ROTTERDAM PLANGEBIED 'INSPIRATIS, DYNAMOSTRAAT' Een bureaustudie en een verkennend
inventariserend archeologisch veldonderzoek door middel van grondboringen
M.C. Dorst
BOORrapporten 379
ROTTERDAM PLANGEBIED ‘INSPIRATIS, DYNAMOSTRAAT’
Een bureaustudie en een verkennend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen
M.C. Dorst
Tekeningen: M.F. Valkhoff
BOORrapporten 379 2007
ISSN-nummer 1873-8923
Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam Ceintuurbaan 213B
3051 KC Rotterdam
COLOFON
Titel Rotterdam, plangebied ‘Inspiratis, Dynamostraat’. Een bureauonderzoek en een verkennend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen
Status Conceptversie
Datum Juni 2007
Auteur Drs. M.C. Dorst
Tekenaar M.F. Valkhoff
Bestandsnaam M:\BD-BOOR\BOORarchief\BOOR_ONDERZOEK EN
RAPPORTAGE\ BOORrapporten archief\
BOORrapporten 370-379\BOORrapporten 379 Rotterdam, plangebied ‘Inspiratis, Dynamostraat’
Projectcode BOORrapporten 379
Projectleider Drs. M.M. Sier
Projectmedewerkers Drs. M.C. Dorst en drs. V. van Looveren Meelezer Drs. M.M. Sier
Autorisatie BOOR Autorisatie BOOR
drs. M.M. Sier drs. A. Carmiggelt
hoofd Onderzoek en Rapportage hoofd Beheer en Beleid
ISSN 1873-8923
Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam Ceintuurbaan 213b
3051 KC Rotterdam
Telefoon 010-4777053 Fax 010-4782808
E-mail boor@gw.rotterdam.nl Copyright © BOOR Rotterdam
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers.
BOOR aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.
INHOUDSOPGAVE
blz.
1. INLEIDING... 4
1.1 Inleiding ... 4
1.2 Administratieve gegevens... 4
1.3 Archivering gegevens ... 5
2. BUREAUONDERZOEK... 5
2.1 Doel ... 5
2.2 Plangebied en onderzoeksgebied ... 5
2.3 Geplande werkzaamheden... 5
2.4 Aandachtspunten... 5
2.4.1 Beleidskaarten ... 5
2.4.2 Historische situatie... 6
2.4.3 Geologische gegevens ... 6
2.4.4 Bekende archeologische gegevens... 6
2.5 Archeologische verwachting ... 6
2.6 Advies ... 7
3. VERKENNEND INVENTARISEREND VELDONDERZOEK ... 8
3.1 Doel ... 8
3.2 Methode... 8
3.3 Resultaten... 12
3.3.1 Geologie ... 12
3.3.2 Archeologie... 12
4.1 Conclusies ... 13
4.2 Aanbevelingen ... 13
LITERATUUR ... 14
AFKORTINGEN ... 15
BIJLAGE 1; BOORSTATEN... 16
2000 1500 1000 500 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000 5500 6000 6500 7000 7500 8000 8500 9000 9500
Klimaat Landschap
Vegetatie
Geologie Archeologische
perioden
Vroege Middeleeuwen Nieuwe Tijd
Late Middeleeuwen B Late Middeleeuwen A
Romeinse Tijd
Late IJzertijd Midden-IJzertijd Vroege IJzertijd Late Bronstijd Midden-Bronstijd Vroege Bronstijd
Laat Neolithicum
Midden-Neolithicum
Vroeg Neolithicum
Mesolithicum
Laat-Paleolithicum Duinkerke III
Tiel III
Holoceen
Duinkerke II Tiel II
Duinkerke I Tiel I
Duinkerke 0 Tiel 0
Calais IV Gorkum IV
Calais III Gorkum III
Calais II Gorkum II
Calais I Gorkum I
Kreftenheye
Pleistoceen
Subatlantic koeler vochtiger
Subboreaal koeler droger
Atlanticum warm vochtig
Boreaal warmer
Preboreaal warmer
Late Dryas kouder
loofbos
den
berk
toendra
Tijdtabel.
3
1. INLEIDING 1.1 Inleiding
In opdracht van BPA Beheer, Projectontwikkeling en Advies is op de locatie ‘Inspiratis’ aan de Dynamostraat te Rotterdam door het BOOR een verkennend inventariserend
veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd. Het plangebied is weergegeven in afbeelding 1.
Op basis van een korte bureaustudie is gebleken dat er binnen het plangebied mogelijk archeologische waarden aanwezig zijn. Deze kunnen door de voorgenomen bouwplannen worden aangetast of vernietigd, zodat een verkennend inventariserend veldonderzoek noodzakelijk was.
Het plan van aanpak van een archeologisch onderzoek bestaat in de regel uit drie stappen.
Stap 1. De inventarisatie van archeologische waarden. Een inventarisatie bestaat doorgaans uit het uitvoeren van een bureauonderzoek gevolgd door een inventariserend veldonderzoek.
Bij een inventariserend veldonderzoek kan onderscheid gemaakt worden in een verkennende, een karterende en waarderende fase.
Stap 2. De selectie van behoudenswaardige archeologische vindplaatsen en advisering over het beleid ten aanzien van vindplaatsen.
Stap 3. De documentatie van behoudenswaardige, maar niet in situ te handhaven vindplaatsen.
Het voorliggende rapport bevat het verslag van de eerste fase van het inventariserend veldonderzoek, namelijk een verkennend veldonderzoek. Het veldonderzoek is uitgevoerd door middel van grondboringen. Tijdens het veldonderzoek zijn de opbouw en mate van gaafheid van de bodem bepaald en de mogelijke aan- of afwezigheid van archeologische waarden geïnventariseerd. Op basis van de resultaten zijn aanbevelingen gedaan ten aanzien van de omgang met aanwezige archeologische waarden binnen het plangebied
‘Inspiratis, Dynamostraat’.
1.2 Administratieve gegevens
Opdrachtgever BPA Beheer, Projectontwikkeling en Advies
Uitvoerder BOOR
Bevoegd gezag
Naam organisatie BOOR
Naam deskundige dhr. M.C. van Trierum
Plangebied Inspiratis, Dynamostraat
Gemeente Rotterdam
Plaats Rotterdam
Toponiem Inspiratis, Dynamostraat
RD-coördinataten
X-coördinaat 93.675
Y-coördinaat 433.515
ARCHIS
CIS-code 22863
Vondstmeldingsnummer n.v.t.
BOOR-vindplaatscode n.v.t.
5 1.3 Archivering gegevens
De documentatie van het verkennend inventariserend veldonderzoek in het plangebied
‘Inspiratis, Dynamostraat’ bevindt zich in het archief van BOOR onder de projectcode 379.
2. BUREAUONDERZOEK
2.1 Doel
Het bureauonderzoek is de eerste stap in de inventarisatie van archeologische waarden in het plangebied. Het doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden binnen het plangebied. Aan de hand hiervan wordt een archeologische verwachting voor het plangebied opgemaakt en wordt een
beslissing genomen over het al of niet uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek en de wijze waarop dit uitgevoerd moet worden. Door middel van het inventariserend
veldonderzoek wordt de archeologische verwachting getoetst.
2.2 Plangebied en onderzoeksgebied
Het plangebied bevindt zich Rotterdam en wordt in het noorden begrensd door de
Cilinderstraat, in het westen door de Dynamostraat, in het oosten door Batterijstraat en in het zuiden door de Tandwielstraat (Afb. 1 en 2). Het plangebied heeft een oppervlak van 3300 m² en de centrumcoördinaten zijn X: 93.675, Y: 433.515.
Het plangebied bestaat uit een pand waarin een dansschool gevestigd was. Momenteel is het pand grotendeels leegstaand. In het herinrichtingsplan zal het gebouw gesloopt worden, waarna nieuwbouw zal plaatsvinden. Het onderzoeksgebied betreft het gehele plangebied.
2.3 Geplande werkzaamheden
Het plangebied zal opnieuw ingericht gaan worden. De bestaande bebouwing zal gesloopt worden waarna nieuwbouw zal plaatsvinden. Hierbij zal een ondergrondse
parkeergelegenheid/kelder worden aangelegd. De verstoringsdiepte is circa 5 meter onder maaiveld.
2.4 Aandachtspunten
Gedurende een bronnenonderzoek zijn voor het plangebied de bestaande relevante gegevens geïnventariseerd, waarbij onder meer is gekeken naar historisch-geografische, geologische en archeologische aspecten. De volgende punten zijn voor het plangebied van belang.
2.4.1 Beleidskaarten AWK Rotterdam
Op de archeologische waardenkaart van Rotterdam, opgesteld door het BOOR, staat het plangebied aangegeven in een zone met een redelijke tot hoge archeologische verwachting.
Archeologische waarden zijn te verwachten direct onder het maaiveld.
2.4.2 Historische situatie
Het plangebied maakte in de Late Middeleeuwen deel uit van de Riederwaard, een rondom bedijkt gebied dat een groot deel besloeg van het huidige IJsselmonde. Met name
archeologische waarden uit de Middeleeuwen van ná 1373 zijn te verwachten. In dit jaar ging de eerste middeleeuwse bewoningsfase (vóór 1300) in het gebied door overstromingen ten onder. Hierna is het gebied in fases herbedijkt. Het plangebied is net ten zuiden van de oostelijke dijk van deze nieuwe polder Charlois gelegen; de huidige Dordtse Straatweg. Deze weg vormde na 1373 een middeleeuws bewoningslint. Op de militaire topografische kaart uit 1850 is de dijk te zien, waarop mogelijke bebouwing is aangegeven (Top. Bureau 1857). De locatie van het plangebied is aangegeven als onbebouwd en was waarschijnlijk in gebruik als landbouwgrond.
2.4.3 Geologische gegevens Geologische gegevens (TNO)
Afgaande op de Geologische Kaart van Nederland 1:50.000, Kaartblad Rotterdam Oost (37 O) (TNO 1998) is de globale opbouw van de bodem in het plangebied als volgt.
De diepere ondergrond wordt gevormd door klastische Afzettingen
van Calais en/of Gorkum. Hierop rust een pakket (Holland) veen. De top van de bodem bestaat uit een overstromingsdek die behoord tot de Afzettingen van Duinkerke III, een middeleeuwse overstromingfase. Hiervan is bekend dat het gevormd is tussen 1373, het jaar van de overstroming van de Riederwaard, en de periode van vorming van de Polder van Charlois in de tweede helft van de 15e eeuw.
De Afzettingen van Gorkum vallen in de nieuwe stratigrafische indeling (2003) van TNO onder de Formatie van Echteld. De Afzettingen van Calais en Duinkerke vallen tegenwoordig onder de Formatie van Naaldwijk. Het Hollandveenpakket heet nu de Formatie van
Nieuwkoop. In dit rapport zal de oude terminologie worden gebruikt.
2.4.4 Bekende archeologische gegevens
Bekende archeologische waarden in het plangebied
Binnen het plangebied zijn tot op heden in BOORIS en ARCHIS geen archeologische waarden bekend.
Bekende archeologische waarden in de omgeving van het plangebied
Ook in de directe omgeving (circa 5 kilometer) van het plangebied zijn geen archeologische waarden bekend. Op ongeveer een kilometer ten westen van het plangebied is tijdens aan inventariserend booronderzoek aan de Zuiderparkweg (sportcomplex ‘Ahoy’) in de top van het Hollandveen een mogelijk antropogeen spoor aangetroffen (Lelivelt 2003).
2.5 Archeologische verwachting
Op grond van bovenstaande informatie over de bodemopbouw van het plangebied en de nabije omgeving, alsmede gegevens over archeologische waarden in de nabije omgeving kan de volgende archeologische verwachting voor het plangebied worden opgemaakt.
Op basis van het bureauonderzoek kunnen archeologische waarden verwacht worden uit de IJzertijd, Romeinse tijd, Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Met name de top van het pakket (Holland) veen heeft archeologische potentie. Als er stroomgordelafzettingen behorende tot de Afzettingen van Calais/Gorkum aanwezig zijn, dan kunnen ook archeologische waarden uit Neolithicum en de Bronstijd voorkomen.
7 2.6 Advies
Op basis van de bureaustudie kan gesteld worden dat er in het plangebied ‘Inspiratis, Dynamostraat’ archeologische waarden aanwezig kunnen zijn. Aangezien de geplande nieuwbouw gepaard zal gaan met grondroerende activiteiten met een diepte tot circa 5 meter kunnen eventuele, aanwezige archeologische waarden worden aangetast. Door het BOOR is geadviseerd om de archeologische verwachting voor het plangebied te toetsen door middel van een verkennend inventariserend veldonderzoek (Schoonhoven 2006).
3. VERKENNEND INVENTARISEREND VELDONDERZOEK
3.1 Doel
In het plangebied is een verkennend inventariserend veldonderzoek uitgevoerd, om de archeologische verwachting uit het bureauonderzoek te toetsen. De volgende doelstellingen zijn geformuleerd voor het onderzoek.
- Inzicht verschaffen in de mate van gaafheid van de bodemopbouw in het plangebied.
- Eventuele vindplaatsen lokaliseren en de diepteligging van de bewoningssporen bepalen.
- Indien mogelijk de datering, aard en kwaliteit van de vindplaatsen bepalen.
- Indien mogelijk op grond hiervan komen tot een waardering van de vindplaats(en).
- Indien er archeologische waarden aanwezig zijn, zal er een aanbeveling gedaan worden met betrekking tot de omgang met de aanwezige archeologische waarden.
3.2 Methode
Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd door middel van grondboringen. Het
veldwerk heeft plaatsgevonden op 4 en 7 juni 2007. De werkzaamheden zijn verricht door de heer M.C. Dorst en mevrouw V. van Looveren (beiden BOOR).
Het zetten van grondboringen is een non-destructieve manier van onderzoek, die onder andere gebruikt kan worden om de begrenzing van archeologische vindplaatsen te bepalen.
Een archeologische laag is in de (guts)boor herkenbaar als een zogenaamde ‘vuile’ laag.
Zo’n laag kan een oude leeflaag vertegenwoordigen en archeologische indicatoren bevatten zoals houtskool, bot, aardewerk of vuursteen. Ook verstoringen in de bodemopbouw kunnen een goede indicatie voor menselijke activiteiten in het verleden zijn.
Benadrukt moet worden dat kleinschalige archeologische verschijnselen zoals grondsporen slecht herkenbaar zijn in boringen. Gedurende de inventarisatie van het plangebied wordt gelet op de aan- of afwezigheid van de vuile laag en de aanwezigheid van archeologische indicatoren. Ook wordt gelet op de geologische context van het plangebied. Inzicht hierin is noodzakelijk om een goede inschatting te kunnen maken ten aanzien van mogelijk
aanwezige archeologische waarden.
In eerste instantie (d.d. 4 juni) is geprobeerd de boringen inpandig te plaatsen. Dit was echter door een te laag plafond en een te hoge waterstand in de kelder niet mogelijk. Op 7 juni zijn daarom de boringen rond de bestaande bebouwing geplaatst.
De werkzaamheden bestonden uit het zetten van handmatige grondboringen waarbij archeologische waarden en geologische informatie gedocumenteerd zijn. In totaal zijn 5 boringen gezet (Afb. 2) tot maximaal 5,80 meter onder maaiveld. De boringen zijn geplaatst rondom de bestaande bebouwing in het plangebied. Alle boringen zijn gezet met een guts met een binnendiameter van 2,5 cm. Alle boringen zijn doorgezet tot in de top van het (Holland) veenpakket. Eén boring is dieper doorgezet tot in de dieper gelegen Afzettingen van Calais/Gorkum. De boringen zijn ingemeten aan de hand van aanwezige bebouwing.
Voor het registreren van de gegevens is gebruik gemaakt van een veldcomputer met de boorbeschrijvings-software Deborah 2.5. De maaiveldhoogtes van de boringen ten opzichte van NAP zijn bepaald met behulp van een waterpasinstrument. Voor het registreren van de hoogtes is gebruik gemaakt van standaard waterpasformulieren.
Kaart: Gemeentewerken Rotterdam 2007
Rotterdam 'Inspiratis' Dynamostraat.
9
ZUID PLEIN
Zuiden
Van Swietenlaan
Gooilandsingel
Sallandweg
Metroplein
Zuidplein Hoog
Zuide
rterras Twentestraat
STREVELSW EG
VAANWEG
Casimirstraat Motorstraat
Strevelsweg
Spastraat
Egstraat
Sikkelstraat
Ploegstraat seimanW pad Weimansweg
Eibe rpad Re
ige rpad Jagerslaan
Zeis straat Ko
uterstra at Dis
selstraat Veld
straat
Schoep Ba
tterijs traat straat Vliegw
ielpad Monte
sso riweg
Valkeniersweide
Dor dtses
traatw eg
Pinksterweide
Rondewei
Lentewei
Vinkenbaan Schaa
rweide Blo
eme nlaan Blekerslaan
Struweel
Zuiderpark
VAANW EG
Korte Krom
hout Bo
llenla nd Haz akkerenZaailand Borselaarstraat
Millinxstraat Seringenstraat
Boekw eitstraat
straat
Heer Dani%%235lstraat Dubbelstraat Dortsmond-
Sandeling plein
Slag
Vossepad W olvepad
Weipoort Voorde
Groene Hilledijk Voorde
Dreef
Heggepad Wed
Vonder
Vonder brug
Kriele rf
Lede
brug
Grift
Grift Zuideras
Lichte gaard Reineveld
Reineve ld
Enk
Zu idera
s Blo
kland Haze
sprong Strevelsweg
wijdse str
Struw eel
Ble kersla
an Oostendamstr.
Dordtse
straatw eg
Zuidplein
Jan Ligthartstraat
Valkeniersweg
Valkeniers brug
Hogehof Rijsoordstraat
Mijnsherenlaan
Mee krap
straat Lijnzaadstr.
Ko olzaad
straat Sch
iltman- Oudelandstraat
straat man
str.
West Pie ter-
Adriaen
straat
Zuiderparkplein
Sportpark
"De Vaan"
Tandwielstraat Meierijstr.
Batterijpad Dynam
o-
Ploegstraat
Reepstraat Vorkstra
at Narcissenstraat
Rijsoordpad
Boestraarhaatve- Zuidplein
Schaarw eide
Bloem enlaan
Wildba an Ahoy'
Heerjan straat Wevershoekstraat
Cilinderstr.
ziekenhuis ziekenhuis
Station "Zuidplein"
ZUIDERPARKWEG Blankenburgstraat
Voetjes- straat
Bonaventura straat Boelstraat
Maastr.sdam Mijns-
herenplein
Moerkerkestraat
Moerkerkestraat
Borselaarstraat Millinxstraat DORDTSELAAN
Ericas tr Putsebocht
2e Balsemienstraat Dahliastraat
Anemoonstraat Sleutel
bloemstr
Narcissenstraat Geraniumstraat
Lobeliastraat
Lange Hilleweg
Lange
Primula str
Mimosa str
straat Kore
nblo emstraat
Zw ane bloem str Hortens
ia straat Hyacint
straat Res
edastra Fuch at
siastraat Lange Hilleweg
Develstraat
Develstraat Ad
riaan P ieters
tr.
Oudela ndstraat Oosten
dam
stein
Groote Lindtstraat H eer
straat Lindt
straat
straat Zw
ijndrec htse-
straat Heinlan
tstraat
Heer-
jansweg San
delin gstraat Lange
Hilleweg
Lindt- str.
Ido-
Korte Heinlantstr.
Groene Hilledijk
Tarwewijk
Moerkerke plein Mijnsherenlaan
Polslan.dstr
Oos t-Pieter- man
str.
Kleine straat
Hendrik- Hendrik-
Ido- plein Zwijn- plein drechtse Heinenoordstr.
's-Gravendeelstr.
Sneeuwbalstraat Goudenregenstraat
Oostendamstraat
Dortsmondstraat Meerdervoo
rt- Arnold- 2e Kie
fhoekstra at Schobbe-
lantstr.
Nederhoven-
Goereesestraat
Van Swietenlaan Markerstraat
Walchersestraat Wieringerstraat
Flakk eesestraat
Ahoyweg Polslandstraat Spruytstraat
Mijnk intstraat Tarwestraat Spe
ltstraat Roggestraat
straat
Wuysterstraat
93.200
93.200
93.700
93.700
94.200
94.200
433.000 433.000
433.500 433.500
434.000 434.000
´
Afb. 1. Ligging van het plangebied
´
0 500m
1:10.000 Schaal
! (
! (
! (
! (
! (3 2
1
5
4
93.650
93.650
93.700
93.700
433.450 433.450
433.500 433.500
433.550 433.550
433.600 433.600
0 25 m
´
1:750Kaart: Gemeentewerken Rotterdam 2005 Schaal
A
B
Cilinderstraat
Batterijs traat
Dynam ostraat
Tandwielstraat
Afb. 3. Profiel A-B. Voor ligging boorpunten zie afbeelding 2. Legenda: 1. Klastisch pakket 1 (Afz. van Calais/Gorkum); A. Organisch pakket A (Hollandveen); 2. Klastisch pakket 2 (Afz.
van Duinkerke III).
boorpunt
veen klei geroerd zuid
0
-1
noord
v v v v v v v v
v v v v v v v
v v v v vv
v v v
-2
1 4
-3
11 m NAP
A
-4
2
-5
2
v v v v v v v v
v v v v
v v v v v v v v
v v v v v v v
v v v v v
v v v v
v v v v v v v v
v v v v v v v
v v v v vv
v v v v v v
v v v v vv
v v v
v v v v v v v vv
v v v v v v
v v v v vv
v v v v v v
v v v v v
v v v v
v v v v v v v v
v v v v v v v
v v v v v
v v v v
v v v v v v v v
v v v v v v v
v v v v v
v v v v
v v v v v v v v
v v v v v v v
v v v v vv
v v v v v v
v v v v vv
v v v v v v
v v v v v
v v v v
v v v v v v v v
v v v v v v v
v v v v v
v v v v
v v v v v v v v
v v v v v v v
v v v v vv
v v v v v v
v v v v vv
v v v
v v v v v v v vv
v v v v v v
v v v v vv
v v v
-6
-7
3
A
A
1
2
0 25m
3.3 Resultaten
Hieronder volgt een globale beschrijving van de vier stratigrafische eenheden die in het bodemprofiel zijn onderscheiden (Afb. 3). De eenheden worden van onder naar boven beschreven. Voor een nadere toelichting op de ouderdom, klimaat, landschap en archeologische periode wordt verwezen naar de tijdtabel op pagina 3.
3.3.1 Geologie Klastisch pakket 1
Klastisch pakket 1 is alleen aangeboord in boring 3 (Afb. 2 en 3) en bestaat uit een pakket bruingrijze, licht zandige, venige klei met enkele hout- en rietresten. De dikte van het pakket is niet getoetst. De top van het pakket, dat geïnterpreteerd kan worden als een
overstromingsdek/komafzetting, kenmerkt zich door een zeer langzame overgang in het hierboven gelegen veenpakket (organisch pakket A). De top van het pakket ligt in boring 3 op circa 5 m – maaiveld, wat overeenkomt met 6,09 m – NAP. Het pakket kan gerekend worden tot de Afzettingen van Calais/Gorkum.
Organisch pakket A
Organisch pakket A bestaat uit een pakket donkerbruin tot roodbruin veen.
De laag bevat sporadisch enkele hout- en rietresten en is licht tot sterk kleiig, waarbij met name de dieper gelegen veenniveaus kleiiger zijn. Het pakket is in alle boringen aangetroffen en alleen in boring 3 is de dikte van het veenpakket getoetst; de dikte was 2,90 meter. De top van het veenpakket is overal geërodeerd door de latere middeleeuwse overstromingen (klastisch pakket 2). In boring 4 was de top licht geërodeerd en was het veen aanwezig op 1,70 m – maaiveld (2,80 m – NAP). In de andere boringen was de top matig tot sterk geërodeerd. In boringen 1, 2, 3 en 5 bestond klastisch pakket 2 uit geul- en geulnabije- afzettingen die, met name in boringen 1 en 2, diep zijn ingesneden in het veenpakket. In boringen 1 en 2, waar het veen het diepst verstoord is, is de top van het veen respectievelijk aanwezig op 3,30 m – maaiveld (4,51 m – NAP) en 3,20 m – maaiveld (4,36 m – NAP). Het veenpakket behoort tot het Hollandveen.
Klastisch pakket 2
Klastisch pakket 2 bestaat uit een pakket groengrijs licht kleiig zand. In de boringen 1, 2, 3 en 5 waren in de zandafzetting veel dunne humus- en kleilagen aanwezig. In het pakket zijn enkele rietresten en een (waarschijnlijk) diepslakje (Bithynia sp.) aangetroffen.
Het afzettingspakket is, met name in de boringen 1 en 2, sterk erosief aanwezig op het veenpakket. In de boringen 1, 2, 4 en 5 kan het pakket geïnterpreteerd worden als geul- of geulnabije afzettingen. De afzetting wordt gerekend tot de Afzettingen van Duinkerke III en vertegenwoordigt de overstromingsfase van 1373/1375.
Opgebracht en geroerd pakket
Overal binnen het onderzoeksgebied bestaat de bovengrond uit een opgebracht zandpakket dat onderin sterk verrommeld is met de top van klastisch pakket 2. In dit pakket is
baksteenpuin, cement en plastic aanwezig. Het aanbrengen van dit zandpakket en de verstoring van de top van klastisch pakket 2 zijn waarschijnlijk veroorzaakt tijdens de bouw van het pand in het plangebied. De diepte van de recente verstoring ligt tussen 0,85 m – maaiveld en 1,27 m – maaiveld.
3.3.2 Archeologie
Tijdens het inventariserend veldonderzoek zijn in geen van de boringen archeologische indicatoren aangetroffen die wijzen op menselijke activiteit in het verleden.
13 4. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Op 4 en 7 juni 2007 is in het plangebied ‘Inspiratis, Dynamostraat’ te Rotterdam een verkennend inventariserend veldonderzoek uitgevoerd door middel van 5 handboringen.
4.1 Conclusies
Geologie en archeologische waarden
- Binnen het hele plangebied is de top van het (Holland) veenpakket geërodeerd door middeleeuwse overstromingen. In de noordoostelijke punt van het plangebied is deze erosie licht, maar in het zuidelijke en westelijke deel van het plangebied zijn geul- en geulnabije afzettingen aanwezig die de top van het veenpakket tot mogelijk twee meter of meer van het oorspronkelijke maaiveldhoogte verspoeld hebben.
- In het plangebied bestaan de Afzettingen van Calais/Gorkum uit organische slappe klei, die geïnterpreteerd kan worden als overstromingsdek/komafzetting. Er zijn geen stroomgordel- afzettingen behorende tot de Afzettingen van Calais/Gorkum aanwezig.
- Tijdens het veldonderzoek zijn in geen van de boringen archeologische indicatoren aangetroffen die wijzen op menselijke activiteit in het verelden.
- Samenvattend kan gesteld worden dat de kans dat er tijdens de
herinrichtingswerkzaamheden archeologische waarden worden verstoord zeer klein is.
4.2 Aanbevelingen
Gelet op bovenstaande conclusies luidt de aanbeveling dat er geen aanvullend archeologisch onderzoek of beschermende maatregelen noodzakelijk zijn.
In het plangebied ‘Inspiratis, Dynamostraat’ kan ons inziens worden gestart met de voorgenomen herinrichtingsplannen.
Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag in deze is de gemeente Rotterdam, vertegenwoordigd door het BOOR.
Ten aanzien van de conclusies en aanbevelingen in dit rapport dient de opdrachtgever contact op te nemen met het BOOR. In geval van planwijziging dient contact met het bevoegd gezag te worden opgenomen, omdat in de nieuwe situatie de aanbevelingen in onderhavig rapport ten aanzien van de herinrichting ná dit inventariserend veldonderzoek eventueel moeten worden aangepast.
Ook moet men tijdens de grondwerkzaamheden rekening houden met toevalsvondsten.
Indien hiervan sprake is, dan dient men het bevoegd gezag te informeren.
LITERATUUR
Lelivelt, R.A., 2003: Rotterdam Ahoy. Een archeologische inventarisatie door middel van grondboringen. BOORrapporten 139, Rotterdam.
Schoonhoven, A., 2006: BOOR Archeologisch Advies. Inspiratis, fase II, adviesnummer 2006071. Rotterdam.
Staalduinen, C.J. van 1979: Toelichtingen bij de Geologische kaart van Nederland 1:50.000, Rotterdam 37 West (37 W), Haarlem.
Top. Bureau 1857: Militaire Topografische Kaart, Blad 37 (Rotterdam), schaal 1:50.000.
Topografische Dienst 1990: Grote Provincie-Atlas van Zuid-Holland 1:25:000, Wolters- Noordhoff bv, Emmen.
Vervloet, J.A.J. & J.R. Mulder 1985: Cultureelhistorisch onderzoek in het landinrichtingsgebied IJsselmonde. STIBOKA rapport 1682. Wageningen.
15 AFKORTINGEN
ARCHIS Archeologisch Informatiesysteem van het RACM AWK Archeologische Waardenkaart
BOOR Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam BOORIS Archeologisch informatiesysteem van het BOOR
NAP Normaal Amsterdams Peil mv maaiveld
RACM Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten
TNO Nederlandse organisatie voor toegepast – natuurwetenschappelijk onderzoek
BIJLAGE 1; BOORSTATEN
1
boring: 379-1
datum: 7-6-2007, hoogte: -1,22, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, opdrachtgever: OBR, uitvoerder: BOOR
0 cm -Mv / 1,22 m -NAP
Lithologie: zand, zwak siltig, zeer grof Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
20 cm -Mv / 1,42 m -NAP
Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, groengrijs Bodemkundig: interpretatie: verstoord
40 cm -Mv / 1,62 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, groengrijs, matig grof Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
126 cm -Mv / 2,48 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: antropogeen, aard ondergrens: erosief (<0,3 cm)
Lithologie: zand, uiterst siltig, groengrijs, enkele humus- en kleilagen, matig fijn, interpretatie: geulafzettingen Litho-stratigrafie: Afzettingen van Duinkerke IIIb
330 cm -Mv / 4,52 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, bruin, veen (niet gedifferentiëerd)
Litho-stratigrafie: Hollandveen
Einde boring op 380 cm -Mv / 5,02 m -NAP
boring: 379-2
datum: 7-6-2007, hoogte: -1,16, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, opdrachtgever: OBR, uitvoerder: BOOR
0 cm -Mv / 1,16 m -NAP
Lithologie: zand, zwak siltig, bruin, zeer grof Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
20 cm -Mv / 1,36 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: antropogeen Lithologie: klei, uiterst siltig, groengrijs Bodemkundig: interpretatie: verstoord
85 cm -Mv / 2,01 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: antropogeen
Lithologie: zand, zwak siltig, groengrijs, zeer grof, interpretatie: geulafzettingen Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
107 cm -Mv / 2,23 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: antropogeen, aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)
Lithologie: zand, sterk siltig, enkele humus- en kleilagen, matig grof, aanwezig; onbekend, interpretatie: geulafzettingen Litho-stratigrafie: Afzettingen van Duinkerke IIIb
280 cm -Mv / 3,96 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, enkele humuslagen, matig grof, interpretatie: geulafzettingen Litho-stratigrafie: Afzettingen van Duinkerke IIIb
320 cm -Mv / 4,36 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm)
Lithologie: veen, sterk kleiig, bruin, veen (niet gedifferentiëerd) Litho-stratigrafie: Hollandveen
Einde boring op 365 cm -Mv / 4,81 m -NAP
3
boring: 379-3
datum: 7-6-2007, hoogte: -1,09, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, opdrachtgever: OBR, uitvoerder: BOOR
0 cm -Mv / 1,09 m -NAP
Lithologie: zand, zwak siltig, bruin, matig grof Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
40 cm -Mv / 1,49 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: antropogeen Lithologie: klei, zwak zandig, bruin Bodemkundig: interpretatie: verstoord
110 cm -Mv / 2,19 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: antropogeen, aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, grijs, humusvlekken
Litho-stratigrafie: Afzettingen van Duinkerke IIIb
150 cm -Mv / 2,59 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, grijs, matig grof
Litho-stratigrafie: Afzettingen van Duinkerke IIIb
170 cm -Mv / 2,79 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, grijs, veel dunne humus- en kleilagen, matig grof Litho-stratigrafie: Afzettingen van Duinkerke IIIb
210 cm -Mv / 3,19 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerroodbruin, veen (niet gedifferentiëerd)
Litho-stratigrafie: Hollandveen
300 cm -Mv / 4,09 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerroodbruin, veen (niet gedifferentiëerd), hout horizontaal 1 Litho-stratigrafie: Hollandveen
500 cm -Mv / 6,09 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: klei, matig siltig, bruingrijs, hout horizontaal 1 Litho-stratigrafie: Afzettingen van Calais
Einde boring op 580 cm -Mv / 6,89 m -NAP
boring: 379-4
datum: 7-6-2007, hoogte: -1,10, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, opdrachtgever: OBR, uitvoerder: BOOR
0 cm -Mv / 1,10 m -NAP
Lithologie: niet benoemd, niet benoemd Bodemkundig: interpretatie: niet benoemd
5 cm -Mv / 1,15 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: antropogeen Lithologie: zand, zwak siltig, bruin, matig grof Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
50 cm -Mv / 1,60 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: antropogeen Lithologie: klei, zwak zandig, groengrijs Bodemkundig: interpretatie: verstoord
120 cm -Mv / 2,30 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: antropogeen, aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, grijs, matig grof
Litho-stratigrafie: Afzettingen van Duinkerke IIIb
170 cm -Mv / 2,80 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm)
Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerroodbruin, veen (niet gedifferentiëerd), hout horizontaal 1 Litho-stratigrafie: Hollandveen
Einde boring op 180 cm -Mv / 2,90 m -NAP
boring: 379-5
datum: 7-6-2007, hoogte: -1,09, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, opdrachtgever: OBR, uitvoerder: BOOR
0 cm -Mv / 1,09 m -NAP
Lithologie: niet benoemd, niet benoemd Bodemkundig: interpretatie: niet benoemd
5 cm -Mv / 1,14 m -NAP
Lithologie: zand, sterk siltig, geel, matig grof Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
50 cm -Mv / 1,59 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: antropogeen Lithologie: klei, matig siltig, groengrijs Bodemkundig: interpretatie: verstoord
127 cm -Mv / 2,36 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: antropogeen, aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, groengrijs
Litho-stratigrafie: Afzettingen van Duinkerke IIIb
130 cm -Mv / 2,39 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, groengrijs, matig grof, marien operculum, interpretatie: geulafzettingen Litho-stratigrafie: Afzettingen van Duinkerke IIIb
170 cm -Mv / 2,79 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm)
Lithologie: zand, uiterst siltig, groengrijs, enkele humus- en kleilagen, matig grof, interpretatie: geulafzettingen Litho-stratigrafie: Afzettingen van Duinkerke IIIb
262 cm -Mv / 3,71 m -NAP
Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm)
Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerroodbruin, veen (niet gedifferentiëerd) Litho-stratigrafie: Hollandveen
Einde boring op 280 cm -Mv / 3,89 m -NAP