• No results found

ELEKTRO-TECHNIEK ZELFEVALUATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ELEKTRO-TECHNIEK ZELFEVALUATIE"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ELEKTRO- TECHNIEK

ZELFEVALUATIE

(2)

VOORWOORD_

Voor u ligt de zelfevaluatie van de opleiding Elektrotechniek van de HAN.

De opleiding heeft een voltijdse en een deeltijdse variant. De deeltijdse variant is in juni 2019 gevisiteerd, samen met alle andere techniekopleidingen van de HAN die meedoen in het Experiment Leeruitkomsten. Deze zelfevaluatie richt zich daarom alleen op de voltijdse variant.

De opleiding wordt uitgevoerd door het instituut Engineering van de HAN. Het instituut is volop in beweging en daarover vertellen we in de situatieanalyse meer. Verandering en reflectie gaan daarbij steeds hand in hand. Verschillende processen werden opnieuw ingeregeld. Wij, engineers als we zijn, zijn gewend om problemen te analyseren en gestructureerd op te lossen, dat is ons vak. Als zaken goed geregeld zijn dan vinden we dat normaal. We focussen op de plaatsen waar er nog puntjes op de i moeten.

We hebben als team een erg zelfkritische houding. Dat bleek ook tijdens

teambijeenkomsten die we hebben georganiseerd in aanloop naar het schrijven van deze zelfevaluatie. Bewust benoemen waar we sterk in zijn was aanvankelijk niet onze sterkste kant, maar is toch gelukt. We hebben immers een prachtige en toekomstbestendige Elektrotechniekopleiding en daar bouwen we aan verder met een gedreven team!

We vinden het belangrijk om ons onderwijs regelmatig te bespreken met de mensen waar we het voor doen. In de aanloop naar de visitatie hebben we bij verschillende stakeholders, zoals beroepenveldcommissie, bedrijfsbegeleiders, studenten, alumni, onderzoekers, etc., feedback opgehaald. Het beeld dat uit deze zelfevaluatie naar voren komt, heeft dan ook een breed draagvlak.

Dit document geeft eerst een situatieanalyse.

Vervolgens worden de vier standaarden voor een beperkte opleidingsaccreditatie toegelicht. Hierbij zijn, waar nodig en zinvol, ook kruisverwijzingen en documentverwijzingen opgenomen. Het studentenhoofdstuk is vanwege de omvang als aparte bijlage opgenomen.

We wensen u veel leesplezier!

Team Elektrotechniek

INHOUDSOPGAVE_

Voorwoord 2

0

Situatie-analyse 3

1

Standaard 1- Beoogde eindkwalificaties 6

1.1 Beroepsbeeld 6

1.2 Leerresultaten 6

1.3 Internationalisering 7

1.4 Onderwijs en onderzoek 7

1.5 Onderwijs en beroepenveld 8

1.6 Minoren 8

1.7 Reflectie 9

2

Standaard 2 - Onderwijsleeromgeving 10

2.1 Het curriculum 10

2.2 Profilering 11

2.3 Internationalisering 12

2.4 Didactische opzet 12

2.5 Praktijkgericht onderzoek in het curriculum 12

2.6 Begeleiding 14

2.7 Docenten 14

2.8 Voorzieningen 15

2.9 Opleidingscommissie 16

2.10 Reflectie 16

3

Standaard 3 - Toetsing 18

3.1 Toetssysteem 18

3.2 Borging 19

3.3 Reflectie 20

4

Standaard 4 - Gerealiseerde eindkwalificaties 22

4.1 Afstudeerfase 22

4.2 Beoordeling van eindwerken 22 4.3 Producten van afgestudeerden 23 4.4 Functioneren afgestudeerden 23

4.5 Reflectie 23

5

Reflectie op het eigen hoofdstuk van studenten 24

6

Bijlagen 31

6.1 Documentenoverzicht zelfevaluatie HAN Ba

Elektrotechniek 26

6.2 Basisgegevens opleiding 27

6.3 Studentenaantallen 28

6.4 Minorkeuze van HAN Elektrotechniek en Embedded Systems Engineering

studenten 30

6.5 Acties naar aanleiding van de vorige visitaties 32 6.6 Deelname en tevredenheid minoren

Elektrotechniek 35

6.7 Evaluatie onder alumni 37

6.8 Evaluatie onder afstudeerbegeleider

(bedrijfsbegeleiders) 38

6.9 Evaluatie onder externe toezichthouders 40

(3)

0. SITUATIE-ANALYSE_

ENGINEERING 2.0

Onze opleiding Elektrotechniek vormt samen met de opleidingen Industrieel Product Ontwerpen, Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde het Instituut Engineering, onderdeel van de Faculteit Techniek van de HAN. We hebben als vier opleidingen samen een nieuw samenhangend en toekomstbestendig curriculum ontwikkeld, dat in studiejaar 2016-2017 is gestart: Engineering 2.0. In 2020 studeert de eerste lichting studenten uit dit nieuwe curriculum af.

De uitgangspunten voor Engineering 2.01 zijn:

• Sluit aan bij de missie en de visie van het instituut, zie Figuur 1;

• Zorg voor een duidelijke samenwerking in de driehoek onderwijs-onderzoek-ondernemingen;

• Leer studenten multidisciplinair samenwerken door dat te oefenen met de andere opleidingen binnen het instituut;

• Zorg voor meer autonomie en keuzevrijheid voor de student;

• Zorg voor een betere internationale oriëntatie in het curriculum;

• Zoek de samenhang tussen de opleidingen en versterk de efficiency.

Hiermee spelen we in op belangrijke ontwikkelingen in het werkveld en de ontwikkelingsrichting van de HAN, zoals beschreven in het HAN Instellingsplan 2016-2020:

In vertrouwen samenwerken aan leren en innoveren2. En we sluiten aan bij de regionale speerpunten en de HAN zwaartepunten en die we hierna specifiek benoemen. In paragraaf 1.3 wordt internationalisering verder beschreven.

1

De centrale uitgangspunten voor het curriculum zijn:

cocreatie met bedrijven uit het werkveld en leren vanuit de autonome en intrinsieke motivatie van studenten en medewerkers3. Didactisch gezien uit zich dit in sociaal constructivistische kenmerken. Daarnaast staat het

objectivisme: we bieden veel kennis en vaardigheden aan in een lijn van klassikale lessen.

Studenten leren vanuit de eigen opleiding samen te werken met studenten uit andere opleidingen. Zij werken aan ‘real-life’ projecten uit het werkveld en aan relevante maatschappelijke vraagstukken, waarbij onderzoek een onmisbare rol speelt.

Het nieuwe curriculum biedt meer keuzemogelijkheden en dus profileringsruimte voor studenten. Na de propedeuse kiezen studenten zelf de projecten waaraan zij gaan werken in de verschillende semesters. Hierdoor hebben zij de mogelijkheid om zich te specialiseren of om juist generalistisch opgeleid te worden. Zie Figuur 2.

Het instituut Engineering streeft naar meer efficiency door onderwijs en toetsing gezamenlijk te organiseren voor de vier relatief kleine techniekopleidingen. Gezamenlijk sluiten we beter aan op de HAN-brede zwaartepunten: Sustainable Energy and Environment (SEE), Smart Region en Health.

Engineering heeft deze HAN zwaartepunten vertaald naar de thema’s: Sustainable Energy, Smart Industry en Sustainable Design4. Ook zijn we samen in staat om zowel het onderwijs als de projecten meer multi- en interdisciplinaire inhoud te geven.

3

SEMESTER 1 (sept - jan)

JAAR 1.JAAR 2.JAAR 3.JAAR 4.

SEMESTER 2 (feb- jun)

PROJECT BINNEN EIGEN OPLEIDING

GET CONNECTED PROJECT SAMEN MET EEN ANDERE OPLEIDING

stretch your HORIZON

MULTIDISCIPLINAIR PROJECT MET EN BIJ BEDRIJVEN

into the REAL WORLD

INTERNSHIP/STAGE

the world is MY PLAYGROUND

MULTIDISCIPLINAIR BEDRIJFSPROJECT

challenge yourself in the LEARNING COMMUNITY

MINOR JE EIGEN PROFILERINGSRUIMTE

addYOUR FLAVOUR AFSTUDERENTHE GRAND FINALE

MULTIDISCIPLINAIR PROJECT MET EN BIJ BEDRIJVEN

into the REAL WORLD

(4)

DE OPLEIDING ELEKTROTECHNIEK

We leiden studenten op tot beginnend beroepsbeoefenaar voor de verschillende domeinen binnen de elektrotechniek:

energietechniek, embedded systems, elektronica en industriële automatisering.

Binnen de opleiding werken we met beroepstaken die afgeleid zijn van taken in het werkveld:

• Industrieel automatiseren

• Elektrische energiesystemen ontwikkelen

• Embedded systemen ontwikkelen

Aan het einde van het eerste semester kiezen studenten al voor een afstudeerrichting:

Industrial and Power Systems of Embedded Systems.

Afgestudeerden komen terecht in functies waarin zij technisch en specialistisch bezig zijn, zoals met onderzoek, ontwerp en ontwikkeling of in commercieel-technische functies en, na enkele jaren werkervaring, in managementfuncties.

Sommigen beginnen een eigen bedrijf of gaan in het buitenland werken. Concrete functies in het werkveld worden verder benoemd in hoofdstuk 1.1.

Voorheen voerden we de bachelor opleiding Embedded Systems Engineering als aparte opleiding. Deze is opgeheven en geïntegreerd in de opleiding Elektrotechniek als de eerder genoemde afstudeerrichting Embedded Systems.

In 2016 zijn we ook gestart met een Engelstalige variant van onze opleiding. Inhoudelijk loopt deze opleiding synchroon met de Nederlandstalige opleiding. Bij Standaard 2 wordt dit verder toegelicht.

MISSIE ELEKTROTECHNIEK

WAT IS ELEKTROTECHNIEK?

INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

EMBEDDED

SYSTEMEN ENERGIE-

TECHNIEK ELEKTRONICA

ELEKTROTECHNIEK

Om het werken in de driehoek gestalte te geven werken we samen met de lectoraten Duurzame Energie, Lean & World Class Performance, Innovatie in de Care en met het Centre of Expertise SEECE5. Engineering 2.0 is afgestemd met het regionale beroepenveld en wordt daar gesteund.

Vakteams per opleiding zijn verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke inrichting van het onderwijs. Semesterteams zorgen voor de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het onderwijs per semester voor het hele instituut. Zie Figuur 3.

De curriculumcommissie Engineering (CCE) bewaakt het curriculum voor het hele instituut. Er hebben twee mensen van elk vakteam zitting in de CCE, de vakteamvoorzitter en de vice-vakteamvoorzitter. Ook de opleidingscommissie, toetscommissie en de examencommissie opereren op instituutsniveau. Over de opleidingen heen zoeken vakdocenten elkaar op in de vorm van ‘gildes’ waar het overleg over leerlijnen, didaktiek en toetsing plaatsvindt.

De Company Desk Engineering werft en selecteert

opdrachten in het werkveld. Met ingang van studiejaar 2019- 2020 is deze rol overgenomen van de werkgroep cocreatie.

De Company Desk onderhoudt de werkveldrelaties voor het hele instituut. Studenten kunnen in elk semester kiezen uit meerdere projecten. Vanaf het tweede studiejaar kunnen zij ook projecten inbrengen die ze zelf hebben geworven.

We hebben een grote variëteit aan projectopdrachten, zowel inhoudelijk als qua disciplinariteit: van mono- tot multidisciplinair.

5

SEECE: Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise, VAKTEAM

IPO

VAKTEAM WTB

VAKTEAM TBK

VAKTEAM ELT

SEMESTER 1 SEMESTER 2 SEMESTER 3 SEMESTER 4 SEMESTER 5 SEMESTER 6

MINOR SEMESTER 8

(5)

verschillende aanbevelingen gekomen. We hebben daarop diverse acties uitgevoerd in de afgelopen periode. Een totaaloverzicht van de aanbevelingen en ondernomen acties staat in bijlage 6.5.

ONTWIKKELING EN AMBITIE

Op dit moment bevindt de HAN zich in een grootscheepse reorganisatie. De facultaire laag verdwijnt en de opleidingen worden gehergroepeerd in academies. De opleidingen van Engineering vormen vanaf 2020 samen met de opleidingen van Automotive de Academie Engineering & Automotive (werknaam). Voor de opleiding Elektrotechniek heeft dit geen inhoudelijke consequenties, anders dan een extra samenwerkingsmogelijkheid voor studenten met die van Automotive. Voor de organisatie en inrichting van het gebouw wordt gedacht aan een thematische opzet.

Zowel onderzoek als onderwijs kunnen zo dicht bij elkaar worden georganiseerd en elkaar verder versterken.

In de eerste helft van 2019 is Engineering 2.0 geëvalueerd en hieruit komen verschillende aanbevelingen voort7. Hierop wordt bijgestuurd, onder andere door voor de propedeuse een P-team in te richten, in plaats van twee semesterteams.

Daarmee wordt de lijn in de propedeuse duidelijker, zowel voor studenten als voor docenten.

Andere ontwikkelingen die we in het werkveld zien zijn:

• Er is een toenemende verbinding tussen de vier elektrotechnische domeinen, zoals tussen embedded systems en proces control en tussen energie en smart;

• Er is grote behoeft aan risico-bewust ontwerpen zoals security en internet of things;

• Er is een steeds toenemende aandacht voor

bewustwording qua duurzaamheid en circulair ontwerpen.

We proberen hier in onze opleiding zo goed mogelijk op in te spelen.

Zoals genoemd zijn we een deel van onze instroom kwijtgeraakt door de opleiding Embedded Systems Engineering (ESE) onder te brengen bij het croho van Elektrotechniek. Recent is hiervan een evaluatierapport gemaakt. Op basis van deze evaluatie en de vraag uit het beroepenveld, specifiek naar ESE-ers, is onze conclusie dat het gerechtvaardigd is om de opleiding ESE weer als zelfstandige opleiding te gaan voeren. We willen hiervoor de komende tijd de benodigde stappen zetten.

“Wij leiden studenten op tot innovatieve en bewuste Electrical Engineers die actuele kennis en technologie toepassen voor het ontwikkelen van duurzame energie technische, elektronische en embedded systemen in en voor een complexe en veranderende maatschappij.”

De afgestudeerde Electrical Engineer is zich bewust van ethische en maatschappelijke consequenties van de keuzes die hij maakt. Hij werkt in een multidisciplinaire en internationale context. Hij heeft actuele vakkennis, is op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en is zich bewust van de noodzaak om dit op peil te houden.

VISIE ELEKTROTECHNIEK

“De opleiding Elektrotechniek biedt studenten een veilige, uitdagende en motiverende leeromgeving waarin een student zich ontwikkelt tot een beginnend beroepsbeoefenaar.”

Onze opleiding biedt de student een omgeving waarin hij tot ontwikkeling komt. Tijdens de opleiding groeit hij naar een Electrical Engineer. Hij krijgt een gedegen technisch fundament en verdiepende elektrotechnische of embedded kennis. Daarnaast zijn het ontwikkelen van sociale en projectvaardigheden essentieel. Binnen de opleiding heeft de student ruimte om zicht te profileren door de keuze van een afstudeerrichting en door de keuze van zijn projecten.

INSTROOM VAN STUDENTEN

Onze studentenpopulatie bestaat voor het overgrote aandeel uit concrete bèta’s6 . Dat zijn ook wel de studenten waar het werkveld om vraagt. Het blijkt moeilijk om bijvoorbeeld meer meisjes te interesseren. We hebben te dealen met een hardcore techniek imago. Projecten hebben vaak een maatschappelijk belang waardoor we met het nieuwe curriculum ook meer mensgerichte generalisten zouden kunnen aantrekken.

Over het geheel genomen hebben we te dealen met een dalende studentenpopulatie. Door het onderbrengen van de opleiding Embedded Systems Engineering bij Elektrotechniek is het totaal aantal studenten voor deze opleidingen gedaald, ondanks onze inspanningen om embedded systems te profileren binnen Elektrotechniek.

Door de start van de Engelstalige opleiding is het aantal studenten weer wat gestabiliseerd. Zie bijlage 6.3. voor aantallen en toelichting.

(6)

1. STANDAARD 1- BEOOGDE

EINDKWALIFICATIES_

1.1 BEROEPSBEELD

We leiden onze studenten toekomstbestendig op tot engineers die inzetbaar zijn in een multidisciplinaire, technische werkomgeving en die bijdragen aan duurzame ontwikkeling van organisaties in een veranderende context. De opleiding biedt daarvoor een brede basis met mogelijkheden tot verdieping en specialisatie. Studenten kiezen binnen onze thema’s: Sustainable Energy, Smart Industry en Sustainable Design hun route.

Afgestudeerden moeten in staat zijn om zelfstandig en in teamverband als (beginnend) professional te kunnen opereren. Het regionale beroepenveld is divers, variërend van kleine MKB-bedrijven tot grote bedrijven, opererend op regionale tot internationale schaal.

Concrete functies waar onze studenten na de opleiding terecht komen zijn bijvoorbeeld:

• Product Developer

• Technical Advisor

• Project Engineer

• System Engineer

• Test Engineer

• Service Engineer

• Hardware Engineer

• Back-End Developer

• Embedded Software/Hardware Engineer

1.2 LEERRESULTATEN

Centraal in de opleiding staan de acht domeincompetenties van de Bachelor of Engineering, die door het Domein HBO- Engineering zijn vastgesteld en door het beroepenveld zijn gevalideerd. Deze competenties zijn gekoppeld aan de Dublin Descriptoren, de hbo-standaard en het NLQF (niveau 6)8. Daarnaast conformeert de opleiding zich in grote lijnen aan de landelijke Body of Knowledge and Skills (BoKS)9.

8

Verwijzing naar “Competentiegerichte profielbeschrijving HBO Engineering”

9

Verwijzing naar de Landelijk Body of Knowledge and Skills Elektrotechniek

10

Afdekking van de Body of Knowledge and Skills (BoKS)

Onze opleiding heeft twee afstudeervarianten: Industrial and Power Systems (IPS) en Embedded Systems (ES).

In een overzicht in de bijlage staat op hoofdlijnen de dekking van de BoKS in de verschillende varianten aangegeven10.

DEEL VAN DE BoKS AFGEDEKT IN HET HAN ELT CURRICULUM

BasisBoKS Elektrotechniek Volledig afgedekt in IPS In ES ontbreken magnetisme en elektrische machines (minder relevant) BoKS Energietechniek Volledig afgedekt in IPS.

We zouden meer aandacht willen voor Power Quality BoKS Elektronica In IPS deels afgedekt en in

ES deels afgedekt BoKS Embedded Systemen Ruimschoots afgedekt in ES

Extra onderwerpen o.a.:

Internet of Things, databases, operating systems etc.

BoKS Industriële Automatisering Volledig afgedekt in IPS We leggen de nadruk meer op (industriële) meet- en regeltechniek dan op praktische automatiserings- aspecten.

Ons onderwijs is vormgegeven in onderwijseenheden (OWE’s) waarin samenhangend onderwijs op het beoogde niveau wordt gegroepeerd. Met beoordelingscriteria borgen we zowel de inhoud als het niveau van het onderwijs, dit komt terug in hoofdstuk 3, Toetsing. In het Onderwijs- en

Examenreglement (OER) van de opleiding staan alle OWE’s beschreven.

(7)

Ons onderwijs is vormgegeven in onderwijseenheden (OWE’s) waarin samenhangend onderwijs op het beoogde niveau wordt gegroepeerd. Met beoordelingscriteria borgen we zowel de inhoud als het niveau van het onderwijs, dit komt terug in hoofdstuk 3, Toetsing. In het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de opleiding11 staan alle OWE’s beschreven.

De opleiding voldoet aan de landelijke ‘18-punten-grens’ qua beheersingsniveau op de competenties en legt accent op de competenties ‘analyseren’, ‘ontwerpen’ en ‘realiseren’.

Zie Figuur 5. Dit is gelijk aan de landelijke afspraken.

Competentieprofiel Elektrotechniek

11

Verwijzing naar het Onderwijs- en Examenreglement 12 en 13

1.3 INTERNATIONALISERING

Het HAN Instellingsplan 2016-202012 noemt als één van de strategische prioriteiten: “We nemen internationalisering nadrukkelijk in al onze doelen en activiteiten mee.

We verankeren vreemde-talenkennis en interculturele vaardigheden in het curriculum, ontwikkelen gezamenlijke onderwijs- en onderzoeksprogramma’s met buitenlandse partners, creëren diversiteit in de klas en bieden studenten de mogelijkheid om te participeren in internationale maatschappelijk relevante projecten.”

Dit vertalen we in onze opleiding naar verschillende concrete activiteiten, zie hiervoor hoofdstuk 2.2.

1.4 ONDERWIJS EN ONDERZOEK

De HAN wil zich duidelijk onderscheiden op de verbinding tussen onderwijs, onderzoek en de beroepspraktijk13:

“Wij blinken uit op de kwaliteit, intensiteit en impact van de verbinding tussen onderwijs, onderzoek en de beroepspraktijk. Dat doen we op zo’n manier dat wij gediplomeerde professionals afleveren die uitstekend gekwalificeerd zijn, nieuwe wegen durven te exploreren, zichzelf voortdurend ontwikkelen, maatschappelijk betrokken zijn en varen op een moreel kompas.”

En formuleert op basis daarvan de volgende ambities:

Door middel van professionele leergemeenschappen waarin onderwijs en onderzoek, student en werkveld met elkaar verbonden zijn beogen we maximale persoonlijke impact en maatschappelijke innovatie.

Omdat wij willen uitblinken in de interactie met de beroepspraktijk, zijn ons onderwijs en onderzoek gelijkwaardig en nauw met elkaar verweven.

Ons onderzoek is praktijkgericht en focust op

‘transdisciplinaire vraagstukken’, vooral in onze

Nederlands-Duitse regio. Het onderzoek is daarmee per definitie gevaloriseerd. We hebben een consistente en herkenbare onderzoeksprogrammering, gecentreerd rondom een aantal zwaartepunten, die in actieve dialoog met de buitenwereld tot stand komt.

Analyseren

Professionaliseren Ontwerpen

Realiseren

Beheren Managen

Adviseren

Onderzoeken 0

1 2 3

COMPETENTIE PROFIEL ELEKTROTECHNIEK

(8)

Het instituut Engineering heeft dit vertaald naar het nieuwe curriculum Engineering 2.0, zoals beschreven in hoofdstuk 0. De opleiding maakt dit verder concreet in een nauwe samenwerking met een aantal lectoraten die Elektrotechniek in hun genen hebben, dat zijn Meet - en Regeltechniek, Duurzame Energie en het Bijzondere Lectoraat Reliable Power Supply.

• Het Lectoraat Meet- en Regeltechniek draagt bij aan een goede balans tussen de energievraag en het energieaanbod. De onderzoeksgroep richt zich met name op Smart Grids en Energy Systems in the Built Environment.

• Het Lectoraat Duurzame Energie werkt aan oplossingen in de duurzame energievoorziening binnen de

energietransitie. De medewerkers van het lectoraat gaan problemen in de duurzame energievoorziening te lijf, samen met bedrijven en het onderwijs.

• Het Bijzonder Lectoraat Reliable Power Supply focust op de betrouwbaarheid en betaalbaarheid van de elektrische energievoorziening. Een belangrijke uitdaging is het beheersen van energiestromen, die ontstaan door de opwekking van duurzame energie.

Binnen het curriculum zijn we bezig met herontwikkeling van het onderwerp “praktijkgericht onderzoek” en we leggen daarbij het accent op “onderzoekend vermogen”. Dit is in lijn met de missie en visie van het instituut Engineering en de wens tot verdergaande samenwerking met de lectoraten in de driehoek onderwijs-onderzoek-werkveld. In paragraaf 2.5 staat de inbedding in het curriculum beschreven.

1.5 ONDERWIJS EN BEROEPENVELD

We hebben een beroepenveldcommissie (BVC) waarmee we één á twee maal per jaar samenkomen. Standaard onderwerpen die daar besproken worden zijn:

• De inhoud van het curriculum,

• Ontwikkelingen in het beroepenveld,

• Uitkomsten van evaluaties.

Via de BVC is er zicht op verschillende branches in het beroepenveld. De werkveldvertegenwoordigers geven aan dat de opleiding open staat voor contact en signalen en zij geven aan dat het multidisciplinaire werken in projecten goed aansluit bij de wensen van het beroepenveld.

De opleiding ontvangt ook externe signalen via project-, stage- en afstudeerbegeleiders en via de lectoraten. En sinds 2017 hebben alumni inbreng via de alumnivereniging.

Het instituut Engineering heeft overkoepelend een Raad van Advies, met een externe voorzitter, die gemiddeld drie keer per twee jaar bijeenkomt om de strategie op een hoger abstractieniveau dan de inhoud en context van een opleiding te bespreken.

De relatie met het beroepenveld wordt des te meer zichtbaar in de samenwerking die we hebben met het bedrijfsleven in de sector Energie in het Centre of Expertise (CoE) SEECE (Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise). Hieruit komen nieuwe curriculumontwikkelingen en verschillende projecten voort. Vooral de specialisatie van de opleiding op het gebied van energie wordt hierdoor versterkt.

1.6 MINOREN

De opleiding biedt zelf twee minoren aan: Power en Embedded Vision Design.

De Power minor wordt samen met de Haagse Hogeschool (HHS) in Delft en de Hogeschool van Amsterdam (HVA) aangeboden en in samenwerking met TenneT verzorgd. De minor biedt studenten de mogelijkheid om zich te verdiepen in de wereld van elektrische energietechniek. Ze raken vertrouwd met de belangrijkste basiskennis. Netbeheerder TenneT geeft gastlessen en biedt bedrijfsexcursies aan zodat een goede indruk ontstaat van hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Deze minor is erg in trek, ook bij studenten van andere hogescholen. We bieden deze minor aan vanwege de grote vraag vanuit de (regionale) energiesector.

In de Engelstalige minor Embedded Vision Design wordt ingegaan op onderwerpen op het gebied van beeldherkenning en beeldverwerking. Studenten maken kennis met softwaretools en ontwikkelen zelfstandig en projectmatig een software applicatie om camerabeelden in te lezen en te verwerken. We bieden deze minor aan vanwege de grote en toenemende vraag in de markt naar alumni met kennis van beeldherkenning. De onderwerpen Artificial Intelligence (AI) en Machine Learning worden volgend jaar geïntegreerd in deze minor.

Qua studenttevredenheid scoren beide minoren op vele fronten (erg) goed. Een aandachtspunt volgens de invullers is de werklast. Zie Bijlage 6.6.

Onze studenten vulden hun minorkeuze ook buiten de deur in. In bijlage 6.4 staat een overzicht van hun minorkeuze binnen andere opleidingen van de HAN en van externe minoren.

(9)

1.7 REFLECTIE

We zijn trots op de goede samenwerking die we hebben met onderzoek en met het bedrijfsleven. Hierdoor zijn we in staat om het “Werken in de driehoek” op een mooie manier vorm te geven in de “real life” projecten. Zowel studenten als docenten en werkveld zijn enthousiast over het werken in deze projecten. Studenten zien al vroeg in de opleiding welke beroepstaken in de “real world” een belangrijke rol spelen.

Op deze manier sluiten we aan bij actualiteit en relevantie die vanuit de regio van belang is. CoE SEECE blijkt een mooie aanjager van samenwerking met het bedrijfsleven en leidt tot bijzondere projecten en nieuwe ontwikkelingen.

We vinden dat we een mooi en sterk internationaal docententeam hebben dat met elkaar de opleiding vorm en inhoud geeft. De internationale context van de opleiding wordt daardoor bijna automatisch zichtbaar. Ook

de samenwerking tussen internationale en Nederlandse studenten in projecten geeft een extra dimensie aan de studie.

We denken dat we een nieuw curriculum hebben dat goed aansluit bij recente ontwikkelingen en bij door het beroepenveld gevraagde 21st century skills. De leerresultaten zijn op het gewenst niveau en in overeenstemming met de regelgeving. En op deze manier heeft ons curriculum een duidelijk profiel en is het toekomstbestendig.

(10)

2. STANDAARD 2- ONDERWIJS-

LEEROMGEVING_

2.1 HET CURRICULUM

Ons curriculum14 is opgebouwd rond een beperkt aantal beroepstaken (zie hoofdstuk 0) die zijn afgeleid zijn van hoofdtaken in de beroepspraktijk en die samenhangen met de acht domeincompetenties. Deze beroepstaken worden verder uitgewerkt in onderwijseenheden (OWE’s).

In Figuur 7 en Figuur 8 staat de opbouw van het curriculum opgesplitst in propedeuse en hoofdfase. In het eerste semester zijn alle projecten monodisciplinair en in het tweede semester bi-disciplinair. Vanaf het derde semester komen ook multidisciplinaire (MD) projecten in beeld. De student kan vanaf het tweede semester individueel kiezen voor een project van zijn of haar voorkeur, zodat studenten ruimte krijgen voor de ontwikkeling van individuele talenten en de opleiding daarmee anticipeert op de thema’s en actielijnen, genoemd in de HTNO-roadmap 202515.

Daarnaast loopt een lint van theorievakken en leerlijnen. In de propedeuse omvatten de vakken 40 van de 60 EC. In het tweede jaar is dat 30 EC. En in semester 6 zijn er naast een omvangrijk project, uitgevoerd in een professionele leergemeenschap, verschillende vakinhoudelijke workshops.

14

Link naar het Onderwijs- en Examenreglement 15

Vereniging Hogescholen (2016). HTNO Roadmap 2025 – Toekomstbestendig hbo bètatechniekonderwijs, Den Haag: VH

OPBOUW PROPEDEUSE IPS

1e semester 2e semester

1e jaar

Electrical Engineering Fundamentals (Wiskunde, Netwerktheorie, Practicum)

Information Technology (C-Programmeren, Digitale Techniek, Microcontrollers)

Project 1 (Robot Car) Project 2 (Wind Driven Vehicle) i.s.m. opleiding Werktuigbouwkunde Electromechanics

(Mechanica, Magnetisme, Transformatoren, Motoren)

OPBOUW PROPEDEUSE ES

1e semester 2e semester

1e jaar

Electrical Engineering Fundamentals (Wiskunde, Netwerktheorie, Practicum

Information Technology (C-Programmeren, Digitale Techniek, Microcontrollers)

Project 1 (Robot Car) Project 2 (Transport Incubator) i.s.m. opleiding Werktuigbouwkunde Information Technology II (C++ programmeren)

Het eerste semester is ook bedoeld om studenten met verschillende vooropleidingen op hetzelfde niveau te krijgen.

De Nederlandse instroom van onze opleiding bestaat voor 70% uit havisten en voor 30% uit mbo-ers en het aandeel havisten is groeiend. Zij zitten in gemengde klassen. Met name bij wiskunde constateren we flinke verschillen: mbo- ers en havisten met een Natuur en Gezondheid (NG) profiel hebben minder wiskunde kennis en vaardigheden. In de eerste weken van de studie krijgen alle studenten een formatieve wiskunde toets op havo 3 eindniveau, waar hun niveau wordt gemeten. We creëren zo bewustwording van het eigen kunnen. Via een online zelfstudiepakket brengen studenten zelf hun niveau op peil. En ze kunnen zich vrijwillig inschrijven voor bijlessen wiskunde.

Havisten hebben minder praktische elektrotechnische ervaring dan de mbo-ers. Hiervoor hebben we het eerstejaars vak Electronics Lab praktisch ingericht met bijvoorbeeld het ontwerpen en maken van een PCB (printed circuit board).

In de projecten van het eerste jaar is het verplicht een eigen PCB te ontwerpen en te realiseren. In het eerste project een (ouderwets) pin-trough-hole PCB, dat kunnen we in huis in de werkplaats. Het tweede project moet surface mount (SMT) zijn waarbij de PCB’s extern besteld worden.

We merken ook bij enkele andere vakken verschillen in studievaardigheden en begripsnelheid waardoor deze vakken een struikelblok kunnen vormen. Daarvoor hebben we het project “struikelvakken” opgestart. We brengen in kaart welke vakken voor studenten een struikelblok vormen en welke vervolgacties we hierop gaan inzetten. In onze opleiding bleek het vak Netwerken 1 een groot struikelblok. Door een aangepaste didactiek is de score dit jaar veel hoger dan eerdere jaren. Dat is motiverend voor studenten en voor de docent!

OPBOUW HOOFDFASE IPS

1e semester 2e semester

2e jaar

3th year

4e jaar

Onderwijs + MD Bedrijfsproject Electronics, signals & systems

Stage/Internship

Minor Afstuderen

Onderwijs + MD Bedrijfsproject Power systems

Onderwijs + MD Bedrijfsproject Industrial Control Systems

OPBOUW HOOFDFASE ES

1e semester 2e semester

2e jaar

3th year

4e jaar

Onderwijs + MD Bedrijfsproject Electronics, signals & systems

Stage/Internship

Minor Afstuderen

Onderwijs + MD Bedrijfsproject Embedded Systems Design

Onderwijs + MD Bedrijfsproject Smart Embedded Systems

Figuur 7 - opbouw van het curriculum: propedeuse IPS en ES

(11)

Het eerste semester is ook bedoeld om studenten met verschillende vooropleidingen op hetzelfde niveau te krijgen.

De Nederlandse instroom van onze opleiding bestaat voor 70% uit havisten en voor 30% uit mbo-ers en het aandeel havisten is groeiend. Zij zitten in gemengde klassen. Met name bij wiskunde constateren we flinke verschillen: mbo- ers en havisten met een Natuur en Gezondheid (NG) profiel hebben minder wiskunde kennis en vaardigheden. In de eerste weken van de studie krijgen alle studenten een formatieve wiskunde toets op havo 3 eindniveau, waar hun niveau wordt gemeten. We creëren zo bewustwording van het eigen kunnen. Via een online zelfstudiepakket brengen studenten zelf hun niveau op peil. En ze kunnen zich vrijwillig inschrijven voor bijlessen wiskunde.

Havisten hebben minder praktische elektrotechnische ervaring dan de mbo-ers. Hiervoor hebben we het eerstejaars vak Electronics Lab praktisch ingericht met bijvoorbeeld het ontwerpen en maken van een PCB (printed circuit board).

In de projecten van het eerste jaar is het verplicht een eigen PCB te ontwerpen en te realiseren. In het eerste project een (ouderwets) pin-trough-hole PCB, dat kunnen we in huis in de werkplaats. Het tweede project moet surface mount (SMT) zijn waarbij de PCB’s extern besteld worden.

We merken ook bij enkele andere vakken verschillen in studievaardigheden en begripsnelheid waardoor deze vakken een struikelblok kunnen vormen. Daarvoor hebben we het project “struikelvakken” opgestart. We brengen in kaart welke vakken voor studenten een struikelblok vormen en welke vervolgacties we hierop gaan inzetten. In onze opleiding bleek het vak Netwerken 1 een groot struikelblok. Door een aangepaste didactiek is de score dit jaar veel hoger dan eerdere jaren. Dat is motiverend voor studenten en voor de docent!

OPBOUW HOOFDFASE IPS

1e semester 2e semester

2e jaar

3th year

4e jaar

Onderwijs + MD Bedrijfsproject Electronics, signals & systems

Stage/Internship

Minor Afstuderen

Onderwijs + MD Bedrijfsproject Power systems

Onderwijs + MD Bedrijfsproject Industrial Control Systems

OPBOUW HOOFDFASE ES

1e semester 2e semester

2e jaar

3th year

4e jaar

Onderwijs + MD Bedrijfsproject Electronics, signals & systems

Stage/Internship

Minor Afstuderen

Onderwijs + MD Bedrijfsproject Embedded Systems Design

Onderwijs + MD Bedrijfsproject Smart Embedded Systems

Verschillende activiteiten worden opleiding-overstijgend binnen het instituut georganiseerd, zoals het vak Wiskunde en het vak Ethiek, Milieu, Maatschappij en Cultuur, de leerlijn Professional Skills en Student Performance Coaching (leerteams). Een belangrijke leerlijn is die van systematisch werken en ontwerpmethodieken: al vanaf het eerste project wordt er gewerkt volgens het V-model. Vanaf het tweede project worden er andere modellen naast gelegd. Vanaf het tweede jaar (derde project) kiest de student zelf een methodiek die past bij de aard van de opdracht. Dan worden ook agile en scrum geïntroduceerd als alternatief.

Als technische ontwerp- en simulatietool hebben we enkele jaren geleden voor Altium gekozen. Dit bleek een erg complex pakket voor studenten. We hebben dit jaar ontwerptools ingevoerd die gemakkelijker zijn toe te passen voor studenten, zoals EE-sim voor netwerksimulaties en EasyEDE voor het ontwerpen van PCB’s. Dit zijn freeware tools die je snel kunt leren. Altium blijft beschikbaar voor de geïnteresseerde student.

Bij de projecten beginnen studenten met een analyse van de opdracht: wat is precies de vraag en de probleemstelling?

Samen met de opdrachtgever scherpen zij deze aan. Na goedkeuring gaan zij aan de slag onder begeleiding van een docentcoach en een bedrijfsbegeleider. Het doel van de opdrachten is om iets op te leveren waar het bedrijf mee verder kan, denk hierbij aan een product, nieuwe techniek, een proces of een plan. En ook vanuit het onderwijs zijn er leerdoelen geformuleerd.

2.2 PROFILERING

Onze opleiding heeft verschillende unieke kenmerken die gekozen zijn in overleg met het werkveld en op basis van ontwikkelingen in het domein:

• een brede opleiding Elektrotechniek, waarin je gedurende je opleiding je een eigen profilering kunt aanbrengen;

• een afstudeerrichting Embedded Systems;

• een duidelijke focus op de energietechniek, vanwege grote bedrijven in onze regio zoals TenneT en Alliander;

• herkenbaar werken in de driehoek: onderwijs ingericht in samenspraak met lectoraten en werkveld, projecten afkomstig uit lectoraten en werkveld;

• een herkenbare koppeling aan de eerder genoemde thema’s: Sustainable Energy, Smart Industry en Sustainable Design;

• een Engelstalige variant, gericht op buitenlandse studenten en op Nederlandse studenten met een tweetalige havo vooropleiding of een vwo vooropleiding;

• al het studiemateriaal is in het Engels en sommige delen zijn tweetalig beschikbaar;

• samenwerken aan projecten in multidisciplinaire en multiculturele teams;

• leerteams van 8 – 10 studenten, gericht op eigen persoonlijke ontwikkeling, met een leerteamcoach.

Figuur 8 - opbouw van het curriculum: hoofdfase IPS en ES

(12)

2.3 INTERNATIONALISERING

De strategische keuze om de opleiding zowel in het Nederlands als in het Engels aan te bieden en om ook in de Nederlandstalige opleiding nadrukkelijk delen Engelstalig uit te voeren is ingegeven door:

• De strategische prioriteit die de HAN legt bij internationalisering (zie paragraaf 1.3),

• De internationale oriëntatie van het beroepenveld.

Bedrijven kunnen niet zonder internationale samenwerking. Sommige bedrijven hebben Engels als voertaal en alle bedrijven hebben internationale samenwerking en klanten of leveranciers.

De Engelstalige variant is vooral bedoeld voor buitenlandse studenten. We hopen hen daarmee klaar te stomen voor onze Nederlandse arbeidsmarkt en zo een bijdrage te leveren aan de human capital agenda. Ook voor Nederlandse studenten is de Engelstalige opleiding een optie. Dit is vooral aantrekkelijk voor studenten die in hun vooropleiding tweetalig onderwijs kregen en voor vwo-ers. Semester 6 wordt voor alle studenten in het Engels aangeboden en ook sommige minoren. Vanaf het tweede jaar werken studenten van de Nederlandstalige en de Engelstalige opleiding samen in projecten, waardoor er een heel natuurlijke vorm van interculturele bewustwording plaats vindt. Bijna al ons lesmateriaal is volledig in het Engels.

Waar nodig kunnen studenten hun Engels verbeteren via het HAN Talencentrum.

Onze studenten kunnen als exchange student in een uitwisselingsprogramma naar onder meer Voralberg (Oostenrijk), Frankrijk en China om daar onderwijs of een minor te volgen. Hiermee bieden we studenten de mogelijkheid om zich internationaal te oriënteren en hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. We stimuleren onze studenten actief om in het buitenland een stage te gaan doen. En ook afstuderen in het buitenland hoort tot de mogelijkheden. Om deze uitwisseling tot stand te brengen, bieden we ook zelf uitwisselingsprogramma’s aan voor buitenlandse studenten. Zij kunnen bij ons een Engelstalige minor volgen of een deel van het Engelstalige programma.

2.4 DIDACTISCHE OPZET

De HAN onderwijsmissie16 luidt: “Het onderwijs van de HAN is gericht op het kwalificeren, socialiseren en vormen van studenten voor hun toekomstige beroepspraktijk en burgerschap en het leveren van innovaties in een dynamische, globaliserende en complexe samenleving.”

Binnen de opleiding betekent dit dat studenten een actieve rol hebben in hun eigen ontwikkeling en nieuwe kennis en vaardigheden verbinden aan wat ze al beheersen (sociaal constructivisme).

16

Zie: https://www.han.nl/start/corporate/over-de-han/missie/_

attachments/onderwijsmissie_en_-visie_han_-.pdf

Onze belangrijkste didactische uitgangspunten zijn het objectivisme en het sociaal constructivisme. In Engineering 2.0 is gekozen voor een mengvorm: deels het leren van kennis en vaardigheden en deels het competentiegerichte leren aan de hand van opdrachten uit de praktijk. Studenten leren in vakken en practica kennis en vaardigheden die ze kunnen toepassen in projecten. Gedurende de opleiding neemt het aandeel van objectivistische kenmerken af en het aandeel sociaal constructivistische kenmerken toe. Dit betekent dat het werken aan projecten steeds meer het zwaartepunt vormt binnen de opleiding. De complexiteit in de vorm van opdrachten, maar ook in het type samenwerking wordt steeds groter. De keuzevrijheid (projecten, thema’s en vakgebieden) voor de individuele student draagt bij aan de intrinsieke motivatie en ambitie-ontwikkeling. Studenten leren verantwoordelijkheid dragen voor het eigen leerproces, met een toenemende mate van zelfsturing. Binnen een leerteam wordt hieraan gewerkt. Dit wordt in het volgende hoofdstuk verder toegelicht.

In de loop van de opleiding neemt de begeleiding af: in semester 1 en 2 maken we gebruik van een instruerende didactiek en in semester 3 en 4 van een coachende didactiek.

En daarmee neemt de autonomie van de student toe. De autonomie van de student uit zich ook in de keuzevrijheid die we hebben. Studenten kiezen vanaf semester 3 zelf de projecten waaraan ze werken uit een scala aan verschillende mogelijkheden: op school of bij een bedrijf, onderwerpen die samenhangen met onze thema’s, onderzoek of meer productiegericht. En we kennen een vrij project van 80 uur waarvoor studenten zelf een onderwerp kiezen om zichzelf mee te profileren.

2.5 PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK IN HET CURRICULUM

Studenten krijgen op diverse plekken in het curriculum onderzoeksvaardigheden aangeleerd. Hiervoor is een leerlijn ontwikkeld. Dit begint in het tweede semester met het vak onderzoeksvaardigheden. Dit vak behandelt onderwerpen zoals bronnenonderzoek en APA regels, lezen, interpreteren en argumenteren en verschillende onderzoeksmethodieken.

Een groep collega’s heeft een kaartenset ontwikkeld die studenten ondersteunt bij het kiezen van hun onderzoeksmethodieken. Studenten moeten de kennis en vaardigheden toepassen in de projecten van elk semester.

In een aantal semesters moeten zij een onderzoeksrapport opleveren.

(13)
(14)

Een deel van de semesterprojecten wordt ingebracht door en vindt plaats bij de lectoraten. In semester 6, waar we werken in professionele leergemeenschappen, hebben de lectoraten een belangrijke rol en neemt onderzoek een belangrijke plek in. Studenten kunnen er ook zelf voor kiezen om op verschillende plekken in het curriculum een onderzoeksproject te doen.

2.6 BEGELEIDING

Binnen het instituut hanteren we het motto: “Samen leren werken aan techniek voor morgen”. Dit komt onder andere tot uiting in de wijze waarop onze studiebegeleiding is vormgegeven, we noemen dit: “Student Performance Coaching”. Bij de start van hun studie worden alle studenten ingedeeld in leerteams. Dat zijn groepen van ongeveer tien studenten onder begeleiding van een docent in de rol van leerteamcoach. De leerteamcoach is in het eerste semester ook de tutor van het project, zodat hij het leerteam goed leert kennen en ziet functioneren. Studenten leren van elkaar en coachen ook elkaar. De kwaliteit van de onderlinge samenwerking wordt meegenomen bij de beoordeling van ontwikkelingsportfolio’s, waarin studenten gericht reflecteren op hun vakinhoudelijke en persoonlijke ontwikkeling. In het zesde semester groeien de leerteams uit naar professionele leergemeenschappen waar studenten zelf verantwoordelijk zijn voor hun leerproces.

Voor meer specifieke begeleiding, bijvoorbeeld studenten met een beperking, hebben we binnen het instituut en de hogeschool gespecialiseerde begeleiders en maatregelen beschikbaar. En we hebben speciale aandacht voor de groep buitenlandse studenten. Die aandacht is gericht op cultuuraspecten, interculturele communicatie, gewenning, gewoontes, etc.. We willen proberen om meer eenheid te creëren met de Nederlandse studenten en barrières te doorbreken.

In de verschillende projecten krijgen de studenten veel feedback van de docenten. We willen toe naar een feedbackcultuur en we besteden daarom ook aandacht aan de kwaliteit van de gegeven feedback. Docenten kunnen door individuele studenten of door leergemeenschappen worden benaderd voor vakspecifieke of project specifieke begeleiding.

Tijdens de stage worden de studenten begeleid door een bedrijfsbegeleider op de stageplek en door een begeleidend

docent van school. De begeleidend docent gaat éénmaal op bezoek bij het bedrijf en het contact verloopt verder vooral via e-mail. Tijdens de stageperiode is er een stageterugkomdag die bestaat uit een contactmoment met de stagebegeleider, een presentatie aan andere studenten die stage lopen en aan eerstejaars studenten die de presentaties bezoeken in het kader van beroepsoriëntatie.

Bij het afstuderen heeft elke student een docent-begeleider van school en een bedrijfsbegeleider van het bedrijf. De student moet de opdracht zelfstandig uitvoeren (niveau 3).

De rol van de docent-begeleider focust zich op het goed formuleren van een opdracht (PvA) waarop de student integraal kan afstuderen en waarin dus alle competenties zijn afgedekt. Bij wijzigingen in de opdracht zoekt de student zelf contact met de begeleider en hij geeft op verzoek feedback op (tussen)producten.

2.7 DOCENTEN

Het onderwijs van onze opleiding wordt verzorgd door een kernteam van circa 26 docenten (19,2 fte). Dit docententeam17 is zowel vakinhoudelijk als onderwijskundig gekwalificeerd.

Bijna alle docenten hebben een masterdiploma (85%) of zijn gepromoveerd. Een pedagogisch didactische aantekening is verplicht. Een aantal docenten heeft de BKE of SKE certificering behaald (ca 35%) of is ermee bezig (ca. 50%). In 2022 moet iedere examinator in het bezit zijn van een BKE certificaat, conform HAN-brede afspraken.

Aan docenten die in het Engels onderwijs geven zijn voorwaarden verbonden om de kwaliteit te waarborgen.

Daaronder valt in ieder geval het volgen van een minimaal ééndaagse cursus Cultural Awareness en taalvaardigheid.

Voor taalvaardigheid van docenten is de HAN streefnorm afhankelijk van het takenpakket waarbij in ieder geval niveau C1 (Cambridge) als verplichte eindnorm geldt voor alle docenten die lesgeven in de Engelse taal. En voor zittende docenten die nog niet aan niveau C1 voldoen, is B2 het minimumniveau om in de Engelstalige variant les te kunnen geven. Met de docenten worden afspraken gemaakt over het behalen van het C1-niveau.

Diverse docenten hebben een cursus Engels op C1 of C2 niveau gevolgd en / of het Cambridge CAE of CPE Certificate behaald. We hebben een compleet overzicht van de competenties van onze docenten in de vorm van een competentiematrix18 zodat de deskundigheid continu in kaart blijft.

17

Opleidings- en werkervaringsachtergrond docenten Elektrotechniek 18

Competentiematrix Engineering

(15)

We hebben een internationaal docententeam, met mensen uit verschillende andere landen. Dit brengt de internationale context dichtbij. Deze docenten geven ook les in de Nederlandstalige opleiding. Met de Fachhochschule (FH) Voralberg hebben we een samenwerking die onder andere leidt tot een structurele docentuitwisseling. Begin 2019 zijn we met het hele docententeam naar CERN (Zwitserland) geweest en geïnspireerd geraakt. We zien daardoor steeds meer mogelijkheden voor stages en afstuderen in het buitenland.

We hebben sinds twee jaar een nieuwe inzetsystematiek, waarbij docenten zich vanuit hun intrinsieke motivatie inschrijven op de diverse onderwijstaken. Hierin staat de docent als professional centraal. Ook werken we in resultaatverantwoordelijke teams aan de ontwikkeling en de uitvoering van ons onderwijs.

In de afgelopen jaren zijn er verschillende nieuwe docenten bij ons gestart. Met een brede wervingscampagne, waarin de verschillende docentrollen staan benoemd, hebben we het team voldoende kunnen versterken. We hebben ook hybride docenten aangenomen die naast een baan in het werkveld bij ons één of twee dagen een docentrol vervullen. HAN Academy en HAN Master Programmes bieden uitgebreide mogelijkheden voor het kwalificeren van nieuwe docenten en voor de professionalisering van alle docenten.

2.8 VOORZIENINGEN

Studenten worden gestimuleerd en gefaciliteerd om op school samen te werken. Daarvoor zijn natuurlijk de werkplaatsen op de begane grond beschikbaar, maar ook werkplekken op de eerste en tweede etage, waarbij de werkplekken op de tweede etage overlopen in de werkplekken voor docenten.

Studenten maken in toenemende mate gebruik van het studielandschap, waardoor de sfeer van ‘samen leren werken aan techniek voor morgen’ steeds meer voelbaar wordt. We hebben, samen met de andere engineeringopleidingen, goede lab voorzieningen met goede technische voorzieningen en verschillende soorten simulatie- en meetopstellingen. Vooral de recent aangeschafte simulatie en trainingspanelen van Lucas Nülle, waarin allerlei energiecomponenten aan elkaar gekoppeld zijn, zijn een aanwinst voor onze opleiding (zie Figuur 9). De panelen zijn samen met SEECE aangeschaft en zijn onderdeel van HAN W@TTS - Infrastructure for Research and Education on Power Systems dat in december 2019 van start gaat. Hierin worden faciliteiten zoals slimme laadpalen, practicumsets voor elektrotechnieklessen, een tafel die een smart grid simuleert en de genoemde trainingssystemen ondergebracht. HAN W@TTS wordt opengesteld voor studenten van mbo- tot master en van allerlei onderwijsinstellingen. Ook bedrijven, zoals Alliander, werken mee aan de ontwikkeling van deze faciliteiten.

We willen studenten binnen Engineering 2.0 zoveel mogelijk het gevoel geven dat zij in een bedrijfscontext aan projecten werken. Industriepark Kleefse Waard (IPKW) is een bedrijventerrein dat duurzame en energie-gerelateerde bedrijven huisvest, faciliteert en met elkaar verbindt en samen met de overheid en het onderwijs vormt zich hier de cleantech campus van de toekomst. Op dit terrein hebben we meerdere hybride leeromgevingen ingericht rondom thema’s met verschillende experimenteerruimtes voor projecten19:

• PowerLab voor projecten op energie gebied met daarin ESBE - Energy for Sustainable Built Environment;

• Mobility Innovation Center (MIC) voor projecten rondom duurzame mobiliteit;

• Waterstoflab van het lectoraat Duurzame Energie.

19

Samenwerking in de driehoek – semesterprojecten Seece – See 09 2019

(16)

IPKW wordt ingezet voor eerstejaars casusopdrachten en voor tweedejaars bedrijfsprojecten. Studenten richten er hun eigen werkplek in en werken er bijvoorbeeld aan prototyping en de voorbereiding van presentaties. We lossen op deze manier ook een ruimteprobleem binnen het eigen Engineering gebouw op, waar we niet de beschikken over zoveel projectruimtes.

Sinds enkele jaren hebben we een actieve studievereniging, Amoras, die een enthousiaste rol speelt in de introductie van nieuwe studenten, bij de Studiekeuze Check en voor bijlessen. Ze zijn in 2015 betrokken bij de herinrichting van ons gebouw: het studielandschap is samen met de studenten vormgegeven. Ook nu zijn ze weer betrokken bij de inrichting van het gebouw voor de nieuwe academie. Amoras heeft een eigen herkenbare ruimte in de buurt van het studielandschap waardoor zij goed zichtbaar en vindbaar zijn. Ze zijn

instituutsbreed georganiseerd, daardoor leren studenten van verschillende opleidingen elkaar ook buiten het onderwijs kennen.

2.9 OPLEIDINGSCOMMISSIE

We hebben een instituutsbrede, gemeenschappelijke opleidingscommissie (GOC) die over alle voltijdse en deeltijdse opleidingen van Engineering gaat. De GOC vergadert maandelijks en de agenda wordt gezamenlijk met de directie opgesteld. Zij heeft een ‘dagelijks bestuur’

ingesteld dat bestaat uit de voorzitter (een student) en de secretaris. Dit DB komt wekelijks bijeen om actuele zaken op te pakken. Belangrijke onderwerpen voor de GOC zijn onze speerpunten: toetsing, kwaliteitssysteem, etc.

Een aantal voorbeelden van hoe de GOC te werk gaat binnen de organisatie:

• Het dagelijks bestuur heeft elke twee weken een overleg met de directie om actuele ontwikkelingen en gezichtspunten uit te wisselen. Ontwikkelingen op managementniveau worden zo snel gespiegeld aan de werkvloer.

• We hebben een informeel overleg tussen de

examencommissie, curriculumcommissie, kwaliteitszorg en de onderwijskundige. Hierbij is een GOC-lid aanwezig om meer betrokken te zijn bij de ontwikkelingen in de organisatie.

• De GOC onderhoudt nauwe informele banden met de faculteitsraad, voor zaken die het instituutsniveau overstijgen, zoals de inzetsystematiek, OER.

2.10 REFLECTIE

CURRICULUM

We vinden dat we een uitdagend curriculum hebben met mooie real life projecten. Studenten worden al heel snel getriggerd door echte vraagstukken uit het bedrijfsleven met daarnaast een gedegen inhoudelijke leerlijn. Studenten ervaren het als een druk programma en halen energie en motivatie uit de projecten.

Studenten, alumni en bedrijven zijn enthousiast over aansluiting op actuele vraagstukken. We hebben ook het netwerk met bedrijven om dit goed vorm te kunnen geven.

Bij de theoretische vakken is meer samenhang gekomen en er is een verbeterde aansluiting van professional skills bij de vakken en projecten ten opzichte van het oude curriculum.

het bedrijfsleven is goed betrokken bij het onderwijs. Voor studenten is er keuzevrijheid die mogelijkheden biedt voor een individuele profilering. Op deze manier hebben we een onderwijsleeromgeving en een onderwijsprogramma die de studenten goed in staat stellen om de eindkwalificaties te behalen.

We blijven onze opleiding continu verbeteren. Hiervoor houden we evaluaties en klassengesprekken. Zeker in de beginperiode van het nieuwe curriculum waren er vrij veel verbeterpunten, met name ten aanzien van de projecten.

Het docententeam is voortdurend alert en bezig om verbeteringen aan te brengen. Onder het volgende kopje beschrijven we daar enkele concrete voorbeelden van.

PROJECTEN

In de projecten in het 2e leerjaar wordt er én samengewerkt met studenten van andere opleidingen én er is een externe opdrachtgever én er is een stuk vakinhoud dat aan bod moet komen. De vraag is dan of studenten wel de mogelijkheid hebben om het in theorie geleerde in de praktijk te brengen in het project. Dat lukt niet altijd even goed. Soms blijven groepen lang bezig met de definitiefase van het project en komen ze moeilijk echt op gang. Dat vergt een intensieve coaching van de begeleider. Dit is een inregeleffect waar we op dit moment aan werken.

De focus van studenten in de multidisciplinaire projecten ligt veel op de samenwerking met studenten van de andere Engineering opleidingen en minder op Elektrotechniek. We willen die focus terug zien te krijgen en zien te behouden.

Multidisciplinaire samenwerking is goed, maar niet ten kosten van de eigen vakinhoud. Projecten zijn dan een mooie plek om nieuwe ontwikkelingen aan bod te laten komen, zoals bijvoorbeeld Internet of Things (IoT) en duurzame energie.

In het eerste jaar van uitvoering van het nieuwe curriculum ging er veel aandacht naar het vinden van projecten bij bedrijven, intussen is de aandacht veel meer gericht op de inhoud. Het resultaat is dat dit jaar 75% van de studenten in semester 3 werkt aan een probleem dat goed matcht met de vakinhoudelijke leerdoelen (het ontwerpen van een systeem waarin regeltechniek en elektronica essentiële onderdelen zijn).

Ook is de mate van didactisering van de projecten een aandachtspunt. We constateerden dat studenten zich in semester 3 min-of-meer in het diepe gegooid voelden. We hebben dat dit jaar bijgestuurd door ook in semester 3 meer gebruik te maken van een instruerende didactiek.

Uit de evaluaties moet blijken of dat beter gaat.

(17)

Het onderwijsprogramma in het 2e leerjaar, bestaande uit 3 projectdagen en 2 lesdagen bleek voor een te hoge werkdruk bij studenten te zorgen. Door het volle programma hadden studenten te weinig tijd om te studeren en om lessen voor te bereiden. Dit jaar is gekozen voor 2 in plaats van 3 projectdagen, waardoor er ruimte in het programma ontstaat. Zo kunnen de lessen verdeeld worden over 3 dagen en er zijn nog dagdelen beschikbaar voor zelfstudie.

De onderwerpen onderzoeksvaardigheden en ontwerpmethodieken hebben een duidelijkere plek in het curriculum dan voorheen. Deze leerlijnen zijn helder en worden momenteel doorontwikkeld voor het gehele instituut.

INTERNATIONALISERING

Er gaan relatief weinig studenten naar het buitenland voor een stage of voor afstuderen, ondanks de goede contacten in het buitenland. We wijten dit aan de zichtbaarheid van deze contacten in het curriculum. We zien dit als een uitdaging voor de komende jaren. Recent is de werkgroep internationalisering voor het hele instituut opgestart en zijn er bij de balie van het Praktijkbureau ook medewerkers met internationalisering in hun portefeuille. We hopen dat studenten daardoor een hoger oordeel geven over internationalisering.

Hieronder de resultaten uit de Alumni-evaluatie: tevredenheid over internationalisering: de mate waarin internationalisering binnen de opleiding aan bod is gekomen:

Figuur 10 - Uit: alumni-evaluatie; tevredenheid over internationalisering LEERTEAMS

De leerteams blijken een goede manier om studenten te begeleiden en om de samenwerking tussen studenten te stimuleren. Niet de docenten maar de studenten hebben de regie: van aanbod gestuurd naar vraag gestuurd. Studenten waarderen de leerteams en geven aan dat zij op deze wijze ook elkaar helpen bij de moeilijker vakken. Zij geven aan dat het leren in een groep stimulerend werkt. Ze houden elkaar scherp en studenten zonder inzet worden snel uitgefilterd.

DOCENTEN

We zijn ook trots op ons inhoudelijk en didactisch deskundige docententeam. Zij zijn enthousiast en gedreven om onze studenten te instrueren en coachen. Onze docenten zijn flexibel en gemakkelijk aanspreekbaar voor studenten. Studenten en alumni waarderen de kennis en kunde van docenten positief, zie ook Figuur 11.

De mate waarin internationalisering binnen de opleiding aan bod is gekomen

1. zeer ontevreden 2. ontevreden 3. neutraal 4. tevreden 5. helemaal mee eens

0 43 43 14 0

0 3 3 1 0

7 0 25 50 75 100 % f n

15. Hoe beoordeel je de kwaliteit van de docenten met betrekking tot:

1 2 3 4 5

5p: slecht - uitstekend - Kennis van de beroepspraktijk - Vakinhoudelijke deskundigheid - Didactische vaardigheden - Betrokkenheid - Enthousiasme gem sd n 4.0 0,5 30

4.2 0.4 6

4.2 0.7 6

4.0 0.6 6

3.7 0.5 6

4.2 0.4 6

(18)

3. STANDAARD 3- TOETSING_

3.1 TOETSSYSTEEM

Er is in 2017 een nieuw toetsbeleidsplan20 opgesteld om de toetsing beter te laten aansluiten op het nieuwe onderwijs van Engineering 2.0 en om beter aan te sluiten op de eisen qua actualiteit, validiteit, betrouwbaarheid en transparantie. Intussen wordt er gewerkt aan een herziening van dit toetsbeleidsplan, waarbij er onder andere gekeken wordt naar de evaluatieve functie van toetsen, in de vorm van feedback. Figuur 12 geeft een beeld van de aantallen toetsen en de soorten toetsen per semester. In de loop van de vier jaren neemt het aantal toetsen sterk af, conform het toetsbeleidsplan.

Figuur 12 - Aantallen en soorten toetsen (ST = schriftelijk, PR = product, PF = portfolio)

Studenten worden beoordeeld, zowel op vaktechnische als op professionele competenties. We hebben daarvoor schriftelijke toetsen (blauw), meestal toepassingstoetsen, en andere toetsvormen zoals producten en beroepsproducten (oranje).

Het toetsprogramma bevat naast individuele toetsen ook groepsproducten. Het totale toetsprogramma van de opleiding is beschreven in het Onderwijs- en Examenreglement21.

20

Toetsbeleidsplan Engineering 21

Voor studenten is er na elke toetsperiode een moment waarop zij de toetsen kunnen inzien en concreet feedback kunnen krijgen.

Examinatoren worden geschoold via BKE en SKE cursussen die de HAN Academy aanbiedt; zie paragraaf 2.7 voor de percentages van deelname.

Examinering van het Engelstalig onderwijs wordt vooralsnog tweetalig aangeboden: toetsvragen worden zowel in het Nederlands als in het Engels gesteld. De toetsvragen kunnen ook weer naar keuze in het Nederlands of Engels beantwoord worden. Schriftelijk te beoordelen werk, zoals productrapporten en verslagen, kan naar keuze zowel in het Nederlands als in de Engelse taal ter beoordeling aangeboden worden, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld in het OER.

De curriculumcommissie is samen met de semesterteams verantwoordelijk voor de toetskwaliteit. Dit wordt geborgd door de examencommissie22 en de toets(borgings)commissie, zie ook de volgende paragraaf. We passen het vier ogen principe toe: bij schriftelijke kennistoetsen wordt de toets voor afname gecontroleerd door een tweede examinator en bij eindassessments vindt de beoordeling plaats door twee examinatoren.

We hebben een digitaal toetsarchief, waarin de toets- specifieke documenten (toets, nakijkmodel, cesuur, toetsmatrijs, evaluatie) moeten worden gearchiveerd.

Momenteel loopt er een pilot met een InleverApp om (beroeps)producten digitaal in te leveren en meteen te archiveren.

Het toetsbeleid wordt momenteel geëvalueerd en het toetsbeleidsplan23 wordt daarop volledig herzien.

Bij docenten is er een duidelijke wens om het

toetsbeleidsplan meer te operationaliseren. Daarom zal er naast een beleidsdeel ook een meer operationeel deel gaan komen. Hierin komen onder andere standaard toetsmatrijzen, evaluatieformulieren etc.. Op de studiemiddag van 29 oktober jl. hebben we met het team Elektrotechniek afspraken gemaakt over een standaard format voor toetsmatrijs, evaluatie en checklist voor schriftelijke toetsen. Daarmee is de afname van schriftelijke toetsen vanaf heden volledig conform de toetscyclus (BKE).

22

jaarverslag van de examencommissie 23

(19)

3.2 BORGING

De formele borging van toetskwaliteit is belegd bij de instituutsbrede examencommissie. Hierin heeft één docent van Elektrotechniek zitting. De examencommissie opereert op enige afstand van de opleiding en controleert de procedures en kaders vanuit het toetsbeleid. De commissie vervult de wettelijke taken.

De examencommissie woont steekproefsgewijs afstudeerzittingen bij24. Met ingang van studiejaar 2016-2017 is er door de examencommissie een toets(borgings)commissie ingesteld met gemandateerde taken. Deze commissie controleert op validiteit, betrouwbaarheid en transparantie van de toetsing en op het gerealiseerde eindniveau. Zij rapporteert periodiek aan de examencommissie. De toets(borgings)commissie kan in opdracht van de examencommissie controleren op specifieke

Figuur 13. - Proces van borging

onderwerpen, bijvoorbeeld het afstuderen. Zo heeft zij twee keer een steekproef van eindwerken bekeken.

Naast de toets(borgings)commissie is er een toetsadviescommissie ingesteld die rapporteert aan de curriculumcommissie. Deze adviesgroep geeft adviezen aan semesterteams en examinatoren over de opzet, inhoud en formulering van toetsen, over de evaluatie van de toetsing tot en met de manieren om uitvoering te geven aan het toetsbeleid. Dit is vooral een werkgroep van docenten onderling die elkaar als

‘peers’ feedback geven. Dit initiatief is nog tamelijk pril is en wordt verder doorontwikkeld in de komende jaren. We zien een positieve bereidheid onder docenten om elkaar te raadplegen.

Curriculum Commissie Engineering

Toetsadvies

commissie Toetsborgings-

commissie

Examencommissie Toetsbeleidsplan

Toetskwaliteit Toetsarchivering Verantwoordelijk

Adviseren Adviseren

Ondersteunen Normeren,

Controleren,

Monitoren

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Je hebt organisatietalent en zorgt voor optimale interne en externe klantentevredenheid Het aanbod: • Boeiende functie in een innovatieve technologische omgeving • Veel

Zij droegen er zorg voor dat de post bestemd voor kleinere dorpen en gehuchten in het juiste vak terecht kwam.0ok werden wij geacht de afkortingen van namen van steden

[r]

Ook bepalen zij in overleg welke leerstof nodig is voor het uitvoeren van het project/onderzoek. Docent bewaakt het niveau van de literatuur en

* S6 / PLC: Within the PLC, the students decide which literature they need together with their lecturers and the company supervisors.. They also decide together which learning

Individuele begeleiding - gesprekken met/sturing door werkplekcoach - gesprekken met/sturing door leerteamcoach Literatuur, software en.

Aldus aangespoord begon Henkie zijn evoluties in het natte element, en schoon in den beginne de oefeningen zich in hoofdzaak bepaalden tot het grondig natmaken en onderdompelen

Hij acht zijn stelling bewezen door her betoog t~dat de Staat oneindig ,/beret dan eenige andere (sic) oombinatie van partieulieren in.. .staat is een denkbeeld