Inspectierapport
Peuteropvang Lariksweg (KDV) Lariksweg 27
7151 XV Eibergen
Registratienummer 334342375
Toezichthouder: GGD Noord- en Oost-Gelderland In opdracht van gemeente: Berkelland
Datum inspectie: 29-08-2017
Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek
Status: Definitief
Datum vaststelling inspectierapport: 20-09-2017
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ... 2
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen ... 4
Overzicht getoetste inspectie-items ... 7
Gegevens voorziening ... 9
Gegevens toezicht ... 9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
Op 29-08-2017 is Peuteropvang Lariksweg van Kinderopvang Berkelland B.V. in opdracht van de gemeente Berkelland bezocht voor een jaarlijks onderzoek.
Het onderzoek heeft zich gericht op volgende voorwaarden:
Pedagogische praktijk
Verklaringen Omtrent Gedrag en diploma's
Groepsgrootte
Beroepskracht-kind-ratio
Beschouwing
Peuteropvang Lariksweg (KDV/PO) is gehuisvest in een gebouw aan de Lariksweg 27 te Eibergen.
Peuteropvang Lariksweg heeft één stamgroep en maakt deel uit van Kinderopvang Berkelland B.V.
In het gebouw aan de Lariksweg bevindt zich naast de peuteropvang ook een kinderdagverblijf en een medisch kinderdagverblijfgroep (niet van kinderdomein Eibergen).
De locatiemanager is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken.
Inspectiegeschiedenis
11-01-2016, jaarlijks onderzoek, voldoet aan onderzochte voorwaarden.
Huidige bevindingen
De toezichthouder heeft de bevinding besproken met de locatiemanager. Naast dat de
pedagogische observatie globaal is besproken, is ook klimaat beheersing op de groep besproken.
Tijdens het onderzoek blijkt de temperatuur op de groep 25º te zijn. Afspraken mb.t. te
ondernemen acties bij hogere temperaturen zijn niet éénduidig. De locatiemanager zal binnen het team opnieuw de te ondernemen acties onder aandacht brengen en in beleid vormgeven. Tevens heeft de toezichthouder de smerige inlaat van het luchtcirculatiesysteem onder aandacht gebracht.
De locatiemanager zal hier ook acties in gaan ondernemen.
De houder voldoet aan de onderzochte voorwaarden.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld:
waarborging emotionele veiligheid
ontwikkeling van persoonlijke competentie
ontwikkeling van sociale competentie
overdracht van normen en waarden
Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid en getoetst aan de hand van de praktijkobservatie.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar.
Aangezien deze locatie gesubsidieerd wordt in het kader van vroeg- en voorschoolse educatie is beoordeeld of wordt voldaan aan de eisen die volgen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Dit onderdeel komt als laatste aan bod binnen dit domein.
Hieronder worden de bijbehorende voorwaarden toegelicht en beoordeeld.
Pedagogische praktijk
Tijdens de praktijkobservatie die is uitgevoerd op dinsdagmorgen 29 augustus 2017 zijn er 10 kinderen aanwezig bij binnenkomst van de toezichthouder. De kinderen knutselen aan tafel, spelen n de verschillenden speelhoeken en zijn vrij aan het spelen. Later gaan de kinderen in de kring zitten en wordt er voorgelezen. Er zijn twee beroepskrachten en een vrijwilliger aanwezig.
Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is in zoals deze is geobserveerd in de praktijk):
Emotionele veiligheid
De beroepskrachten communiceren met de kinderen
De beroepskrachten voeren gesprekjes met kinderen, ze praten over wat iedereen in de vakantie heeft gedaan. Zo wordt het bezoek van een kind aan de dierentuin meteen gebruikt om met de kinderen te praten over welke dieren er zoal in de dierentuin verblijven. De beroepskracht probeert alle kinderen te betrekken in de gesprekken. De kinderen worden gehoord en gezien. De
beroepskrachten zijn zeer betrokken op de kinderen en het groepsproces.
Ontspannen en open sfeer in de groep
Er is een aangename sfeer in de groep. De kinderen spelen samen en ze hebben plezier. Ze zoeken elkaar ook regelmatig op. De emoties die de kinderen laten zien zijn passend bij de situatie.
De beroepskrachten passen hun lichaamshouding aan; zij praten op ooghoogte en gaan door hun knieën wanneer ze met kinderen in gesprek gaan.
Persoonlijke competentie
Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen
De beroepskracht verteld de kinderen dat ze elkaar vanwege de vakantie 6 weken niet hebben gezien. Zij zegt:" Ik heb jullie gemist. Dat is lang hoor." De dagindeling is bij de kinderen bekend en via het planbord worden de activiteiten besproken. Aan de hand van picto's krijgen de kinderen de kans om het programma te benoemen.
Kinderen hebben de mogelijkheid om leerervaringen op te doen
De beroepskracht telt hardop hoeveel kinderen er zijn als ze in de kring gaan zitten en gaat dan de stoelen in de kring tellen. De kinderen tellen met haar mee.
Als het kringgesprek is afgelopen ruimen de kinderen zelf hun stoeltje op.
De kinderen mogen kiezen aan welke activiteit ze willen meedoen. Zo kunnen ze kiezen uit kleuren of vrij spel.
Autonomie
Kinderen krijgen aanwijzingen en correcties van de beroepskrachten. Zo wordt een kindje verteld dat hij het speelgoed op tafel bij de rest moet laten liggen. Een aantal kinderen wordt
aangesproken op hun harde praten. De beroepskracht zegt: "Jullie hoeven niet te schreeuwen als jullie zo dicht bij elkaar staan" In het kringgesprek worden kinderen gevraagd om op de stoel te blijven zitten en worden ze uitgelegd dat ze op hun beurt moeten wachten.
Sociale competentie
De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie
De kinderen worden gevraagd om samen op te ruimen. De beroepskracht probeert zoveel mogelijk kinderen hierbij te betrekken. Ze noemt dat het gezellig is en geeft de nodige kinderen een
compliment.
Kinderen gaan dagelijks buitenspelen.
De beroepskrachten hanteren verschillende rituelen. Gezamenlijk opruimen om over te gaan naar een andere activiteit. Samen een liedje zingen bij aanvang van de kring gesprek.
De beroepskrachten ondersteunen alleen als de kinderen niet verder kunnen. De beroepskracht helpt de kinderen ook om contact met elkaar door ze aan te sporen om elkaar te helpen
bijvoorbeeld.
Overdracht normen en waarden
Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen:
De beroepskrachten geven het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee en zijn behulpzaam. De kinderen worden aangezet tot sociaal gedrag doordat zij elkaar helpen met opruimen.
Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast.
De beroepskrachten begeleiden kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zij leggen uit wat er van het kind verwacht wordt. Zij geven aan welk gedrag bij welke situatie hoort in termen van ‘wat er wel mag’.
Afspraken en regels die onder meer gehanteerd worden zijn; "Je mag alleen spullen pakken uit de open kast." Wanneer een kindje met speelgoed wil spelen waar een ander kind al mee speelt zegt de beroepskracht: "Je moet even wachten, nu speelt er iemand anders mee."
Conclusie
Er wordt voldaan aan de voorwaarden m.b.t. de pedagogische praktijk.
Voorschoolse educatie indien gesubsidieerd door het college
Peuteropvang Lariksweg wordt gewerkt met de methode "Startblokken", een erkende interventie ter voorkoming van onderwijsachterstanden bij jonge kinderen. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van het aanvullend programma ''Puk & Ko.''
Er wordt 5 ochtenden en 2 middagen in de week VVE aangeboden aan maximaal 16 kinderen.
Maandag t/m vrijdag van 8.30-12.00 en maandag en donderdagmiddag van 12.30-15.00.
Er is steekproefsgewijs beoordeeld of de beroepskrachten bij Peuteropvang Lariksweg beschikken over een bewijs dat scholing m.b.t. het aanbieden van VVE is gevolgd. De beroepskrachten die zijn getoetst beschikken over een certificaat VVE startblokken
Gebruikte bronnen:
Interview (beroepskrachten)
Observaties
VVE-certificaten
Opleidingsplan voorschoolse educatie
Personeel en groepen
Dit domein belicht de onderzoeksbevindingen over het domein "Personeel en groepen".
Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen hieromtrent wordt voldaan.
Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan.
De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld.
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaringen omtrent gedrag (VOG) van de beroepskrachten die op 29 augustus 2017 aanwezig zijn, zijn beoordeeld. Op locatie zijn de afschriften ingezien.
Deze VOG voldoen aan de voorwaarden.
Passende beroepskwalificatie
De beroepskrachten die op 29 augustus 2017 aanwezig zijn beschikken over een diploma zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen.
Opvang in groepen
Peuteropvang Lariksweg bestaat uit 1 groep met maximaal 16 kinderen. Tijdens het onderzoek op 29 augustus zijn bij binnenkomst van de toezichthouder 10 kinderen aanwezig.
Beroepskracht-kindratio
Tijdens het onderzoek op 29 augustus zijn 2 beroepskrachten en een vrijwilliger aanwezig. De houder voldoet hiermee aan de gestelde voorwaarden.
Gebruikte bronnen:
Observaties
Verklaringen omtrent het gedrag
Diploma's beroepskrachten
Presentielijsten
Personeelsrooster
Overzicht getoetste inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie indien gesubsidieerd door het college
De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten voorschoolse educatie en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht voorschoolse educatie per acht kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden draagt er zorg voor dat de beroepskrachten voorschoolse educatie in het bezit zijn van:
Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van een bij ministeriële regeling aan te wijzen opleiding, specifiek gericht op het opdoen van pedagogische vaardigheden.
OF
Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties ten aanzien van de door hen te verrichten beroepswerkzaamheden.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht voorschoolse educatie bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. Daarin komt tot uitdrukking op welke wijze de kennis van en de vaardigheden van de beroepskracht voorschoolse educatie in het vroegtijdig bestrijden van achterstanden door middel van voorschoolse educatie, worden onderhouden.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Peuteropvang Lariksweg
Aantal kindplaatsen : 16
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder
Naam houder : Kinderopvang Berkelland B.V.
Adres houder : Lariksweg 27
Postcode en plaats : 7151 XV Eibergen
KvK nummer : 61242802
Aansluiting geschillencommissie : Ja
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Noord- en Oost-Gelderland
Adres : Postbus 3
Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen
Telefoonnummer : 088-4433000
Onderzoek uitgevoerd door : J. Huberts Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Berkelland
Adres : Postbus 200
Postcode en plaats : 7270 HA BORCULO
Planning
Datum inspectie : 29-08-2017
Opstellen concept inspectierapport : 01-09-2017
Zienswijze houder : 19-09-2017
Vaststelling inspectierapport : 20-09-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 21-09-2017 Verzenden inspectierapport naar
gemeente : 21-09-2017
Openbaar maken inspectierapport : 27-09-2017
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Na aanleiding van de constatering dat de medewerkers niet eenduidig waren over het de werkwijze bij hoge temperaturen hebben we ons hitteplan opnieuw onder de aandacht gebracht en iedereen erop geattendeerd hier eenduidig mee om te gaan.
De ventilatieroosters zijn inmiddels in het gehele gebouw gereinigd en zullen in de schoonmaakplanning komen te staan.
Met vriendelijke groet,
Kindcentrum Oqido Janine Vogel Locatiemanager