Protocol Stoppen met roken

(1)

Protocol Stoppen met roken

Naam praktijk Titel van protocol: Stoppen met roken

Logo van de praktijk

protocolnummer: versie: 1.0

auteur: invoerdatum:

vaststellingsdatum: herzieningsdatum:

beheerder (functie):

doel:

Achtergrondinformatie

De zorg rond het stoppen met roken bestaat uit drie onderdelen (gebaseerd op Zorgmodule Stoppen met Roken):

 Adviseren om te stoppen met roken, inclusief het opstellen van een rookprofiel en het peilen van de stopmotivatie.

 Motivatie verhogen en stoppen voorbereiden.

 Begeleiden bij stoppen met roken.

Zie voor uitgebreidere achtergrondinformatie hoofdstuk 17: Stoppen met roken.

Gebruik

Dit protocol ondersteunt u bij het motiveren en voorbereiden van stoppen met roken.

Randvoorwaarden

 De rookstatus van de patiënt is bekend en geregistreerd als meetwaarde in het patiëntendossier.

 Huisarts en praktijkassistente verwijzen in overleg met de patiënt naar de pvk/poh voor het inventariseren van de motivatie en het voorbereiden van stoppen met roken.

 Voorlichtingsmateriaal en verwijsadressen over Stoppen-met-roken zijn voorhanden.

Activiteitentabel

Verantwoordelijkheden: B= beslissen U= uitvoeren O= ontvangen / = en / of

Activiteiten

(incl. benodigdheden, voorbereiding, checklist, werkwijze, complicaties)

Verantwoordelijkhede n

functie(-groep)

Stap 1: Rookprofiel controleren

Controleer de vastgelegde meetwaarden, vul zo nodig aan en leg vast in het

HIS

U: pvk/poh / huisarts

(2)

Activiteiten

functie(-groep)

Stap 2a: Stopadvies geven

Adviseer de patiënt nadrukkelijk met roken te stoppen en maak dat zo persoonlijk mogelijk. Zeg bijvoorbeeld:

 Het is belangrijk dat je stopt en ik kan je helpen.

 Stoppen met roken is de belangrijkste stap die je kunt zetten in de behandeling van COPD. Als je stopt met roken gaat je longfunctie minder snel achteruit.

 Benoem eventueel andere redenen waarom het voor deze patiënt belangrijk is te stoppen met roken.

Stap 2b: Stopmotivatie vaststellen

Stel de bereidheid om te stoppen met roken vast. Vraag bijvoorbeeld: ‘Hoe denkt u over stoppen met roken?’

Deel de patiënt in een van de volgende categorieën in en leg dit vast in het HIS:

 Ongemotiveerd

 Overweger

 Gemotiveerd

Stap 3: Motivatie verhogen

De inhoud van deze stap is afhankelijk van de motivatie van de patiënt.

 Ongemotiveerd

o Vraag of de patiënt een verband ziet tussen het roken en zijn gezondheidsklachten.

o Als de patiënt gaat twijfelen of zelfs overweegt te gaan stoppen kunt u voorlichtingsmateriaal meegeven, een

vervolgafspraak of verwijzing maken, danwel de categorie van begeleiding veranderen in ‘overweger’.

 Overweger

o Herhaal waarom het relevantis om te stoppen.

o Vraag welke voordelenstoppen met roken oplevert.

o Vraag welke risico’sde patiënt zelf ziet als hij doorrookt.

o Bespreek de barrièresdie er zijn om te stoppen.

 Gemotiveerd

o Vraag waarom hij op korte termijn wil stoppen.

o Vraag welke voordelen stoppen heeft.

o Vraag deze zaken op te schrijven als houvast voor als het moeilijk wordt tijdens de stoppoging.

o Bespreek de barrièresdie er zijn om te stoppen

Dit document is ter beschikking gesteld via de website van het Nederlands Huisartsen Genootschap of via de NHG-digitale leer- en werkomgeving en mag worden aangepast voor eigen gebruik binnen de zorginstelling (bv. praktijk, huisartsenpost, zorggroep). Buiten deze toepassing geldt onverminderd het copyright van het NHG. Het NHG aanvaardt geen

aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden.

(3)

Activiteiten

functie(-groep)

Stap 4: Begeleiden bij stoppen met roken

 Bespreek verdere ondersteuningsmogelijkheden binnen of buiten de praktijk. Verwijs zo nodig.

 Maak met de gemotiveerde patiënt een stopafspraak.

 Stel samen met de patiënt een stopplan op.

Stap 5: Overweeg medicamenteuze ondersteuning

Bij gebruik van meer dan 10 sigaretten per dag of op verzoek van patiënt:

 Eerste keus zijn nicotinevervangende middelen (NVM). Deze zijn gecontraïndiceerd bij instabiele angina pectoris, recent myocardinfarct of CVA, ritmestoornissen.

o Oraal in de vorm van tablet of kauwgum iedere 1-2 uur tot een maximum van 60 mg per dag, bouw af na 3 maanden.

o Pleister: eenmaal per dag een pleister die de patiënt voor de nacht moet verwijderen.

 Tweede keus: na mislukte stoppoging op NVM of op verzoek van patiënt zijn nortriptyline, bupropion of varenicline geïndiceerd. Het gebruik van nortriptyline is off-label

Stap 6: Vervolg en controleer de stopactie

 Probeer terugval te voorkomen.

 Controleer de voorgeschreven medicatie.

(4)

Figuur 1. Stroomdiagram Stoppen- met-rokenzorg

Dit document is ter beschikking gesteld via de website van het Nederlands Huisartsen Genootschap of via de NHG-digitale leer- en werkomgeving en mag worden aangepast voor eigen gebruik binnen de zorginstelling (bv. praktijk, huisartsenpost, zorggroep). Buiten deze toepassing geldt onverminderd het copyright van het NHG. Het NHG aanvaardt geen

aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden.

(5)