• No results found

oom Bastiaan, Het jonge volkje · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "oom Bastiaan, Het jonge volkje · dbnl"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

beelden uit het kinderleven

oom Bastiaan

bron

oom Bastiaan, Het jonge volkje. H. Nijgh, Rotterdam 1868

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/oom_001jong01_01/colofon.php

© 2010 dbnl

(2)
(3)

Verlegen.

Goejen morgen! Nu, een kusje Kunt ge mij toch geven!

Kom wat nader met je Zusje!

Heb je van mijn leven! -

Bloo? - Neen, zoo moet je niet doen, Niet vreesachtig schijnen! - Zóó - een handjen en een zoen;

Dàt zijn lieve kleinen!

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(4)

Kijk in 't rond.

Daar ligt hij, mijn jongen!

Zoo rijk als een prins;

Zijn oogjes die gluren, Al hier en al ginds! - Hij speelt met zijn appel

Of schelt met zijn bel, Of trekt eens aan de ooren

Van kleinen Fidel.

Daar ligt hij te prijk, EenKONINGte rijk! -

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(5)

Zusje!

Ze weet er weê geen einde van, Dat vleistertje! dat zusje!

Het is maar: ‘Grietje pak me dan!

Och Grietjel nog een kusje!’ - En Grietje denkt maar; ga je gang,

Mijn kleine hartediefje!

Dan op mijn mond, dan op mijn wang;

Hoe méér hoe beter, liefje!’

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(6)

Slecht gemutst.

Ik schei er uit!.... ik wil niet meer!...

Ik heb zelfs in mijn paard geen zin! - Ik ben verdrietig! Leg maar neêr;

Ik heb ook nergens lust meer in!

Nu roept Mama: ‘Toe Frits! ga spelen!’

Maar als ik nu geen spel meer kèn?...

Verdrietig! - 'k Sta me te verveelen;

Waarom! - Omdat 'k verdrietig ben!’ -

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(7)

Pas op!

‘Ja, pas op! niet àl te digt!

Ik zit bij mijn vrindje!

Ik ben Fik en ken mijn pligt;

't Is de baas zijn kindje! - Wimpie zit en speelt verblijd

Met ons popje Jetje!

Ja, pas op! ik blaf en bijt En bewaak zijn bedje.

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(8)

Jarig.

‘Wensch je me geluk? zoo, zoo!

Lieve zus! mijn Antje! - En wat mooije roosjes, o!

In je mooiste mandje!

Dankje wel, nog jaren lang!

Wil je een stukje pakken?

Kom, grijp toe, wees maar niet bang, Moe heeft taart gebakken!

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(9)

Beschaamd.

Ja, ja ze heeft haar streekjes wel, Maar, onder haar kornuitjes, 't Is best dat ik het niet vertel;

Zóó zijn die kleine guitjes! - Daar staat ze, als kent zij A noch B

Uit heel dit prentenboekje,

Beschaamd voor U, maar straks, o wéé! - Ondeugend, om een hoekje! -

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(10)

Verstoorde vreugd.

‘Laat zien, wat is er in die mand? - Dat's zeker voor ons beiden!

Hansworst en een trompet, briljant!

He! Sinterklaas zal rijden!

Kijk, daar een pop en een geweer!’ - Maar foei, wat stoute kuren!

Reeds in de mand te gluren, Nu is het geen verrassing meer;

't Had pa en moe en u verheugd, Maar nu - nu is 'tVERSTOORDE VREUGD. -

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(11)

Pronkstertje.

Wat heeft ze zich weêr zwierig En kleurig opgeschikt, En telkens, voor den spiegel,

Gepast en losgestrikt! - Zijn pronk en praal, mijn Liesje!

Alléén uw hartewensch, Dan mintGIJwel de modes, Maar u bemint geen mensch.

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(12)

'k Lust niet!

‘Zuurkool! die eet ik niet;

Waarom, dat weet ik niet!

Wèl rijstebrij!

Rijstebrij krijg ik niet, 'k Lust niet en zwijg ook niet,

IKniet enZIJ!’ - Moeder die heeft ze niet, Was ze 'r, ze geeft ze niet,

Dàt is je plaag! - HONGER, die stil je niet;

‘ETEN,’ al wil je niet, Dàt zegt jeMAAG!

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(13)

Huismoedertje.

Het tafellaken en servet Preciesjes opgevouwen!

Moe zeî onlangs: ‘Je doet het net!’

En,NETHEIDbrengt geen rouwen. - Nou hoop ik maar dat moeder zeit:

‘Maakt dat eens klaar, hoor Lotje! - Je wordt een heele knappe meid, Je ziet hoe ik het toebereid;

Nu, kook dan eens dàt potje!’ -

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(14)

Lui.

Ze heet:KLEINETRUI! Maar is.... TRUITJE LUI! Haar Zusje, dat slaat ze, Haar broertje, dat haat ze, Maar liefkoost de kat.

Ze breit niet, ze leest niet, Ze hoort niet, ze vreest niet;

Klein guitje, lui Truitje, Dat gaat niet, hoor schat! -

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(15)

Snuffelen.

‘Hier heb ik een boek om te stelen!

Een roover-historie! Ja, ja!

Ik laat voor de boeken het spelen, En pluis ze zoo heel graag eens na!

Klein Jantje, die kijkt naar de platen, Hij laat er zijn rijpaard voor staan;

Niet scheuren! - hij wil het niet laten! - Die roovers! - Nu, laat hem begaan!’ -

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(16)

Onvoorzigtig.

‘Ik, onvoorzigtig meisje!

Ja, nu verdien ik straf!

Mamaatjes kop gebroken, Die Pa haar onlangs gaf, Ik moet het haar bekennen, Hoe doe ik dat bedaard - Ma zegt; ‘De duurste zaken Zijn niet één leugen waard!’ -

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(17)

Dienstvaardig.

‘Hoor, broertje! eventjes een woord!

Houd op, want ik moet winden.

Vervelend? - Ja! Neen, loop niet voort!

Dan blijven we geen vrinden.

Vervelend hier, vervelend dáár, Vervelend honderd keeren!

Kom!’ - ‘Nu, maar in een wip ook klaar, 'k Zal onderwijl tòch leeren!’ -

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(18)

Ons kamertje.

Een strijkplank, een stoel en een bandje, Een hemd en een kous tot gordijn, Dat kan wel, voor mij en voor Antje,

Een heel aardig kamertje zijn.

Dat maken we soms van die dingen En zetten ons vrolijk daar neêr;

Klein Antje mag dan voor mij zingen En - ik rook mijn pijp als een heer! -

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(19)

Al te vlug.

Plof! - daar leit ze al! - Lieve Heer!

Doe je nou je knietjes zeer?

Ja, waar struik en steenen staan, Moet men heel voorzigtig gaan.

Kijk zoo'n Juffertje Onverstand;

Springen, dansen over 't land;

Altijd glurend rond haar heen, Denkt ze niet omSTRUIKofSTEEN.

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(20)

Troetelkindje.

Flink en frisch, door weêr en wind, Dat's het beste, kleine vrind! - Maar jawel, daar zit hij nou,

Met een wang vol roos en kou!

Altijd hokken bij den haard, Kom, dat is geen jongensaard.

Vliegt ook wind of sneeuwbui rond:

Flink er door; dat isGEZOND! -

oom Bastiaan, Het jonge volkje

(21)

Klaas-vaak.

Klaas Vaak kwam nu wat àl te vroeg, Vóór dat de klok nog zeven sloeg;

Acht ure komt hij andre dagen - Maar 'k had een prettige partij, Mijn nichtjes kwamen allebei, Broer Jan kan ook zoo plagen!

Ze dansten vrolijk: hop, hop, hop!

En maakten walsjes met mijn pop.

Ze speelden met mijn boeken En prenten. - Wat vermaak!

'k Wil je ook wel eens verzoeken;

Maar later - nacht.... KLAAS-VAAK!...

oom Bastiaan, Het jonge volkje

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Surf dan even naar kids-for-kids.be, een initiatief binnen Plan België, voor kinderen in Cambodja en Vietnam. e en hart voor Jezus hebben, betekent ook anderen een

© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 1 van 4 Argus Clou Natuur en Techniek | groep 7/8 | Je ziet het niet, maar het is er wel?. ARGUS CLOU NATUUR EN TECHNIEK | LESSUGGESTIE |

De desindustrialisatie in België wordt, meer dan in andere landen, verklaard door de sterke producti- viteitsgroei in de industrie in vergelijking met die in de diensten.. 4

De ijs-beer is een vrees'lijk dier, Hij leeft op 't ijs, je ziet hem hier, Een man, ge-heel in bont ge-kleed, Staat met zijn ge-weer ge-reed, Want de pels van zulk een beer, Is weer

Klein Paultje schaamt zich zoo geducht, hy kykt maar naar den grond En durft niet zeggen, dat hy 't juist zoo'n aardig spelletje vondH. Willebeek Le Mair,

Sinds het tweede kwart van de negentiende eeuw, toen Potgieter in Het Rijksmuseum te Amsterdam en later De Stuers in Holland op zijn smalst, voor het eerst in brede kring de

Hendrik van Tichelen, Versjes en liedjes voor 't jonge volkje.. Drukkerij De Vos & van der Groen,

In Afrika, waar de olifanten Zoo maar rondspringen in het bosch, Daar liep ik eens te lanterfanten, Toen kwam zoo'n snuiter op mij los.. Ik zag een boom en klom naar boven,