• No results found

TH EA TERG RO EP H O LLAN D IA H e t s l i j p e n

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "TH EA TERG RO EP H O LLAN D IA H e t s l i j p e n"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

deSingel 1993-1994

T H E A T E R G R O E P H O L L A N D I A H e t s l i j p e n

9 tot 12 februari 94 muziektheater

(2)

de voorstelling duurt ongeveer lu 45' er is geen pauze

Thea tergro ep Hollandia Het slijpen

muziek Peter van Bergen

Paul Koek

spel Henriette Koch

Carine Korteweg Robijn Wendelaar

regie Johan Simons

dramaturgie Tom Blokdijk

tekst Jan Bouts

toneelbeeld Leo de Nijs

kostuums Monica de Jong

licht Johan Simons

geluid PaulJeukendrup

techniek Nico Bink

produktieleiding Gwenoële Trapman Kees van 't Hof

fotografie Ben van Duin

produktie Theatergroep Hollandia coproduktie Schlossfestspiele Schwerin 94

Na de première-reeks in deSingel is de voorstelling nog te zien op locatie in Rijsenhout (Noord-Holland), Kwekerij van 't Schip, Heermanszwet 52. Reserveren via Theatergroep Hollandia, tel. (00 32) 75-31 02 31.

Voorstellingen op 17-20 en 23-27 februari, 2-6 en 10-13 maart 1994. Aanvang 20u30, behalve op zondagen om 15 u.

(3)

foto: Ben Van Duii

Het slijpen een tekst van Jan Bouts

Hoe mooi en hoe levend was voor mij de bijbel.

Als kind van een jaar o f vier begreep ik

amper waarom Adam en Eva weggingen uit het paradijs.

Schamper wees de Heer hen de deur aangeslagen, daas

verlieten zij de tuin

die zij jarenlang hadden bewoond.

Dat was helder.

Het verdriet moest groot zijn. Immers de bloemen droegen hun naam, de dieren waren hen toegenegen.

Weldadig fruit dat zij terugvallend plukten hing rustig rijpend aan de tak.

Dat achterlaten is hard.

Wat ik niet begreep is dat zij

geen poging ondernamen terug te keren.

Er staat niets geschreven van een nederig verzoek om clementie.

Mijn voorouders gingen een kale wereld in ze namen zonder morren

afscheid van het paradijs.

Ik ben nu zesendertig.

Het bestaan van synesthesie, de kruising tussen en uitwisselbaarheid van de zintuigen, is waargenomen bij individuen sinds de vroegste beschavingen. Ze is in hoge mate suggestief geweest voor kunstenaars die droomden van de vereni­

ging van de zintuigen, en er zijn veel voorbeelden in de recente kunstgeschiede­

nis, van de chromatische piano van de Russische componist Scriabin, die kleuren speelde via een toet senbord, tot liet walgelijke van de toeristische 'licht- en

(4)

V ijfjaar lang met cijfers en woorden de wereld gesomd en benoemd en ik heb niets willen doorgronden.

Mijn gedachten zijn nog even scherp maar lijken in slaap te zijn overleden.

Ik groet ze daarom dagelijks als monument.

Zie mij gaan in die paradijselijke staat.

Het comfort van blauwe treinwagons, nu en dan een omhelzing

als een ballon over winterse schoorstenen.

In stilte want

elke klank wordt gedempt door welstand.

Een staat van bekoring zonder rust.

Vissen glippen uit mijn hand geuren vervliegen,

maar bij het spreiden van mijn armen word ik weer met overdaad bedekt.

Mijn eenvoud is mijn afzijdigheid.

Ik hecht mij niet eens voor een nacht.

Ik treed geen mysterie in, geen kamer van een zieke vrouw, geen hoog gebouw met eredienst.

Ik zit aan tafel maar heb gepast.

klankspelen'. Visuele kunstenaars hebben dikwijls beschreven hoe zij muziek of geluiden horen bij het werken, net zoals componisten vertellen dat ze hun muziek in de vorm van beelden waarnemen.

"Mijn hele verbeelding trilde van beelden: langverloren vormen waar ik zo vurig naar had gezocht, vormden zich steeds meer en

duidelijker tot iverkelijkheden die opnieuw leefden. Dra rees voor mijn geest een

Dit is ivat aan Adam vrat voor hij van de appel at.

Wat is schoonheid als zij niet van mij is ? Wat zijn kleuren wanneer zij niet meer te bieden hebben dan een eventueel onderscheid ? Hetzelfde voor klank, hetzelfde voor hart, voor ondraaglijk leed. Om dit gaat het.

Het begin van een herinnering is smaak.

Het is niet aan mensen te verblijven in het paradijs.

Zo dreven zij zichzelf voort, verlangend naar eigen ingeving, (het was een bewuste beslissing) trots op eigen blik, tast en oor.

Wat ik als vierjarige niet begreep is nu helder.

hele wereld van personages op, die zichzelf zo vreemd en plastisch en primitief lieten zien dat ik, toen ik ze duidelijk voor mij zag en hun stemmen in mijn hart hoorde, geen verklaring had voor de bijna tastbare vertrouwdheid en zekerheid in hun gedrag." (Richard Wagner, 'My Life, 1938).

Synesthesie is de natuurlijke neiging van de structuur van eigentijdse media.

Het materiaal dal muziek voortbrengt in een stereoinstallatie, dat stemmen

(5)

Scherpslijper»

Jan M iddendorp

Een paar jaar geleden kwam Theatergroep Hollandia verrassend uit de hoek met 'Doof', een stuk muziekthea­

ter waarin Paul Koek samenwerkte met musicus Peter van Bergen en schrijver Jan Bouts. Nu is er, van hetzelfde drietal, 'Het slijpen'. Muziektheater voor drie actrices, twee musici en een aanzienlijke voorraad elektronica.

De tekst van Jan Bouts die als basis dient voor 'Het slijpen' is niet lang, amper een A4-tje. Maar het gedicht roept een wereld van vragen op. In een paar woorden wordt het dramatisch keerpunt uit de Genesis samen­

gevat. De Zondeval, en wat daarop volgde: Adam en Eva die 'aangeslagen', 'daas', de tuin verlieten waar ze zo lang en gelukzalig hadden geleefd. Is het niet verba­

zend, vraagt Bouts zich af, dat die twee niet protesteer­

den, en nooit probeerden terug te keren ? Dat ze "zonder morren... afscheid namen van het paradijs"? Het spie­

gelbeeld van die meegaandheid is Bouts' eigen leven, dat van manager bij een financiële instelling. "Vijf jaar lang met cijfers en woorden / de wereld gesomd en benoemd / en ik heb niets willen doorgronden". Ge- dachtenloos in luxe leven, moet een mens zich meer wensen ? "Zie mij gaan", spot Bouts zachtjes, "in mijn paradijselijke staat." Ofwel: als we niets beters kunnen verzinnen dan de toestand waarin we zelf verkeren, misschien hebben we dan toch een beetje ons eigen aards paradijs geschapen.

Ook 'Doof' was gebaseerd op een tekst van Bouts. Toen werden acteerwerk en muziek ingegeven door de the­

matiek: het verhaal van een zelfmoord. Ditmaal zal de tekst eerder een ondergeschikte (of juister: nevenge­

vervocrt over de telefoon en dat het beeld op het televisiescherm laat verschijnen is in de grond identiek. Nu digitale codes om elektronisch te betalen en te tanken steeds meer verspreid geraken, wordt dit samen met koken met de microgolfoven en andere activiteiten in eenzelfde categorie ondergebracht, wat voor nog ruimere gemeenschappelijke linguïstische wortels zal zorgen. Proefnemingen met kunstmatige technologie verplichten ons een onderscheid te maken tussen

schikte) rol spelen. "’Doof was", zegt saxofonist/bas- klarinettist Peter van Bergen, "een vorm van expressie.

Ditstuk wordt minder anekdotisch en eenduidig, en zal uit meer lagen bestaan. De muziek staat voorop".

De titel 'Het slijpen' bestond al voordat het gedicht er was. 'Slijpen' verwijst naar (slow)dansen, naar scherp­

te, maar ook naar de flonkerende facetten van een diamant. Scherpslijpen, dat is ook wat Koek en Van Bergen met muzieknoten doen, in de verschillende en­

sembles waarvan ze deel uitmaken. "We zoeken naar een muzikale essentie zonder fratsen", vat Van Bergen hun opvattingen samen. De twee kennen elkaar, muzi­

kaal gesproken, door en door. Een tijdlang werkten ze samen in het befaamde gezelschap Hoketus; tegen­

woordig speelt Paul Koek slagwerk in LOOS, het en­

semble dat door Peter van Bergen wordt geleid. Ook binnen het Maarten Altena Ensemble traden ze gere­

geld samen op.

Wie de radicale muziek van, bijvoorbeeld, LOOS kent, zal niet verbaasd zijn dat Van Bergen en Koek gefasci­

neerd zijn door dierengeluiden. Die klanken zullen dan ook in 'Het slijpen’ een belangrijke rol spelen. "Dieren­

geluiden zijn vaak heel functioneel en hebben een dui­

delijke betekenis: je waarschuwt iemand, je bakent je gebied af, je hebt zin in een mannetje of vrouwtje.

Tegelijk heeft de buitenstaander alle ruimte om zo’n melodietje zelf te duiden. In het stuk zullen de geluiden van beesten - vooral vogels - aanwezig zijn en worden geanalyseerd. De toeschouwer mag in onze keuken

synesthesie als artistieke theorie en activiteit, en synesthesie als een werkelijke subjectieve vaardigheid o f onvrijwillige toestand van sommige individuen. We hebben allemaal de aangeboren neiging om geluid en beeld in verband te brengen met elkaar. De schoonheid van deze ervaringen ligt in de vloeiende taal van de persoonlijke verbeelding en in hun band met stemmingen en ogenblikken.

Zolang hun individuele subjectieve aard wordt begrepen, namelijk dat ze nooit

(6)

kijken en zien hoe we die geluiden reproduceren - hoewel dat laatste bijna onmogelijk is. Die beesten hebben zo'n exacte frasering, dat kun je nooit écht naspelen, en natuurlijk heeft dat alles weer heel veel te maken met het paradijs-thema in de tekst."

Voor Paul Koek is het theater een tweede natuur: hij maakt deel uit van de artistieke kern van Hollandia en speelde daarnaast in voorstellingen van Gerardjan Rijnders als 'Bakeliet', 'Tulpen Vulpen' en 'Count your Blessings'. Maar een rasmusicus als Peter van Bergen, hoe kijkt die tegen het theater aan ?

Van Bergen: "Ik heb een natuurlijke behoefte aan thea­

ter. Ik ben altijd gefascineerd geweest door Oosterse theatermuziek, en ik geloof dat de muziek van mijn eigen groep LOOS een duidelijke dramatiek heeft, er is theatraliteit in verweven. Veel musici die ik bewonder werken trouwens binnen een muziektheater-traditie:

Sun Ra, Stockhausen, Braxton, Cage. Het kan overigens zeer interessant zijn muziek te maken binnen bepaalde voorwaarden. Al mag het nooit een muzikaal sausje worden, leuke theatermuziekjes. Voor Paul en mij geldt dat we altijd, ook in het theater, muziek maken volgens de strengste normen die we kunnen bedenken. Mee­

doen aan een theaterproduktie is dan ook alleen interes­

sant als je er ook muzikaal iets bij wint."

Paul Koek: "Hetbijzondere vaneen theaterproduktie is datje heel lang de tijd krijgt om samen te spelen. Musici die een stuk repeteren doen dat nooit weken of maan­

den aan één stuk; zo'n intensieve samenwerking kan vaak tot verrasende ontdekkingen leiden."

uit Nederland Toneel, februari-maart 1994

conventioneel kunnen zuorden, zal ons de verveling van het dogma bespaard worden en het bezitterig getheoretiseer van de beoefenaars, van visuele muzikan­

ten tot muziekvideomakers.

De vrije uitwisseling tussen alle zintuiglijke modaliteiten is nochtans slechts de eerste stap naar een overstijgen van de laatste grens tussen de domeinen van het fysische lichaam en de lichtende geest. In extreme gevallen werd deze fysische

M i j n e e n v o u d is m i j n a f z i j d i g h e i d

Jan Bouts, schrijver van de basisteksten voor zowel 'Doof' (1987-88) als 'Het slijpen', ontmoette Hollandia- medewerker Paul Slangen in een tuinkas in Rijsenhout, waar de voorstelling in Nederland op locatie zal ge­

speeld worden. Him gesprek werd op band geregis­

treerd, waarvan onderstaande tekst een verslag is.

Zoals bij het slijpen van een edelsteen de snede onom­

keerbaar is, zo ook voelt de dichter de finale grens van zijn gedicht. Wanneer de zwarte letters op het blad betekenis krijgen door een punt, groeit gestaag de af­

stand met het woordenkind.

Door het oog van de schrijver: van gedicht naar muziek­

theater. Slijpstof van menselijkheid, vakmanschap en literatuur.

Wat

geeft dat toch een angstig gevoel van vrede als vader zijn bijl slijpt.

Jan A rend s, 'L u n ch p au ze g e d ich te n ', 1974 De tekst als katalysator voor het denken over dingen

"Eén van de belangrijkste redenen om aan het stuk te beginnen, was net dat ik na al die jaren eindelijk weer iets echts te melden had. Zonder dat ik iets te melden heb, heb ik niets te vertellen, en dus geen zin om een gedicht te schrijven.

drempel overschreden. E. Lucas Bridges, de zoon van een laatnegentiende- eeuwse christelijke missionaris die leefde bij een autochtoon volk in Vuurland, de Ona, beschrijft een levendige demonstratie hiervan.

"Houshkcn ... barstte in gezang uit en leek in trance te raken, bezeten door een geest die de zijne niet was. Hij richtte zich op tot zijn volle lengte, zette een stap in mijn richting en liet zijn kleed, zijn enige kledingstuk, op de grond vallen. Hij

(7)

We zijn heel toevallig aan 'Het slijpen' begonnen. Ik kwam terug uit vakantie toen ik Paul Koek opbelde om te melden wat ik na al die jaren weer eens aan het doen was. Peter van Bergen had hem net toevallig gevraagd of ik schrijver wou zijn voo rhet nieuwe stuk. Ik vertel hem dat ik net bezig ben met een gedicht over het afscheid van het paradijs. Kom maar, zei Paul, en dus ging ik samen met Peter en Paul rond de tafel zitten.

Het eerste waar we mee begonnen, was dat vanuit de recensies bij 'Doof' de tekst het allerbelangrijkste leek.

Dit zeg ik niet uit een soort deemoedigheid, maar ik vind dat volmaakt onterecht. De inleidende prozatekst vind ik nu echt slecht. In het gedicht zitten wel aardige dingen, maar de tekst is vooral een katalysator geweest voor het denken over dingen. Als ik aan Paul, Peter en Johan een beetje stof tot denken heb gegeven, is het belangrijk genoeg. En op die manier zal de tekst ook de toeschouwer een richting gegeven hebben. Met 'Het slijpen' wordt de tekst minder snel het belangrijkste.

Het gedicht zal eerder richting geven, dan dat het de inhoud vormt."

Ik leg heuvels in de lucht en haal dalen Uit de adem die me draagt, ik zing mijn huis In het verstand van wie geen woning wil.

Alles raak ik aan met onaanraakbaarheid.

Ik rol door de wereld als geld, onzienlijk Reëel als een zee van ideeën, oud

Als de straat en het enige nieuws dat blijft.

Ik ben de onthechte

In mijn geslotenheid ga ik mezelf te buiten

bracht zijn handen naar zijn mond met een indrukwekkend gebaar en nam ze weer weg, de vuisten gesloten en de duimen dicht bij elkaar. Hij hield ze ter hoogte van mijn ogen en haalde ze, op minder dan 60 centimeter van mijn gezicht, uiteen.

Ik zag dat er zich nu een klein, bijna ondoorzichtig voorwerp tussen hen bevond.

Het had een diameter van ongeveer twee en een halve centimeter in het midden en werd geleidelijk smaller naar de plaats toe waar het in zijn handen verdween.

Als glans diamant.

Met niemand ga ik om, door iedereen geliefd.

Ik ben het dikke hart van de zwaarmoedige, De gedachtensprong van doden in het hoofd Van Kinderen.

Ik geef betekenis en eten aan de eenzaamheid, Ik maak het onbestaande dat er was.

Ik ben de enige geschiedenis. Ik loop

Door oren en door muren en verander iedereen.

Ik heb geen leven en geen teken

Van mezelf, ik heb geen naam, ik heet muziek.

Leonard N olens, 'M u ziek', uit 'V e rtig o ', 1983 Ik schrijf eerder in mijn hoofd nog dan achter mijn bureau

"Onlangs was ik extreem verbaasd. Tijdens een uitzen­

ding schreef Elly De Waard haar tekst metrisch uit.Je weet wel, van die halve maantjes en die streepjes. Ovidius zegt dat alles wat hij schreef zich onmiddellijk zette naar een metrum. Dat is niet iets waarvoor je moeite moet doen. Als bij een muzikant zet de klank zich als het ware vanzelf.

Als ik vluchtig lees, gebruik ik mijn ogen. Lees ik nauw­

gezet een tekst, dan doe ik dat met mijn oren. Een gedicht als voor 'Het slijpen’ is helemaal niets als je het met je ogen leest. De klank is een van de belangrijkste dragers ervan.

Als Peter gaat spelen met die tekst, dan zegt hij dat hij niet alleen maar lange tonen kan blazen. Want dat maakt het werk erg leeg. Dat is met mijn gedicht ook zo, maar waar en wanneer je dat precies bepaalt, kan je natuurlijk nooit aanwijzen. Ik mompel ook altijd. Ik schrijf eerder in mijn hoofd nog dan achter mijn bureau.

Maar ik zal dus nooit zo’n schema opzetten."

Het had een stuk half-doorschijncnd deeg o f elastiek kunnen zijn, maar wat het ook was, het leek te leven, het draaide rond met grote snelheid terzvijl Houshken, blijkbaar ten gevolge van de spierspanning, heftig beefde.

Het maanlicht was helder genoeg om bij te lezen toen ik gefascineerd naar zijn vreemde voorwerp keek. Houshken deed zijn handen verder uiteen en het voonverp werd meer en meer doorschijnend tot op het moment dat - toen zijn

(8)

Then after Eden, was there one surprise ? O yes, the awe of Adam at the first bead o f sweat.

Thenceforth, all flesh had to be sown with salt, to feel the edge o f seasons, fear and harvest,

joy that was difficult, but was, at least, his own.

The snake ? It would not rust on its forked tree.

The snake admired labour, it would not leave him alone.

And both would watch the leaves silver the alder,

oaks yellowing October, everything turning money.

So when Adam was exiled to our New Eden, in the ark's gut, the coined snake coiled therefor good fellowship also; that was willed.

Adam had an idea.

He and the snake would share the loss o f Eden fo r a profit.

So both made the New World. And it looked good.

Derek W alcott, 'New World', uit 'Sea Grapes', 1971

handen cen 8 centimeter uit elkaar waren - ik mij realiseerde dat het er niet meer was. Het brak niet o f barstte niet als cen zeepbel; hel verdween gewoon, nadat het voor mij zichtbaar was geweest ge durende minder dan vijf seconden;

Houshken maakte geen plotse beweging maar opende langzaam zijn handen en liet ze mij inspecteren. Ze zagen er schoon en droog uit. Hij was poedelnaakt en er stond geen helper naast hem. Ik keek omlaag naar de sneeuw en ondanks

Aarzelen...

"Het gedicht is ook heel erg expliciet. Peter zat bij me in de auto, en praatte over de betekenissen die eraan gehecht worden. Dat verbaasde me. Ik bekijk het als bijna iets onafwendbaars: je kan je niet onttrekken aan dat ene wat er wordt gezegd.

Natuurlijk is er niet één manier van denken of zo. Ik heb het veeleer over mijn beperkingen. Om er maar twee te geven: één is dat ik heel erg aarzelend ben, en twee is dat ik me vrij moeilijk kan verplaatsen in het denken van anderen.

Toch biedt iedereen 'clues’, kleine signalen van hoe je denkt. Er zijn mensen die dat zo aanvoelen dat ze een wat groter inlevingsvermogen hebben dan anderen. Ik heb daar wat moeite mee."

Het vakmanschap: precies dat zeggen watje wilt zeggen

"Alles in het gedicht is gemaakt om zo precies mogelijk te zeggen wat er gezegd moet worden. Dit weekend had ik een vriend over en die vertelde me dat hij de regel 'Mijn kinderen zeggen dat ook' zo’n typische uitdruk­

king van deze tijd vindt. Ik vind dat helemaal geen probleem. Als je naar een vrouw een liefdesbrief schrijft, probeer je een aantal dingen te doen. Je probeert in die brief zo natuurlijk mogelijk je stem te laten klinken, met al je aarzelingen en horten erbij. En tegelijkertijd wil je ook indruk maken: dit is wat ik te zeggen heb, en het is niet een gewoon iemand die je het zegt, maar je aan­

staande of je huidige minnaar. Dat heeft dus een dubbe­

le boodschap.

Het gedicht zoals ik het schrijf heeft enerzijds ook die nadruk op toon en variatie in toon, zodat je echt hoort dat ik het ben die daar is. Anderzijds worden er wel grotere dingen bijgehaald die de boel wat uit balans brengen. En dat in zo'n vorm dat het duidelijk is. Zo kunnen er woorden in het gedicht komen die ik aan tafel

zijn stoïcisme kon Houshken een lachje niet onderdrukken, want daar was niets te zien." (E. Lucas Bridge, ’The Uttermost Ends o f the Earth’, 1948).

Op het moment dat de eerste geluids- en beeldtechnologieën het functioneren van de menselijke zintuigen codeerden in een kunstmatige surrogaatvorm, kwam men tot een diepgaand en onvoorspelbaar begrip van de mechanismen van de menselijke waarneming. Op dezelfde manier zullen, naarmate de

(9)

gebruik of tegen de buschauffeur zeg. Misschien is dat niet zozeer iets van mijn vakmanschap, dan wel een erg groot verlangen om precies dat te zeggen wat ik wil zeggen, en precies daar te zijn waar ik wil zijn."

Wat ik je zei

Is al niet meer van mij, Is hopeloos voorbij.

Wat ik je schreef Is enkel nog van jou, Ligt hopeloos vast.

Wat ik verzweeg Kan ik niet weten En is van iedereen.

L eonard N olens, 'L aatste o p d rach t', u it 'L iefd e s­

v e rk la rin g e n ', 1990

Het verlies van de zelfkant

"Merkwaardig genoeg hoor je in de voorstelling niets meer van die persoonlijke dimensie. Ik heb nu zeven voorstellingen gezien en het lijkt steeds minder mijn eigen gedicht. De punten van kritiek of de dingen die je mooi vindt gaan heel erg over de voorstelling als ge­

heel. Het stuk 'zelf' is dan weg. Het is heel raar om iets algemeens als een gedicht, wat toch door een heleboel mensen gelezen of gehoord gaat worden, juist persoon­

lijker te willen maken."

De schrijver als dramaturg

"Ik ben zo terughoudend wanneer ik hier ben, omdat ik

computer meer een belichaming van de geest wordt, de nieuwe verbindingen met de 'geestelijkheid' van de digitale gegevensverwerking nog krachtiger vertaalmo- gelijkheden bieden, die verder gaan dan de gewone zintuiglijke gegevens die ingebracht werden.

Het is aanlokkelijk om een mogelijk synesthetiscli 'opnieuw bij elkaar voegen ' van de onderscheiden wetenschappelijke waar nemings- en kenniscompartimenten te

de dramaturgie vooraf doe. Ik zeg wat ik te zeggen heb, dus er is geen sprake van bescheidenheid. Maar ik meng me niet onmiddellijk. Net zoals bij iemand die op een grotere dataset van getallen een analyse uitvoert, zou de boel in de war geraken als je even zou melden een ander deel te bekijken. Dus dan kijk ik maar wat, dan wacht ik wat. Dan zie ik eerst even wat er komt. En wanneer dan de vraag komt, geef ik mijn antwoord."

Wc leven in een louter paradijs. Ik spreek dan niet alleen over de overduidelijke aanwezigheid van overvloedig voedsel en gemak, maar ook en juist van de toenemende afivezigheid van het eigen menselijk, persoonlijk oordeel, oor, zintuig. Ontdaan van persoonlijke zintuigen en visie door een mooie wereld gaan waar je part noch deel aan hebt, dat is de paradijselijke staat. Dat is een onmenselijke staat.

De mens moet toevoegen, niet genieten van het genoeg, niet schommelen in onbewogenheid. Laten we dat zeggen.

Neem afscheid van het paradijs. We horen daar niet thuis.

Ja n B o u ts

(te k st ingeleid en sam en g esteld door K urt M elens)

overwegen, ingegeven door deze elektronische, vrije en vlotte uitwisseling van onze manie ren van zien. Maar wat voor het ogenblik te voorschijn lijkt te komen is het geheugenverlies en de verdoving van een uitgestrekt rommelig en verward landschap vol beeldfragmenten, een kolfje naar de hand van de semioticus.

(uit: 'Het geluid van één lijn die afgetast wordt', Bill Viola, in Theaterschrift 4, 'The Inner Side o f Silence', 1994)

(10)

RECENTWERKVANJONGEVLAMINGEN

M EIN

ER ST ES HAUS

T E N T O O N S T E L L I N G T O T 6 M A A R T open van 14 tot 18 uur van dinsdag tot zondag gesloten op maandag

ism. Stich tin g A rchitectuurm useum

(11)

de Singel

wordt betoelaagd door de

Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Provincie Antwerpen.

Ook dit jaar wordt de artistieke werking mede mogelijk gemaakt door Agfa-Gevaert,

Gemeentekrediet, Knack, De Morgen, de Nationale Loterij en S.W.I.F.T.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hierbij wordt gebruik gemaakt van 2 simpele stappenmotoren die door de Arduino sketch worden bestuurd. Deze stappenmotoren van het type 28BYJ-48 zijn voor 1,50

Build is een partij die beoogt deze 2 groepen, de vastgoedinvesteerder in huurwoningen in het middensegment en de institutionele belegger, bij elkaar te brengen met als doel

Wij verzoeken u reeds op voorhand een oplossing te zoeken voor het geval uw kind ’s ochtends ziek zou zijn en er dringende alternatieve opvang nodig is omdat uw kind niet in

De comparanten beslissen dat de aan de mede-eigendom ver- bonden lasten, met name de kosten van onderhoud, herstelling en vernieuwing, zullen worden omgeslagen naar

However, some major differences are discemable: (i) the cmc depends differently on Z due to different descriptions (free energy terms) of the system, (ii) compared for the

De kinderen van de Merlijnschool en de Mijlpaal worden opgehaald door onze begeleiding aan de school met de bus van de buitenschoolse opvang van De

Bij Herodes aangekomen via de linker kant, vanuit de zaal gezien, stampt de Hoofdman op de grond waarop de kompanij gaat zitten en weer naar voren kijkt. HOOFDMAN Als de Hoofdman

Alles wat jij tot nu toe hebt geprobeerd heeft er niet toe geleid dat jij je meer ontspannen voelt en de angst, dwang of dominant gedrag bij de ander minder is geworden.. Grote