Afstudeeronderzoek
Bij Friesland Coberco Dairy Foods Leeuwarden
Bussen richting klanttevredenheid
Onderzoek naar leverperformances
H.Nijboer
S1250817
4 april 2004
Afstudeeronderzoek
Bussen richting klanttevredenheid
Onderzoek naar leverperformances
Auteur: Harmen Nijboer
Studentnummer: 1250817
Studie: Technische Bedrijfswetenschappen (TBW) Studierichting: Discrete Technologie
Universiteit: Rijksuniversiteit Groningen Faculteit: Bedrijfskunde
Eerste begeleider: dhr. Riezebos Tweede begeleider: dhr. Van der Meer
Afstudeerorganisatie: Friesland Coberco Dairy Foods Afdeling: Bussenfabriek
Locatie: Pieter Stuyvesantweg 103
8901 MA Leeuwarden
Opdrachtgever: dhr. Venema
Publicatie: 4 april 2004
© 2004 H.Nijboer. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior permission of the author.
Samenvatting
In dit rapport is onderzoek uitgevoerd naar de leverperformance van de Bussenfabriek van FCDF naar de afdeling Blikmelk Zuid. De Bussenfabriek levert bussen en deksels aan deze afdeling en is met Blikmelk Zuid verbonden door middel van transportbanden. De leverperformance wordt gemeten in de eenheden tijd, aantal en kwaliteit. De doelstelling van dit onderzoek is:
Het onderzoeken van de oorzaken van het niet halen van de vereiste leverperformance en het doen van verbetervoorstellen op technisch en organisatorisch gebied.
Uit het onderzoek in historische data bleek dat tijd en aantal de grootste invloed hadden op het niet halen van de performance. Er is daarom uitvoerig onderzoek gedaan naar het transport.
Eerst is op basis van registraties van de leverperformance en het aantal stops in Blikmelk Zuid onderzocht welke bus- en dekselsoorten de meeste stops veroorzaakten. Dit leverde een selectie op van drie bussoorten en drie dekselsoorten.
Vervolgens is onderzoek gedaan naar de capaciteiten van de verschillende machines in de productielijnen. Hieruit bleek dat de depalletiseermachines die de bussen en deksels uit de voorraad naar Blikmelk Zuid kunnen sturen, voldoende capaciteit hebben om aan de vraag te kunnen voldoen. Op basis hiervan is ervoor gekozen om het onderzoek te richten op het gedeelte van het transport tussen de depalletiseermachines in de Bussenfabriek en de vulmachines in Blikmelk Zuid.
Voor de verstoringen in dit gedeelte van het transport is een groot aantal technische oorzaken aan te wijzen. De technische oorzaken bleken allemaal ongeveer dezelfde invloed te hebben, waardoor het niet mogelijk was om technische verbeteringen aan te dragen die direct een zichtbaar positief resultaat voor de performance zouden betekenen.
Uit het onderzoek bleek echter ook dat het soms erg lang duurde voor een simpele storing werd verholpen. Daarom is ervoor gekozen het onderzoek voornamelijk te richten op het verkorten van de oplossingstijd en te zoeken naar mogelijkheden waardoor Blikmelk Zuid minder last zou hebben van de verstoringen. Er is daarbij onderzoek gedaan naar:
• de mogelijkheden om de buffer te vergroten
• het verkorten van de tijd die nodig is om een storing te signaleren
• het verkorten van de tijd die nodig is om storingen op te lossen
• de mogelijkheden om storingen te voorkomen door het plegen van preventief onderhoud
Aangezien het transport met hoge snelheden en in grote aantallen gaat, bleek het zeer moeilijk om storingen op te vangen door een grotere buffer. Door de lay-out van de fabriek is het onmogelijk een dergelijke grote buffer aan te leggen.
Voor het verkorten van de signaleringstijd is gebleken dat een goede storingssignalering ontbreekt. Operators hebben niet altijd de mogelijkheid om een storing direct te ontdekken.
Daar komt bij dat de operators het monitoren van het transport en het snel verhelpen van storingen niet als hoofdtaak zien. Het meer benadrukken van deze taak en het op een andere manier verdelen van de andere taken kan dit verbeteren.
De tijd die nodig is om simpele storingen snel op te lossen hangt samen met de vaardigheden van de operators, hun motivatie en de technische hulpmiddelen die zij hebben.
Soms worden de operators beperkt in het snel oplossen omdat zij voor bepaalde storingen
een monteur moeten inschakelen. Door operators een kleine opleiding te geven kan hun deze verantwoordelijkheid wellicht wel gegeven worden. Een andere oorzaak is dat de operators de gevolgen van het niet snel handelen niet kunnen overzien. Het ontbreekt aan feedback over de resultaten van de performance.
Daarnaast wordt er weinig gedaan met signalen die een op handen zijnde storing aankondigen. Operators moeten gemotiveerd worden om dit soort signalen wel op te pikken en om op deze manier storingen te voorkomen. Ook moeten ze gemotiveerd worden om de oorzaken van de storingen op te zoeken en de storingen te registreren.
Verbeteringen zijn mogelijk door het geven van meer feedback, een betere communicatie,
verbetering van de storingssignalering en het uitbreiden en vastleggen van de taken van de
operators.
Voorwoord
Voor u ligt het resultaat van een onderzoek naar de leverbetrouwbaarheid (leverperformance) van de Bussenfabriek van Friesland Coberco Dairy Foods in Leeuwarden. Gedurende 7 maanden heb ik in dit bedrijf gezocht naar redenen waarom de performance niet gehaald werd en naar mogelijkheden om deze te verbeteren.
Ik heb deze periode als zeer prettig ervaren. FCDF is een bedrijf met een open communicatie, een prettige werksfeer en geeft de student alle vrijheid in het uitvoeren van zijn onderzoek. Ik heb mij tijdens deze periode mogen verdiepen in zowel technische als organisatorische aspecten. Ik heb daarbij vooral veel geleerd over het effectief aansturen van mensen, het motiveren en het afstemmen van de prioriteiten van de werknemers op die van het management.
Op deze plaats wil ik met name Dhr. Venema bedanken voor zijn begeleiding bij FCDF. Hij gaf mij alle vrijheid, maar stond wel steeds voor mij klaar wanneer ik vragen had. Ook wil ik op deze plaats dhr. Riezebos, dhr. Van der Meer en dhr. Molleman van de Rijksuniversiteit Groningen bedanken voor hun steun en adviezen. Maar ook al die anderen die mij geholpen hebben om dit resultaat te bereiken.
Met dit rapport sluit ik niet alleen een leuke periode bij FCDF af, maar ook mijn studentenleven dat met twee opleidingen bijna zeven jaar duurde. Het was een prettige tijd, maar het is nu ook een uitdaging om van het andere leven te gaan proeven.
Harry Nijboer
Leeuwarden
April 2004
Inhoud
Samenvatting ... 6
Inleiding... 11
1 Friesland Coberco Dairy Foods ... 12
1.1 Profiel, structuur en strategie van Friesland Coberco Dairy Foods ... 12
1.2 Friesland Consumer Products Leeuwarden ... 13
1.3 Blikmelk... 13
1.3.1 Primair proces van Blikmelk ... 13
1.3.2 Organisatie van Blikmelk ... 14
1.3.3 Lay-out van de Bussenfabriek en procesbeschrijving ... 16
2 Doelstelling en methodologie... 18
2.1 Doelstelling... 18
2.2 Methodologie... 20
3 Leverperformance ... 21
3.1 Meeteenheden leverperformance ... 21
3.2 Beoordeling van de leverperformance ... 21
4 Onderzoek naar de gemeten performances en logboeken ... 22
4.1 Analyse reden van het niet halen van de leverperformances... 22
4.2 Invloed van de bussoort op de leverperformance ... 23
4.3 Invloed van de dekselsoort op de leverperformance... 24
4.4 Verdeling van het aantal stops over de teams ... 25
4.5 Verdeling van de storingen in de tijd... 26
4.6 Verbanden tussen bus- en dekselsoorten en de productielijnen ... 27
4.7 Verbanden tussen de teams en het aantal stops per bus- en dekselsoort ... 28
4.8 Conclusies en afbakening van het onderzoek... 29
5 Relaties tussen de Bussenfabriek en Blikmelk Zuid... 30
5.1 Capaciteitencontrole in het primaire proces... 30
5.2 Wederzijdse beïnvloeding van de leverperformance... 31
5.3 Conclusie en vervolgonderzoek... 31
6 Veldonderzoek op de afdelingen ... 33
6.1 Werkwijze op de eerste verdieping bij het bussentransport ... 33
6.2 Technische problemen bij het bussentransport... 35
6.3 Werkwijze op de derde verdieping bij het dekseltransport ... 38
6.4 Technische problemen bij het dekseltransport... 40
6.5 Conclusie: onderzoek naar tijdsduur van verstoringen in het transport ... 41
7 Theorie bij de problemen van de Bussenfabriek ... 44
7.1 Verkleinen van de reactietijd door beïnvloeding van de mens ... 44
7.2 Invloed van signaleringshulpmiddelen op de signaleringstijd ... 51
7.3 Buffer... 51
7.4 Storingspreventie ... 53
8 Toepassen van het theoretisch kader op Bussenfabriek... 54
8.1 Verkleining van de reactietijd door beïnvloeding van de operators ... 54
8.1.1 Communicatie en meting van de leverperformance resultaten ... 54
8.1.2 Toepassing van het Multiple Goals Principe ... 54
8.1.3 Selectie van personeel met de juiste motivatiekarakteristieken ... 55
8.1.4 Motivatie... 55
8.2 Technische hulpmiddelen om storingen te signaleren ... 60
8.3 Buffer... 62
8.4 Storingspreventie ... 63
9 Plan van eisen... 65
10 Verbeteringen ... 66
10.1 Operators betrekken bij de leverperformance missie ... 66
10.2 Feedback geven ... 66
10.2.1 Feedback van het management ... 67
10.2.2 Feedback uit het werk ... 70
10.3 Meten van resultaten ... 70
10.4 Communicatie... 72
10.5 Storingsignalering ... 73
10.6 Taakinhoud operators ... 74
11 Conclusie ... 76
11.1 Implementatie van uitdragen missie, communicatie en feedback ... 76
11.1.1 Uitdragen van de missie ... 76
11.1.2 Communicatie ... 76
11.1.3 Feedback ... 77
11.2 Implementatie van een meetsysteem... 78
11.3 Verbetering van de storingsignalering ... 78
11.4 Uitbreiden van de taakinhoud... 79
12 Terugblik op het onderzoek... 80
Literatuur ... 81
Inleiding
Dit rapport is geschreven in het kader van een afstudeeropdracht van de opleiding Technische Bedrijfswetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Deze opdracht is uitgevoerd bij de Bussenfabriek van Friesland Coberco Dairy Foods. Deze is gevestigd op de productielocatie Leeuwarden.
De Bussenfabriek levert haar producten, bussen en deksels, rechtstreeks aan haar klant Blikmelk Zuid. Deze fabrieken staan dan ook “wall-to-wall”. Voor deze levering is een aantal afspraken gemaakt tussen de beide bedrijven over de leverbetrouwbaarheid van de Bussenfabriek. Deze zijn vastgelegd in de zogenaamde “leverperformance afspraken”. Deze afspraken betreffen het aantal en het op tijd leveren en de kwaliteit van de geleverde producten.
Aanleiding van dit onderzoek is een klanttevredenheidsonderzoek dat twee jaar geleden is uitgevoerd voor de plant Blikmelk waarvan de Bussenfabriek deel uitmaakt. Hieruit bleek dat de klanten de service en de leverbetrouwbaarheid zeer laag beoordeelden. Blikmelk moet echter concurreren op service en kwaliteit omdat zij niet in staat is dit op kostprijs te doen.
Het resultaat van dit onderzoek heeft ertoe geleid dat er een veel grotere aandacht is ontstaan voor de leverbetrouwbaarheid. Om deze te kunnen garanderen zijn ook binnen Blikmelk en tussen Blikmelk en haar toeleveranciers afspraken gemaakt over de leverbetrouwbaarheid. Op dit moment lukt het de Bussenfabriek niet om de gestelde doelen van de leverperformance afspraken te halen. De oorzaken hiervan liggen zowel in de organisatie als in de techniek die gebruikt wordt bij de productie en het transporteren.
Het doel van dit onderzoek is om aan te geven wat de grootste oorzaken zijn van het niet halen van de leverperformance en hoe deze oorzaken weggenomen of verbeterd kunnen worden zodat de leverperformance wel gehaald kan worden. Wanneer deze niet gehaald wordt, betekent dit dat Blikmelk als totale plant haar performance ook niet kan halen. Dit heeft tot gevolg dat de orders niet op tijd kunnen worden afgeleverd en de planning van de export in gevaar komt. Een slecht resultaat heeft ook weer invloed op de concurrentiepositie.
In dit onderzoek is daarom eerst gekeken naar de historische data die voorhanden was om
te proberen het onderzoek af te bakenen. Vervolgens is het productieproces en de werkwijze
op de afdelingen geobserveerd. Met de resultaten hiervan is het onderzoek uiteindelijk
afgebakend op de werkwijze van de operators. Hierbij is gekeken naar de werkmethodes, de
mensen en hun technische hulpmiddelen. Uit hun werkwijze bleek dat zij andere prioriteiten
leggen bij het uitvoeren van hun taken dan het management graag zou willen. Vervolgens is
in de theorie gezocht naar noodzakelijke voorwaarden om deze prioriteiten wel op elkaar af
te kunnen stemmen. Om aan te geven waar de oorzaken zitten, is deze theorie daarna
vergeleken met de situatie zoals deze in de Bussenfabriek is. Op basis van deze vergelijking
zijn vervolgens verbeteringen gezocht. Dit onderzoek is er dan ook op gericht om manieren
en hulpmiddelen te vinden om deze verschillen te overbruggen en de prioriteiten wel gelijk te
richten.
1 Friesland Coberco Dairy Foods
Zoals in de inleiding al werd vermeld, is deze afstudeeropdracht uitgevoerd bij de Bussenfabriek van Friesland Coberco Dairy Foods (FCDF) in Leeuwarden. FCDF staat vooral bekend om de productie van melkproducten. In dit hoofdstuk zal eerst een beschrijving worden gegeven van de algemene structuur van FCDF. Vervolgens zal een beschrijving worden gegeven van de productie locatie in Leeuwarden en in het bijzonder over de Bussenfabriek.
1.1 Profiel, structuur en strategie van Friesland Coberco Dairy Foods
Friesland Coberco Dairy Foods is een multinationale onderneming die zich richt op het winstgevend ontwikkelen, produceren en verkopen van een breed assortiment zuivelproducten en vruchtendranken onder verschillende merknamen. FCDF heeft haar afzetgebied met name in West- en Centraal Europa, West-Afrika en Zuidoost Azië. In 95 vestigingen werken in totaal 16.800 medewerkers, van wie 11.200 in het buitenland. De activiteiten van de onderneming worden verricht vanuit 9 werkmaatschappijen en 11 concernstafafdelingen (figuur 1-1).
De aandelen van Friesland Coberco Dairy Foods Holding N.V. zijn in handen van Zuivelcoöperatie De Zeven Provinciën U.A. (figuur 1-2). Friesland Coberco Dairy Foods Holding N.V. is eigenaar van Friesland Coberco Dairy Foods B.V. en Friesland International B.V. In Friesland Coberco Dairy Foods B.V. zijn alle activiteiten in Nederland ondergebracht.
Friesland International B.V. omvat alle buitenlandse activiteiten.
De strategie van Friesland Coberco richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van de omzet en de winstgevendheid van de activiteiten. FCDF hanteert hierbij een duidelijke scheiding tussen marktgedreven en grondstoffengedreven activiteiten. Friesland Coberco concentreert zicht op een aantal geselecteerde markten waar het een sterke marktpositie met merkproducten kan innemen. Het verdiepen en uitbouwen van deze posities staat voorop, in tegenstelling tot verdere verbreding.
Board of Management
Friesland Consumer Products
Corporate departments
Friesland Asia Pasific Frico Cheese
Friesche Vlag
Friesland Dairy &
Drinks Group Friesland Madibic
Food Service
Borculo Domo Ingredients
Kievit
Friesland Coberco Butter Products
Figuur 1-1: Organisatieschema FCDF
Met marktgedreven activiteiten staat de opbouw van merken en onderscheidend vermogen van de producten voorop. Met innovatieve concepten wordt geprobeerd in te spelen op de veranderende wensen van de afnemers en de consumenten.
Grondstoffengedreven activiteiten richten zich op markten voor standaard zuivelproducten. Om te kunnen concurreren op markten met relatief lage en kwetsbare opbrengstprijzen staat scherpe beheersing van kosten centraal.
1.2 Friesland Consumer Products Leeuwarden
De vestiging van FCDF in Leeuwarden is onderdeel van de werkmaatschappij Friesland Consumer Products (FCP). FCP ontwikkelt, produceert, vermarkt en verkoopt met name langhoudbare zuivelproducten in Griekenland, het Midden-Oosten, Nigeria, West-Afrika, Colombia en aan een geselecteerd aantal exportmarkten in Europa, Afrika, (Latijns-)Amerika en Azië. Het assortiment bestaat onder andere uit gecondenseerde melk, langhoudbare melk, koffieverrijkers, melkpoeders en babyvoeding.
De belangrijkste merken die door FCP geproduceerd worden zijn Dutch Lady, NoyNoy, Bella Holandesa, Completa, Rainbow, Peak, Bonnet en Friso-range. Met deze merken werd door de 2.450 medewerkers een omzet gehaald van 716 miljoen euro.
Op de locatie in Leeuwarden wordt geproduceerd in 2 fabrieken, Propack en Blikmelk. Bij Propack is de verwerking van de melk ondergebracht, de productie van koffiemelk, gesuikerde melk en speciaal producten. Propack bestaat uit de afdelingen Bereiding, Blikmelk Noord en de Goudbandstraat. Blikmelk daarentegen is gespecialiseerd in de productie van producten in busverpakking. Blikmelk is hiervoor opgedeeld in een afdeling voor bussenproductie en een proces- en expeditieafdeling. Producten die door Blikmelk gemaakt worden zijn geëvaporiseerde (ingedikte) melk en Slimfast. Beide bedrijven vallen onder de werkmaatschappij Productie Lang Houdbaar (PLH) van FCP en verkopen haar producten via exportafdeling Friesland Export, Frex.
1.3 Blikmelk
Zoals in de vorige paragraaf al werd beschreven bestaat Blikmelk uit een eigen Bussenfabriek en een aparte proces- en expeditieafdeling. In deze paragraaf zal verder worden ingegaan op het primaire proces van Blikmelk, de organisatie en de lay-out van de Bussenfabriek.
1.3.1 Primair proces van Blikmelk
Het primaire proces van Blikmelk is weergegeven in figuur 1-3. Wat opvalt, is dat de procesafdeling in feite twee leveranciers heeft. Ten eerste verwerkt Blikmelk de melk bij de boer vandaan niet zelf tot een eindproduct maar krijgt deze aangeleverd van de centrale melkbereiding die onderdeel van Propack is. Tussen de procesafdeling van Blikmelk Zuid en de Bereiding zijn daarom afspraken gemaakt over de leveringen.
Zuivelcoöperatie De Zeven Provinciën U.A.
Friesland Coberco Dairy Foods Holding N.V.
Friesland Coberco Dairy Foods B.V.
Friesland International B.V.
Figuur 1-2: Structuurschema FCDF
De tweede leverancier is de eigen Bussenfabriek. Zoals eerder al besproken heeft productielocatie Leeuwarden de beschikking over een eigen bussenfabriek voor de productie van haar blikverpakkingen. Deze fabriek heeft het hele proces van de productie in eigen hand. Rollen staal worden vanaf Corus ontvangen. Deze worden vervolgens geknipt en indien nodig gelakt. Bij het lakken wordt een coating op het staal aangebracht zodat de melk niet in aanraking komt met het blik en dus geen bliksmaak aanneemt. Vervolgens splitst de stroom platen zich op. Een stroom gaat naar de dekselproductie. Daar worden bodems en deksels uit de platen geperst welke daarna voorzien worden van een compoundlaag. Dit is een dun laagje rubber in de rand van het deksel dat wordt aangebracht om lekken in een later stadium te voorkomen. De deksels gaan daarna in de opslag om te drogen en om vervolgens getransporteerd te worden naar Blikmelk Zuid.
De bodems en de andere platen worden getransporteerd naar de afdeling waar de daadwerkelijke bussen worden gemaakt.
De platen worden geknipt en vervolgens gerond en gelast op de laslijnen. Er ontstaat dan als het ware een rond metalen kokertje. De rompen hebben een dusdanige lengte dat ze daarna in twee of drie stukken worden verdeeld. Op deze manier is een hoge productiesnelheid mogelijk. Vervolgens worden de rompen gebordeld. Dit betekent dat de uiteinden op de bus enigszins verwijd worden zodat de bus aan de boven- en onderkant een iets grotere diameter krijgen. Dit is nodig om de bodem en in een later stadium het deksel er goed op te kunnen felsen. Na het felsen, het gezamenlijk omkrullen van de felsrand op de bus en de bodem, is de bus klaar voor transport. De bussen gaan daarna of in de opslag of worden direct door middel van transportbanden geleverd aan Blikmelk Zuid.
Blikmelk Zuid is met de Bussenfabriek verbonden door twee tunnels die ongeveer vijfentwintig meter lang zijn. De bussen en deksels komen na het transport bij de vulmachines in de vulafdeling uit. Daar worden ze afgevuld en direct daarna wordt het deksel op de bus gefelst zoals dit ook met de bodem in de Bussenfabriek gebeurt. De bus is dan dicht en kan gesteriliseerd worden in de continu. Deze continu bestaat uit een voorverwarmer, een sterilisator en een nakoeler. Wanneer de bus na ongeveer een half uur uit de continu komt is de melk gesteriliseerd en geschikt om lang te bewaren.
Na het verlaten van de continu gaan de bussen het laatste stuk van het bewerkingsproces in.
Omdat Blikmelk haar producten onder veel verschillende merken op de markt afzet, worden de bussen voorzien van het gewenste etiket. Vervolgens worden de bussen verpakt in dozen en gepalletiseerd. Het product is dan klaar voor expeditie. De producten van Blikmelk worden verkocht aan Frex. Dit is het deel van de organisatie dat de verkopen regelt.
1.3.2 Organisatie van Blikmelk
De organisatiestructuur van Blikmelk is weergegeven in figuur 1-4. In het organigram is te zien dat er een duidelijk onderscheid is tussen de Bussenfabriek en Blikmelk Zuid. Beide afdelingen hebben twee productiemanagers welke allemaal direct rapporteren aan de plant
Figuur 1-3: Primair proces Blikmelk
Vullen &verpakken
Opslag &
Expeditie 1. Blik knippen en
lakken 2. Deksels maken
3. Rompen maken
4. Felsen
2. Vullen + Felsen
3. Sterilisatie
5. Labelen 1. Controle kamer
5. Distributie
6. Verpakken 4.Vulgraad controle Melkbereiding
Bussen
manager. Hierbij heeft de ene productiemanager de verantwoordelijkheid voor het knippen en lakken, de bodem- en dekselproductie en het uitvoeren van inbesteed werk. De andere productiemanager is verantwoordelijk voor de bussenassemblage, de opslag en het transport van de bussen en de deksels naar Blikmelk Zuid. Omdat het onderzoek zich afspeelt onder de verantwoordelijkheid van deze productiemanager is deze in de figuur daarom lichtblauw gekleurd. De onderlinge afdelingen hebben geen eigen verantwoordelijk- heid voor het maken van winst. De productiemanagers zijn alleen budgethouders.
Ook binnen Blikmelk Zuid zijn de verantwoordelijkheden opgesplitst. Een productiemanager is verantwoordelijk voor de gehele procesafdeling, de andere is verantwoordelijk voor de verpakking en expeditie van het uiteindelijke product.
De productiemanagers werken allemaal in dagdienst. Blikmelk produceert echter zeven dagen per week en vierentwintig uur per dag. Om dit te kunnen realiseren wordt in een vijfploegendienst gewerkt. Elke productiemanager geeft op zijn afdeling leiding aan vijf teams (geel, zwart, rood, groen en blauw). Op de begane grond is dus bijvoorbeeld een team geel aan het werk en op de eerste, tweede en derde verdieping van de Bussenfabriek ook. Deze beide teams hebben beide hun eigen teamleider en rapporteren ook aan de beide verschillende productiemanagers. Deze teams worden weer aangestuurd door een teamleider. Deze is in feite meewerkend voorman en rapporteert rechtstreeks aan de productiemanager.
Binnen de teams is er, naast de teamleider, formeel geen onderscheid in functies. Alle operators zijn gelijkwaardig en dat betekent voor de productiemanager van de bussenassemblage dat zijn operators allemaal bij de laslijnen moeten kunnen werken en ook het bussen- of dekseltransport kunnen doen. Van alle operators wordt dezelfde opleiding gevraagd.
In de praktijk is er echter wel verschil in de manier waarop er gewerkt wordt. Bij het ene team wordt inderdaad geen onderscheid gemaakt tussen de werkzaamheden op de verschillende afdelingen. Bij andere teams hebben operators wel vaste taken.
Plantmanager Blik(melk)
Manager Bedrijfs- onderhoudsdienst
Blikmelk Zuid
LIA-groep (ondersteunende
diensten) Manager Bedrijfs- onderhoudsdienst
Bussenfabriek
Manager QA/QC
Manager Productie
Bussen
Manager Productie
Bussen
Manager Productie Blikmelk Zuid
Manager Productie Blikmelk Zuid
Team Knippen,
lakken, bodem/deksel-
productie
Team Bussen- assemblage &
distributie
Team Proces
Team
Verpakking Team
Expeditie