6214 Katern 110 staats- en bestuursrecht
Nieuwe boeken
– F.B. van der Maesen de Sombreff, Jurisprudentiewijzer Mileurecht 2009, Alphen a/d Rijn: Kluwer 2008;
– P.J.J. van Buuren, A.A.J. de Gier, A.G.A. Nijmeijer, J. Robbe, Hoofdlijnen ruimtelijk bestuursrecht, Alphen a/d Rijn: Kluwer 2009;
– M.N. Boeve, L. Middelkoop, Het waterrecht in perspectief;
Actuele ontwikkelingen en doorwerking naar het milieu- recht en ruimtelijke ordeningsrecht, Groningen: Europa Law publishing 2008;
– H.F.M.W. van Rijswick, Moving Water and the Law, On the Distribution of Water Rights and Duties within River Basins in European and Dutch Water Law, Groningen:
Europa Law Publishing 2008;
– Vereniging voor Milieurecht, Wie beschermt het natuur- beschermingsrecht?, verslag van de 100 e ledenverga- dering van de Vereniging voor Milieurecht samen met de Vlaamse Vereniging voor Omgevingsrecht op 29 mei 2008 (2008-3), Den Haag: BJu 2008;
– Vereniging voor Milieurecht, De nieuwe Wet ruimtelij- ke ordening en de bescherming van natuur en milieu, verslag van de 101e ledenvergadering van de Vereni- ging voor Milieurecht op 1 oktober 2008 (2008-4), Den Haag: BJu 2008.
Volkenrecht
AAk20096214
Ige F. Dekker, Nico J. Schrijver
Piraterij en de VN-Veiligheidsraad
In het jaar waarin wordt herdacht dat het 400 jaren gele- den is dat het beroemde geschrift Mare liberum (‘Over de vrije zee’) van Hugo de Groot uitkwam, is piraterij geheel terug op de internationale politieke agenda. De Groot ty- peerde piraterij als een internationaal misdrijf en noem- de piraten ‘de vijanden van de mensheid’. De toenmalige Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) werd in het Verre Oosten dikwijls door piraterij geplaagd, al schrok de VOC zelf er ook niet voor terug. Piraterij is van alle tijden, maar aan het begin van de 21ste eeuw valt op hoe- zeer het opnieuw de kop opsteekt op de zeeën en de oce- anen. Met steeds moderner wapengeschut en steeds grotere brutaliteit worden de laatste jaren koopvaardij- schepen, plezierjachten en olietankers aangevallen door piraten. Piraterij komt veelvuldig voor in Azië, met name in de Zuid-Chinese Zee, de Straat van Singapore en de Straat van Malakka, alsmede in Oost-Afrika, met name voor de kust van Somalië in de Golf van Aden en in de In- dische Oceaan.
In het deel over de volle zee formuleert het VN-Verdrag inzake het Recht van de Zee (1982) de plicht tot samen- werking bij de bestrijding van piraterij (art. 99) en geeft het een definitie van piraterij (art. 100). Ook formuleert het Verdrag het recht van ieder oorlogsschip of militair
luchtvaartuig om een schip dat verdacht wordt van pira- terij te inspecteren en zo nodig op te brengen en de per- sonen aan boord te arresteren en te berechten (art. 110).
Daarnaast bestaat een speciaal Verdrag voor de bestrij- ding van onrechtmatige daden tegen de veiligheid van zeescheepvaart, dat in 1988 is aangenomen. In aanvul- ling op dit geldende internationale recht nam de VN-Vei- ligheidsraad in 2008 diverse resoluties aan teneinde de piraterij voor de kust van Somalië te beteugelen. Voort- bouwend op het wapenembargo dat al sinds begin jaren 90 tegen Somalië van toepassing is (VN-doc. S/RES/733 en 751, 1992), nam de Veiligheidsraad diverse resoluties aan die staten met marineschepen in de regio het recht geeft op te treden tegen piraterij. Allereerst bestempelde de Raad in Resolutie 1816 van 2 juni 2008 alle daden van piraterij en gewapende roof van schepen in de territoriale wateren en de volle zee voor de kust van Somalië als een bedreiging van de internationale vrede en veiligheid in de regio. Om die reden mogen derde staten niet alleen op vol- le zee tegen piraten optreden, maar – in het licht van de beperkte capaciteit tot gezagshandhaving van de Over- gangsregering van Somalië – ook in de Somalische terri- toriale wateren. In Resolutie 1851 (VN-doc. S/RES/1855, 16 december 2008) ging de Raad nog een grote stap ver- der door derde staten en regionale organisaties te mach- tigen ook op het grondgebied van Somalië ‘alle noodzake- lijke maatregelen’ (lees: desnoods met militair geweld) te nemen teneinde piraterij en gewapende zeeroof aan ban- den te leggen, mits de Overgangsregering van Somalië vooraf de VN secretaris-generaal over hun rol in de regio heeft ingelicht en zij handelen in overeenstemming met het internationale humanitaire recht en de rechten van de mens. Ook roept de Raad in deze Resolutie staten en regio nale organisaties, die in het gebied actief zijn, op tot inbeslagname van schepen, boten, wapens en andere ma- terialen die (mogelijkerwijs) voor piraterij ingezet (kun- nen) worden.
Daarnaast verfijnde de Raad in 2008 het wapenembar- go, onder andere met een (door-)reisverbod voor individuen die verdacht worden van ondermijning van het vredespro- ces in Somalië, hindering van de levering van humani- taire hulp en ontduiking van het wapenembargo. Opval- lend is dat in deze Resolutie 1844 van 20 november 2008 de nieuw overeengekomen procedure voor het opnemen dan wel eventueel schrappen van namen op de sanctielijst uitvoerig uiteengezet is (zie Katern 107, AA 56 (2007) 3, p. 5741-5742).
Ook Nederlandse schepen zijn reeds enkele keren het doelwit van piraterij nabij Somalië geweest. Onlangs heeft een Zweeds marineschip de daders daarvan opgepakt en in Zweden gevangen gezet. Opvallend is dat Nederland om hun uitlevering heeft gevraagd, onder verwijzing naar ar- tikel 381 over het misdrijf van zeeroof in ons Wetboek van Strafrecht.