Vraag nr. 5
van 8 oktober 1998
van de heer JACKY MAES
Reiskostenvergoedingen OCMW's – Wettelijkheid In het Belgisch Staatsblad van 25 februari 1992 verscheen de omzendbrief BA-G-91/19 van 4 december 1991 aangaande de reisvergoedingen in de lokale besturen. De toenmalige gemeenschaps-minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Openbaar Ambt stelde immers vast dat diverse besturen in de reiskostenvergoeding een mogelijk-heid zagen om een extra-toelage of weddesupple-ment uit te keren aan bepaalde personeelsleden, zonder dat ook maar één kilometer moest worden verreden. Hij stelde dat dit enkel als onwettelijk, frauduleus en onzindelijk kon worden betiteld. De minister vroeg dan ook dat de gouverneurs hierte-gen streng zouden optreden.
Ondertussen zijn we zes jaar verder en toch stellen wij vast dat sommige OCMW's nog steeds dergelij-ke onwettelijdergelij-ke vergoedingen blijven uitbetalen. Aangezien het duidelijk is dat er nogmaals behoef-te is aan een veroordeling van deze toestand had ik graag volgende vragen gesteld aan de minister. 1. Is de OCMW-ontvanger die dergelijke
vergoe-dingen blijft uitbetalen persoonlijk aansprake-lijk ?
2. Heeft de minister initiatieven genomen om paal en perk te stellen aan deze onfrisse praktijken en zo ja, welke ?
3. Heeft hij er nogmaals bij de gouverneurs op aangedrongen om hier streng tegen op te tre-den ?
Antwoord
De vraag verwijst klaarblijkelijk naar frauduleuze betalingen aan personeelsleden.
Uiteraard kan dit niet door de beugel. In dit ver-band verwijs ik naar de bepalingen van artikel 46, § 1 van de OCMW-wet : "De ontvanger heeft tot taak om, onder zijn verantwoordelijkheid, de ont-vangsten van het OCMW te innen en tegen regel-matige bevelschriften de betaalbaar gestelde uitga-ven te doen ten belope hetzij van het bedrag bepaald in elk artikel van de begroting, hetzij van een bijzonder krediet of van het bedrag van de overeenkomstig artikel 91 overgedragen kredie-ten". Het is de taak van de ontvanger de
uitbe-taling van onregelmatige bevelschriften te weige-ren.
Artikel 89 van de OCMW-wet bepaalt dat de reke-ningen van de OCMW's onderworpen zijn aan de goedkeuring door de gemeenteraad. Wanneer deze raad de rekeningen niet goedkeurt, is de bestendi-ge deputatie bevoegd. Ik neem aan dat deze over-heden hun bevoegdover-heden correct uitoefenen en optreden wanneer ze wetsovertredingen vaststel-len.
Ik wijs erop dat het decreet van 17 december 1997 de toezichtsregeling gewijzigd heeft. De gouver-neur is bevoegd voor de goedkeuring van de reke-ningen.