Vraag nr. 499 van 15 april 2005
van de heer JUL VAN APEREN
Ecoduct Wuustwezel-Hoogstraten – Wense-lijkheid
De basisvergunning voor de bouw van de hoge-snelheidslijn (HSL) Antwerpen – Amsterdam werd afgeleverd op 11 augustus 2000. Hierin werd gesteld dat er "milderende maatregelen inzake ont-snippering" moesten worden genomen.
Het geheel van deze milderende maatregelen werd opgenomen in de aanvullende stedenbouwkundige vergunning van 14 december 2001.
Hierbij werd onder andere voorzien in de bouw van één belangrijk kunstwerk, namelijk een eco-duct ter hoogte van Wuustwezel/Hoogstraten. Dit ecoduct heeft een breedte van 60 meter en een lengte van 100 meter, dit is een voetbalveld groot. Maar om dit ecoduct te kunnen aanleggen, dienen bijkomend minimaal 6 hectare landbouwgrond te worden onteigend. De kostprijs werd destijds geraamd op 4,2 miljoen euro.
De functie van dit ecoduct zou moeten zijn : de wilde dieren de mogelijkheid bieden zich in een ruimer gebied te bewegen. Het zou dan vooral gaan om herten en reeën. De bouw heeft, gelukkig maar, nog geen aanvang genomen.
Wij moeten ons de vraag stellen of het wel oppor-tuun is een dergelijk kunstwerk te bouwen.
− Dit ecoduct zal ongeveer 4,5 miljoen euro kos-ten, te betalen door de NMBS en de Vlaamse Regering a rato van 50/50.
− Er dienen minimaal 6 hectare landbouwgrond te worden onteigend.
− Dit ecoduct zou worden gebouwd op een afstand van ca. 25 meter van een bestaande brug.
− Er bestaan reeds 35 ecotunnels en/of ecoduikers tussen Antwerpen en de Nederlandse grens. Ecotunnels hebben een diameter van 1,40 meter en de ecoduikers van 60 centimeter. Hierdoor
kunnen heel wat wilde dieren op een veilige manier oversteken.
− Er bestaat slechts een zeer kleine kans dat de dieren waarvoor dit ecoduct gebouwd zou wor-den, ook daadwerkelijk deze verbinding zul-len gebruiken. Dit kunstwerk staat middenin weilanden. Herten en reeën begeven zich bijna nooit in de weilanden en houden het veeleer bij onze bosgebieden. Bij schemer en ochtendglo-ren kan men ze waarnemen aan de rand van onze bossen en struiken.
1. Acht de minister deze investering gerechtvaar-digd ? Schiet ze haar doel eigenlijk niet voor- bij ?
2. Zou het niet beter zijn dit geld te investeren in andere infrastructuurwerken, zoals bijvoorbeeld een intergemeentelijk fietspad langs de HSL, waarbij dan het nieuwe station van Brecht, waar IC/IR-treinen zullen stoppen, kan ver-bonden worden met andere gemeenten uit de regio ?
3. Gaat de minister na of deze bouwvergunning nog kan worden aangepast en of eventueel ook dit ecoduct nog kan worden geschrapt ?
N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Van Mechelen (vraag nr. 128) en Peeters (nr. 499).
Antwoord
1. De ontsnipperingsmaatregelen bij de aanleg van de HSL volgen uit de ontsnipperingsstudie voor de E19/HSL in opdracht van de admini-stratie Wegen en Verkeer (AWV) en uit voorlo-pige resultaten van de wetenschappelijke studie "Onderzoek naar de mogelijkheden van een geleide populatiedynamica voor reeën" door het IBW in opdracht van de NMBS. Uit deze studies blijkt dat de HSL en de E19 een harde en onoverkomelijke barrière vormen voor zowel de natuur als voor de mens.
van 11 augustus 2000 en in de aanvullende ste-denbouwkundige vergunning van 14 december 2001.
De investering in alle ontsnipperingsmaatrege-len aan de HSL/E19 (vijfentwintig kleine eco-tunnels, vijf kleine ecoduikers, één bermbrug en één ecoduct) bedraagt minder dan twee pro-cent van de totale kostprijs van het project. De raming voor het ecoduct bedraagt 3,2 miljoen euro (en niet 4.5 miljoen) waarvan 50 procent of 1,6 miljoen euro ten laste valt van het Vlaamse Gewest. De budgetten voor de uitvoering van de ontsnipperende maatregelen werden twee jaar geleden al vastgelegd. Het nut van het eco-duct hangt samen met het aantal dieren die hem zouden gebruiken en de impact op de populatie-dynamica. Ik beschik heden over onvoldoende gegevens om dit te beoordelen.
2. De afweging tussen de aanleg van het ecoduct en demogelijke aanleg van een intergemeentelijk fietspad langs de HSL/E19 kan niet gemaakt worden. Het gaat hier namelijk over twee pro-jecten met een fundamenteel verschillende doel-stelling (afweging milieu versus mobiliteit). De aanleg van fietspaden langs spoorwegen
behoort overigens niet tot de taak van de gewes-telijke wegbeheerder. Investeringen in nieuwe fietspaden of het behoud van bestaande fiets-paden worden trouwens afgewogen binnen de objectieve behoefteanalyse van de administratie. Indien hieruit prioritaire projecten volgen, dan worden deze op het meerjareninvesteringspro-gramma opgenomen in functie van de beschik-bare budgettaire ruimte. Daarnaast beschikken de gemeente ook steeds over de mogelijkheid om in het kader van het convenantenbeleid sub-sidies te krijgen voor de aanleg van fietspaden. 3. Het wijzigen van een bouwvergunning behoort