INFORMATIEBROCHURE
Maatschappelijk assistent (B1-B3)
Functiebeschrijving
1.
FUNCTIETITELAlgemeen maatschappelijk werk(st)er
2.
GLOBAAL DOEL VAN DE FUNCTIEHet recht op maatschappelijk dienstverlening verzekeren, om mensen in staat te stellen:
- een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid
- om te gaan met problemen en verstoringen in hun functioneren binnen hun sociale omgeving - hun noodsituatie op te heffen of te verbeteren
3.
PLAATS IN DE ORGANISATIEWerkt onder leiding van het hoofd van de sociale dienst, en rapporteert aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
4.
NIVEAU B1-2-35.
RESULTAATGEBIEDEN EN TAAKOMSCHRIJVING t.a.v. cliëntenM.b.t. de problematiek die de cliënt aanbrengt: verzorgen van intake, verrichten van sociaal onderzoek, stellen van de diagnose, opstellen van een hulpverleningsplan, rapporteren aan de cliënt van de beslissingen genomen door de raad, bemiddelen tussen cliënt en raad…..
M.b.t. opzetten van een psychosociale begeleiding en verrichten van crisisinterventie: ondersteuning van de cliënt, de cliënt helpen bij het duiden van zijn problemen, stimuleren van zelfwerkzaamheid, verzamelen en verstrekken van informatie m.b.t. de hulpvraag, formuleren van adviezen, begeleid doorverwijzen…….
Opzetten van preventieve activiteiten ter voorkoming van hulpvragen
Systematisch verrichten van sociaal onderzoek m.b.t. de bestaansvoorwaarden en het maatschappelijk functioneren van de cliënten populatie
Budgetbegeleiding en budgetbeheer wanneer dit noodzakelijk geacht wordt
Informatie, advies en begeleiding m.b.t. asielzoekers en (kandidaat) politiek vluchtelingen
Voorstellen en opvolgen van personen die in aanmerking komen voor een tewerkstelling in het kader van art.
60§7
Uitwerken van projecten inzake kansarmoede, huisvesting….
Organisatie van de taakverdeling in functie van de noodwendigheden in de deelgemeenten, met wekelijkse zitdag aldaar
t.a.v. andere instanties en organisaties
Opbouwen en onderhouden van professionele samenwerkingsrelaties met hulpverleners, instanties en organisaties buiten het OCMW, die hulp aan cliënten kunnen bevorderen
Constructief beïnvloeden van beleidsinstanties ten behoeve van de cliënten
Tijdig en correct indienen van registratie ten behoeve van de subsidiërende instanties t.a.v. collega’s van de sociale dienst
Actief en opbouwend participeren aan werkoverleg Doorgeven van nuttige kennis en informatie
t.a.v. collega’s van andere diensten binnen het OCMW
Correct uitwisselen van informatie met de ontvanger m.b.t. de financiële verrichtingen t.a.v. de cliënten.
Correct en tijdig doorgeven van alle gegevens nodig voor de administratieve verwerking van de hulpvragen, aan de administratieve medewerkers.
Verstrekken van nuttige informatie omtrent probleemgroepen aan verantwoordelijken van andere diensten die dit kan aanbelangen.
t.a.v. het diensthoofd van de sociale dienst
Signaleren van noden, behoeften en tekorten in de hulpverlening, vastgesteld tijdens het werken met cliënten of bevolkingsgroepen.
Een bijdrage leveren aan beleidsvoorbereidende werkzaamheden.
t.a.v. de raadsleden
Opstellen en presenteren van het sociaal verslag ter voorbereiding van beslissingen m.b.t. financiële hulp via de geëigende structuren en kanalen.
Correct en volledig rapporteren aan de voorzitter m.b.t. dringende steun aan een cliënt, met respect voor de hiërarchische lijn.
De raadsleden op de hoogte houden van vastgestelde algemene (structurele) problemen, van preventieve actiemogelijkheden, en van samenwerkingsmogelijkheden met andere diensten, instellingen en personen.
6.
PROFIEL KennisHet Belgisch rechtstelsel en wetgeving (incl. aanpassingen): OCMW (W. 8/7/76), bestaansminimum (W. 7/8/74), terugvordering van kosten maatschappelijke dienstverlening (W. 2/4/65), bejaardendecreet, diensten gezins- en bejaardenhulp (B.V.R.22/6/88), sociale wetgeving (specialisatie in overleg met het hoofd van de sociale dienst), politieke vluchtelingen, enz………
De sociale kaart
Sociaal-wetenschappelijke theorieën m.b.t. menselijk gedrag Economische en sociale structuur van de samenleving Inzicht in het algemeen welzijnswerk
De verschillende levensbeschouwingen en culturen
Diverse methodieken en werkvormen m.b.t. hulpverlening en veranderingsprocessen Kennis van moderne administratieve en kantoortechnieken
Vaardigheden
Administratieve vaardigheden
Relationele en communicatieve vaardigheden:
Doelgericht en bewust kunnen omgaan met zeer verschillende mensen en culturen Kunnen werken in teamverband
Ordelijk en overzichtelijk kunnen rapporteren
Organisatorische vaardigheden:
Werkzaamheden, projecten en processen autonoom en systematisch kunnen plannen, afwerken en registreren Snel en doeltreffend informatie kunnen opzoeken en hanteren
Administratief technische vaardigheden:
Sociale dossiers nauwkeurig gestructureerd en kernachtig kunnen opmaken en bijhouden Brieven kernachtig, zakelijk en doelgericht kunnen opstellen
Communicatiemedia vlot kunnen hanteren
Attitudes
Professionele betrokkenheid bij de cliënt en bij het OCMW
Openheid t.a.v. cliënten, collega’s, leidinggevenden en beleidsmensen
Bereidheid om verworven vaardigheden voortdurend te hanteren en verder te ontwikkelen
Bereidheid om eigen mogelijkheden en beperktheden in het hulpverleningsproces te onderkennen, en indien nodig spontaan consultatie vragen of doorverwijzen wanneer een probleem de eigen competentie te boven gaat.
Bereidheid tot supervisie en intervisie, permanente vorming, opvolgen van relevante vakliteratuur…
Spontaan initiatief nemen, met een creatieve aanpak en een grote dosis doorzettingsvermogen
Het beroepsgeheim respecteren, en alle situaties van cliënten en binnen de organisatie benaderen met tact, discretie, respect en verantwoordelijkheidszin
Verantwoordelijkheid van de uit te voeren taken
7.
VERRUIMENDE BEPALINGENInspringen bij andere werkzaamheden binnen de sociale dienst, bij afwezigheid van een collega of op vraag van het hoofd van de sociale dienst. Opnemen van nieuwe taken als gevolg van evoluties in de wetgeving en de reglementering in het welzijnswerk, in overleg met de collega’s en het hoofd van de sociale dienst.
Opmerking:
De hierboven gegeven functiebeschrijving en profiel is niet beperkend en kan ten allen tijde worden aangepast aan nieuwe evoluties of organisatorische accenten binnen het OCMW.
Molenstraat 5 - 2310 Rijkevorsel maandag - vrijdag: 9.00 - 12.00 uur
03 340 00 00 maandag: 15.30 - 19.30 uur
woensdag: 13.00 - 15.30 uur
4
Bijzondere aanwervingsvoorwaarden en selectieprocedure
1. Bijzondere aanwervingsvoorwaarden
U bent in het bezit van een diploma van bachelor in het sociaal-agogisch werk met de titel van maatschappelijk assistent, of een daarmee gelijkgesteld diploma, of van een diploma van bachelor in de sociale gezondheidszorg, of een daarmee gelijkgesteld diploma.
U dient te slagen in de voorziene selectieprocedure.
2. Selectieprocedure
Zowel de preselectie (bij meer dan twintig kandidaten) als de selectieprocedure werden uitbesteed aan een extern selectiebureau, dat de bekwaamheid en de geschiktheid van de kandidaten zal toetsen aan de vereisten van de betreffende functie. De kandidaturen worden hiertoe, na de afstemming van de kandidaturen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan alle aanwervingsvoorwaarden (diploma e.d.), aan dit extern selectiebureau overgemaakt.
Indien er meer dan twintig kandidaten zijn, zal voorafgaandelijk aan de eigenlijke selectieprocedure een preselectie plaatsvinden a.d.h.v. de sollicitatiebrieven en cv’s op basis waarvan er maximum twintig kandidaten worden toegelaten tot de eigenlijke selectieprocedure.
De selectieprocedure omvat:
- Een mondeling gedeelte (50 punten):
De kandidaat wordt geëvalueerd inzake overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de functie, de relevante ervaring, de motivatie en de interesse voor het werkterrein.
- Een schriftelijk en/of praktisch gedeelte (50 punten):
De kandidaat legt een aantal proeven of testen af, met inbegrip van een praktisch gericht interview, waarbij de van toepassing zijnde functiebeschrijving en de daarin beschreven kennis, competenties, vaardigheden en attitudes worden onderzocht.
Voor het tweede gedeelte worden enkel de geslaagde kandidaten van het eerste gedeelte toegelaten.
Om geslaagd te zijn moeten de kandidaten 60% van de punten behalen op elk gedeelte en 60% op het geheel van het examen.
Nadien volgt een psychotechnisch luik (assessment) voor de kandidaten die geslaagd zijn in de vorige gedeeltes. Indien meer dan twee kandidaten geslaagd zijn, worden de twee eerst gerangschikte kandidaten uitgenodigd om deel te nemen aan het psychotechnisch luik.
Ingeval geen van deze twee kandidaten geschikt wordt bevonden, kunnen de twee volgende geslaagde kandidaten worden uitgenodigd voor het psychotechnisch luik. Indien van deze twee kandidaten niemand geschikt wordt bevonden, kunnen de volgende twee gerangschikte kandidaten worden opgeroepen, enzoverder.
Het psychotechnisch luik resulteert in een beoordeling als “geschikt” of “ongeschikt” voor
de functie.
Molenstraat 5 - 2310 Rijkevorsel maandag - vrijdag: 9.00 - 12.00 uur
03 340 00 00 maandag: 15.30 - 19.30 uur
woensdag: 13.00 - 15.30 uur
5