2010 ~ I
Opgave 1. Marathonloopsters.
1. 2:43.32 komt overeen met 9812 seconden. v
421959812 4,3 m/s 2. v 2,836 52
0,665 1,390 52
0,818 4,04 m/s.
Petra loopt volgens dit model de marathon in
421954,04 10451 seconden, ofwel 2:54.11 Dus nog binnen de 3 uur.
3. v ' 1,88594 x
0,335 1,13702 x
0,182' 0
v
Voer in: y
1 1,88594 x
0,335 1,13702 x
0,182zero: x 27,3 jaar.
Opgave 2. Stoppen met roken.
4. 2001: 0,333 16,0 5,328 miljoen rokers
6 9
5,328 10 4526 24,1 10 sigaretten.
2005: 0, 295 16,3 10 4271 20,5 10
6
9sigaretten.
Een afname van
24,1 20,524,1 100 14,8%
5. P FnfF nf of nfFnf F ( ... ... ) 2
105 59 48 47 3 36 5 24 23 1 12 10, 0079 6. X is het aantal personen dat 1 of 2 gaat kiezen
2
18
10( 6) 1 ( 5) 1 (18, 0.20, 5) 0,1329
n en p
P X P X binomcdf
7. H
o: p
12en H p
1:
12X is het aantal personen dat met F tabletten minder rookt
1
( 14) 1 ( 13) 1 (18, , 13) 0, 015
2P X P X binomcdf
H
owordt verworpen. Het vermoeden van de onderzoekers wordt bevestigd.
8. P X ( 20) 0, 245
(19.5,1 99,11.4, ) 0, 245
11,7
solver
normalcdf E
Met 1 standaarddeviatie onder het gemiddelde kom je al uit op een negatief aantal sigaretten.
Opgave 3. Boomgroei.
9. g
zomereik h
z(4) h
z(3) 2, 25 1,72 0,54 m (4) (3) 3,82 3, 06 0,77
amerikaanse eik A A
g h h m
De Amerikaanse eik groeit 0,23 m meer: ruim 20 cm.
10. 0,507 0,9867
t 0 voor alle waarden van t (exponentiële functie)
0,9867
t 1 voor alle waarden van t. Dus 1 0,9867
t 0 en daarmee ook
0,03333
(1 0,9867 )
t 0 . Dus h ' 0 voor alle waarden van t, dus h is stijgend (de boom groeit steeds).
Als t toeneemt, neemt 0,9867
taf en neemt 1 0,9867
tweer toe. Als t toeneemt neemt h’
dus af: de groei wordt steeds langzamer.
CSE~I 6 vwo wiskunde A
11. a (1 0,9867 )
10 0,96667 6,18 0,134 6,18
46,017 a a
12. h
grove den 30,1 (1 0,9656 )
t 1,59980Voor grote waarden van t wordt 0,9656
tvrijwel gelijk aan 0. Daardoor nadert
1,59980
(1 0,9656 )
tnaar 1 en wordt de hoogte van de den bijna gelijk aan 30,1 13. h a (1 b
0)
c a (1 1)
c a 0
c a 0 0
Opgave 4. Inkomen.
14.
490 2057 0,7 1777490 ... 197
100% 54,3%
15.
Het histogram is niet symmetrisch en kan dus niet benaderd worden met een normale verdeling.
16. De rechter klassengrenzen: 4,00 4,30 4,48 4,60 4,70 en 4,85
De relatieve somfrequenties: 7 36,5 62,0 80,7 90,6 97,2
Deze punten liggen op normaalwaarschijnlijkheidspapier vrijwel op een rechte lijn, dus wel normaal verdeeld.
Opgave 5. Verzekering.
17. B 4700 1,045
40 € 27337, 18. procentuele stijging per jaar: 3%
1,03
40 3, 262
In 40 jaar zullen de kosten voor het levensonderhoud met 226% stijgen.
19.
480
1
4,79 27000
1 r
r
Voer in:
480 1
4,79 1
1 y x
x
en y
2 27000 intersect: x 1,00802 De groeifactor per jaar is 1, 00802
12 1,10 een jaarlijks rendement van 10%.
20. I: als r en n gelijk blijven, dan blijft 1 1 r
nr
ook gelijk.
Als b dan toeneemt, dan zal de opbrengst ook toenemen.
II: 1
( 1)
1 1
n
r b
nO b r
r r
Als b en r gelijk blijven, dan blijft 1 b
r gelijk.
Als n toeneemt, dan neemt r
n 1 ook toe, en neemt de opbrengst ook toe.
CSE~I 6 vwo wiskunde A