De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
Oom Anton
bron
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij. Drukkerij v/h Dieperink & Co., Amsterdam 1920-1930
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/anto018pren01_01/colofon.php
© 2011 dbnl
[De prentjes van oom Anton.]
De o-li-fant wordt schoon ge-spo-ten, Langs zijn kop en langs zijn poo-ten,
Loopt het wa-ter, Met ge-kla-ter.
Moe-der wascht mij niet zoo hard, An-ders bleef ik lie-ver zwart.
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
3
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
Een vos wil heel graag kip-pen e-ten, Dat het niet mag, kan hij niet we-ten,
Maar de boer die zoo iets ziet, Houdt van zul-ke vos-sen niet.
Als hij kan, schiet hij ze neer, Maar dat lukt niet el-ken keer.
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
5
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
Een koe-tje en een kalf-je, Staan in een groo-te wei,
Een lief klein meis-je Is er ook nog bij.
‘Eet maar kalf-je, Eet maar, koe-tje, Ik brei kou-sen Voor mijn moe-tje’.
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
7
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
Dit is de trein, waar Jan mee wou, Jan, die eens vroeg op-staan zou, Jan, die in zijn droom al spoor-de, En daar-door de klok niet hoor-de.
Jan, die merkt nu tot zijn spijt:
Trei-nen gaan soms erg op tijd.
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
9
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
De ijs-beer is een vrees'lijk dier, Hij leeft op 't ijs, je ziet hem hier, Een man, ge-heel in bont ge-kleed, Staat met zijn ge-weer ge-reed, Want de pels van zulk een beer, Is weer een jas voor zoo'n me-neer.
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
11
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
Een paard, een veu-len en een man, Wat of men hier-van zeg-gen kan?
Het paard wordt door den man be-re-den, Het veu-len loopt dan heel be-ne-den, En de drie gaan dan ge-zwind, Vlug-ger dan het vlug-ste kind.
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
13
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
Dìt is een héél ster-ke man, Kijk maar wat hij til-len kan, Een ge-wicht van hon-derd pond, Ging als een veer-tje van den grond.
Straks dan smijt ie 't op den vloer, Pas ‘maar op je teen-tjes broer!’
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
15
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
In som-mi-ge heel ver-re lan-den, Krijg je gauw al kou-de han-den, Want meest-al vriest het, en je loopt, Vaak door de sneeuw, dik op-ge-hoopt.
Hier zie je hoe 't in Lap-land gaat, 't Soort hert wat op het prent-je staat, Heet ren-dier, en kan met een vaart-je, De sleë-en trek-ken, als een paard-je.
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
17
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
Drie kin-de-ren in een boot-je, Eerst op een boe-ren - sloot-je, Daar-na op een groo-ten plas, Waar 't nog veel fij-ner was.
‘Als maar geen re-gen komt’, zei één,
‘'t Is nat ge-noeg hier om ons heen.’
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
19
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
‘Dag pan-ter, wat is je vel-le-tje mooi, En wat mooi zijn die zwar-te stip-pen’.
‘Dag jon-ge-tje, wat zijn je been-tjes dik, 'k Wou dat ik mijn kooi uit kon wip-pen’.
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
21
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
A l - l e s ...
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij
23
...G e - z i e n .
Oom Anton, De prentjes van Oom Anton met versjes erbij