COMMENTAAR ART. 8:36 (8.1.6.4)
Artikel 8:36 (8.1.6.4)
1 Aan de door de rechtbank opgeroepen getuigen, deskundigen en tol-ken, en de deskundigen die een onderzoek als bedoeld in artikel 8:47 eer-ste lid hebben ingeeer-steld, wordt ten laeer-ste van het Rijk een vergoeding toege-kend [1]. Het bij en krachtens de Wet tarieren in strafzaken bepaalde is van overeenkomstige toepassing [1].
2 De partij die een getuige of een deskundige heeft meegebracht of op-geroepen, dan wel aan wie een verslag van een deskundige is uitgebracht, is aan deze een vergoeding verschuldigd [1]. Het bij en krachtens de Wet tarieven in strafzaken bepaalde is van overeenkomstige toepassing [1].
Inhoud commentaar*
l Vergoedingen
l Vergoedingen
In artikel 8:36 wordt een algemene regeling getroffen betreffende de ver-goeding van kosten van getuigen, deskundigen en tolken. De kosten voor getuigen, deskundigen en tolken die door de rechtbank zijn opgeroepen en/of benoemd körnen ten laste van het rijk, de door partijen meegebrachte getuigen, (en niet benoemde) deskundigen en tolken komen voor rekening van partijen zelf. Er kan zelfs aanleiding zijn de kosten voor getuigen, (niet benoemde) deskundigen en tolken, die door een van de partijen zijn meegebracht, te betrekken in de proceskostenveroordeling van de andere partij. Niet iedere getuigenverklaring of deskundigenrapport komt voor vergoeding in aanmerking. Er bestaat tussen bestuursrechters verschil in opvatting over de vraag welke deskundigenadviezen wel en welke niet voor vergoeding in aanmerking komen. In VzABRS 29-8-1996, JB 1996, 272 m.nt. JMED, worden de kosten voor het opstellen van een deskundi-genrapport en voor de aanwezigheid van een deskundige niet vergoed om-dat de deskundige bijstand geen rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van de uitspraak. De Centrale Raad van Beroep volgt hier een andere lijn dan de Afdeling. De omstandigheid dat een deskundigenrapport niet heeft bijgedragen aan de beoordeling van de zaak, i.e. de grond tot vernietiging van een besluit, vormt geen beletsel om de gemaakte kosten te vergoeden, volgens de Centrale Raad (zie CRvB 9-1-1996, JB 1996, 53 m.nt. red).
' Door dr. WJ.M. Voermans.
COMMENTAAR ART 8 36 (8 l 6 4)
De hoogte van de vergoedmgen wordt geregeld door het op basis van de van de Wet taneven in strafzaken (Stb 1963,130), genomen Besluit
tane-ven m strafzaken (Stb 1963, 469) en het, etane-veneens op basis van de Wet
taneven in strafzaken genomen mmistenele be&luit Mmistenele
voor-schriften taneven m strafzaken (Stert 1981, 246) In het Besluit taneven m
strafzaken en de mimstenele regeling Mmistenele voorschriften taneven in strafzaken wordt een gedetailleerde regeling gegeven over de hoogte van de taneven, waarbij de mmistenele regeling steeds fungeert als mde-xermgsmstrument waarmee de vergoedmgen tussentijds worden aange-past
Op grond van de Wet taneven m strafzaken en het Besluit taneven m straf-zaken (alsmede de Mmistenele voorschriften taneven m strafstraf-zaken) wor-den aan getuigen, deskundigen en tolken vergoedmgen toegekend voor a werkzaamheden,
b tydverzuim alsmede daarmee verband houdende noodzakelijk kosten, c reis- en verblyfskosten,
voor zover deze kosten voortvloeien uit de door een rechtbank (of andere admimstratieve rechter), of een partij, verstrekte opdracht (zie o a artikel l van de Wet taneven in strafzaken) Voor de vergoedmgen betreffende werk/aamheden, en de vergoedmgen verschuldigd wegens tijdverzuim en daarmee samenhangende kosten, wordt er dooi het Besluit taneven m strafzaken een onderscheid gemaakt tussen vergoedmgen vooi genees-kundigen, vergoedmgen voor tolken en vertalers en vergoedmgen voor an-deren (zie de artikelen l en 2 van het Besluit taneven m süafzaken) Voor personen die een oveiheidsbetrekkmg hebben woiden geen veigoedmgen wegens tijdverzuim en daarmee samenhangende kosten toegekend (aiükel 3 van de Wet taneven m strafzaken) Reiskosten worden, als regel, ver-goed op basis van de kosten voor verplaatsmg met de laagste klasse van het openbare vervoer (taxikosten zyn met declarabel) Voor personen m overheidsdienst gelden de bepahngen van het Reisbesluit 1971 (zie aitikel 6 van het Besluit taneven m strafzaken) Voor personen die wegens hoge leeftyd, ziekte of gebieken zijn aangewezen op speciale vervoermiddelen, en personen die buitenlands verblyven, geldt een aparte regelmg (zie arti-kelen 2 en 7 van de Wet taneven m strafzaken, jo de artiarti-kelen 1-4, 6 en 7 van het Besluit taneven m strafzaken)
De vergoedmgen worden, na mdienmg van een schriftehjke declaratie, bij beschikkmg van de griffier van het gerecht dat de zaak behandelt of behan-delde, terstond toegekend (artikel 8 van de Wet taneven m stiafzaken) Tegen de beschikkmg van de griffier kan bezwaar worden gemaakt (aiti-kel 9, vierde lid, van de Wet taneven m strafzaken)
COMMENTAAR ART 8 36 (8 l 6 4)
Met het algemene vergoedingensysteem, via de Wet taneven m strafza-ken, körnt een emde aan het oude systeem waaibij de (hoogte van) vergoe-dmgen voor getuigen, deskundigen en tolken, m het bestuuispiocesiecht m algemene maatregelen van bestuur op basis van een van de vei schulen-de admmistiaüefrechtehjke proceswetten werd geiegeld