Vraag nr. 389
van 20 september 2002
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE E313 Ranst – Dienstuitrit
Op 14 mei laatstleden heb ik de minister vicp r e-sident via een vraag om uitleg ondervraagd over de problematiek van de dienstuitrit aan de E313 in R a n s t . De minister vice-president antwoordde dat hij de timing van de werken zou meedelen (Hande-lingen Commissievergadering nr. 223, blz. 5-6). Vermits ik tot op heden nog geen antwoord ont-vangen heb, wil ik de minister vice-president vra-gen welke beslissinvra-gen nu vra-genomen zijn en wan-neer er werken uitgevoerd zullen worden aan deze dienstuitrit ?
Antwoord
In aansluiting op de voorgaande antwoorden op de schriftelijke vragen nrs. 174 van 29 januari 2002 van de heer Johan Malcorps en 301 van 24 mei 2002 van de Vlaamse volksvertegenwoordiger ( r e s p. Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr. 14 van 14 juni 2002, b l z . 1390 en BVA nr. 1 van 4 oktober 2 0 0 2 ,b l z . 16 – red.), deel ik haar mee dat door de administratie verder overlegd werd met de diverse betrokken partijen en dat daaruit gebleken is dat een permanente afsluiting van de diensttoegangen een belangrijk probleem zou stellen, niet alleen voor personeel en leveranciers van de nevenbedrij-ven Q8 en Carestel, maar ook voor de hulpdien-s t e n , de federale politie, het perhulpdien-soneel van de afde-ling Wegen en Verkeer Antwerpen belast met het toezicht op de autosnelweg en de winterdienst en de onderhoudsaannemers.
Een beteugeling van het sluipverkeer, dat niette-genstaande de aangebrachte signalisatie vrij om-vangrijk is (tot 500 voertuigen/uur geteld door de lokale politie), kan niet gewaarborgd worden door de politiediensten.
De enige mogelijke oplossing blijkt dus toch een slagboomsysteem te zijn met handmatige en/of au-tomatische (badge)bediening. De concessiehouder is bereid mee te werken aan de functionering van en het toezicht op dit systeem.