• No results found

Vraag nr. 113 van 16 maart 2005 van mevrouw ANNE MARIE HOEBEKE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 113 van 16 maart 2005 van mevrouw ANNE MARIE HOEBEKE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 113 van 16 maart 2005

van mevrouw ANNE MARIE HOEBEKE

Handelaars en openbare werken – Onroerende voorheffing

Het probleem van de financiële consequenties van openbare werken voor handelaars, is bijzonder actueel.

Verschillende pistes worden daarbij gevolgd: dag-vergoeding, rentetoelagen,... Uiteindelijk zou men tot een reeks complementaire ondersteuningsmaat-regelen moeten kunnen komen.

Eén van de domeinen waarop de Vlaamse overheid kan ingrijpen, is de onroerende voorheffing, met name in hoofde van de eigenaar van het betrokken handelspand.

Niet alleen de eigenaar-handelaar, maar ook de eigenaar-verhuurder kan immers schade lijden. Het eerste is evident, maar ook eigenaars-ver-huurders worden getroffen, namelijk als hun handelshuurders bij aanslepende openbare werken problemen krijgen om de huur te betalen - veelal één van de eerste gevolgen van een verminderde omzet. Dikwijls zijn die eigenaars gepensioneerde kleine zelfstandigen die hun gewezen zaak door-verhuren en op de huuropbrengst rekenen als aan-vulling van hun pensioen.

Is een tijdelijke vermindering of vrijstelling van de onroerende voorheffing in dit verband als denkpiste reeds aan bod geweest ?

Zo ja, wat waren de bevindingen ? Zo neen, waarom niet ?

Antwoord

De bestaande regelgeving inzake de onroerende voorheffing laat , onder welomschreven voorwaar-den , in sommige gevallen een proportionele ver-mindering van de onroerende voorheffing toe. Of dit al dan niet mogelijk is, moet geval per geval onderzocht worden, aangezien de concrete feite-lijke situatie van doorslaggevend belang is.

Een proportionele vermindering van de onroerende voorheffing kan toegestaan worden indien cumula-tief voldaan is aan volgende voorwaarden :

– het moet gaan om een niet - gemeubileerd gebouwd onroerend goed;

– dat gedurende het aanslagjaar minstens 90 dagen niet in gebruik is genomen en geen inkomsten heeft opgebracht;

– en waarbij de onproductiviteit onvrijwillig (d.L onafhankelijk van de wil van de belastingplich-tige) moet zijn.

Wanneer een onroerend goed verhuurd wordt, is niet voldaan aan deze voorwaarden aangezien het goed zowel in gebruik is genomen als inkom-sten opbrengt (productief is). Het feit dat de huur mogelijks niet betaald wordt, is van geen belang. De eigenaar-verhuurder beschikt ook in dat geval over een vordering tegen de in gebreke blijvende huurder, waardoor het onroerend goed theoretisch dus wel inkomsten kan opbrengen.

Het is voor de fiscale autoriteiten onmogelijk - en eigenlijk zelfs ongepast- om na te gaan of de eige-naar-verhuurder werkelijk schade lijdt. De huur kan misschien wat later, maar met interest betaald worden, etc. Er zijn bovendien ook nog heel wat andere indirecte schadelijders: toeleverende bedrij-ven en bedrijfjes bijvoorbeeld, vaak ook KMO's. Het is onmogelijk voor de overheid om via de onroerende voorheffing hiervoor een zinvolle maatregel te voorzien. Maatregelen van de over-heid moeten eenvoudig zijn. Daarom vind ik dat de overheidsmaatregelen moeten gericht worden op de direct-schadelijdenden, zodat het normale economisch circuit het minst verstoord wordt. Hoe meer een overheid het normale circuit verstoort, hoe stroever en hoe slechter dit economisch circuit wordt.

(2)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Over hoeveel scholen in Vlaanderen dicht bij drukke snelwegen of invalswegen naar grote steden gelegen zijn, is geen gesystematiseerde informatie beschikbaar.. Er worden voor

Weet de minister of er leerlingen zijn die omwille van de financiële en andere voordelen zich hebben ingeschreven in het Franstalig deel- tijds kunstonderwijs in

De doelmatigheid van de Beardslee-interventie wordt nagegaan aan de hand van een interventie- studie met drie condities, namelijk een groep die de Beardslee-interventie krijgt,

Aangezien deze problematiek ook uitgebreid kan worden naar andere gebouwen waar dagelijks veel, vaak kwetsbare, mensen (moeten) verblijven, zoals rusthuizen, ziekenhuizen, …, en

Indien de minister ervoor kiest om de bijdragen te laten innen via de Vlaamse Gemeenschap, draagt dit dan effectief bij tot haar streven naar een volledige aansluitingsgraad, of

Het verlof voor deeltijdse prestaties wordt voor ambtenaren voor een periode van vijf jaar gelijkgesteld met dienstactiviteit zodat deze periodes volledig in aanmerking komen

In april 2004 werd er in het kader van de parle- mentaire besprekingen met betrekking tot het decreet betreffende de Huizen van het Nederlands een uitgebreide evaluatie opgemaakt

In zijn antwoord op een actuele vraag terzake stelde de minister dat de oorzaak toen nog niet bekend was en dat hij op vraag van het parlement toelichting zal komen geven zodra er