• No results found

voorschoolse educatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "voorschoolse educatie"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Spring, psz Bernadette

Kwaliteitsonderzoek

voorschoolse educatie

Datum vaststelling: 9 oktober 2018

(2)

Samenvatting

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 24 mei 2018 een onderzoek uitgevoerd op peuterspeelzaal Bernadette.De reden voor dit onderzoek is dat de gemeente waarin de peuterspeelzaal is gevestigd, meedoet aan een pilot. In deze pilot Herijken toezicht op voor- en vroegschoolse educatie (vve) en kinderopvang onderzoeken we onder andere of de gemeente en de schoolbesturen zicht hebben op de kwaliteit van de locaties en of zij zorgen voor verbetering van de kwaliteit. Met locaties bedoelen we kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en de groepen 1 en 2 van basisscholen. Daarom hebben we op meerdere locaties in de gemeente Laarbeek een onderzoek uitgevoerd.

Context

Peuterspeelzaal Bernadette is gevestigd in het schoolgebouw van de Bernadetteschool in Mariahout. Sinds 1 januari 2011 valt de

peutergroep onder Spring kinderopvang, een regionale organisatie die kinderopvang aanbiedt voor kinderen van 0 – 13 jaar in Noord- Limburg en Oost-Brabant. Er wordt op deze peuterspeelzaal opvang geboden aan één peutergroep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar.

De locatie staat geregistreerd als voorschoolse voorziening. Op het moment van ons bezoek was er geen doelgroeppeuter aanwezig. In de afgelopen weken hadden er net twee de overstap gemaakt naar een andere voorziening of naar de basisschool.

Wat gaat goed?

Het thematisch aanbod is gericht op de brede

ontwikkelingsstimulering van de peuters. Thema’s worden, waar mogelijk, afgestemd op de thema’s van de basisschool, die in hetzelfde gebouw is gehuisvest. De voorbereiding hiervan vindt plaats in gezamenlijke overleggen tussen de peuterspeelzaal en de

basisschool. De pedagogisch medewerkers zijn goed op elkaar ingespeeld en werken zichtbaar met plezier. Er heerst een fijne, prettige sfeer op de groep. Er is veel ruimte voor verwondering, ontdekken en spelen. Hierbij spelen de pedagogisch medewerkers een belangrijke rol als spelbegeleider, tevens gaan ze stimulerend en doelgericht te werk.

Alle peuters zijn in beeld qua ontwikkeling. De ontwikkeling wordt zorgvuldig van iedere peuter bijgehouden in een digitaal registratie-

Kinderopvangorganisatie:

Spring Kinderopvang

Peuterspeelzaal Bernadette LRK-nummer: 13217963 Totaal aantal doelgroeppeuters: 2

(3)

observatie-instrument. Dit instrument dient tevens als uitgangspunt bij de gesprekken met ouders, die regelmatig en gepland

plaatsvinden. Wanneer een doelgroeppeuter (dit is een peuter met een indicatie voorschoolse educatie) de overstap maakt naar de basisschool, vindt er een warme overdracht plaats. Bij dit gesprek sluiten de ouders, de pedagogisch medewerker, leerkracht

groep 1-2 en de intern begeleider van de basisschool aan. Om de zes weken is er locatieoverleg op de peuterspeelzaal. Vaste overlegpunten worden dan besproken met de pedagogisch medewerkers en de locatiemanager. Hier wordt vervolgens een verslag van gemaakt. Op dit moment vindt er tevens een nulmeting plaats door een extern bureau. Op die manier wil de stichting informatie krijgen wat ze eventueel nog kan of moet aanpassen om de kwaliteit op de diverse locaties te verbeteren. peuterspeelzaal Bernadette zal hier binnenkort ook voor worden geobserveerd.

Wat kan beter?

Naast de positieve punten die hierboven geschetst zijn, zien wij ook nog verbetermogelijkheden, die de kwaliteit op de peuterspeelzaal verder kunnen versterken.

Ten eerste kan het verbinden van algemene thematische doelen met doelen van individuele peuters of groepjes peuters beter. Wanneer dit vooraf, bij de voorbereidingen van een nieuw thema, gebeurt, kan je nog bewuster en gerichter werken aan individuele doelen van peuters.

Ook de evaluatie aan het einde van een thema kan hierdoor aan kwaliteit winnen. Wat hebben we nu wel of niet bereikt en wat betekent dat voor het volgende thema voor deze peuter of dit groepje peuters?

Ten tweede kan het opstellen van een ‘zorgdossier’ van een peuter, indien er zorgen zijn rondom de ontwikkeling, scherper. Bijvoorbeeld door tussentijdse, halfjaarlijkse doelen op te stellen en einddoelen.

Hierdoor ben je minder volgend bezig en meer ontwikkelingsgericht.

Ten derde is het niet helder welke specifieke vve-doelen de

peuterspeelzaal nu precies nastreeft. Hierdoor is er geen evaluatie van vve-doelen en/of ambities mogelijk. Wanneer dit wel gebeurt, kan tegelijk de kwaliteit van de verantwoording intern en extern aan kwaliteit winnen.

Ten slotte vindt er nog weinig uitwisseling plaats met andere vve- locaties binnen de stichting of daarbuiten.

(4)

We sturen een afschrift van dit rapport naar de gemeente.

(5)

1 . Opzet van het

kwaliteitsonderzoek

Standaarden voor de voorschool Onderzocht

Ontwikk

Ontwikkelingsproceselingsproces

OP1 Aanbod

OP2 Zicht op ontwikkeling

OP3 Pedagogisch-educatief handelen

OP4 (Extra) ondersteuning

OP6 Samenwerking

Resultaten voorschoolse educatie Resultaten voorschoolse educatie

OR1 Ontwikkelingsresultaten

Kwaliteitszorg en ambitie Kwaliteitszorg en ambitie

KA1 Kwaliteitszorg

KA2 Kwaliteitscultuur

KA3 Verantwoording en dialoog

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt bij een aantal kinderopvangvoorzieningen met gesubsidieerde voorschoolse educatie en op enkele basisscholen met veel doelgroepkinderen in groep 1 en 2 de educatieve kwaliteit, de resultaten en de

kwaliteitszorg van deze locaties. Zo ook op peuterspeelzaal Bernadette.

Werkwijze

Wij vormen ons beeld van de kwaliteit door de praktijk van de voorschool te toetsen aan de standaarden uit het Onderzoekskader 2017 Voorschoolse educatie en primair Onderwijs. Wij hebben onderstaande standaarden onderzocht.

Onderzoeksactiviteiten

We hebben observaties uitgevoerd van de pedagogisch-educatieve praktijk in de groep, documenten geanalyseerd, gesprekken gevoerd met ouders, pedagogisch medewerker(s) en de locatiemanager. Aan het eind van de onderzoeksdag hebben wij de resultaten van het onderzoek besproken met de locatiemanager en pedagogisch medewerker(s) van de kinderopvangorganisatie.

(6)

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 staan de waarderingen, de conclusie en het

vervolgtoezicht. Hoofdstuk 3 gaat verder in op de resultaten van het onderzoek op de onderzochte standaarden. In hoofdstuk 4 is de reactie van de houder op het onderzoek en het rapport opgenomen.

Legenda

Waarderingen zoals ze in de rapportages worden weergegeven:

KKan beter V Voldoende G Goed

(7)

2 . Hoofdconclusie en vervolg

In dit hoofdstuk beschrijven we de hoofdconclusie en geven we de afzonderlijke waarderingen weer per standaard op peuterspeelzaal Bernadette.

Conclusie

De kwaliteit van de voorschoolse educatie op peuterspeelzaal Bernadette is in algemene zin voldoende. Binnen het kwaliteitsgebied Ontwikkelingsproces zijn de standaarden Aanbod en Zicht op ontwikkeling zelfs als ‘goed’ gewaardeerd. Toch zien wij ook kansen voor verbetering. Vooral binnen het kwaliteitsgebied Kwaliteitszorg en Ambitie en binnen het kwaliteitsgebied Resultaten liggen er mogelijkheden voor verbetering. Drie standaarden hebben dan ook de waardering ‘kan beter’ gekregen. Alle overige, onderzochte

standaarden zijn met een ‘voldoende’ gewaardeerd.

Basisvoorwaarden voorschoolse educatie volgens de GGD

De GGD-toezichthouder heeft op 1 februari 2018 de basisvoorwaarden voorschoolse educatie onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat de basisvoorwaarden geen tekortkomingen vertoonde.

Afspraken over vervolgtoezicht

Er zijn ook in ons onderzoek geen tekortkomingen geconstateerd in de basisvoorwaarden voorschoolse educatie. Er zijn geen afspraken gemaakt over vervolgtoezicht.

(8)

3 . Resultaten kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie

In dit hoofdstuk geven wij per kwaliteitsgebied de waarderingen en de resultaten van het onderzoek op peuterspeelzaal Bernadette.

3.1. Ontwikkelingsproces: De basis is in orde.

Aanbod en zicht op ontwikkeling is zelfs als ‘goed’

gewaardeerd.

Toelichting Ontwikkelingsproces

OP1 Aanbod: De locatie investeert zichtbaar in de brede ontwikkeling van alle peuters

Deze standaard waarderen we als 'goed'. De peuterspeelzaal streeft naar ontwikkeling van alle peuters in de breedste zin van het woord.

Dat zien we ook duidelijk terug in de themavoorbereiding en het daadwerkelijke aanbod in de groep. Er wordt gewerkt met een voorschools programma, maar sommige bestaande thema’s worden wel aangepast aan de interesses en leefwereld van de peuters op dat moment. Verder is de leeromgeving met zorg ingericht. Onder andere met een themahoek, passend bij het thema dat in die periode centraal staat. De peuters kunnen ruimschoots experimenteren met ‘echte’

materialen, die spelsituaties uitlokken tussen andere peuters en/of de pedagogisch medewerksters. Nadrukkelijk worden de

opruimactiviteiten meegenomen in het totale aanbod. Peuters hebben wij bijvoorbeeld tijdens onze observatie zelf zand van de grond zien vegen met veger en blik en ook het hanteren van de stofzuiger lukte met een beetje hulp. Ontdekkend en experimenterend leren vanuit spel staat hierbij centraal, geven de pedagogisch medewerkers aan.

OP2 Zicht op ontwikkeling: Alle peuters zijn goed in beeld

Deze standaard waarderen we als goed. Voordat de peuters starten op de peuterspeelzaal vindt er een intake met de ouders en/of verzorgers plaats. Na circa 2 à 3 maanden volgt een gesprek (met ouders) over de ontwikkeling van hun peuter en hoe de eerste periode is verlopen (thuis en op de peuterspeelzaal). Voorafgaand aan dit gesprek

(9)

ontvangen de ouders een observatieregistratieformulier met de meest recente ontwikkelingsgegevens van hun peuter. Door deze gegevens voorafgaand aan het gesprek met ouders te delen, willen de pedagogisch medewerkers écht het gesprek met de ouders over hun peuter stimuleren. Ze stellen de inbreng van ouders namelijk zeer op prijs. Wanneer een peuter bijna 4 jaar wordt, vindt de overdracht met de basisschool plaats en worden de gegevens overgedragen (mits ouders hier toestemming voor hebben gegeven). Voor

doelgroeppeuters vindt er altijd een warme overdracht plaats met de basisschool. Bij dit gesprek zijn de ouders, de pedagogisch

medewerker, de leerkracht groep 1-2 en de intern begeleider van de basisschool aanwezig. Intern is de afspraak gemaakt dat de

pedagogisch medewerkers ook altijd eerder een beroep mogen doen op de intern begeleider van de basisschool, maar dit is nog niet voorgekomen.

OP3 Pedagogisch-educatief handelen: De sfeer op de groep is prettig.

Het koppelen van individuele ontwikkelingsdoelen aan de themaplanning kan beter

Deze standaard waarderen we met een 'voldoende'. De sfeer op de groep is prettig, de peuters zijn zichtbaar op hun gemak. Indien er toch iets voorvalt of een peuter komt verdrietig binnen, weten de

pedagogisch medewerkers hier professioneel mee om te gaan. Ook de ouders, waarmee we hebben gesproken, gaven dit expliciet aan. Ze geven hun peuter met een gerust en goed gevoel af. Ze hebben veel vertrouwen in de pedagogisch medewerkers.

We zien een verbeterkans in het bewuster vooraf koppelen van ontwikkelingsdoelen aan de themaplanning en bijbehorende activiteiten. Het zicht op de ontwikkeling van de peuters is goed (zie beschrijving bij standaard OP2), deze gegevens kun je explicieter gebruiken bij de themaplanning en ontwikkelingsstimulering van individuele of groepjes peuters. In het bijzonder voor

doelgroeppeuters is dit een mooie kans. Op dit moment gebeurt dit te impliciet, te veel ‘in het hoofd’. Door het vooraf (kort) op te nemen in de themaplanning (met welke peuters werk je aan welke doelen bij de verschillende geplande activiteiten) kan dit een meer planmatige invulling krijgen. Tevens kan er aan het einde van het thema beter nagegaan worden of de ontwikkelingsdoelen ook gerealiseerd zijn. Zo niet, dan betekent dit vervolgens weer iets voor de opzet van het nieuwe thema.

OP4 (Extra) ondersteuning: Het stellen van tussentijdse- en einddoelen kan beter voor ‘zorgleerlingen’

Deze standaard waarderen we met een 'voldoende'. De

peuterspeelzaal zorgt voor (doorverwijzing naar en aanmelding bij) externe zorg als zij zelf niet de gewenste zorg kunnen leveren. Maar ook wanneer een peuter extra aanbod krijgt binnen de groep, zorgen de pedagogisch medewerkers voor een passend aanbod.

Wel zien we nog kansen om dit aanbod verder te versterken.

(10)

Bijvoorbeeld door structureler tussentijdse- en einddoelen te koppelen aan de zorgdossiers van deze peuters. Op die manier ben je minder volgend bezig en (nog) meer ontwikkelingsgericht. Tevens bepaal je vooraf met belanghebbenden (ouders en externe instanties) wat haalbare doelen zijn voor deze peuter en hoe je die probeert te realiseren binnen het aanbod en binnen welke tijdsperiode.

OP6 Samenwerking: De samenwerking met ouders (en andere partners) verloopt naar tevredenheid

Deze standaard waarderen we als 'voldoende'. Met diverse partners vindt er samenwerking plaats in het belang van de peuters. Zo vindt er samenwerking plaats met de basisschool. Thema’s worden, waar mogelijk, op elkaar afgestemd. En peuters en kleuters spelen regelmatig samen buiten. Verder bezoeken de peuters regelmatig de schoolbibliotheek. Afstemming op het gebied van pedagogisch en educatief handelen gebeurt nog in mindere mate met de basisschool.

Er is geen sprake van een doorgaande lijn op dit gebied. Hier zien wie dan ook nog een kans voor verbetering.

De samenwerking met ouders verloopt naar tevredenheid. Dit hebben zowel de pedagogisch medewerkers als de ouders aangeven in de gevoerde gesprekken. Ouders zijn goed op de hoogte van het reilen en zeilen op de peuterspeelzaal. Ze ontvangen een nieuwsbrief met daarin ook uitleg over het thema, themaliedjes en themawoorden.

Verder kunnen ouders digitaal, via Klasbord, na elk dagdeel zien wat de peuters allemaal hebben gedaan. Hier schrijven de pedagogisch medewerkers een vrij uitgebreide tekst bij, zodat er eventueel thuis ook aan bepaalde activiteiten een vervolg gegeven kan worden. Elk thema wordt afgesloten met een activiteit met ouders in de groep.

3.2. Resultaten voorschoolse educatie: Er zijn nog geen afspraken over voorschoolse educatie gemaakt

Toelichting Resultaten voorschoolse educatie

OR1 Ontwikkelingsresultaten: Er zijn nog geen afspraken over voorschoolse educatie gemaakt

Deze standaard beoordelen we als ‘kan beter’. Er wordt nog niet gewerkt vanuit hogere verwachtingen/einddoelen, die peuters eventueel moeten halen aan het eind van de voorschoolse periode. Zo vinden er bijvoorbeeld ook nog geen gesprekken (intern en extern) plaats over gewenste ontwikkelingsgroei, afgestemd op de

kenmerken van individuele peuters of een groep peuters. Hier zijn op

(11)

gemeentelijk niveau en met de schoolbesturen ook nog geen afspraken over gemaakt.

3.3. Kwaliteitszorg en ambitie: De bereidheid om te verbeteren is zeker aanwezig, maar opstellen en systematische evaluatie van (vve) doelen kan beter.

KA1 Kwaliteitszorg: Systematische evaluatie van vve-doelen kan beter.

Deze standaard is als kan beter gewaardeerd. De peuterspeelzaal peilt periodiek de tevredenheid van haar belanghebbenden. Daarnaast vindt er structureel locatieoverleg plaats, waarbij vaste agendapunten aan bod komen en waar ook een verslag van wordt gemaakt. Toch zien wij diverse verbeterkansen.

Ten eerste omvat de huidige systematiek van kwaliteitszorg geen objectieve evaluatie over het aanbod, het educatief handelen, de ouderbetrokkenheid, het zicht op ontwikkeling en de

ontwikkelingsresultaten van de peuters.

Ten tweede vinden er geen planmatige en doelgerichte

(vve)maatregelen plaats ter verbetering, bijvoorbeeld vanuit specifiek (vve)beleid. Wel moet hier de opmerking gemaakt worden dat op dit moment een 0-meting wordt uitgevoerd door een externe instantie.

Dit met als doel om per locatie onder andere in kaart te brengen wat goed gaat, maar ook wat beter moet of kan. Deze locatie zal binnenkort ook geobserveerd worden vanuit die 0-meting. Verder is er recent een pedagogisch coach aangenomen binnen de stichting.

Haar rol- en taakverdeling is nu nog niet helemaal duidelijk voor iedereen. Mogelijk kan een pedagogisch coach een rol gaan spelen in de objectieve evaluaties op diverse gebieden.

KA2 Kwalitietscultuur: De cultuur binnen de peuterspeelzaal is transparant, integer en gericht op ontwikkeling.

Deze standaard waarderen we als voldoende. Op deze locatie wordt al jaren gewerkt wordt met een vast team van twee beroepskrachten. Ze zijn op elkaar ingespeeld en weten goed gebruik te maken van elkaars verschillende competenties en kwaliteiten. Verantwoordelijkheden zijn duidelijk belegd. Verder staan de pedagogisch medewerkers open voor verdere ontwikkeling, in het belang van de peuters. In de praktijk betekent dit dat ze elkaar feedback geven en in de teamoverleggen diverse inhoudelijke onderwerpen bespreken met elkaar en de locatiemanager. Wij zien, ondanks deze positieve opsomming, de

(12)

volgende verbetermogelijkheden:

Ten eerste liggen er kansen om meer extern naar uitwisseling van kennis te zoeken. Dit kan zowel binnen de organisatie zelf (andere vve-locaties) als daarbuiten.

Vervolgens liggen er kansen om als organisatie vaker per locatie in de

‘spiegel’ te kijken. Wat zijn nu eigenlijk de minimumeisen? Wat vinden wij nu zelf ‘goed’ en hoe houden we dat vast? Mogelijk kan op het gebied van die ‘spiegel’ de pedagogisch coach en de locatiemanager een meer expliciete rol spelen dan nu gebeurt.

KA3 Verantwoording en dialoog: De actieve dialoog over ambities en doelen kan actiever gevoerd worden.

Deze standaard waarderen we als kan beter. Zo vindt er nog geen specifieke verantwoording plaats (via de houder) aan de gemeente over het gevoerde beleid ten aanzien van voorschoolse educatie.

Wanneer bijvoorbeeld de eigen ambities en doelen duidelijker zijn geformuleerd, kan ook de verantwoording aan kwaliteit winnen.

Ten slotte kan de peuterspeelzaal interne en externe

belanghebbenden meer betrekken bij de ontwikkeling van haar beleid. Ook in het inspectierapport van 2016 is dit aangegeven. Op dit gebied zien wij dan ook nog geen verbetering ten opzichte van 2016.

(13)

4 . Reactie van de houder

Hieronder geeft de houder een reactie op de uitkomsten van het onderzoek en geeft de houder aan hoe ze hier mee aan de slag gaat.

De houder onderschrijft het voorliggend rapport volledig.

Zoals in het rapport beschreven zijn er al een aantal acties ingezet die tot verbetering zullen leiden.

Per 1 januari 2018 stelt de wet een pedagogisch beleidsmedewerker verplicht. Spring heeft ervoor gekozen dat het coaching aspect van deze functie door een pedagogisch coach worden uitgevoerd. Vanaf mei 2018 is de pedagogisch coach reeds actief bij peuterspeelzaal Bernadette. Zij is begonnen met kennismaking en observatie.

Om de kwaliteit van de uitvoering van het VVE-programma en de observatiemethode te vergroten is er in mei 2018 een 0-meting uitgevoerd om allereerst te bepalen wat het niveau is. Op grond van deze 0-meting is er een scholingsprogramma opgezet om het werken met Puk en Ko en met Kijk! te verbeteren. De opleiding omvat 3 dagdelen en wordt in 2018 uitgevoerd.

De bevindingen uit het kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie van het ministerie van onderwijs alsmede de bevindingen van de pedagogisch coach naar aanleiding van de kennismaking en observatie én de bevindingen tijdens de 0-meting ten aanzien van vve-programma als de observatiemethode vormen de input van het coachingstraject van de pedagogisch coach (=pedagogisch

beleidsmedewerker).

In overleg met de Manager Kindcentrum stelt de coach een planning op om zodoende ten aanzien van alle bevindingen een verbetering te bewerkstelligen. Deze planning wordt binnenkort gemaakt. Er wordt rekening gehouden met prioriteit alsmede met een realistische tijdspad.

Planning moet er in ieder geval in voorzien dat er afspraken gemaakt worden over de voorschoolse educatie (OR1) en over systematische evaluatie van VVE-doelen (KA1).

Met de gemeente zijn we inmiddels in gesprek gegaan over de verantwoording van de VVE. Niet alleen kwantitatief maar ook inhoudelijk (KA3).

Basisschool Bernadette heeft haar partners uitgenodigd gezamenlijk de missie en visie van de school opnieuw te bepalen. Deze studiedag heeft inmiddels plaatsgevonden. Deze samenwerking is een resultante van de uitgesproken wens van de partners om nadere samen te werken. Het vormt tevens de basis om verder inhoud te geven aan de doorgaande ontwikkellijn. Concrete invulling zal binnenkort plaats gaan vinden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zo vinden er gezamenlijke scholingen en evaluatiemomenten plaats, thema's zijn zoveel mogelijk op elkaar afgestemd, in bepaalde werkgroepen zitten zowel pedagogisch medewerkers

Voor de peuters die extra dagdelen aanwezig zijn in het kader van voorschoolse educatie (doelgroeppeuters), vinden deze gesprekken frequenter plaats.. Er is écht oog voor

De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat voor alle ontwikkelingsgebieden aandacht is en creëren een veilige en prettige sfeer zodat de kinderen zich optimaal kunnen

Dit geldt voor de kwaliteit van de pedagogisch medewerkers in hun pedagogisch didactisch handelen en de manier waarop zij vormgeven aan het brede aanbod voor de kinderen.. Ook

In deze pilot Herijken toezicht op voor- en vroegschoolse educatie (vve) en kinderopvang onderzoeken we onder andere of de gemeente en de schoolbesturen zicht hebben op de kwaliteit

De gewenste resultaten van de voorschool zijn niet geformuleerd De houder heeft in het pedagogisch beleidsplan geen doelen geformuleerd ten aanzien van de voorschoolse

De pedagogisch medewerkers en de intern begeleider verwijzen de ouders naar externe instanties als de peuters extra begeleiding en zorg nodig hebben die zij zelf niet kunnen

Ouders worden verwezen naar externe instanties als de peuters extra begeleiding en zorg nodig hebben die de pedagogisch medewerkers zelf niet kunnen bieden.. Een voorbeeld