Vraag nr. 125 van 15 februari 2001
van de heer DIRK HOLEMANS Voordeeltarieven De Lijn – Impact
In deze legislatuur voerde De Lijn verschillende ta-riefmaatregelen door met als doel het aantrekkelij-ker maken van het openbaar vervoer. Deze maat-regelen bestaan deels uit het gratis maken van het openbaar vervoer en deels uit het aanbieden van korting aan bepaalde doelgroepen.
Om een goed inzicht te hebben in de effecten van deze tariefmaatregelen, is het belangrijk een gedif-ferentieerd beeld te krijgen van de toename van het aantal reizigers. Zijn het bijvoorbeeld reizigers die voorheen ook al bus of tram namen, maar nu v a k e r, of gaat het om reizigers die voorheen de auto namen ?
1. Wat is de omvang van de toename van het aan-tal reizigers met De Lijn sinds de tariefmaatre-gelen zijn doorgevoerd, naar type van vervoers-bewijs (biljetten, k a a r t e n , 6 5 - p l u s k a a r t , g e w o o n-/ s t a d s-/ v o o r s t a d s a b o n n e m e n t , s c h o o l-a b o n n e m e n t , N M B S-De Lijnl-abonnement, b i j-zondere diensten, evenementen of andere ta-riefsoorten) ?
Wat zijn de verschillen tussen de cijfers voor 1999 en 2000 ?
Is er een verklaring voor eventuele verschillen in toename ?
2. Heeft men zicht op de periodes waarbinnen deze verschillende groepen van reizigers zich aandienen ? Gelijkmatig gespreid over de ver-schillende uren van de dag en over de dagen van de week, of op bepaalde momenten (bij-voorbeeld in de spits, vooral 's ochtends of in het weekend) ?
Wat is bijvoorbeeld de spreiding in de tijd van gebruikers van de 65-pluskaart ?
3. In welke regio's is de groei van het aantal open-baar-vervoerreiziger het sterkst ?
Is er een onderscheid tussen de stedelijke en n i e t-stedelijke gebieden wat het groeitempo be-treft ?
Antwoord
1. Tegenover 1999 is het aantal reizigers in 2000 met meer dan 70 % gestegen. Het detail van deze stijging is :
– biljetten : stijging met meer dan 5 % ; – kaarten : daling met meer dan 15 % ;
– g e w o n e, stads- en voorstadsabonnementen (+25 jaar) : daling met meer dan 1 % ; – abonnementen -25 jaar : stijging met meer
dan 3 % ;
– gemengde abonnementen NMBS/De Lijn en treinkaart+ : stijging met meer dan 16 %. Het gratis abonnement voor de Vlaamse 65-plussers werd geleidelijk ingevoerd tussen janu-ari en oktober 2000. De abonnementen van De Lijn zijn ingedeeld in drie leeftijdscategorieën : - 2 5 / 2 5 - 6 0 / 6 0 + . Als men een vergelijking maakt tussen het aantal abonnementen 60+ in decem-ber 1999 en in decemdecem-ber 2000, is er een daling van 79,22 % te merken, die bijna uitsluitend te verklaren is door de invoering van de 65-plus-kaart.
Vanaf 1 februari 2000 werd een korting van 20 % ingevoerd voor het tweede abonnement -25 binnen één gezin en een korting van 100 % vanaf het derde abonnement -25, wat deels de stijging van de - 2 5 - a b o n n e m e n t e n v e r k l a a r t . Evenmin mag de reeds gedurende een aantal jaren gevoerde campagne naar de jongeren uit het oog worden verloren.
De voornaamste reden voor de daling van de k a a r t r e i z i g e r s is te vinden in de verschillende d e r d e b e t a l e r s y s t e m e n , waaronder de k a a r t . Uit onderzoek is gebleken dat de plus-sers die met De Lijn reisden voor ze hun 65-pluskaart ontvingen, dit met een kaart deden. Andere derdebetalersystemen hebben een ver-schuiving teweeggebracht van kaarten naar abonnementen.
In juni 2001 zal het gebruik van de 65-pluskaart-uitgebreid worden onderzocht, waarbij de modal shift eveneens aan bod komt. In Hasselt, waar het gratis vervoer sinds 1 juli 1997 inge-voerd is, werd door de Hogeschool voor Ve r-keerskunde Diepenbeek in 1998 het effect van het gratis vervoer op de reizigers onderzocht. De helft van de ondervraagden, vooral jonge-r e n , zegt vakejonge-r naajonge-r Hasselt te komen. Z e v e n op de tien busgebruikers nemen op het tijdstip van het onderzoek meer de bus dan een jaar v o o r d i e n . Een op drie beweerde een nieuwe verplaatsing te maken op het moment van de o n d e r v r a g i n g. De overige tweederde zou de ver-plaatsing het jaar voordien ook hebben ge-m a a k t , waarvan ongeveer de helft ge-met een ander vervoermiddel. Ongeveer 23 % maakte de overstap van de auto naar de bus, 18 % van de fiets naar de bus en 14 % van te voet naar de bus.
2. De avondspits is meer gespreid dan de ochtend-s p i t ochtend-s. Ook de 65-pluochtend-sochtend-serochtend-s volgen deze verplaat-singswijze : ze bieden zich niet echt in de och-tendspits aan, maar in de avondspits zijn ze ver-houdingsgewijs meer vertegenwoordigd.
Op welk tijdstip het meest wordt gebruikge-maakt van de 65-pluskaart zal uit het komend onderzoek blijken.
3. Het gebruik van het openbaar vervoer concen-treert zich vooral in de grote steden en aan de k u s t . Een van de redenen hiervoor is het veel uitgebreider aanbod van het openbaar vervoer op deze locaties.
Hierna volgt een aantal ontwaardingen van 65-plussers in de maand januari 2001.
Provincie Antwerpen : 863.117 (waarvan stad Antwerpen 570.313) Provincie Oost-Vlaanderen 440.354 (waarvan stad Gent 268.762) Provincie Vlaams-Brabant 293.801 Provincie Limburg 80.402 Provincie West-Vlaanderen 372.690
Totaal 2.050.364