Vraag nr. 217 van 10 juli 1996
van de heer JOS DE MEYER
Terbeschikkingstelling – Omvang, kostprijs en controle Sommige personeelsleden uit het onderwijs kunnen, mits ze voldoen aan bepaalde voorwaarden, vervroegd uittreden door het nemen van een terbeschikkingstel-ling wegens persoonlijke aangelegenheden vooraf-gaand aan het rustpensioen (TBS55+).
Hoeveel personeelsleden maken op dit ogenblik gebruik van dit stelsel en dit uitgesplitst per sector (basisonderwijs, secundair onderwijs, hoger onderwijs, PMS-centra) ? Wat is de kostprijs hiervan en dit ook uitgesplitst per sector ?
In het koninklijk besluit dat deze aangelegenheid regelt, wordt gesteld dat een personeelslid dat gebruik maakt van een TBS55+ geen andere winstgevende acti-viteit mag uitoefenen dan die welke door de Koning is toegelaten, bij toepassing van de reglementering inzake cumulatie van een rustpensioen met een beroepsactivi-teit.
Op welke wijze gaat het departement na of de betrok-ken personeelsleden zich houden aan de cumulatiere-gels ? Zijn er sancties vastgesteld indien een perso-neelslid zich niet aan deze regels houdt ? Zo ja, welke en is er hiervoor een wettelijke grondslag ?
Antwoord
De gewenste cijfergegevens zullen als aanvullend ant-woord worden bezorgd. Het lijkt mij immers wenselijk zo juist mogelijk inlichtingen te verstrekken. Het ogen-blik waarop de inlichtingen werden gevraagd, is hiertoe niet zo geschikt. Ik zal dan ook de toestand meedelen na 1 september 1996, dus na de aanvang van het nieuwe schooljaar. Intussen verwijs is ik naar het antwoord dat ik heb verstrekt op vraag nr. 155 van 21 mei 1996 van Christiaan Vandenbroeke, Vlaams volksvertegenwoor-diger, waarin eveneens cijfergegevens werden verstrekt in verband met terbeschikkingstelling wegens persoon-lijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpen-sioen (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 14 van 28 mei 1996, blz. 693).
Wat de controle op het naleven van de cumulatieregels betreft, die gebeurt thans op grond van het document PERS 12 (cumulatieverklaring) dat bij het begin van de terbeschikkingstelling en bij aanvang of wijziging in de uitoefening van elke bezigheid, mandaat of ambt waar-aan inkomsten verbonden zijn, waar-aan het bevoegde werk-station moet worden toegezonden. Er is daartoe echter een nieuw document opgesteld, naar analogie van het document "cumulatieverklaring" dat door de Adminis-tratie der Pensioenen van het ministerie van Financiën wordt voorgelegd aan de aanvrager van een rustpen-sioen. Deze analogie is een logisch gevolg van de bepa-ling van artikel 9, laatste lid, van het koninklijk besluit nr. 297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor ver-minderde prestaties in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra, dat luidt als volgt :
"Tijdens deze terbeschikkingstelling mag het perso-neelslid geen andere winstgevende activiteit uitoefenen dan die welke door de Koning toegelaten is, bij toepas-sing van de reglementering inzake cumulatie van een rustpensioen met een beroepsactiviteit en die buiten het onderwijs met volledig leerplan wordt uitgeoefend. Wat de activiteit uitgeoefend in het onderwijs voor sociale promotie of beperkt leerplan betreft, wordt de opdracht die nog uitgeoefend mag blijven, beperkt tot deze die het personeelslid uitoefende op de dag vóór de ingansdatum van de terbeschikkingstelling wegens per-soonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rust-pensioen.".
Het hier bedoelde document zal de Vlaamse volksver-tegenwoordiger worden bezorgd samen met de boven-vermelde cijfergegevens.