Vraag nr. 56 van 29 maart 2000
van de heer JUL VAN APEREN
Premies loopbaanonderbreking – Aanvraagtermijn Werknemers uit de privé-sector in het Vlaamse ge-west kunnen een aanmoedigingspremie ontvangen bij vermindering van de arbeidsduur of bij loop-b a a n o n d e r loop-b r e k i n g. De aanvraag voor een dergelij-ke aanmoedigingspremie moet worden ingediend binnen zes maanden na aanvang van de vermindede arbeidsduur of loopbaanonvermindederbreking. O p m e r-kelijk is echter dat deze tijdslimiet van zes maan-den niet wordt gestipuleerd bij de voorwaarmaan-den voor werknemers in de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalige onderwijs die hun arbeids-duur verminderen of loopbaanonderbreking aan-vragen.
Aangezien werknemers in de privé-s e c t o r, a l s o o k een aantal werkgevers, niet altijd op de hoogte zijn van het bestaan van deze aanmoedigingspremie, komt het in een aantal gevallen voor dat de betrok-kenen hun aanvraag te laat of helemaal niet indie-nen.
1. Waarom geldt de tijdslimiet van zes maanden voor werknemers uit de privé-s e c t o r, terwijl die voorwaarde niet wordt opgelegd voor werkne-mers uit de openbare sector of het onderwijs ? 2. Bestaat er een mogelijkheid voor werknemers
uit de privé-sector die hun aanvraag te laat heb-ben ingediend om hun aanmoedigingspremie alsnog aan te vragen en te ontvangen ?
Zo neen, wordt dit verholpen ?
3. Worden er maatregelen genomen om in de toe-komst te vermijden dat werknemers uit de p r i v é-sector hun aanmoedigingspremie te laat of helemaal niet zouden aanvragen ? Zo ja, welke ?
Antwoord
1. Naar analogie van de regelgeving voor de privé-s e c t o r, geldt ook voor de perprivé-soneelprivé-sleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlands-talig onderwijs een indieningstermijn van zes m a a n d e n , te rekenen vanaf de aanvang van de l o o p b a a n o n d e r b r e k i n g, om de aanmoedigings-premie aan te vragen.
In dit verband kan worden verwezen naar arti-kel 6, § 1 van het besluit van de Vlaamse rege-ring van 22 september 1998 (Belgisch Staatsblad van 30 januari 1999) houdende instelling van een aanmoedigingspremie voor loopbaanonder-breking voor personeelsleden van de V l a a m s e openbare sector en het Nederlandstalig onder-wijs in het raam van de maatregelen tot herver-deling van de arbeid.
2. Aanvragen van werknemers uit de privé-sector of van personeelsleden uit de Vlaamse openba-re sector en het Nederlandstalig onderwijs die te laat zijn ingediend, zijn niet ontvankelijk en openen derhalve geen recht op de aanmoedi-gingspremie.
Noch het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 1998 (openbare sector), noch het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 (privé-sector) voorzien in uitzonderingen op de vereiste indieningstermijn van zes maan-den.
De afwezigheid van een indieningtermijn zou in tegenspraak zijn met de bedoeling van het stel-sel van de aanmoedigingspremies : deze zijn er juist op gericht om werknemers ertoe aan te zetten om hun loopbaan te onderbreken of vrij-willig deeltijds te gaan werken, teneinde op die manier de arbeidsherverdeling te bevorderen. Indien de betrokken premie gedurende een lan-gere periode met terugwerkende kracht zou kunnen worden aangevraagd, speelt de aanmoe-digingsfactor uiteraard veel minder een rol. Bij afwezigheid van een indieningstermijn zou-den er daarenboven budgettaire implicaties voor de overheid zijn, vermits er in dit geval aanzienlijk meer aanmoedigingspremies zouden worden toegekend.
3. Het stelsel van de aanmoedigingspremies be-staat inmiddels ruim vijf jaar en raakt meer en meer ingeburgerd.
De administratie heeft de afgelopen jaren enke-le grootschalige mediacampagnes rond de aan-moedigingspremie gevoerd en er werden dui-zenden infobrochures verspreid bij de diverse actoren (werkgevers- en vakorganisaties, i n d i v i-duele werkgevers en werknemers, g e m e e n t e b e-sturen, openbare bibliotheken,…).
loop-baanonderbreking moeten worden ingediend, de betrokkenen over de mogelijkheid van een bijkomende Vlaamse premie en de indienings-procedure dienaangaande.