Vacature Maatschappelijk werker B1-B3 (vervangingsovereenkomst) Afdeling Burger en Welzijn

Vacature

Maatschappelijk werker B1-B3 (vervangingsovereenkomst)

Afdeling Burger en Welzijn

LOKAAL BESTUUR KONTICH

Het gemeentebestuur , Autonoom Gemeentebedrijf Kontich en OCMW van Kontich werken samen aan een warme, dynamische en aantrekkelijke leefgemeenschap. Op een open wijze bouwen we een klantvriendelijke, sociale en efficiënte dienstverlening uit. Zo versterken we onze vele troeven die bijdragen tot het welzijn van elke burger en tot de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.

Momenteel zijn wij op zoek naar:

Maatschappelijk werker (vervangingsovereenkomst)

Als maatschappelijk werker verzeker je het recht op maatschappelijke dienstverlening, die de burger in staat stelt een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Je biedt psychosociale hulp, informatie en advies en financiële en concrete dienstverlening aan personen om hun maatschappelijke integratie te bevorderen.

Het betreft een vervangingsovereenkomst van 38 u per week tot einde moederschapsrust vaste medewerker.

Wanneer kom je in aanmerking?

 Je toont interesse in of hebt affiniteit/ervaring met de werking van een overheid/OCMW.

 Je bent in het bezit van een bachelor diploma in het sociaal-agogisch werk met de titel van maatschappelijk assistent of in de verpleegkunde, afstudeerrichting sociale verpleegkunde

 Je slaagt voor de selectieproef: mondeling gesprek

Wat staat hier tegenover?

 Je verkrijgt een bruto aanvangswedde vanaf € 2.460,78 per maand (uit de privésector wordt maximaal 8 jaar relevante ervaring in aanmerking genomen), aangevuld met maaltijdcheques (8€), fietsvergoeding, tweede pensioenpijler (3,5%) en tal van andere voordelen eigen aan het werken in een openbaar bestuur.

Kandidaatstelling

Wil je graag deel uitmaken van ons team? Stuur dan je gemotiveerde kandidatuur met cv door via www.kontich.be/maatschappelijkwerker ten laatste op 16 juni 2019.

Meer info?

Voor meer info over de selectieprocedure kan u terecht bij de personeelsdienst via personeel@kontich.be of op het nummer +32 3 246 25 52

Functiebeschrijving – Maatschappelijk werker Afdeling Burger en welzijn

V_201905

A. Functie-inhoud 1. Doel van de functie

De maatschappelijk werker verzekert het recht op maatschappelijke dienstverlening, die de burger in staat stelt een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. De maatschappelijk werker biedt psychosociale hulp, informatie en advies en financiële en concrete dienstverlening aan personen om hun maatschappelijke integratie te bevorderen.

2. Plaats in de organisatie

De maatschappelijk werker werkt onder de directe leiding van het diensthoofd van de sociale dienst en rapporteert aan het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst (BCSD).

Hij/zij heeft contacten met de onthaalmedewerkers van de sociale dienst, de dienst rechtshulp, andere OCMW-diensten en met externe organisaties, diensten en instellingen.

3. Resultaatgebieden

Resultaatsgebied 1: Verzorgen van een correcte en warme dienstverlening

 Onthaal van cliënten op een vriendelijke en gepaste manier en het voeren van een beperkt intakegesprek met cliënten, zodat correct doorverwezen kan worden naar de bevoegde collega of externe dienst (front office)

 Correcte inlichtingen verschaffen binnen een aanvaardbare termijn

 Klantgerichte oplossingen zoeken en aanbieden binnen de geldende regels en procedures

 Cliënten motiveren tot verdere hulpverlening, vertrekkende vanuit de vraag van de cliënt

Resultaatsgebied 2: Professionele hulpverlening op maat aanbieden binnen de grenzen van een eerstelijnsdienst met het doel de zelfredzaamheid te verhogen

 Cliënten helpen om vragen van psychosociale, praktische, materiële, juridische en/of financiële aard aan te pakken

 Cliënten helpen met vragen over sociaal-maatschappelijke voorzieningen: pensioen, werkloosheid, ziekteverzekering,…

 Cliënten helpen met ‘toeleidingsvragen’ om de cliënt actief voor te bereiden op het deelnemen aan externe voorzieningen: arbeidsmarkt, opleidingsinstellingen, sociale huisvesting, …

 Hulpverlening aanbieden vanuit een integrale benadering op maat, dit door zelf te handelen of gepast door te verwijzen

Resultaatsgebied 3: Beheren van dossiers in het kader van de hulpverlening

 Verzamelen van informatie die relevant is voor de hulpvraag van de cliënt

 Verrichten van een sociaal onderzoek

 Diagnose stellen m.b.t. de problematiek die de cliënt aanbrengt

 Opstellen van een hulpverleningstraject

 De evolutie van het dossier opvolgen en rapporteren aan alle betrokkenen, rekening houdend met de deontologie

Resultaatgebied 4: Complexe administratieve taken

 Opstellen van sociale verslagen inzake allerlei voordelen / financiële tussenkomsten voor cliënten

 Meewerken aan de organisatie van activiteiten van de cursuswerking van het OCMW en GEZEL (Gezondheids- en Eerstelijnssamenwerking Kontich)

Resultaatgebied 5: Diversen

 alert zijn voor situaties die het welzijn van de cliënt of een grotere groep mensen in het gedrang kunnen brengen en deze signaleren in het team of aan het diensthoofd

 actief meewerken aan de teamwerking en het werkoverleg

 participeren aan werkgroepen en andere interne en externe overlegstructuren

 rapporteren aan het diensthoofd over de taakuitvoering

 meewerken aan beleidsdocumenten (jaarverslag, registratie, beleidsnota, …), de website en het intranet, informatiecampagnes, opendeurdagen, …

 overleggen met andere diensten en professionele hulpverleners binnen het werkgebied of met de familie van de cliënt, mantelzorgers of andere niet professionele hulpverleners, rekening houdend met de deontologie

 begeleiden van stagiaires en contacten met de sociale school B. Functievereisten

1) Kwalificatievereisten bij werving

 Onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland

 Houder zijn van ofwel:

o het diploma van bachelor in het sociaal-agogisch werk met de titel van maatschappelijk assistent, of een daarmee gelijkgesteld diploma;

o het diploma van bachelor in de verpleegkunde, afstudeerrichting sociale verpleegkunde, of een daarmee gelijkgesteld diploma

2) Vakinhoudelijke kennis

 Degelijke kennis van de werking en de belangrijkste regelgeving van het OCMW en de praktische toepassing van de sociale wetgeving

 Degelijke kennis van maatschappelijke hulpverlening, begeleidings- (gesprek, actieplan, opvolging), interview- en gesprekstechnieken

 Degelijke kennis van de sociale kaart

 Kennis van informatica (Office-software & specifieke toepassingssoftware sociale dienst) in functie van de administratieve taken

C. Waardenkader lokaal bestuur Kontich

Als medewerker van het lokaal bestuur wordt verwacht dat je het waardenkader onderschrijft en mee uitdraagt.

Voortdurend in beweging: Wij belichamen het proces van voortdurende verbetering vanuit een eerlijke kijk op onze eigen sterke en zwakke kanten, maar ook rekening houdend met onze omgeving. Wij vernieuwen en ontwikkelen continue onze producten en diensten. Zo blijven wij als organisatie ook steeds in beweging en maken wij werk van innovatie.

Gedreven door klant en kwaliteit: Wij geven onze dienstverlening mee vorm op basis van de behoeften, wensen en verwachtingen van onze klanten en vertalen deze in duidelijke (basis)kwaliteitscriteria, procedures en afspraken. Wij realiseren een dienstverlening die onze klanten (zowel intern als extern) aangenaam verrast.

Transparant: Transparantie is een basisvoorwaarde in de werking van het lokaal bestuur. Wij maken onze werking en structuur zuiver en communiceren deze duidelijk en helder via onze verschillende interne en externe communicatiekanalen en –structuren.

Gericht op ieders kracht: Wij mobiliseren de “krachten” (talenten, kennis, capaciteiten) van alle medewerkers (individu) en alle diensten (organisatie) en vervullen zo, vanuit een grote betrokkenheid, onze opdrachten als lokaal bestuur Kontich. Ook de burger-klant spreken wij aan op zijn sterktes.

D. Competentieprofiel

De competenties, aangeduid met *, zijn kerncompetenties voor deze functie.

Integriteit/betrouwbaarheid, klantvriendelijkheid en samenwerking zijn drie kerncompetenties die gelden voor alle functies in het OCMW.

Technische competenties

1. Vakkennis *

Algemene omschrijving: de medewerker beschikt over de technische, inhoudelijke, administratieve of andere gespecialiseerde kennis, noodzakelijk voor het uitoefenen van de functie.

De hoeveelheid kennis staat in relatie tot de periode, waarin de persoon deze functie uitoefent.

De individuele inspanningen om nieuwe vaardigheden aan te leren en op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen binnen de functie worden hierbij ook in rekening gebracht.

 Beheerst het eigen takenpakket

 Heeft een duidelijk zicht op het takenpakket van de dienst

 Kent de werkmethoden en procedures van de dienst en de organisatie

 Heeft kennis van automatisering en van de toepassingsmogelijkheden voor de dienst

 Schoolt zich voldoende bij om de vakkennis op peil te houden en is bereid om nieuwe methodes aan te leren voor verdere persoonlijke ontplooiing

2. Technische vaardigheden *

Algemene omschrijving: de medewerker beschikt over de nodige technische vaardigheden voor het uitoefenen van de functie.

Het gaat hier zowel over technische als administratieve vaardigheden, die in de functie vereist zijn. In tegenstelling tot de vakkennis gaat het hier over de praktische kwaliteiten, het gebruik van informatica en apparatuur voor de betrokkene dienst, enz…

 Mondeling communiceren: hanteert een duidelijke taal,stemt het woordgebruik af op de luisteraar en kan anderen overtuigen wanneer nodig

 Schriftelijk communiceren: hanteert een correct en vlot leesbaar taalgebruik, afgestemd op de doelgroep

 Past (nieuwe) kennis, informatie en inzichten toe in de praktijk

 Past de automatiseringsmogelijkheden op de werkplek toe

 Kan informatie opzoeken via gespecialiseerde databanken of internet

 Kan wetgeving, procedures en voorschriften in de praktijk toepassen

 Maakt zich nieuwe dingen (kennis, werkmethoden, enz..) vlot eigen

 Brengt informatie en ideeën behoorlijk en helder over 3. Werkorganisatie *

Algemene omschrijving: de medewerker plant efficiënt opdrachten, organiseert en voert uit, rekening houdend met de mogelijkheden waarover hij/zij beschikt. De medewerker kan zich houden aan deadlines, de dagelijkse taken onder controle houden en kan zijn/haar prioriteiten stellen i.f.v. dringende gevallen en objectieven van de organisatie.

 Pakt eerst de belangrijkste en dringendste opdrachten aan

 Houdt rekening met de nodige uitvoeringstijd

 Werkt resultaatgericht (werkt met duidelijke doelen en timing…) en in teamverband

 Kan inspelen op wijzigende omstandigheden

 Werkt nauwkeurig en controleert eigen werk

 Gaat regelmatig na welke taken op een bepaald tijdstip moeten afgewerkt worden of periodiek opgevolgd moeten worden

4. Veilig en ordelijk werken

Algemene omschrijving: de medewerker heeft aandacht voor de veiligheid van zichzelf, collega’s, cliënten en zorgt voor een ordelijke werkomgeving.

 Voert werken uit volgens procedures, veiligheids- en/of hygiënevoorschriften

 Past richtlijnen toe voor ergonomie beeldschermwerk

 Gebruikt kantoormachines op een veilige manier en gebruikt ze enkel waarvoor ze bestemd zijn,

 Kan risico’s juist inschatten en houdt rekening met mogelijke gevolgen

 Houdt de werkomgeving net (streefdoel clean desk) en behandelt het materiaal met zorg

 Houdt rekening met het vertrouwelijk karakter van documenten

 Bergt documenten en materialen op de juiste plaats op, en kan ze ook snel terug vinden

Persoonlijke competenties

5. Integriteit / Betrouwbaarheid *

Algemene omschrijving: de medewerker handelt vanuit de principes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie. De medewerker komt afspraken na en neemt verantwoordelijkheid op.

 Leeft wettelijke en dienstvoorschriften na

 Handelt volgens de deontologische code (discretie, bescherming persoonlijke levenssfeer, onverenigbaarheden, enz…)

 Geeft volledige en juiste informatie door

 Doet wat hij zegt, komt beloftes en afspraken na

 Kan zich schikken naar het beleid en erkent gezag

 Behandelt anderen met respect, zonder onderscheid te maken in ras, geloof en overtuiging 6. Inzet en verantwoordelijkheid / Initiatief nemen *

Algemene omschrijving: de medewerker engageert zich in de functie en neemt verantwoordelijkheid op t.a.v. het geleverde werk en situaties die zich voordoen in de organisatie..De medewerker verbetert voortdurend en neemt initiatieven die gericht zijn op kwaliteit en resultaat.

 Toont enthousiasme en bereidwilligheid en participeert actief

 Neemt verantwoordelijkheid op voor het eigen takenpakket

 Neemt verantwoordelijkheid op t.a.v. de taken van de dienst (bijv. bij afwezigheid van een collega of de chef)

 Laat dingen niet op hun beloop maar grijpt tijdig in, indien nodig

 Durft eigen fouten toegeven en schuift de verantwoordelijkheid niet af op anderen

 Ziet zelf problemen en mogelijkheden binnen zijn functie en dienst.

 Wacht niet op nieuwe opdrachten

 Doet voorstellen tot verbetering (brengt ideeën, oplossingen,…. aan)

 Informeert zich, of geeft zelf informatie door via de bestaande informatiekanalen 7. Zelfstandigheid

Algemene omschrijving: de medewerker kan zelfstandig werken binnen de grenzen van de functie.

 Roept niet onmiddellijk de hulp van de anderen in voor zaken die hij/zij zelf kan oplossen

 Neemt zelf de nodige beslissingen binnen de grenzen van zijn/haar functie

 Voert opdrachten correct uit, ook al wordt niet ieder detail uitgelegd

 Kan problemen die zich voordoen, zelf afwerken

 Onderneemt uit eigen beweging gerichte acties om het concrete probleem op te lossen 8. Flexibiliteit / werkdrukbestendigheid

Algemene omschrijving: de medewerker kan zich aanpassen aan wisselende werkcondities en situaties, aan variaties in de werkinhoud, het volume aan werk, de werkomstandigheden (collega’s,

infrastructuur, regels, enz …).

De medewerker kan zich aanpassen aan vernieuwingen (bijv. in werkmethode) en veranderingen in de organisatie.

 Kan zich vlot aanpassen aan en omgaan met gewijzigde omstandigheden (omgeving, taken)

 Blijft doelmatig en effectief handelen in situaties van verhoogde druk

 Verandert de aanpak of past de planning aan in functie van tijdsdruk, dringende vragen of behoeften

 Werkt actief mee bij veranderingsprocessen

Cliëntgerichte competenties

9. Inlevingsvermogen *

Algemene omschrijving: de medewerker verstaat de behoeften en noden van klanten. De medewerker is in staat om op een accurate manier te luisteren en de problemen van klanten te verstaan.

 Handhaaft een actieve luisterhouding

 Geeft anderen de ruimte om een mening of idee in te brengen

 Leeft zich in in de denk- en gevoelswereld van de ander (klant, collega, medewerker, hiërarchie) 10. Klantgerichtheid *

Algemene omschrijving: de medewerker speelt in op de behoeften en wensen van de (interne en externe) klant en toont bereidheid om eraan te voldoen, mits naleving van de desbetreffende reglementering. De medewerker stelt zich t.a.v. de klant toegankelijk op. De medewerker luistert naar de klant en gebruikt een begrijpelijke taal.

 Geeft een hoge prioriteit aan een kwaliteitsvolle dienstverlening en klanttevredenheid

 Anticipeert op behoeften van anderen (collega’s, cliënten, ….)

 Vergewist zich ervan dat men de cliënt begrijpt en dat de boodschap door de cliënt wordt begrepen

 Geeft zelf een antwoord op een vraag of klacht. Verwijst zonodig door of zoekt hulp

 Verleent een correcte service (b.v. houdt de wachttijd voor een klant minimaal, voert stipt uit wat werd voorgesteld, levert duidelijke diensten af, neemt een lage-drempel-houding aan, is beschikbaar en bereikbaar)

 Draagt zorg voor zijn/haar voorkomen (kleding, haartooi, hygiëne)

 Draagt zorg voor zijn/haar taalgebruik naargelang de omstandigheden

Organisatiegerichte competenties

11. Samenwerking *

Algemene omschrijving: de mate waarin de medewerker werkrelaties en contacten opbouwt en onderhoudt, noodzakelijk voor het uitvoeren van de functie. Het gaat daarbij zowel over het samenwerken met collega’s, als met de leidinggevenden. Indien van toepassing, wordt ook de samenwerking met het bestuur en externe diensten of personen bedoeld.

 Onderhoudt goede contacten met leidinggevenden, directe collega’s en andere medewerkers van de organisatie en geeft indien nodig informatie tijdig en correct door

 Onderhoudt goede contacten met het bestuur en externe diensten of personen

 Draagt bij tot de goede sfeer in de organisatie

 Gedraagt zich als een teamspeler: werkt collegiaal samen en neemt actief deel aan de werking van het team

 Overlegt met medewerkers van de eigen en van andere diensten en met de hogere chefs

12. Organisatiebetrokkenheid

Algemene omschrijving: de medewerker stemt het eigen gedrag af op de noden, prioriteiten en doelstellingen van de organisatie

 Identificeert zich met de organisatie en kan de organisatie vertegenwoordigen

 Valt de eigen organisatie niet aan in het bijzijn van buitenstaanders

 Engageert zich voor activiteiten, die de eigen individuele taken overstijgen

 Stemt zijn/haar gedrag af op de noden, prioriteiten en doelstellingen van de organisatie en haar medewerkers

 Onderkent de invloed en gevolgen van eigen beslissingen of activiteiten op andere onderdelen van de organisatie

 Aanvaardt beslissingen die voor de organisatie nuttig zijn, zelfs als die minder populair of controversieel zijn