 ALGEMEEN ... 70

41.00.10 beschrijving van de installaties met dubbele stroom...70

41.10 BESTANDDELEN ... 71

41.10.10 VENTILATIEGROep MET WARMTERECUPERATIE MET HOOG RENDEMENT ...71

41.10.20 SCHAKELAAR MET 3 STANDEN...72

41.10.30 regelbare aan- en afvoeropening...72

41.10.40 KOKERS...72

41.10.50 BRANDWERENDE KLEP...72

41.10.60 DEMPERS...72

41.10.70 DAKUITGANGEN VOOR AFVOER VAN VERVUILDE LUCHT...72

41.10.80 COLLECTIEVE AANVOER VAN VERSE LUCHT IN HET DAK ...73

DEEL 5 ELKTRICITEIT ... 73

50.00 ALGEMEEN ... 73

50.00.10 BESCHRIJVING VAN DE WERKEN ... 73

50.00.20 ALGEMENE KENMERKEN VAN LAAGPANNINGSNET ... 73

50.00.30 REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN ... 73

50.10 ALGEMENE INSTALLATIEVOORWAARDEN ... 74

50.10.10 Goedkeuring van de leveringen ... 74

50.10.20 Wachtkabels ... 74

50.20.30 Tracé van de installaties ... 74

50.20.40 Locaties van de toestellen en indeling van de plaatsen ... 74

50.20.50 Bescherming van het materieel ... 75

50.20.60 Boringen – Herstellen en bijwerken van muren en vloeren – Brandveiligheid ... 75

50.20.70 Brandwerende wanden ... 75

50.30 ALGEMENE OPLEVERINGSVOORWAARDEN ... 75

50.30.10 Oplevering van de werken ... 75

50.30.20 Waarborgen ... 76

50.20.30 SCHAKEL- EN VERDEELBORDEN ... 76

50.30 AARDINGSNET ... 77

50.30.00 Algemeen ... 77

50.30.10 Equipotentiaallijnen ... 78

50.30.20 Staafjes voor stroomverbreking en equipotentialiteit ... 78

50.40 LEIDINGEN ... 78

(6)

50.40.10 Plaatsing ... 78

50.40.20 Stroomaanvoerleidingen ... 78

50.40.30 Verdeelcircuits ... 78

50.50 ELEMENTEN VOOR HET PLAATSEN VAN DE KABELS ... 78

50.50.10 Buizen ... 78

50.50.20 Zichtbare buizen ... 79

50.50.40 Ingewerkte buizen ... 79

50.50.50 Wachtbuizen ... 79

50.50.60 KABELGANGEN – KABELLADDERS - KALBELGOTEN ... 79

50.60 CONTACTDOZEN – SCHAKELAARS – DRUKKNOPPEN – KABELUITGANGEN ... 79

50.60.10 Plaatsing ... 79

50.60.20 Toestellen beschermd tegen opspattend water ... 80

50.60.30 Dozen ... 80

50.60.40 Contactdozen ... 80

50.60.50 Vloercontactdozen ... 80

50.60.60 Kabeluitgangen ... 80

50.60.70 Schakelaars ... 80

50.60.80 Drukknoppen ... 81

50.70 VERLICHTINGSTOESTELLEN ... 81

50.70.10 achitecturale toestel ... 81

50.70.20 VERLICHTINGSARMATUUR VOOR OPBOUW ... 81

50.70.30 dienst verlichting...82

50.80 PARLOFONIE ... 82

50.80.10 Algemeen ... 82

50.80.20 Buitenparlofoon ... 82

50.80.30 Deurbelmodule ... 83

50.80.40 Binnenparlofoon ... 83

50.80.50 Elektrische schootplaat ... 83

50.80.60 Bekabeling ... 83

50.80.70 KABELTELEVISIE-RADIO ... 83

50.90 TELEFONIE ... 84

50.90.10 Algemeen ... 84

50.90.20 Voorschriften ... 84

50.90.30 Telefoonaansluitdozen ... 84

56 VEILIGHEIDINSTALLATIES ... 84

56.10 BRANDVELIGHEID ... 84

56.10.00 ALGEMEEN REGLEMENT ... 84

56.10.10 VEILIGHEIDSVERLICHTNG ... 84

56.10.20 VEILIGHEIDSSIGNALISATIE (PICTOGRAM) ... 85

(7)

56.10.30 autonome branddetectoren ... 85

56.10.40 BRANDBLUSSER ... 85

DEEL 6 SANITAIR ... 86

60 SANITAIRE INSTALLATIE ... 86

60.00 ALGEMENE BEPALINGEN ... 86

60.00.10 Tracé ... 86

60.00.20 Voorwerp van het lot sanitair ... 86

60.00.30 Referentiedocumenten ... 86

60.00.40 Detail- en uitvoeringstekeningen ... 87

60.00.50 Begrenzing van de opdracht ... 87

60.00.60 Goedkeuring van het materieel ... 88

60.00.70 Televeren documenten ... 88

60.10 BESCHRIJVING VAN DE INSTALLATIES ... 88

60.10.10 Productie sanitair warm water ... 88

60.10.20 Aanvoer van koud water ... 89

60.10.30 Berekeningsgrondslag ... 89

60.10.40 Proeven – Oplevering - Waarborg ... 89

60.20 LEIDINGEN ... 90

60.20.10 Algemeen ... 90

60.20.15 Aansluiting op warm en op koud water ... 90

60.20.20 Distributienet in verzinkt staal ... 90

60.20.25 Distributienet in polyethyleen (PER) ... 91

60.20.30 Koppeling van de buizen ... 91

60.20.35 Uitzetting ... 92

60.20.40 Thermische isolatie ... 92

60.20.45 Geluidsisolatie ... 92

60.20.50 Anticondens-isolatie ... 93

60.20.55 Warmwaterdistributie ... 93

60.20.60 Aankoppeling van sanitaire toestellen ... 93

60.20.65 Ventilatiebuizen ... 93

60.20.70 Valpijpen en afvoerbuizen in PE-HD ... 93

60.20.75 Aankoppeling van de toestellen ... 95

60.30 SANITAIRE TOESTELLEN EN TOEBEHOREN ... 96

60.30.00 Algemeen ... 96

60.30.10 Wastafel ... 96

60.30.20 Handwasbak ... 96

60.30.30 BADKUIP ... 96

60.30.40 Complete WC ... 97

60.30.50 completE WC VOOR KINDEREN...97

60.30.50 Keukengootsteen ... 97

60.30.60 SANITAIRE TOEBEHOREN ... 98

(8)

60.40 KRANEN ... 98

60.40.10 Kranen met dubbele werking ... 98

60.40.20 Aftapkranen ... 98

60.40.30 Afsluitkranen ... 98

60.40.40 Mengkranen voor sanitaire toestellen ... 98

60.40.40 BUITEN KRANEN ... 99

DEEL 7 SCHRIJNWERKEN ... 100

71 BUITENSCHRIJNWERKEN ... 100

71.10 RAMEN EN DEUREN ... 100

71.10.10 RAMEN EN DEUREN IN ALUMINIUM ... 100

71.10.20 RAMEN IN HOUT ... 103

71.10.30 LUCHTDICHT MAKEN VAN AANSLUITING TUSSEN RAMEN EN DEUREN EN PLEISTERWERK ... 106

71.20 DAKVLAKVENSTERS - KOEPELS ... 107

71.20.10 KOEPELS SYSTEMEN ... 107

71.30 METALEN SCHRIJNWERKERIJ ... 108

71.30.10 BUITENBORSTWERINGEN IN GEGALVANISEERD STAAL...108

71.30.20 BUITENBORSTWERINGEN ... 109

71.30.30 MECANISCH LUIK...109

71.30.40 VERLAAGD PLAFOND IN GEREKT METAAL ... 110

71.40 HULPSTUKKEN ... 111

71.40.10 STRAATNUMMER ... 111

71.40.20 BRIEVENBUSSEN APPARTEMENTEN ... 111

72 BINNENSCHRIJNWERKEN ... 112

72.00 ALGEMEENHEDEN ... 112

72.00.10 Algemene kwaliteit en uitvoering ... 112

72.10 BINNENDEUREN ... 112

72.10.10 GEWOON DEUR ... 112

72.10.20 BRANDVRIJE 1/2U DEUREN VAN APPARTEMENTEN ... 113

72.10.30 BRANDVRIJE 1/2U DEUREN VAN KELDER ... 114

72.10.40 BEGLAZING GEHEEL...114

72.20.50 PREFAB SANITAIRE WANDEN ... 115

72.20 PLINTEN ... 116

72.20.10 HOUTEN PLINTEN ... 116

72.20.20 PLINTen - TEGEL...116

72.30 BORSTWERING ... 116

72.30.20 HANDLEUNING TRAP – KELDERS en vzw ... 117

72.40 MEUBEL ... 117

72.40.10 BADKUIPMANTEL ... 117

72.40.20 TECHNISCHE KASTENDEUREN...117

(9)

72.40.30 GORDIJNKASTEN ... 118

72.40.40 KEUKENMEUBILERING - ELEkTRO APARAAT ... 118

73 LICHTE SCHEIDINGSWANDEN ... 119

73.10 ISOLERENDE GIPSKARTONPLATEN ... 119

73.10.10 VOORZETWANDEN MET THERMISCHE ISOLATIE...119

DEEL 8 AFWERKINGEN ... 121

81 BINNENPLEISTERWERKEN ... 121

81.20 PLEISTERWERKEN ... 121

81.20.00 ALGEMEENHEDEN ... 121

81.20.10 PLEISTERWERKEN OP DE NIEUWE MUREN ... 121

81.20.20 BEZETTING OP BINNEN MUUR ... 122

83 PLAFONDAFWERKINGEN ... 122

83.20 GIPSKARTONPLATEN ... 122

83.20.10 VERLAAGDPLAFOND - gIPSKARTONPLATEN ... 122

84 BINNENWANDAFWERKINGEN ... 123

84.10 BINNENBEKLEDING OP MUREN ... 123

84.10.10 MUURTEGELS ... 123

84.10.20 VENSTERTABLETTEN ... 124

86 VLOERAFWERKING ... 124

86.30 DEKVLOER ... 124

86.30.10 GLADDE ZWEVENDE DEKVLOER ... 124

86.30.20 GLADDE AANHECHTEND DEKVLOER ... 125

86.30.30 AANHECHTEND GEPOLIJST DEKVLOER ... 125

86.60 GELIJMDE BEKLEDINGEN ... 125

86.60.10 VLOERTEGELS GRES ... 125

86.60.20 VLOERBEDEKKING IN LINOLEUM ... 126

86.80 DIVERSE AFWERKINGEN. ... 126

86.80.10 TUSSENDORPELS ... 126

86.80.20 VOETMAT KADER ... 127

86.80.30 VOETMAT ... 127

88 SCHILDERWERKEN ... 127

88.00 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN INZAKE SCHILDERWERKEN ... 127

88.00.10 ALGEMEENHEDEN ... 127

88.10 BINNENSCHILDERWERKEN ... 128

...128

DEEL 9 BUITENINRICHTING ... 129

92 TUININRICHTING – GROENAANLEG - KOER ... 129

92.10 VLOERBEDEKKING ... 129

(10)

DEEL 1 : RUWBOUW

10 VOORBEREIDENDE WERKEN

Zie tevens de administratieve bepalingen van de opdracht bijgevoegd bij deze technische bepalingen van het bijzonder bestek.

10.13 PLAATSBESCHRIJVING

10.13.00 PLAATSBESCHRIVING - ALGEMEENHEDEN OMVANG

Vóór de aanvang van de werken maakt de aannemer de plaatsbeschrijving op van de werkstukken waarop zijn werken rechtstreeks of onrechtstreekse betrekking hebben en hij legt ze voor aan de bouwheer; hij meldt in voorkomend geval alle beschadigingen of onregelmatigheden die vóór zijn interventie bestonden.

ALGEMENE BESCHRIJVING - UITVOERING

Wat de aanpalende eigendommen betreft, worden de plaatsbeschrijvingen door en op kosten van de eigenaar op tegenspraak opgemaakt met de belanghebbenden.

Wat de openbare straatweg, de rechtverkrijgenden betreft en met name de riolering en de mogelijke verzanding ervan wordt de aannemer met name verzocht tot een vaststelling op tegenspraak over te gaan met een vertegenwoordiger van het gemeentebestuur.

Als de aannemer nalaat deze plaatsbeschrijvingen op te maken, staat hij alleen in voor alle gevolgen, in die zin dat de betreffende werkstukken vóór de werken in perfecte staat worden geacht en dat ze bijgevolg na de voltooiing van de werken in diezelfde staat worden gelaten of afgeleverd.

Na voltooiing van de werken gaat de aannemer over tot een vergelijkende verificatie van deze plaatsbeschrijvingen en hij bezorgt de bouwheer daarvan een afschrift.

Het gebrek aan een volledige verificatie van de plaatsbeschrijvingen verhindert het vrijgeven van de waarborg, die bij de voorlopige oplevering is voorzien

MEETCODE Forfaitaire prijs

10.14 INRICHTING VAN BOUWPLAATS 10.14.00 INRICHTING VAN DE BOUWPLAATS

OMVANG

Deze post omvat alle infrastructuren die vereist zijn voor een uitvoering van de werken in de beste omstandigheden en in overeenstemming met de van kracht zijnde reglementen (ARAB, gemeenteverordeningen, ...) zoals vervoer, diverse inrichtingen, uitsparingen voor de plaatsingen, hur van materieel, ....

Onverminderd wat gezegd wordt in het algemeen bestek en het bijzonder bestek, dient de aanbesteder onder meer op eigen kosten rekening te houden met volgende elementen:

a) alle wettelijke en willekeurige te nemen voorzieningen om het normale verkeer van voertuigen en voetgangers tijdens de gehele duur der werken op de openbare wegen te verzekeren, de veiligheid van personen en goederen te garanderen, en de afvloeiing van water uit beken, bronnen, rioleringen, afstromingen, enz... te waarborgen;

b) alle te nemen maatregelen om de toegangswegen naar de werf doorlopend in perfecte staat van orde en netheid te gehouden;

c) de installatie op de werf van degelijke en beschutte voorraadkamers, wasplaatsen, wc’s, enz… voor het personeel, van opslagruimten of barakken om kalk, cement, enz…

doeltreffend tegen alle weersomstandigheden op te slaan;

d) alle noodzakelijke uit te voeren werken om de veiligheid en gerieflijkheid of het behoud van de werf te verzekeren (steigerwerken, stellingen, betimmeringen, verstevigingen, enz…), rekening houdend met onder andere de voorzieningen uit artikel 30 van het algemeen bestek;

(11)

e) alle voorlopige uit te voeren werken die bestemd zijn om de uitvoeringswerken te vergemakkelijken;

f) de schadevergoedingen, kosten inzake controle en oplevering, algemeen willekeurige belastingen en taksen, door de aanneming te betalen, inclusief de gemeentetaksen;

g) het ter beschikking stellen aan de bouwheer van de controlewerken en –organen, het nodige materiaal, personeel en leveringen om alle nodige controles te kunnen uitvoeren;

h) de bevoorrading in water en elektrische stroom van de werf; indien andere aannemers hem op de werf opvolgen, kan de aanbesteder ertoe worden gehouden de aansluiting te behouden. In dat geval heeft hij recht op een schadevergoeding voor het immobiliseren van zijn materiaal en voor het eventuele verbruik. Deze schadevergoeding wordt door de aannemer(s) betaald die beroep doet (doen) op de betrokken installatie.

Het bedrag van de schadevergoeding wordt ter goedkeuring aan de bouwheer worden voorgelegd;

i) de kostprijs van de technische documentatie en de gebruiksaanwijzingen van de door de aanbesteder geleverde toestellen, in de taal van het Gewest;

j) de kosten inzake de verplichting van de aanbesteder om het gebouw progressief tijdens de winter voor te verwarmen, voordat de constructie in gebruik wordt genomen, zodat de constructie binnen de contractuele termijn kan worden afgewerkt;

k) alle willekeurige schikkingen met het oog op het gebruik, hetzij gedeeltelijk van het voetpad en/of de openbare weg. De taksen en bijdragen komen ten laste van de aanbesteder.

10.14.10 WERFLOKALEN – ALGEMEEN OMVANG

Er wordt benadrukt dat de aanbesteder aan de personeelsleden van het Bestuur en voor hun exclusief gebruik, vanaf de datum die werd bevestigd voor de aanvang van de werken en tot het einde ervan op een plaats die in overleg met de bouwheer dient te worden bepaald, volgende ter beschikking stelt:

1) een kantoor, genaamd het kantoor van het Bestuur.

dit lokaal, met een minimale oppervlakte van 10 m², wordt geïnstalleerd, gemeubeld met een kast met slot en 3 sleutels, een speciale plannenkast met slot en 3 sleutels, een bureau (meubel), een tafel en 4 stoelen, een telefoon en fax, aangesloten op het

openbare telefoonnetwerk; dit lokaal wordt onderhouden, verlicht, verwarmd en bewaakt op kosten en met de zorgen van de aanbesteder. De kostprijs van het abonnement en van de telefoongesprekken vallen hem eveneens ten laste.

2) een vergaderzaal en een WC.

Dit lokaal, met een minimale oppervlakte van 20 m², is gemeubeld met tafels en stoelen voor minstens 15 personen, opbergkasten voor plannen, bestekken en stalen alsook prikborden voor het ophangen van plannen. Er wordt een toilet voorzien naast de vergaderzaal, uitgerust met een WC en een wastafel.

10.14.20 AFSLUITING VAN DE BOUWPLAATS OMVANG

De aannemer zal op zijn kosten een voorlopige afsluiting van de bouwplaats voorzien. De afsluiting moet efficiënt zijn om de toegang tot de ruimten door derden te verhinderen. De aannemer neemt alle nodige maatregelen om de lokalen die voor de werken geopend werden te beschermen tegen de invloed van de weersomstandigheden.

Hij dient ook alle nodige maatregelen te nemen om de beplantingen doeltreffend te beschermen, ook die welke zich buiten het werkgebied bevinden.

10.14.30 OMHEININGEN EN BESCHUTTINGEN OMVANG

De aannemer wordt belast met het leveren en installeren van omheiningen, om de werf af te sluiten, onder meer langsheen de openbare wegen, volgens de van kracht zijnde voorschriften, met de nodige verlichting en veiligheidsindicaties.

(12)

De aannemer dient de nodige toestemmingen te verkrijgen tijdens de periode van de werken. De omheining wordt regelmatig onderhouden. De aannemer is verantwoordelijk voor het dagelijks afsluiten van de werf, na het stopzetten van de werken.

Een aannemer die een commerciële reclame op of rondom de werf tegen de omheiningen wenst te plaatsen, dient contact op te nemen met het Departement Economie – Media en Publiciteit van de gemeente, om contractueel de modaliteiten van deze exploitatie vast te leggen.

Het leveren en plaatsen op de kosten van de aanbesteder van 2 witte paneelonderdelen met een minimale oppervlakte van elk 3 m².

De onderkant van elk paneelonderdeel bevindt zich op minstens 2,50 m van de grond.

Op elk paneelonderdeel omvat de benaming van het ontwerp, het totaal aantal woningen, handelszaken en andere elementen van de werf, de naam van de subsidiërende overheid en het kader van de subsidie, de naam van de ontwerpers, de naam van de studie- en controleburelen, de naam van de aanbesteder en eventueel die van de onderaannemers.

Deze opschriften worden in het Frans en het Nederlands weergegeven en moeten door de bouwheer en de architect worden goedgekeurd.

Hun plaatsing gebeurt op de plaats die door de bouwheer wordt aangeduid.

10.14.40 WATER OMSCHRIJVING

Het openen van een voorlopige watermeter alsook het waterverbruik tijdens de werken is ten laste van de aannemer.

Eens het nieuwe gebouw wordt opgericht, staat de bouwheer in voor de aansluiting en de installatie van de nieuwe tellers van het nieuwe gebouw. Hij voert hiervoor zelf de

aanvraag uit bij de distributiemaatschappij.

10.14.50 GAS EN ELECTRICITEIT OMSCHRIJVING

Eens het nieuwe gebouw wordt opgericht, de bouwheer vraagt aan de elektriciteitsmaatschappij op zijn kosten de aansluiting en de installatie van nieuwe meters aan.

De aannemer neemt ook de meter en het voorlopig schakelbord alsook het stroomverbruik tijdens de gehele duur van de werken voor zijn rekening.

10.14.40 SCHOONMAAK VAN DE BOUWWERF OMSCHRIJVING

De afvoer van puin, afval en afbraakmaterialen, zowel bij de aanvang als bij het einde van de bouwwerken, maakt deel uit van deze aannemingsopdracht.

Elke aannemer dient zijn puin, naarmate de werken vorderen, af te voeren en de werkstukken die hij heeft uitgevoerd in zo’n staat door te geven aan de volgende bouwvakkers dat deze hun werk behoorlijk kunnen uitvoeren.

Met het oog op de voorlopige oplevering moet de aannemer de bouwplaats (kelderverdieping, vensterruiten, houtwerk,...) volledig schoon te maken. De architect kan de aannemer vragen bijkomende reinigingen uit te voeren als dit noodzakelijk is. Een grondige schoonmaak omvat ook het reinigen van de onmiddellijke omgeving van de bouwplaats (houtafval, steen, cement, bakstenen, blokken en alle rondslingerende afbraakmaterialen of zwerfvuil), het herstellen van het wegdek en de stoepboorden,...

MEETCODE Inbegrepen

(13)

11 INRICHTING VAN DE BOUWPLAATS EN AFBRAAKWERKEN 11.80 AFBRAAK EN OPRUIMINGSWERKEZAAMHEDEN

11.81.00 ALGEMEMEENHEDEN OMSCHRIJVING

Al de afbraakmaterialen, zonder uitdrukkelijke andere vermelding in de betreffende bestekartikelen, zijn na afbraak eigendom van de aannemer.

De werken omvatten het slopen van de hierna beschreven elementen.

De aannemer zorgt dat de niet te slopen gebouwenelementen afdoende beschermd en niet beschadigd worden.

Hiervoor worden de nodige stellingen, beveiligingen, schoren en onderstutdingen aangewend.

Ieder voorwerp met een wetenschappelijke of een kunsthistorische waarde, ontdekt tijdens het slopingswerk, het graafwerk of de verdere uitvoering van de werken, is eigendom van de bouwheer, die zich het recht voorbehoudt de aannemer bijzondere voorschriften op te leggen tot vrijwaring en opruiming ervan.

Inbegrepen in de slopingswerken zijn :

- Het treffen van de nodige veiligheidsmaatregelen. Alle bijhorende kosten dienaangaande zijn ten laste van de aannemer.

- Het vervoeren van het puin. Niet het minste puin, vuilnis of afval mag op de werf gelaten worden. Tezelfdertijd dient de openbare weg iedere avond ontdaan te worden van afval.

- Het treffen van de nodige maatregelen tegen stofvervuiling tijdens de sloopwerken.

- Huur van eventuele vrachtwagens ofwel containers en alle daarbijhorende taksen.

- Het nemen van conserverende maatregelen voor de bestaande werken, inclusief de nodige voorzorgsmaatregelen om de stabiliteit van de aanpalende gebouwen te garanderen tijdens de uitvoering van de werken.

ALGEMENE BESCHRIJVING - UITVOERING De aannemer voert de afbraakwerken zorgvuldig uit.

Hij is verantwoordelijk voor alle schade door de afbraakwerken veroorzaakt aan de omliggende gebouwen en aan de opritten. Beschadigingen door de aannemer veroorzaakt zullen in de oorspronkelijke toestand en op zijn kosten worden hersteld.

Gedurende de uitvoering van de werken zal hij alle voorzorgsmaatregelen treffen teneinde geen enkele boven- en ondergrondse leiding van elektriciteit, gas of water te beschadigen, door neervallende brokstukken, of door het opstellen van tuigen of welkdanige handeling.

COORDINATIE

De aannemer zal zich voorafgaandelijk van de plaatselijke omstandigheden vergewissen.

Hiertoe zorgt de bouwheer of de architect dat de toegankelijkheid mogelijk is.

Een sleutel is af te halen op het adres:

Gemeente Anderlecht Stadsrenovatie Van Lintstraat 6 1070 Brussel

Minstens twee weken voor de aanvang, legt de aannemer de architect een werkplanning ter goedkeuring voor. De architect houdt zich het recht voor hieraan correcties aan te brengen waarmee de aannemer moet rekening houden.

11.81.10 AFBRAAK VAN DE BETONNEN BESCHUTTING OMSCHRIJVING

Deze post omvat de volledige afbraak van de betonnen elementen op de werfzone.

(14)

Inclusief de geprefabriceerde betonnen elementen, steunsokkels, bedekkingen, eventuele funderingen en alle bijkomende werkzaamheden.

MEETCODE Forfaitaire prijs

11.81.11 AFBRAAK VAN DE AFSLUITINGSMUUR AAN DE KANT VAN DE GRIFFIESTRAAT OMSCHRIJVING

Deze post betreft de volledige afbraak van de afsluitingsmuur op het voorliggende terrein aan de kant van de griffiestraat. Inclusief het hek aan de ingang, het metselwerk, de funderingen en andere werkzaamheden.

MEETCODE Forfaitaire prijs

11.81.12 AFVOER VAN HET STADSMEUBILAIR OMSCHRIJVING

Afvoer van alle stadsmeubilair aanwezig op het voorliggende deel van het terrein.

Voornamelijk: Vuilnisbak, uithangborden. De eventuele teruggave van deze elementen aan de gemeentediensten wordt door de Bouwheer gecoördineerd.

MEETCODE

Inbegrepen post 11.81.11

11.81.13 BESCHERMING VAN DE BESTAANDE BOUWWERKEN OMSCHRIJVING

Ter herhaling, eens de bestaande elementen werden afgebroken, wordt in een voorlopige fase aan de aannemer gevraagd om te waken over het behoud van de bestaande elementen naast de werf, en om de voorbereidingen van de ondergrond ter hoogte van de gemene muren te garanderen. Voornamelijk, de verwijdering van hulpstukken zoals hangende dakgoten en andere elementen ter hoogte van de interventie.

MEETCODE Inbegrepen lot 11

11.81.14 HERSTELLEN VAN DE BESTAANDE BOUWWERKEN OMSCHRIJVING

Ter herhaling, deze post omvat de eventuele herstellingswerken na de afbraakfase, alsmede het eventuele stempelen van barsten of andere gebreken die in de gemene muren werden

veroorzaakt.

MEETCODE

Inbegrepen bij de afbraakwerken

(15)

12 GRAAF EN DELFWERKEN, BOUWPUTTEN EN SLEUVEN 12.30 UITGRAVINGEN

12.31.00 ALGEMEENHEDDEN UITGRAVINGEN OMSCHRIJVING

De werken omvatten : - De uitgravingen.

- Het afbreken en verwijderen van oude massieven en hindernissen kleiner dan 0,5 m3.

- Het stutten van de uitgravingen.

- Bij het vaststellen van grotere hindernissen of ernstige gebreken in de grond die de stabiliteit en/of het gebruik van de constructie nadelig kunnen beïnvloeden, zoals oude waterputten, slappe grondlagen of allerhande verontreinigingen, verwittigt de aannemer de architect die verdere instructies geeft voor het verwijderen van de hindernissen, of het oplossen of saneren van het gebrek. De werken voortvloeiend uit deze instructies worden achteraf verrekend na overeenkomst over de prijs; er kunnen geen verrekeningen gebeuren zonder het voorafgaand akkoord van de architect.

- Indien de op de plannen of in het bestek voorziene diepte niet voldoende is, zijn de meerwerken verrekenbaar in de diepte, doch niet in de breedte.

ALGEMENE BESCHRIJVING - UITVOERING

De funderingssleuven en bouwputten worden waterpas en zuiver uitgegraven tot op het niveau voorgeschreven door de architect.

De wanden van de funderingssleuven en bouwputten worden zoveel mogelijk verticaal uitgegraven. Wanneer evenwel wordt gevreesd voor inkalving gedurende de werken, worden de wanden in taluds uitgevoerd.

Bij het uitvoeren van de grond- en delfwerken verwijdert de aannemer alle oude funderings- en metselwerkmassieven, oude rioleringsbuizen, rioleringsputten, en alle hindernissen zoals ingegraven puin, wortelstronken. Het puin en afval van deze massieven en hindernissen wordt van de werf verwijderd.

Indien de bodem van de funderingssleuven en bouwputten door toedoen van de aannemer beschadigingen ondergaat, die volgens de architect van die aard zijn dat ze de stabiliteit en of het gebruik van de constructie nadelig kunnen beïnvloeden, voert de aannemer op eigen kosten de vereiste bijkomende werken uit, volgens de instructies van de architect. In elke fase van de grond en delfwerken kan de architect eisen de uitgravingen dieper of breder uit te voeren.

COORDINATIE

De wijze van uitvoering van de grond en delfwerken wordt aan het initiatief van de aannemer overgelaten, mits alle voorschriften van dit bestek nageleefd worden, en zodat geen schade wordt aangebracht aan werken in uitvoering en aan de bestaande bouwwerken.

Zonder de uitdrukkelijke goedkeuring van de architect is het verboden de uitgravingen dieper uit te voeren dan voorzien. Indien dit toch zou gebeuren, heeft de architect het recht een bepaalde aanvulling op te leggen en wordt de aannemer niet vergoed voor alle daaruit voortvloeiende supplementair uitgevoerde grond en delfwerken, aanvullingen, fundering, metsel en andere werken.

CONTROLE/KEURINGS-ASPEKTEN

De aannemer verwittigt de architect tijdig om de uitgravingen te controleren.

Hij voert geen werken uit die elke visuele controle door de architect kunnen hinderen Zie ook bijzonder bestek van studiebureel JZH & partners.

12.31.10 UITGRAVINGEN – BOUWPUTTEN Zie studiebureel JZH & partners

(16)

12.31.11 UITGRAVEN VAN DE BOVENSTE LAAG OMVANG

Het werk omvat de uitgraving en het wegvoeren van een laag van ongeveer 25 cm diepte,met inbegrip van alle materialen en teelaarde.

Betreft : de totale oppervlakte van het terrein.

De aannnemer zal de nodige maatregelen nemen voor geen enkelel hindernissen te scheppen voor de geburen vooral bij het uitgraven en wegvoeren van de materialen die stof maken.

COORDINATIE

De hoogtepeilen staan aangeduid op de plannen MEETCODE

Opmeting : per m2 en op een diepte van 25 cm zonder supplement voor afbraak materialen, boordstenen, et oude muurtjes en funderingen.

189m²

12.31.12 UITGRAVINGEN IN VOLLE MASSA OMVANG

Het werk omvat het uitgraven van de overtollige aarde et stenen en het wegvoeren ervan. De aannemer mag indien nodig een deel van de uitgravingen op de werf behouden voor het herbruik. Zijn in dit werk inbegrepen alle nodige schoorwerk van bestaande konstrukties en zijwanden De werkput dient droog behouden te worden zolang als nodig.

MEETCODE

Opmeting : per m3 tussen het niveau na uitgraving van de teelaarde en tot 15 cm onder de onderpeil van de vloerplaat en dit tot aan de buitenkant van de buitenmuren. De overige uitgravingen zijn in de meetstaat van de ingenieur-stabiliteit overgenomen.

Zie JZH & partners

12.31.13 UITGRAVINGEN VOOR LEIDINGEN OMVANG

De werken omvatten :

- de uitgravingen voor leidingen UITVOERING

De uitgravingen voor leidingen worden gegraven volgens de aanduidingen op het rioleringsplan, rekening houdend met de vereiste hellingen en de nodige werkruimte. De breedte aan de basis van de sleuven is minstens gelijk aan de leidingdiameter verhoogd met 40 cm en garandeert een gemakkelijke uitvoering en controle.

De uitvoeringsmethode wordt overgelaten aan het initiatief van de aannemer, die er de volle verantwoordelijkheid voor draagt.

MEETCODE

In begrepen in 14 RIOLERING

12.31.14 UITGRAVINGEN VOOR REGENPUT OMVANG

Idem post 12.31.00 MEETCODE 9,90m³

(17)

12.40 AANAARDINGEN

12.40.00 ALGEMENHEDDEN AANAARDINGEN OMVANG

De werken omvatten :

- het verwijderen van alle puin en afval uit de aan te vullen putten en oppervlakken.

- het uitvoeren van de aanvullingen.

ALGEMENE BESCHRIJVING - UITVOERING

De aanvullingen gebeuren met de meeste zorg en naargelang de noodzaak handmatig of machinaal.

De nodige schikkingen worden getroffen om de aanvullingen voldoende te verdichten.

COORDINATIE

De aanvullingen worden pas uitgevoerd nadat de architect alle bouwwerken, ondergrondse leidingen en constructies heeft gecontroleerd en zijn schriftelijke toelating heeft gegeven tot het starten van de aanvullingen.

De aanvullingen mogen pas worden uitgevoerd indien de elementen die met de aanvullingen in contact komen een voldoende sterkte hebben bereikt om de aanvullingswerken en het aangevulde volume zonder enige schade te weerstaan.

De aannemer zal rekening houden met het verdichten en het inklinken van de aangevoerde materialen zodat het vooropgestelde afwerkingpeil gegarandeerd wordt.

12.41.10 AANAARDINGEN, MET TER PLAATSE UITGEGRAVEN GROND MATERIALEN

De aanvullingen gebeuren met ter plaatse uitgegraven grond.

UITVOERING

Uit de uitgegraven grond wordt vooraf alle puin, afval en organische resten verwijderd.

De aanvullingen gebeuren in horizontale lagen. Elke laag wordt afzonderlijk verdicht. De dikte (voor verdichting) van elke laag bedraagt hoogstens 30 cm.

MEETCODE

Voor Regenput : 5,66m³

12.41.20 AANAARDINGEN, GESTABILISEERD ZAND OMVANG

Deze post omvat de aanaarding doormiddel van gestabiliseerd zand onder de leidingen van het rioleringsnet en ter hoogte van de regenwaterput.

Deze post betreft eveneens de aanaarding met gestabiliseerd zand ter hoogte van de toekomstige tuinterrassen, vóór de plaatsing van de houten roosterelementen om op die manier de vloer van het buitenterras stabiel en op niveau te kunnen plaatsen.

MATERIALEN

De aanvullingen gebeuren met gestabiliseerd zand, samengesteld uit zand van het type volgens NBN B11-011 (eerste uitgave 1981) : middelmatig zand

en cement type CEM III/A, CEM III/B of CEM III/C NBN B12-001 (1992).

Het gehalte organische stoffen zal niet meer bedragen dan 0,5 % . UITVOERING

Het mengsel wordt bereid à rato van 100 kg cement per m3 zand. Beide komponenten worden intensief gemengd, en de aanvullingen gebeuren in horizontale lagen. Elke laag wordt afzonderlijk verdicht. De dikte (voor verdichting) van elke laag bedraagt hoogstens 30 cm.

(18)

MEETCODE

Riolering en regenput begrepen in post 14 Tuinterras op 15cm dikte : 3,02m³

12.41.30 AANAARINGEN –DRAINERING OMVANG

De werken omvatten : De uitgravingen van de sleuven en de eventuele schorings- en stutwerken volgens 12 - Grondwerken, uitgravingen/leidingen.

- Het stabiliseren van de bodem van de sleuven.

- Het leveren en plaatsen van een ingegraven draineringssysteem bestemd voor het permanent opvangen van grondwater en/of oppervlaktewater, met inbegrip alle nodige hulpstukken.

- Het aanbrengen van het draineringsmassief.

- De eventuele aanvullingen boven het draineringsmassief.

- Het afvoeren van de overtollige grond afkomstig uit de uitgravingen.

MATERIALEN

Het draineringsmassief bestaat uit grof zand dat beantwoordt aan de voorschriften van de NBN B 11-011 (1981) (1ste uitg.).

- grind 16/32, steenslag 2/8 - en grof zand

UITVOERING

De uitvoering gebeurt in overeenstemming met de voorschriften van :

- STS 35 "SANERING. Tweede boekdeel : Regenputten - Putten - Drainering" (Uitgave Februari 1975).

- WTCB TV 190 (1993) : Bescherming van ondergrondse konstructies tegen infiltraties van oppervlakte water.

De buizen worden geplaatst in sleuven, die worden uitgegraven volgens 12 - Grondwerken, uitgravingen/leidingen.

De aanvullingen boven het draineringsmassief gebeuren

met ter plaatse uitgegraven grond, volgens 12 - Grondwerken, aanaardingen, met ter plaatse uitgegraven grond.

Deze aanvullingen worden aangedamd in lagen van max. 30 cm dikte, naarmate het plaatsen van de buizen vordert, en na controle van de goede uitvoering van de voegen.

MEETCODE

5,09M³ Inclusief geotextiel en alle nodige werkzaamheden voor de goede uitvoering van het systeem.

13 FUNDERINGEN

13.20 FUNDERINGSYSTEMEN Zie studiebureel JZH & partners

13.50 BESCHERMINGSYSTEMEN EN TOEBEHOREN 13.51.00 ALGEMEENHEDEN

OMVANG

De werken omvatten :

- Het voorbereiden en het effenen van de ondergrond en het verwijderen van alle materiaal dat het beschermingssysteem kan beschadigen.

- Het leveren en plaatsen van het beschermingssysteem.

KONTROLE/KEURINGS-ASPEKTEN

Na plaatsing van de beschermingsmiddelen verwittigt de aannemer de architekt ter kontrole. Hij voert geen werken uit die deze kontrole geheel of gedeeltelijk onmogelijk maken.

(19)

13.51.10 WATERDICHTHEID VAN FUNDERINGEN OMVANG

Waterdichte cementbehandeling van alle ondergronds metselwerk, met inbegrip van de voorbereiding van de oppervlakte et het leveren en plaatsen van de waterdichte lagen en hun bedekking.

UITVOERING

Cementering met een mortel vn 150kg cement HK400 voor 1000 L rivierzand en 500L van waterdichte emulsie. Bitumeuze emulsie.

Dichtingsmat - noppenbanen:

De dichtingsmat bestaat uit een 0,6mm sterke polyethyleenfolie met ingestempelde 6mm hoge noppen en een verstijvinvingsrib. De hoge nauwkeurigheid van maat van de dichtingsmat verzekert het precies in elkaar passen van de noppen bij de overlappingen.

De drukvastheid van de mat bedraagt 17.000 kg/m2. De door de maker aangegeven richtlijnen voor de verwerking zijn uitdrukkelijk op te volgen. Indien na het ontgraven van de bouwput blijkt dat er grondwater of zakwater is dat niet weg kan, is het noodzakelijk op deze plaats een passend dichtingssysteem aan te brengen .

Stalen voor te leggen ter goedkeuring voor de uitvoering.

Draineerbuis

Draineerbuis uit oranje PVC met voorgemonteerde mof.

De draineerbuis bevat meer dan 1.000 openingen per lopende meter, verdeeld over 12 rijen, en levert een waterinlaatoppervlakte van 50 cm²/lm op. Hierdoor heeft de buis een minimale penetratieweerstand en volstaat een minimaal waterpeil vóór absorptie.

De draineerbuis heeft een hoge mechanische weerstand. Ze is niet aan bederf onderhevig en is bestand tegen veroudering en bacteriën, evenals tegen de meeste chemische producten die in de bouw worden gebruikt.

Verkrijgbare diameters : 100mm.

Een snelle en nauwkeurige plaatsing dankzij de lichte en buigbare stangen van 2,50 m.

Deze worden met elkaar verbonden door voorgemonteerde moffen, die een snelle en zekere verbinding toelaten.

De plaatsing moet volgens de normen en richtlijnen worden uitgevoerd. De helling moet meer dan 0,5% bedragen.

MEETCODE

34,83 M² (Cementering, Bitumeuze emulsie en noppenbanen, Draineerbuis) 13.51.20 WATERDICHTHEID VAN VLOERPLAAT

OMVANG

De werken omvatten :

- De voorbereiding van de ondergrond.

- De levering en uitvoering van de visqueen, inclusief de eventuele scheidingslagen - De levering en plaatsing van de hulpstukken voor de plaatsing en bevestiging.

- De eventuele voorlopige te nemen maatregelen.

MATERIALEN - ALGEMEEN

De dichtingsmaterialen werden speciaal ontworpen voor de uitvoering van de waterdichting bij horizontale oppervlakken.

UITVOERING VAN DE WERKEN - ALGEMEEN

Het dichtingsmembraan wordt op de nieuwe vloerplaat van de kelder geplaatst.

De voegen worden waterdicht uitgevoerd in functie van het gebruikte materiaal en de toepassingsvereisten.

Om de dichting te garanderen wordt het dichtingsmembraan zorgvuldig geplaatst, met een minimale opstand van 15 cm ter hoogte van vloeruitsparingen, verticale wandelementen en structurele elementen.

(20)

De rollen worden zorgvuldig behandeld om de buitenkant niet te beschadigen. Bij temperaturen die lager liggen dan + 5°C wordt aangeraden om de rollen zorgvuldig te behandelen.

De stroken worden op de drager geplaatst, zonder spanning in het membraan te veroorzaken. De drager voldoet aan volgende voorwaarden :

- De drager is droog.

- De drager is vlak, glad en stabiel.

- De voegen van de structurele elementen of van het cellenbeton worden bedekt.

- De drager bevat geen vreemde lichamen of andere bestanddelen (vet, grind, olie, …).

- Hij is chemisch en mechanisch verenigbaar met de gekozen dichting.

COÖRDINATIE

In tegenstellend geval zal hij hiervan tijdig de architect op de hoogte brengen, zodat hij de nodige maatregelen kan nemen om te voorkomen dat latere aanpassingen moeten worden uitgevoerd.

CONTROLE EN GOEDKEURING

De aannemer legt ter goedkeuring aan de Architect de technische fiches voor, vóór de plaatsing van het membraan.

MEETCODE

Pro memorie. Zie studiebureel JZH & partners 13.51.30 WATERDICHTHEID AFSLUITING

OMVANG

De werken omvatten:

- De levering, het transport, de opslag en de voorbereiding van de materialen, en meer bepaald :

- de dichtingmembranen,

- de eventuele bijhorende bevestiging- en lasmiddelen en andere verbindingselementen.

- de eventuele dichtingelementen, beëindigingen, ontmoetingen en aansluitingen tussen de samenstellende delen en de andere delen van de ruwbouw.

- de speciale elementen voor bouwdetails, voor het corrigeren van belangrijke maar te voorzien vervormingen.

- De opkuis en de voorbereiding van het oplegvlak.

- Het aanbrengen van een effen gestreken mortellaag op het oplegvlak (metselwerk, beton, .).

- De eigenlijke plaatsing van de waterkerende lagen aan de gevel aanzet en aan de openingen.

- Het materieel voor de uitvoering, de bescherming en de bewaring van het werk.

- Het wegnemen van alle afval, verpakkingsresten, . ALGEMENE BESCHRIJVING - MATERIALEN

De dichtingmembranen zijn geschikt voor het plaatsen in de geveldraagstruktuur. Het gebruik van kunststoffen (bv. verpakkingsfolies, .) is verboden.

ALGEMENE BESCHRIJVING - UITVOERING

De laag wordt aangebracht aan de basis van het opgaand metselwerk en overal waar er enig gevaar bestaat voor opstijgend vocht, in het bijzonder boven alle aansluitingen tussen funderingen, keldermuren of ondergronds metselwerk, en de bovengrondse buitenwanden en binnenwanden.

Verder wordt de waterkerende laag geplaatst overal waar er enig gevaar van waterinfiltratie bestaat, hetzij van doorslaand regenwater, opstijgend grondwater, zakwater, . zoals :

tussen alle contactpunten van de spouwmuren, onder het draagvlak van de gewelven,

boven de kelders en de kruipruimten, boven alle betonlateien in buitenwanden,

op alle funderingsmuren, zowel binnen- als buitenmuren,

(21)

in de schoorsteenpijpen bij de dakdoorgangen (waarbij men trapsgewijs in de spouwmuur de helling van het dak volgt),

bij de aansluiting van de aanbouw tegen een hoger gelegen gevel (tegen het zakwater), onder de deurdorpels,

….

Het dichtingmembraan wordt tussen 2 lagen rivierzandcementmortel aangebracht.

De laag wordt zoveel mogelijk in 1 stuk gelegd.

De banen worden geplaatst met een overlapping van minstens 10 cm en aan elkaar gelijmd.

De niet te vermijden naden zullen een losse overlapping hebben van minstens 20 cm.

Daar waar het te beschermen niveau niet horizontaal is, wordt de vochtisolatie trapsgewijs gelegd door middel van boven elkaar geplaatste overlappende lagen. De plaatsing en plooiing van deze lagen verzekeren tevens een afwatering trapafwaarts.

De breedte van het dichtingmembraan mag niet kleiner zijn dan de dikte van de afgewerkte muur.

In de binnen- en buitenhoeken zullen hetzij voorgevormde hulpstukken gebruikt worden, hetzij zo uitgevoerd worden, dat het geheel waterdicht is en het water naar buiten weggevoerd kan worden.

KONTROLE/KEURINGS-ASPEKTEN

Voor de uitvoering worden stalen ter goedkeuring aan de architect voorgelegd (dichtingslaag, lijm, bevestigingsmiddelen, .).

MEETCODE

Begrepen in verschillende artikels.

13.51.40 GEOTEXTIEL OMVANG

Deze post betreft het geotextiel voor achterterras van vzw 1 en koetsgang.

De werken omvatten :

- Het voorbereiden en het effenen van de ondergrond en het verwijderen van alle materiaal dat het geotextiel kan beschadigen.

- Het leveren en plaatsen van het geotextiel.

MATERIALEN

De geotextielen bestaan uit kunststoffen verwerkt tot vezels, die op hun beurt verwerkt worden tot een textiel, die waterdoorlatend, drainerend en een filterend vermogen heeft.

Filterend vermogen of de zandkorreldichtheid van het geotextiel : - voor geweven geotextiel : O90 <= D90;

- voor niet-geweven geotextiel : O90 <= 1,8 D90;

waarin O90 = filteropening met 10% gronddoorval en D90 = maaswijdte voor 90%

gronddoorval.

Ze worden niet aangetast door insekten of micro-organismen, zuren, oxiderende stoffen en basen.

UITVOERING

De geotextielen worden geplaatst zoals aangeduid op de plannen en detailtekeningen, volgens de bepalingen van WTCB-TV 147 en TV 190, en volgens de voorschriften van de fabrikant.

Ze worden zoveel mogelijk in één stuk gelegd. Niet te vermijden naden hebben overlappingen van minimum 50 cm in de langs- en de dwarsrichting.

MEETCODE 44,88 M²

(22)

13.60 ISOLATIE VAN FUNDERING

13.60.10 ISOLATIE – FUNDERINGEN BALKEN OMVANG

Deze post omvat de isolatie van funderingen balken MATERIALEN

De thermische isolatie zal uitgevoerd worden met platen in hard polyurethaanschuim met een volumegewicht in de kern van ± 30 kg/m³.

Brandgedrag: A1 volgens KB 19/12/1997, Class 1 volgens BS 476 part 7 en Euroclass F volgens EN13501-1.

De platen zullen aan beide zijden voorzien zijn van een matgrijs gasdicht meerlagencomplex van kraftpapier en metaalfolies.

De druksterkte bij 10% vervorming: > 120 kPa (1,2 kg/cm²).

De plaat zal onderworpen zijn aan een permanente kwaliteitscontrole uitgevoerd door een erkend organisme.

De productie van deze isolatiepanelen is gecertificeerd volgens ISO 9001:2000.

De gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt D = 0,023 W/mK.

De afmetingen van de platen zijn 1200 x 2500 mm.

UITVOERING

De platen zullen op een effen en gelijkmatige ondergrond aangebracht worden, teneinde koudebruggen en vervormingen te vermijden.

Zij zullen met aaneensluitende voegen geplaatst worden op een polyethyleenfolie. Na plaatsing van de isolatiepanelen dient een polyethyleenfolie op de platen aangebracht te worden. De overlappingen tussen de verschillende stukken polyethyleenfolie dienen minimaal 10 cm te bedragen.

Dikte van 50mm

KONTROLE/KEURINGS-ASPEKTEN

Technisch voorschriften aan de architect voorleggen voor uitvoering MEETCODE

29,89m²

13.60.20 ISOLATIE - VLOERPLAAT OMVANG

Deze post omvat de isolatie onder de vloerplaat ter hoogte van niveau 0.00 MATERIALEN

Materiaal idem post 13.60.10

De afmetingen van de platen zijn 1200 x 2500 mm.

UITVOERING

De bovenliggende chape of betonlaag dient voorzien te worden van een licht metaalgaas. (nawassen)

Dikte van 50mm

KONTROLE/KEURINGS-ASPEKTEN

Technisch voorschriften aan de architect voorleggen voor uitvoering MEETCODE

69,91m²

(23)

13.60.30 ISOLATIE VAN INGEGRAVEN MUREN OMVANG

Deze werken omvatten de levering en plaatsing van de lus, inclusief beide aansluitklemmen met aardonderbreker, inclusief de aftakdozen.

Betreft : rondom de omtrek van het gebouw ter hoogte van de kelderverdieping.

MATERIALEN

De thermische isolatie zal uitgevoerd worden met platen in hard polyurethaanschuim, met een volumegewicht in de kern van ± 30 kg/m³.

De platen zullen aan beide zijden bekleed zijn met een gebitumineerd glasvlies.

De platen zullen een technische goedkeuring en een CEN Keymark hebben. Hierdoor zijn zij onderworpen aan een permanente kwaliteitscontrole uitgevoerd door een erkend organisme.

De productie van deze isolatieplaten is gecertificeerd volgens ISO 9001:2000.

De gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt λD = 0,027 W/mK voor diktes > 60 mm en 0,028 W/mK voor diktes ≤ 60 mm.

De druksterkte bij 10% vervorming: > 120 kPa (1,2 kg/cm²).

De afmetingen van de platen zijn 1200 mm x 600 mm.

Dikte : 50mm UITVOERING

De isolatieplaten worden tegen de ingegravenwand bevestigd:

met mechanische bevestiging

De platen worden verspringend en met gesloten voegen geplaatst.

De waterdichte bedekking wordt onmiddellijk na de plaatsing van de isolatie aangebracht.

De waterdichte bedekking wordt :

of : in geval van een bitumineuze dichtingslaag op de isolatie partieel gekleefd door vlamlassen door toepassing van een „venti-membraan" als eerste laag.

of: volvlakkig gekleefd op de isolatieplaten met een passende koudlijm, dit volgens de richtlijnen van de fabrikant van de waterdichte bedekking.

De compatibiliteit van de koudlijm met de PUR-platen zal aangetoond worden door de lijmfabrikant.

Na het plaatsen van de waterdichte bedekking kan de grond tegen de kelderwand geplaatst worden.

KONTROLE/KEURINGS-ASPEKTEN

Technisch voorschriften aan de architect voorleggen voor uitvoering MEETCODE

40,81m²

13.80 DIVERSE UITVOERING 13.80.10 AARDINGSLUS

OMSCHRIJVING

Deze werken omvatten de levering en plaatsing van de lus, inclusief de twee aansluitklemmen met aardonderbreker en aftakdozen.

Betreft : Rondom de omtrek van het gebouw ter hoogte van de kelderverdieping.

UITVOERING

Referentiedocument : RGIE :400 B.O1 /k Geleider in koper min sectie : 35 mm2

Hoofdaardingsklem door CEBEC goedgekeurd Verdeeldoos : synthetische materiaal : 15/15/10

De geleider wordt onder de funderingssloven geplaatst voor het gieten van de sloven. Hij wordt bedekt door verdicht zand om niet in kontakt te komen met de betonnenzolen.De

(24)

uiteienden naar de hoofdaardinsklem toe, gaaan door de betonnenplaten via buizen in TTH. De verdeeldozen zijn in het metselwerk ingebouwd, met uitwendige bereikbare deksels . De hoofdaardingslus zijn in de verdeeldozen geinstalleerd et sterk gevezen op hun achtergrond.

Voorlopige aanvaarding van de aardingslus alvorens deze onbereikbaar is. Aanvaarding van, de geleiders ,verdeeldozen en connectoren.

MEETCODE

Ompmeting : per lm : 28 lm

13.80.20 MANTELBUIZEN UIT P.V.C. VOOR DIVERSE TOEVOEREN OMSCHRIJVING

Ondergrondse leidingen uit P.V.C. voor de aansluiting op de nutsleidingen en de doorgang van diverse leidingen die zich aan de straatkant op de grens van het eigendom van het gebouw bevinden.

Deze werken omvatten de levering en uitvoering van de leidingen, inclusief de aansluitingen, inclusief uitgravingen en aanaardingen.

UITVOERING VAN DE WERKEN Referentiedocumenten:

STS 35 1ste en 2de deel; NBN 699; 703; T42-108.

Technische voorschriften:

Niet geplastificeerde P.V.C. leidingen met overgangsstuk, diameter in functie van de plannen.

De leidingen worden vergezeld van de BENOR keuring.

Funderingsbeton met een karakteristieke drukweerstand R’wk groter of gelijk aan 1,5 N/

mm2

De werken omvatten de doorgang doorheen elementen uit metselwerk en beton, en de aansluiting met mortel.

Diameter 150mm MEETCODE

Meting per stuk ongeacht de lengte - In coördinatie met de distributiemaatschappijen 4 aansluitstukken op de nutsleidingen.

13.80.30 SCHIKKINGEN VOOR DE VENTILATIE VAN DE KELDERS OMSCHRIJVING

Ondergrondse inrichtingen uit PVC, bestemd om de kelders in verbinding te brengen met de open lucht. (zie plan)

Deze werken omvatten de levering en uitvoering van de elementen, inclusief de roosters, doorvoeren in de elementen en grondwerken.

Ze omvatten het kleine drainerende massief aan de voet van de inrichtingen.

MATERIALEN

Niet geplastificeerde PVC leidingen, DN 200, met een T-vormige aansluiting met openingen aan beide uiteinden, afmetingen volgens de inrichting van de ruimten.

Rooster uit aluminium gietijzer, diameter 20cm, met ophoging.

Gestabiliseerd zand, samengesteld uit 100 kg cement P40 voor 1000L.

MEETCODE

Per stuk, volledig, zonder onderscheid. Hetzij : 6 stuks

(25)

14 RIOLERING

14.20 RIOLERINGSNET – BUIZEN 14.20.00 HUISAFVALWATER

OMVANG

De werken omvatten :

De uitgravingen van de sleuven en de eventuele schoring- en stutwerken volgens 12 - Grondwerken, uitgravingen/leidingen.

- Het stabiliseren van de bodem van de sleuven.

- Het leveren en plaatsen buizen, met inbegrip van alle nodige hulpstukken (bochtstukken, T-stukken, Y-stukken, verloopstukken, aansluitstukken, eindinspektiestukken met schroefdop, verluchtingen, dichting- en uitzettingsmoffen, bevestigingsmaterialen, ...).

- Het uitvoeren van alle doorvoeren door de muren en vloeren, en het achteraf terug opstoppen van alle openingen en voegen.

- Het uitvoeren van alle noodzakelijke aansluitingen op buizen, putten en afscheidingstoestellen.

- De eventuele voorgeschreven bescherming en/of nabehandeling van de buizen.

- Het aanvullen van de sleuven.

- Het afvoeren van de overtollige grond afkomstig uit de uitgravingen.

- Het afvoeren van alle overtollig materiaal.

ALGEMENE BESCHRIJVING - MATERIALEN

De materialen beantwoorden aan de voorschriften van volgende referentiedocumenten : - STS 35 "SANERING. Eerste boekdeel : Riolering - Zuivering van huisafvalwater" (Uitg.

1975).

- STS 35 "SANERING. Tweede boekdeel : Regenputten - Putten - Drainering" (Uitg.

1975).

- T.V. 114 (WTCB) : "Sanitair Reglement betreffende de bescherming van het drinkwater en de waterafvoer van gebouwen". (Uitg. 1977/06).

- T.V. 120 (WTCB) : "Praktische toepassing van het Sanitair Reglement (T.V. 114)" (Uitg.

1976/06).

ALGEMENE BESCHRIJVING - UITVOERING

De uitvoering gebeurt in overeenstemming met de voorschriften van volgende referentiedocumenten:

- STS 35 "SANERING. Eerste boekdeel : Riolering - Zuivering van huisafvalwater" (Uitg.

1975).

- STS 35 "SANERING. Tweede boekdeel : Regenputten - Putten - Drainering" (Uitg.

1975).

- T.V. 114 (WTCB) : "Sanitair Reglement betreffende de bescherming van het drinkwater en de waterafvoer van gebouwen". (Uitg. 1977/06).

- T.V. 120 (WTCB) : "Praktische toepassing van het Sanitair Reglement (T.V. 114)" (Uitg.

1976/06).

De buizen worden met een constante helling van 1 tot 3 cm per meter geplaatst volgens de aanwijzingen op de plannen, en de voorschriften van de fabrikant en is in overeenstemming met de hierboven vermelde referentiedocumenten. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van rechte buizen uit één stuk. De plaatsing van buizen met vaste of losse moffen begint stroomafwaarts, met het mofeind stroomopwaarts gericht.

Vóór het samenvoegen van de buizen worden de mof en het spie-einde zorgvuldig gereinigd.

Vóór de plaatsing worden de buizen ontdaan van alle verontreinigingen en alle vreemde stoffen, zoals stoppen, snijbramen, ... Alle buizen die beschadigd zijn, worden vervangen.

De buizen worden geplaatst in sleuven, die worden uitgegraven volgens 12 - Grondwerken, uitgravingen/leidingen.

(26)

De afmetingen van de sleuven zijn zodanig dat een vlotte en onberispelijke plaatsing van de buizen mogelijk is. De aannemer voert de nodige schoring- en stutwerken uit om inkalving van de sleuven te vermijden.

Onder funderingen worden de buizen in een koker gelegd zodat boven de buis een vrije ruimte overblijft van minimum 5 cm.

Doorvoeringen zijn zo voorzien dat muur- of vloerzettingen de buis niet kunnen belasten.

Ten dien einde worden in de ruwbouwkokers voorzien of worden soepele koppelingen voorzien.

De sleuven worden opgevuld met ter plaatse uitgegraven grond. Deze aanvullingen worden aangedamd in lagen van max. 30 cm dikte, naarmate het plaatsen van de buizen vordert, en na controle van de goede uitvoering van de voegen.

De aannemer voorziet alle noodzakelijke aansluitingen op buizen, putten en afscheidingstoestellen.

COORDINATIE

De aannemer zal zich bij deze dienst vergewissen van de geldende richtlijnen en per aangetekende brief de architect op de hoogte te brengen van tegenstrijdigheden.

KONTROLE/KEURINGS-ASPECTEN

De waterdichtheid van het rioleringsstelsel wordt voorafgaandelijk aan de ingebruikname (aanaarding, opvulling, .) onder een waterbalans van 1 m getest. Hiertoe wordt het rioleringsstelsel in vakken verdeeld en gedurende 24 h onder druk gebracht. Verlies van meer dan 1 ‰ van het totaal volume water dat in het beproefd stuk aanwezig is, mag niet worden overschreden.

Ter plaatse van de verbindingen worden in de sleufbodem tijdelijke uitsparingen

aangebracht die het mogelijk maken de verbindingen af te werken over de totale omtrek van de buizen en hun waterdichtheid te controleren. Na het uitvoeren van de eventuele dichtheidsproeven worden deze uitsparingen opgevuld met dezelfde materialen als voorzien voor de sleufbodem

14.20.10 RIOLERING – BUIZEN IN HDPE OMVANG

De buizen en hulpstukken zijn uit HDPE (high density polyethyleen).

-Diameter (DN) : 90mm 110 mm. en 160 mm.

-Belastingsklasse : normaal verkeer.

-Reeks (.) : 16 (huishoudelijk).

De buizen en hulpstukken beantwoorden aan de voorschriften van de norm NBN T 42-112 (1983) - Afvoerbuizen van polyethyleen (1ste uitg.).

Ze bezitten het overeenkomstigheidsmerk BENOR, de vermelding "PE-AFVOER", alsook de naam van de fabrikant, de nominale diameter, wanddikte, week en jaar van fabricage.

De buizen zijn geschikt voor afvalwater, waarvan de temperatuur 95 °C niet overschrijdt.

UITVOERING

De verbindingen van de buizen en de hulpstukken gebeurt door lassen bij middel ofwel van een verhitte spiegel, ofwel van een electromof ofwel een verbindingsmof met elastomering (steekmof) of lippendichting (uitzettingsmof).

De afdichting in de uitzettingsmof gebeurt met een zuurvaste ring. De aansluiting op de putten is uit te voeren met een kraagstuk voorzien van waterkeringseringen.

Bij een muur- of vloerdoorgang dient steeds een beschermhuls rond de leidingen te worden geplaatst.

MEETCODE Per m.

Meting van de netto te plaatsen lengte van de buizen opgesplitst per binnendiameter, gemeten langsheen hun aslijn tot in het centrum van kruisingen, aftakkingen, putten en/of afscheidingstoestellen.

(27)

De hulpstukken worden gemeten als 1 m buis per hulpstuk en zijn inbegrepen in de eenheidsprijs

Diameter 90 19,50 M

Diameter 110 26,60 M

Diameter 160 22,20 M

14.30 INSPECTIEPUTEN

14.31.00 INSPECTIEPUTTEN PREFAB – ALGEMEENHEDEN OMVANG

De werken omvatten : - De nodige uitgravingen.

- Het leveren en het plaatsen van de prefab-inspectiekuip met reukafsluiter.

- De levering of plaatsing van de funderingen van beton voor de funderingsplaat.

- Het storten van de funderingsplaat.

- Het aansluiten op de aanvoer- en afvoerleiding.

- De aanvullingen rondom de put gestabiliseerd zand.

- Het leveren en het plaatsen van de inspectieramen met kraag e# dubbel deksel, sluit- en bevestigingsinrichtingen, . Volgens 1437 - Putdeksels, algemeen

ALGEMENE BESCHRIJVING - MATERIALEN

De materialen beantwoorden aan de voorschriften van volgende referentiedocumenten:

- STS 35 "SANERING. Eerste boekdeel : Riolering - Zuivering van huisafvalwater" (Uitg.

1975).

- T.V. 114 (WTCB) : "Sanitair Reglement betreffende de bescherming van het drinkwater en de waterafvoer van gebouwen". (Uitg. 1977/06).

- T.V. 120 (WTCB) : "Praktische toepassing van het Sanitair Reglement (T.V. 114)" (Uitg.

1976/06).

Beton van de funderingsplaat - Sterkteklasse : C16/20

- Consistentieklasse : S3 of F3.

- Maximale korrelgrootte D van de granulaten : volgens NBN B15-001 (2de uitgave, 1992).

-Water-cement-factor en cementgehalte : bepaald afhankelijk van de blootstellingsklasse , zoals beschreven in de norm NBN B15-001 (1992) (2de uitg)

ALGEMENE BESCHRIJVING - UITVOERING

De uitvoering gebeurt in overeenstemming met de voorschriften van volgende referentiedocumenten :

- STS 35 "SANERING. Eerste boekdeel : Riolering - Zuivering van huisafvalwater"

(Uitgave Februari 1975).

- T.V. 114 (WTCB) : "Sanitair Reglement betreffende de bescherming van het drinkwater en de waterafvoer van gebouwen". (Uitg. 1977/06).

- T.V. 120 (WTCB) : "Praktische toepassing van het Sanitair Reglement (T.V. 114)" (Uitg.

1976/06).

De afmetingen van de uitgravingen zijn zodanig dat een vlotte en onberispelijke plaatsing van de putten mogelijk is. De aannemer voert de nodige schorings- en stutwerken uit om inkalving van de uitgravingen te vermijden.

De inspectieput bestaat uit één kamers.

-Binnenafmetingen : diameter: 40 cm.

De constructie moet zodanig zijn dat verzakking van de putten niet kan voorkomen.

De aanvullingen rondom de put wordt uitgevoerd, met scherp zand, in afzonderlijk te verdichten lagen van maximum 30 cm oorspronkelijke dikte.

COORDINATIE

De totale hoogte en de niveaus van de nodige aansluitingen voor in- en uitgaande buizen, worden door de aannemer bepaald, rekening houdend met de aan te houden hellingen en niveaus van buizen en putdeksels. Deze niveaus worden aangegeven hetzij

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Vlaamse regering koos in overleg met de Vlaamse sociale partners voor een sluitende pre- ventieve aanpak van de kortdurig werklozen, een sluitende curatieve ‘flux-aanpak’

Voor onze mensen zijn we een Great Place To Work en dat mogen onze klanten ook ervaren, daarom willen we voor klanten een leuk bedrijf zijn om mee te werken. Goede samenwerking

En toen zij opstond, stond ik ook naast haar - Nog fonkelde zij voor mij van heur haar En van haar oogen - lei ze nog haar hoofd Dicht aan het mijne en ik zag gedoofd Worden haar

Die minne si gevoelt al minnen Sien can niet el bekinnen Die al dore der minnen ere doet Sijn dienst hevet gherne goeden spoet Sijn wille hevet altoos uwen vlijt Dus bidde ic u dat

‘Het is ook heel waarschijnlijk dat de jonge De Swaen al heel vroeg belang zal gaan stellen zijn in de tooneelvoorstellingen, die herhaaldelijk het publiek werden aangeboden door

Ick g'loof oock anders niet to zyn haar ooghen wit, De Heerschens-luste meer als die wreeckrsucht in dit, Daar dock ons dochter wel kan wesen aan onschuldich, Daaromme so dunckt my

voor de kost - 't is de waarheid - sla dus het oog naar boven, en traoht optegroeien tot eon fatsoenlyk makelaar, ale ik naar Drie- bergen ga. En let toch op al de menschen, die

Alle grondoverschotten waarvoor uit het milieuhygiënisch onderzoek blijkt dat deze grondoverschotten kunnen aangewend worden voor vrij hergebruik als bodem of in of als