Vraag nr. 61
van 24 december 2003
van de heer CARL DECALUWE Bouwdossiers – Behandelingsduur
Volgens de vigerende decretale bepalingen dient een bouwaanvraag afgehandeld te zijn binnen een termijn van 75 dagen, die ingaat op de datum van het ontvangstbewijs afgeleverd door de gemeente. Wanneer deze termijn niet wordt gerespecteerd, ligt dit weliswaar niet steeds (of alleen) aan de ad-viesverlenende diensten van de provinciale afdelin-gen Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monu-menten en Landschappen (RO H M ) . Ook de ge-meenten hebben hun verantwoordelijkheid.
In het verleden kampten vooral de provincies A n t-werpen en Oost-Vlaanderen echter met grote ach-terstanden inzake de afhandeling van bouwdossier s. Er werden in het najaar van 2000 tijdelijke maatre-gelen getroffen. De ambtenaren van Stedenbouw mochten "bijklussen" om de achterstand inzake bouwvergunningen weg te werken. Ze kregen een vergoeding per dossier.
1. Hoeveel bouwdossiers zijn momenteel in be-handeling bij de verschillende provinciale afde-lingen ROHM ?
Hoe is telkens de evolutie tegenover dezelfde periode in 2002 ?
2. Kan de minister een overzicht geven van de achterstand van het aantal bouwvergunnings-d o s s i e r s, en bouwvergunnings-dit opgesplitst per provincie met re-ferentiejaren vanaf oktober 1999 ?
3. Een snelle afwerking van bouwdossiers zorgt voor een belangrijke directe tewerkstelling in de bouwsector en aanverwante sectoren en heeft een belangrijk multiplicatoreffect.
In welke mate acht de minister het opportuun om tijdelijke maatregelen te treffen om eventu-ele grote achterstanden bij de afhandeling van bouwdossiers weg te werken ? Welke structure-le maatregestructure-len kunnen worden getroffen ? Bin-nen welke termijn kan dit worden gerealiseerd ? 4. Wat was het effect van het tijdelijk bijklussen in het najaar van 2000 ? Zijn er sedertdien nog dergelijke acties geweest ? Zo ja, wanneer en wat waren telkens de kostprijs van het inhaal-project en het effect ?
Antwoord
1 en 2. Wat de vragen tot het verkrijgen van cijfer-gegevens betreft, kan ik onder meer verwijzen naar het antwoord op schriftelijke vraag num-mer 42 van 5 december 2003 van Vlaams volks-vertegenwoordiger Jos De Meyer (Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr. 7 van 30 januari 2004, b l z . 1447 – red.). De in dat antwoord vervatte gegevens zijn relatief recent.
In bijkomende orde kan ik de Vlaamse volks-vertegenwoordiger terzake specifiek m.b. t . d e provincie Antwerpen melden dat dit van ouds-her bekende probleem intussen verholpen is. I n september 2003 was er nog een achterstand van 1.600 dossiers, die nu tot normale proporties, n a-melijk 315 dossiers, is herleid. Dit impliceert dat de dossiers vanaf januari effectief binnen een termijn van 50 dagen zullen kunnen worden af-gehandeld.
Ook m.b. t . de provincie Oost-Vlaanderen is er sprake van een positieve evolutie. Op 1 o k t o b e r 2003 dienden nog 918 dossiers behandeld te w o r d e n . Op 1 januari slechts 435. De gemiddel-de doorlooptijd bedraagt evenwel nog 72 dagen. 3 en 4. Specifieke maatregelen, zoals de inzet van personeel vanuit een of meerdere andere afde-l i n g e n , hebben vroeger en ook nu recenteafde-lijk de problematiek van de achterstanden grotendeels helpen oplossen. Over de effecten van het "ach-terstandsproject" in 2000 werd reeds eerder uit-voerig gerapporteerd.
Andere georganiseerde acties zijn er sindsdien niet meer geweest en ik plan er ook geen nieu-we meer, omdat ik veel heil verwacht van de zo-genaamde vijftigdagenregeling, ingevoerd via het laatste wijzigingsdecreet. Die regeling impli-ceert immers dat het gemeentebestuur kan voorbijgaan aan de adviesplicht van de gemach-tigde ambtenaar zodra de hem toegekende ter-mijn van vijftig dagen is overschreden en hij geen verlenging heeft aangevraagd.
zelf hun adviezen of beslissingen in de ze toege-wezen dossiers veel beter zullen kunnen moti-v e r e n . Er is temoti-vens een systeem uitgewerkt dat toelaat om dossiers waarin de gemeentebestu-ren een degelijk advies hebben uitgewerkt, o p een eenvoudige, snellere manier af te handelen bij de ROHM-afdelingen.
