• No results found

Het gebruik van een rekenmachine is alleen maar voor de uitwerking van numerieke resultaten (zo als √

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het gebruik van een rekenmachine is alleen maar voor de uitwerking van numerieke resultaten (zo als √"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wiskunde 1 voor kunstmatige intelligentie 23 maart 2006

Deeltoets 1 (BKI 116)

Vermeld op ieder blad je naam en studentnummer. Lees eerst de opgaven voor dat je aan de slag gaat. Geef uitleg over je oplossingen, antwoorden zonder heldere afleiding worden als niet gegeven beschouwd!

Het gebruik van een rekenmachine is alleen maar voor de uitwerking van numerieke resultaten (zo als √

2 of 0.3 42 ) toegestaan.

Opgave 1. (12 punten)

Uit een rechthoekig vel papier met omtrek O willen we een omhulsel voor een verrassings- cadeau voor de paashaas vormen.

(i) In een eerste poging rollen we het papier tot een cilinder (zonder bodem en deksel) op.

Voor welke afmetingen van de twee zijden van de rechthoek wordt het volume van de cilinder maximaal? Wat is in dit geval het volume van de cilinder (afhankelijk van O)?

(ii) Omdat we natuurlijk geen vles wijn aan de paashaas geven, beslissen we toch liever een gewone doos te vormen, d.w.z. de zijden van het omhulsel lopen langs de zijden van een rechthoek. Ook hier ontbreken natuurlijk bodem en deksel van de doos.

Voor welke afmetingen van het vel papier krijgen we in dit geval het maximale volu- me? Is dit volume groter of kleiner dan bij de cilinder?

(Hint: Omdat we tijdens het college goed hebben opgelet, weten we dat bij gegeven omtrek de rechthoek met maximale oppervlakte een vierkant is.)

Opgave 2. (12 punten)

Rupsje Altijdlui, het broertje van een veel bekender rupsje, stond onder aan een plant toen een raar gevoel hem bekroop. Hij bedacht zich dat dit misschien wel de laatste plant zou zijn waar hij in zou kruipen en lekker van zou eten voordat hij zich zou verpoppen. Deze gedachte stemde rupsje Altijdlui niet verdrietig, want hij had de plant al goed bestudeerd zodat hij wist dat de energiewaarde van alle blaadjes op een hoogte h gegeven wordt door de functie E(h) met domein [0, 60], gedefinieerd door:

E(h) =  2h 2 0 ≤ h ≤ 10

1 4 h 2 + 17h + 55 10 < h ≤ 60

Rupsje Altijdlui had het plan op gevat om eerst tot een bepaalde hoogte te klimmen, onderweg geen blaadjes te eten om zich daar de blaadjes lekker te laten smaken. Het kost rupsje Altijdlui de energiewaarde 13h om tot een hoogte h te klimmen.

(i) Maak een schets van de functie E(h).

(ii) Is E(h) continu in het punt h = 10?

(2)

(iii) Is E(h) differentieerbaar in het punt h = 10?

(iv) Op welke hoogte hebben de blaadjes de hoogste energiewaarde?

(v) Bepaal de hoogte tot waar rupsje Altijdlui het beste kan klimmen om daar van de blaadjes te genieten, zodat hij de meeste energie over heeft om zich te verpoppen tot majestueuze vlinder?

Hoevel energie blijft er op deze hoogte over voor het verpoppen?

Opgave 3. (10 punten)

De acceleratie van een goede oude DAF wordt bij benadering beschreven door de functie v(t) := 36 − 108

t + 3 m/s

voor de snelheid v(t) na t seconden. De snelheid wordt in m/s aangegeven omdat ook de tijd in seconden aangegeven wordt.

(Van een snelheid in m/s kom je naar de snelheid in km/u door met 3.6 te vermenig- vuldigen, van een snelheid in km/u naar de snelheid in m/s door door 3.6 te delen.)

(i) Wat is de maximale snelheid van de auto in km/u?

(ii) In welke tijd bereikt de DAF een snelheid van 100 km/u?

(iii) Op de Nederlands snelwegen mag je maximaal 120 km/u rijden, dit zijn 33 1 3 m/s.

Als je met je DAF aan de oprit even moet wachten, hoe ver ben je op de snelweg gereden op het tijdstip dat je de toegestane snelheid van 120 km/u bereikt?

(iv) Je rijdt met 90 km/u (dus 25 m/s) achter een vrachtwagen die zijn snelheid van 90 km/u volhoudt. Als je nu (op de inhaalstrook) voor 10 seconden vol op het gas- pedaal stapt, hoe veel meters zal je dan op de vrachtwagen inhalen? Is dit voldoende om veilig in te halen?

Opgave 4. (6 punten)

Bepaal primitieven van de volgende functies:

(i) f (x) := exp(−x) · sin(x); (ii) f (x) := log(x 2 + 1); (iii) f (x) :=

√ x 1 − x .

f (x) f 0 (x) x c c · x c −1 exp(x) exp(x)

log(x) x 1

x log(x) − x log(x) sin(x) cos(x) cos(x) − sin(x) arctan(x) 1+x 1

2

arcsin(x) 1

1−x

2

Succes ermee!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Er zijn tijdens de survey 2 mosselstrata (M1 &amp; M2) en 3 kokkelstrata (K1 t/m K3) onderscheiden met ieder een andere verwachting voor het aantreffen van de mosselen en

Zorginstituut Nederland is tot de eindconclusie gekomen dat Acarizax® een gelijke therapeutische waarde heeft ten opzichte van de behandeling met subcutaan

(v) Bepaal de hoogte tot waar rupsje Altijdlui het beste kan klimmen om daar van de blaadjes te genieten, zodat hij de meeste energie over heeft om zich te verpoppen tot

(ii) Geef op het interval x ∈ [−50, 50] de functie v(x) aan, die de snelheid van de triathleet op een afstand van x (meter) van de oever beschrijft (het punt x = −50 ligt natuurlijk

In het vak Statistiek worden de tentamens door drie verschillende personen afgenomen, door de hoogleraar X, door de UHD Y en door de UD Z.. Het aantal studenten dat bij de

(iv) Hoeveel mensen moeten na behandeling met een serum minstens gezond worden, om op een onbetrouwbaarheidslevel van α = 0.05 de nulhypothese te kunnen verwerpen dat het serum

voor 90% van de zieke personen geven beide tests het resultaat ziek (bij onafhankeli- jkheid zou dit 81% zijn).. Verder is bekend dat slechts voor 0.2% van de gezonde personen