Vraag nr. 112 van 16 maart 2005
van mevrouw MIEKE VOGELS
Anciënniteitsberekening Vlaamse administra-tie – Zwangerschapsverlof
Als iemand een functie opneemt bij de Vlaamse overheid wordt de anciënniteit berekend die deze persoon in rekening kan brengen voor de bepa-ling van zijn wedde. Bij die berekening worden de periodes die de betrokkene opnam als zwanger-schapsverlof en de periodes van deeltijdse tewerk-stelling in mindering gebracht.
Wat het zwangerschapsverlof betreft, is dit een onmiskenbare discriminatie voor vrouwelijke werknemers. Ook het aftrekken van periodes van deeltijdse tewerkstelling treft vooral vrouwelijke werknemers, die nog altijd meer dan mannen opte-ren voor deeltijds werken om gezin, kindeopte-ren en arbeid te kunnen combineren.
Naar verluidt is de Vlaamse administratie de enige die de anciënniteit op dergelijke manier berekend. Dit is een onaanvaardbare inbreuk op het principe van gelijk loon voor gelijk werk, de Vlaamse admi-nistratie onwaardig.
1. Kan de minister bevestigen dat de Vlaamse administratie bij de berekening van de anciën-niteit de periodes van zwangerschapsverlof en deeltijdse tewerkstelling in mindering brengt ? 2. Waarop baseert de Vlaamse administratie zich
om dit te doen ?
3. Vormt dit volgens de minister geen inbreuk op het principe van gelijk loon voor gelijk werk ? 4. Wat zal de minister ondernemen om deze
dis-criminatie weg te werken ? Antwoord
1. Kan de minister bevestigen dat de Vlaamse administratie bij de berekening van de anciën-niteit de periodes van zwangerschapsverlof en deeltijdse tewerkstelling in mindering brengt ? De periodes van zwangerschapsverlof worden
zowel voor ambtenaren als contractuelen niet in mindering gebracht bij de berekening van de geldelijke anciënniteit. Periodes van deeltijdse
tewerkstelling worden voor ambtenaren volle-dig gevaloriseerd zolang de betrekken ambte-naar zich in dienstactiviteit bevindt. Wanneer de betrokkene in de stand non-activiteit komt te staan (na 5 jaar deeltijdse prestaties) worden de deeltijdse prestaties pro rata in aanmerking genomen. Contractuelen bouwen steeds anciën-niteit op in functie van hun arbeidsregime (pro rata) .
1) Zwangerschapsverlof
Het bevallingsverlof bedoeld in artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971 wordt gelijkgesteld met een periode van dienstacti-viteit. De ambtenaar in dienstactiviteit heeft recht op salaris en op bevordering in graad, salarisschaal en in salaris, tenzij anders bepaald.
Dit betekent dat ambtenaren in zwanger-schapsverlof zich in de stand dienstactiviteit bevinden en dat deze periode bijgevolg zowel voor voorgaande diensten als voor de huidige tewerkstelling in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de geldelijke anciën-niteit.
Deze regeling geldt ook voor contractuele personeelsleden.
2) Deeltijdse prestaties
Het verlof voor deeltijdse prestaties wordt voor ambtenaren voor een periode van vijf jaar gelijkgesteld met dienstactiviteit zodat deze periodes volledig in aanmerking komen voor de valorisatie van de geldelijke anciën-niteit.
Nadien worden deeltijdse prestaties (voorzo-ver zij ten minste de helft van een normale beroepsbezigheid in beslag nemen) pro rata in aanmerking genomen voor de berekening van de geldelijke anciënniteit.
Contractuele personeelsleden; bouwen steeds anciënniteit op afhankelijk van hun arbeids-regime (pro rata) .
De Vlaamse administratie baseert zich voor de in punt i vermelde werkwijze op- het Vlaams Personeelsstatuut vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de reohtsposi-tie van het personeel en de omzendbrief PEBE/ MVG/2002 /l van 6 september 2002 tot uitvoe-ring van het besluit van de Vlaamse Regeuitvoe-ring van 15 juli 2002 houdende organisatie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel. 3. Vormt dit volgens de minister geen inbreuk cp
het principe van gelijk loon voor gelijk werk ? Gelet op het antwoord vermeld in punt 1 is er
voor het zwangerschapsverlof geen inbreuk op het principe van gelijk loon voor gelijk werk aangezien personeelsleden in zwangerschaps-verlof geen enkele vermindering in de geldelijke anciënniteit ondervinden.
Wat betreft het verlof voor deeltijdse presta-ties lijkt het mij billijk dat een personeelslid dat deeltijds werkt slechts deeltijds geldelijke anciënniteit opbouwt aangezien een dergelijk personeelslid slechts deeltijds ervaring opbouwt. Het verschil in behandeling is te verklaren door het feit dat ambtenaren steeds voltijds aange-worven worden en dus in de regel voltijds wer-ken. Zij krijgen verlof voor deeltijdse prestaties waarbij voor langere periodes (meer dan 5 jaar) de anciënniteit ook pro rata opgebouwd wordt. Contractuelen die deeltijds werken worden echter deeltijds aangeworven (zijn per definitie deeltijds) zodat hun prestaties pro rata aangere-kend worden.
Wanneer ambtenaren voor een korte periode verlof voer deeltijdse prestaties nemen, blijven zij in de stand dienstactiviteit staan. Wanneer zij voor een langere periode (langer dan 5 jaar) verlof voor deeltijdse prestaties nemen, worden zij op dezelfde manier behandeld als contractu-elen en worden de prestaties pro rata aangere-kend.
4. Wat zal de minister ondernemen om deze discri-minatie weg te werken ?
