• No results found

Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw. Onder Redactie van: W. DRUCKER en Th. P. B HAVER.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw. Onder Redactie van: W. DRUCKER en Th. P. B HAVER."

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

J5* rfaattgaog. (Jüdnmsu-ag 7 guttt J905 ï ^ . 5 .

V e e r t i e n d a a g s c h Blad voor de Vrouw.

Onder Redactie van:

W. DRUCKER en Th. P. B HAVER.

>in ïi'ïtMi

Abonnementsprijs per S maanden ...f 0.75 Voor België, 't overige Buitenland en Nod.-Indie , 1-02' Afzonderlijke Nummers „ 0.05

1 N JJ O U D.

Bureau van Redactie en Administratie:

Wees perzij de 14

AMSTERDAM.

Advcrtontiü'n per regel ƒ 0.15 Groot o letters naar plaatruinite.

iïoekaankondigingen per regel „ 0.10 en 4/3 maal.

Aanvragen en betrekkingen „ 0.05

Liberaal on H e r h a a l . Verkiezings-actie der vrouw.

Voor ons nageslacht.

Iliin.cn de grenzen.

Vergaderingen.

Ingezonden.

Advertentlën.

Ifitaaal m Qlmihml

Bij officieel schrijven word oen onzer redactie-loden gevraagd, of zij ook in liet bezit was van een lijst, vermeldende „de voor- en nadeden door de vrouwen ondervonden onder en van de zijde van dit en vorige ministeries . . . ." — het kan zijn nut hebben deze vraag hier te beantwoorden.

Neen, we bezitten niet een dusdanig stuk. Van wat jaar, wat datum zou het dan ook wel moeten, wol mogen

dateeren ? Bovendien, wat de Regeeringen wrochten blij- vend, terug te vinden in haar meer of minder oude wetten.

De bedoeling echter voorzeker hier- niet een terugblik in de eeuwen, maar een overzicht der laatste jaren, eono vergelijking tusschen Liberaal en' Clerikaal, een willen weten wie de vrouw boter, wie haar slechter is gezind.

Een dusdanig onderzpek kan slechts zijn: lood om oud ijzer.

Do diiïerentio mooi ' i n c h personen

4

dan in do zaken, meer terug te vinden in de toepassing der wetten, dan in de wetten zelven. De vrouw goedgunstige individuen evenwel te vinden zoowel aan den oen als aan den anderen kant.

Niet hebbende een gedetailleerde lijst als bedoeld, kunnen wij ook niet wijzen op bepalingen, vandaag gege- von, morgen genomen, zijn wij gepersuadeerd tot het op- maken van een eind-balans, op stuk van zaken echter meer sprekend dan dit is een minutieuse opsomming van al het geschonkene, al hot genomono. Daarbij bestaat de mogelijkheid —- en wij waarschuwen hier liefst vooraf

— dat er bij dit overzicht in vogelvlucht kunnen voor- komen kleine gapingon, tekortkomingen, voor welker aan- vulling door bevoegden wij ons reeds vooraf recommandeeren.

Uit den aard der zaak beginnen wij bij de Liboralon.

Hun rcgeoi'ing dateerende van zoo langen tijd, dat bijna valt to zeggen: alle wetten in Nederland zijn het werk der Liberalen. Als dan ook in 1870 een vrouw schrijft in haar Pleidooi voor hut Recht der Vrouw: „Deze paria's,

ze maken de helft dor bevolking uit; het zijn de dochters, de echtgenooton, do moedors der vrije burgers, het zijn do vrouwen En nu, is niet zij slavin, die tot gohoor- zaamhoid verplicht is; die niet kan gaan werwaarts zij wil; die slechts met toestemming van haren eigenaar ecnige burgerlijke daad kan volbrengen; die geen eigen- dom tor vrijo beschikking mag bezitten ?" — en deze haar woorden ook nog volkomen van kracht zijn in het heden, dan valt daaruit, zonder eenige noodzakelijkheid van commentaar of argumentatie, te constateeren: do li- boraliteit der Liberalen tegenover de vrouw. Feitelijk bestond zij voor hen niet, evenmin als de slaaf bestond voor Romeinen en Grieken, Amerikanen en Indiërs of do lijfeigenen voor de mannen der midden-eeuwen. Het was iets dat loefde, dacht, werkte, ergo moest worden gekneed, in toom gehouden, opdat hot alleen dacht en werkte zooals dat wilde de meester, vrije burger van een vrijen staat van heeren en dienaressen. Slechts twee Departementen verklaarden haar vrij, gelijk, neen meestal zelfs staande boven den man: het Ministerie van Financiën en dat van Justitie; do overigen kenden en erkenden haar slechts als voorwerp van bozit der Nederlandscho mannen, waarvoor waren gemaakt zekere haar boscher- mendc bepalingjn, waarbij zij nijt ongestraft mocht worden vermoord, zelfs niet door haar meesters; niet mocht worden beroofd door haar vreemde mannen.

Laten wij echter in ruste de oud-Liboralen; van meer waarde toch voor ons hun gedragingen tegen- ovcr de vrouw binnen de laatste twintig jaren, na ' haar algemeen ontwaken. Het eerste stuk werk in de Grondwet met haar Artt. 80, 84, 127 en 143.

Van uit do verte, over zee, klonk den Liberalen tegen

den eisch der vrouw op medezoggingschap in staatsbestuur,

j a zelfs was ei' in den lande een vrouw die vroeg om

haar stombillet, en fiuks, als past verstandige stuurlieden,

bang voor naderenden storm, brachten zij het liberale

hulkje, bevracht met do illiberale slavernij der vrouw, in

veilige haven. Uitdrukkelijk spraken zij uit in hun wet

het immer door hen gehuldigde: do vrouw hoeft to betalen,

to zwijgen en te dulden. En alsof het „mannelijk'' in

bovengenoemde artikelen genoegzaam uiting gaf aan dat

voor de Wet niet bestaan der vrouw, is de Liberale in-

(2)

34 E V O L U T I E . torpretatie der Grondwet steeds geweest alsof bij elk

artikel dit woord M

r

as te vinden, alsof er b. v. stond in Art. 4: „Allen (mannen) die zich op liet grondgebied van het Rijk bevinden, hebben gelijke aanspraak op persoon en goederen en in Art. 5: „Ieder Nederlander is tot elke landsbediening benoembaar". Nooit toch zelfs maar in de verte hebben de Liberalen er aan gedacht te bosoher- mon de jjersoon of goederen der gehuwde vrouw; wel is haar gelaten de omslachtige, altijd kostbare, weinig ge- kende mogelijkheid conditiën te stellen vóór liet huwelijk, als zij nog is half-vrije, maar die uitzondering te maken tot regel of wel te breken met de bij geen huwelijks- voorwaarden te ontkomen lijfeigenschap der vrouw heeft nooit gelegen in liet kader der Liberalen. Van 's lands- bedicningoii voor de vrouw geen sprake;. Bij toelating in eenige branche van dienst wordt uitdrukkelijk vermeld, dat ook de vrouw kan solliciteeren en bij lucratieve betrekkingen is voor haar do deur gesloten.

Is bij de Grondwet van 1887 de weg afgesneden voor do vrouw-kiezer, beëindigd daarbij ook haar ten minste in naam vertegenwoordigd zijn in liet Parlement. Onder de vroegere regeling kon zij de Volksvertegenwoordiging ter verantwoording roepen, thans niet meer; zij deed het niet, nu zij liet misschien wol zou doen, is het haar al vooraf belet.

Bij do oude Grondwet werden 45.000 personen, mannen, vrou- wcn, kinderen, beschouwd als een co'mplex geheel, verte- genwoordigd door één Kamerlid. Thans heeft men er zich afgemaakt mot „Do Staten-Gcneraal vertegen woordi- gen het geheele volk", gezien echter de opvatting omtrent bovenaangehaalde artikelen kan niet eens worden voron- dersteld, dat in dat „volk" sprake is ook van de vrouw.

Volkomen in aansluiting met de Grondwet en daarop dan ook direct volgende, de Arbeidswet van 5 Mei 1889.

Die Wet do belichaming van het „voor U, over U, zonder U", de reflexie van 's mans willen en streven. Hoe de vrouwen om wie het ging zelf dachten over de cmaestie, raakte der Hoeren kleeding niet; mits zij maai' werden gelijk gesteld met kinderen, zij maar werd doordrongen van het begrip, dat zij te dom was tot zelf oordoelen, zich had te schikken naar het over haar boslotene, was voldaan aan liet liberaal principe. Geen der ledon van de Volksvertegenwoordiging zou, zonder sterken aandrang van de belanghebbende zelvon, iets dergelijks hebben durven maken voor den man; evenmin zou hij zijn bescherming hebben durven uitstrekken over 's kiezers wettelijke lijf- eigene: de huisvrouw. Wie maar dorst wijzen op de bij menig vak door zulk een wet der vrouw toegebrachte schade, heette vandaal of wel dom. Geen liberaal zóó liberaal om te luisteren naar eenig betoog dat indruischte tegen der mannen belang. Onder liet motto «bescherming van do. vrouw", van haar, die bij elke andere wet totaal wordt overgeleverd aan de willekeur van den man, werd ingevoerd een protectie-stelse], waarbij de arbeidster, ten gerieve van den arbeider, niet werd beschermd maar be- moeielijkt.

De Arbeidswet is te beschouwen als do Grondwet van den Arbeid, waarop zal worden voortgebouwd tot misschien in lengte van dagen. Welnu, evenals door de (Jrondwct de vrouw is weggedrongen van liet staats- terrein, zoo is do Arbeidswet daar om haar uit te stooten bij den loonarbeid. Met deze beide wetten hebben de Liberalen mét der daad bewezen, dat volgens hun opinie

de vrouw wel is ingezetene, edoch geen burgores van den lande; elk door haar bezeten recht is oen privilege bij de gratie des mans; dat haar kan worden gegeven eu ont- nomen naar luim en welbehagen van don schenker. Als zoodanig dan ook op te vatten ondergaande wetten, niet gebaseerd op eenig bepaald recht of aanvrage, maar dood- eenvoudig op welwillendheid of den loop der omstandigheden.

Bij Kon. Besluit van — als wij goed zijn ingelicht — 6 Juni 1900 werd geregeld de personcele organisatie van Post en Telographie: daarin komt voor in Art. 1 1 : „voor de hierna vernielde betrekkingen zullen mede vrouwen on meisjes kunnen worden benoemd". Die benoeming echter volstrekt niet alleen afhankelijk van capaciteiten, maar van de meer of mindere feministische gezindheid van den Minister. Dat deze nu meestal niet gaat zoo heel erg diep, bewijst, dat, om maar iets te noemen, in 1899 van de dertig vacante plaatsen vier, zegge vier, werden ge- roserveerd voor vrouwen on meisjes.

In de Gewijzigde Wet op de Postspaarbank van 1895 wordt der gehuwde vrouw vergund, zonder bijstand van haren man, inlage te doen en werden ook haar alleen uitbetaald de gestorte geldon. Feitelijk is deze bepaling in contradictie met de (ingoerende Burgerl. Wet; bij kwaadwilligheid van de zijde van den man zou dan ook do vraag zijn of hij, zich beroepende op Art. 103, 2de alinea B.W.: „Indien de man zijne vrouw heeft gemachtigd om zekere akte of ver- bintcuis aan te gaan, is de vrouw daardoor niet geregtigd om zonder uitdrukkelijke toestemming van don man, eenige betaling te ontvangen, of' daarvoor kwijting te geven", niet zou kunnen schorsen elke geld-opvrago harerzijds. In werkelijkheid echter kan bij slechte verhoudingen der cchtgenooten onderling zij moeielijk iets inbrengen bij de Postspaarbank, om de eenvoudige reden, dat de man haar het geld kan afnemen voor het loket on bij terug-ontvangst dit eveneens kan doen. De fait treedt de Postspaarbank hier op als verbergor van ontfutseld goed; kan de vrouw wel door middel van Maar iets onttrekken aan de gemeenschap, edoch daarvan geen gebruik maken. De practijk hier evenwel sterker geweest dan de leer; de meeste inbren- ' gers toch zullen van heel do vroegere, heuscli wettelijke regeling al niet heelveel anders hebben gesnapt dan dat hot rcclamooren en innen van eigen spaarpenningen met zich bracht heel wat omslag, tijdverlies, ergo kosten. Voor den ambachtsman hot veel te lastig om voor het terug verkrijgen van oen paar hem dadelijk noodige guldens te moeten wachten een of moer uren. Die bagatellen moet zijn vrouw kunnen beredderen. Als zeker mag men dan ook aannemen, dat oen groot deel der thans op. vrouws naam staande spaarbank-boekjes op stuk van zaken zijn gezinsboekjos. Daarin juist evenwel bet bewijs, dat de regeling was een noodzakelijke en au fond een de vrouw eleveorende, als knakkende ter eenre zijde de maritale macht, erkennende ter anderer zijde liet bezitrocht dei- getrouwde vrouw.

Schier algeheele sekse-gelijkheid in de Wel op de Kamers van Arbeid van 1887. Hier zij kiesrecht als hij; daar de arbeidster geplaatst naast den arbeider, de patrones naast don patroon.

Verder de zoogenaamde Kinderwetten. Daarbij weg-

genomen enkele te ruw-rauwo aanstootolijklieden als het

wel bij huwelijk der moeder vragen om haar toestemming,

maar haar ja precies opvatten als haar noen

(3)

E V O L U T I E . 35 eii omgekeerd. Voorts kan de vronw zitting nemen in

don familiez-aad en voogdesse zijn over ook niet-cigen kinderen. Streng voor het overige vastgehouden aan de maritale macht. Ongerept gebleven Art. 161 met zijn onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Om voogdesse te kun- nen zijn heeft de gehuwde vrouw noodig do toestemming van haar heer-gemaal, wat goed is, mits ook hij noodig had haar consent. Zoo iets laat evenwel niet toe liet prestige des mans Evenals bij do Postspaarbank-wet ook hier aan het woord utilitairanisme; ondoenlijk toch bijna in het heden kinderen, veel kinderen te stellen onder voogdijschap van gestichtsbesturen zonder daarbij macht te leggen ook in de handen dor vrouw, directrice of rc- gentes. Waarom men, bovenal om der gemakswille, de vrouw niet meteen heeft toegelaten tot het getuigen bij burgerlijke akten, niet erg begrijpbaar.

Al dit meer rechtmatige echter nog slechts tockomst- muziek. Slotbepaling dezer Wetten toch luidt: „Deze wet treedt in werking op oen nader door Ons te bepalen dag."

ü c huidige Minister Loeff, die met niet genoog te loven ijver heeft aanvaard do hem door zijn voorganger ovcr- gedragen taak, hoeft beloofd dat die dag zon zijn 1 Sept.

a. s. — maar hoe, zoo hij na de verkiezingen niet meer stem heeft in het bewind ? Kan er alsdan niet komen een Minister v. Justitie die, wijdende tijd en kracht aan anderen hom meer ter harte gaande dingen, de afkondiging verschuift nog jaren en jaren?

Heel wat minder omvangrijk natuurlijk de balans dor Clerikalen; hun zaak nog erg, erg jong Hun passief: do Gemeentewet, pasklaar gemaakt aan de Grondwet, ergo bannende de . vrouw uit die betrekkingen waaraan ver- bonden aanzien en gold. — Gemeente-schoonmaakster mag zij natuurlijk blijven. Is der mannen vuil redderen haar dan niet een eere? — De Drankwot, uit haar brood stootende tal van vrouwen. Het Kon. Besluit van 2 Maart 1904, straffende het huwelijk der ambtenare mot broodc- loosheid, met ontslag. Ook hier echter weder een voortbouwen op Liberale fundamenten. Bij de overbekende quaestie Le Grand-Goudschaal (1894), zei tocli de Heer Lely, des- tijds Minister van Waterstaat, Handel on Nijverheid, ge- wezen op het in de Post-regeling voorkomende „vrouwen

F E U I L L E T O N ^ JRodellefje.

. Het was een gezellig atelier, licht en frisch. Groote brokken doek, in gouden lijsten tegen de muren, en overal in vazen, rond- staande op tafeltjes en met doeken overdekte kisten, bloemen, die het atelier een vroolijk aanzien gaven. Tulpen waren het, geel en rood gevlamd.

Hij, achter zijn ezel, kleuren-mengelend, en zij roerloos in een stoel, volgend de bewogingen van het tube-knijpen en verfmengen. Zjj zag er lief uit in een blauw lakensch japonnetje met rood boordsel en had oen echt aardig kindergezichtje, heel zacht en heel blond.

Boven den frisschen mond de neus, guitig even opgewipt, en de oogen waren heel diep blauw en levendig. Mooi modelletje was ze, blozend van kinder-gezondheid.

Zwijgend zat ze an roerloos.

Hy begon, na een enkele correctie aan de krachtige, vlug opge- zette houtskoolschets.

— Wat meer naar me toe kijken, zoo; wat rochter op; nee, je oogen niét zoo verdraaien; heel gewoon kijken, naar die vaas bijvoor- beeld. Zoo, nou is het goed.

Modelletje gehoorzaamde. Maar als de schilder gespannen den

on meisjes": „alleen in Inferieure betrekkingen irorden wouwen in dienst gehouden", herhaaldelijk daarbij er op aandringende, neon schier dwingende tot ontslagname wegens huwelijk. Dan liet Kon. Besluit van 7 Dec. in zake Mevr.

Bieze—Ullman. de moeder-onderwijzeres.

Daarnaast liet actief: het Haringsijeet-wetje en de steonfabricagc in het Ontworp-Arbeidswet, waarbij liet in de annalen dor Nedorlandsche wetgeving ongekende feit, dat in- formatiën zijn genomen bij. besprekingen hebben plaats gehad met de belanghebbende vrouwen zelven, waarvan gevolg, dat do haringspeetsters nu eens niet werden gestooten uit haar loon-arbeiiL, word voorgesteld wol te weren uit do stcon- fabricago do moeder van jonge kinderen, niet de vrouw.

Do razende oppositie der vakbewegingen van links tegen deze laatste besluiten, gevolg van het overwegen, het raadplegen met vrouwen, arbeidsters, mag doen conclu- dceren, dat een meer vrijzinnige regeoring zonder vorm van proces al deze vrouwen, uit louter modelijden en liefde, had gezet op de keien, het overige deel der be- volking het daarbij voorstellende alsof dit nn voor haar is de molligste, donzigste, weelderigste rustplaats. Verder het Ontwerp-Arbeidscontract van Minister Loeff, waarbij de arbeidster met haar patroon, de huisvrouw mot haar dienstboden kan contractoeren zonder bijstand van haar man.

Hadden wij ongelijk te zoggen: Liberaal en Clerikaal voor de vrouw een pot n a t ? Hoe kan het anders, daar waar alle partijen de vrouw beschouwen als te behooron tot het roerend goed des mans — roerend goed waarmede hij, o zeker, moet omgaan roerend voorzichtig, zooals met oüd-Dolftsch of Sèvros, ten minste op papier; in worke- lijkheid toch zou er niet bestaan een stuk antiek-porcolein zoo het behandeld ware gelijk de vrouw —? Teekenend hieromtrent Het Handelsblad van 5 Juni in zijn liet Groote

Kwaad. Waarschuwende tegen hot do godsdienst brengen in de politiek, zegt liet onder anderen:

En waarmede werd het samengaan dezer drie elkaar vroeger verketterende kerkelijke partijen in 1901 aangeprezen ? Met de bewering, dat door de Leerplichtwet en door de Kinderwetten de christelijke beginselen waren aangetast.

Door de Leerplichtwet — ofschoon dr. Schaepman vóór deze wet heeft gestemd. Door de Kinder wetten, omdat door do tusschenkomst van den kantonrechter bij huwelijken ingeval

gang van zijn penseel volgde, keek zij niet meer naar de vaas. Dan staroogde ze op den frisschen jongen kop van den artist, die los en lucht zijn penseel liet zwieren over het doek. Als hij opkeek, dan waren haar oogen weer op de vaas met de tulpen gericht.

— Ik mocht eigenlijk vandaag niet komen van moeder, omdat ze thuis . . . .

— Annie, toe, hou je mond, ik ben net bezig aan je lippen.

Dociel, gedwee zweeg het meisje; en rustig werkte hij verder. Lang- zaam word het, do gezichtsomtrekken, de blonde haren; alleen de oogen kon hij niet naar zijn zin krijgen ; daar zat niet de glans in, die Annie in de hare had. Hij werkto door; weggewiegd in zijn kunst; en zij lief, blond modelletje keok maar naar de vaas en soms heel schuchterkens naar hem.

Als zij haar rust-kwartier had, zat de schilder zwijgend voor zijn dook; dan dacht hij aan een ander meisje met groote, grauwe oogon en donkere, fel-donkero haren, zijn verloofde. Zij liop terwijl, haar zit-stijve loodjes uitrekkend, rond, of stond in stille bewondering voor zijn vroegere werk en met haar zoo heel weinig, kinderlijk-ontwikkeld kunstgevoel was ze hoog-verrukt, zelfs over zijn minste studies, die hij bestemd had om er over heen te. schilderen.

Maar ze zei niets; straks had hij haar immers te praten verboden.

Dan begon het weor en ging ze, zooveel mogelijk in dezelfde houding van straks in den armstoel zitten.

Zwijgend en roerloos zat ze te staren op do vaas, stil denkend :

(4)

36 E V O L U T I E .

van verschil van messing tussclien de ouders do huwelijkscen- heid werd aangetast! Rn van het tegenwoordig .christelijk, kabinet is de voordracht omtrent het arbeidscontract uit- gegaan, waarin, als een gehuwde vrouw eun werkcontract wil sluiten tegen den wil vaa haar echtgenoot.... beroep op den kantonrechter als beslissende macht wordt ingevoerd!

De leuze der coalitie dus: de man-alleenheerseher, de vrouw slavin ; liet verwijt der Liberalen : jelui geeft haar ook een beetje vrijheid, jelui tornt ook aan het heilige der heiligen : de maritale macht.

Millioenen, neen inilliarden levens zijn en worden geofferd der vrijheid, in poëtisch-opgewonden, van ver- achting voor de onderdrukkers glooiende taal, weeklagen de v. d. Vlugt's uit alle landen, over het lot der Finnen, Polen, Boeren en zetten ze aan, neen zweepen zo op tot het met geweld herwinnen hunner ontroofde vrijheid Als andere Tyrteussen onttokkelen zij aan hun lier den krijgs- zang, hebben hun geld veil voor het don veroveraar doo- dend kruit en lood. lluu pen een dolk, hun tong een rasp, waar zij in woord malen den Engolschman tegenover den boer, den Rus in het land der Finnen. . . . en dit terzelfder tijd dat zij hun moeders, vrouwen, dochters, zusters, nichten, minnaressen onderdrukken en laten onderdrukken door domoor, dronkaard, tyran, ploert en niet-ploert, haar, zonder weêrwapen, laten regeeren door elk en ieder, maar al te vaak van uit de kroeg. Als de Boer zonder morren had toegegeven aan Engelsch drijven, zou de Brit hem misschien wel hebben ontnomen have en goed, maar liebben laten behouden het leven: als de Fin buigt voor Russisch bevel, zich laat trappen als een pad, zal er daar ginds blijven pais en vree. Zoo ook de vrouw: eeuwen van plettering hebbon geestelijk haar nedergeworpen ter aarde, zoolang zij daar blijft liggen wil men in haar wel voeden en omhullen het dier-mensch, noodig ter voortplanting van het geslacht en tot het dienen van den Meester, edoch als zij opheft het hoofd, zich voelt mensch, of wel moede en afgebeuld, verhit door hongerkoorts, rammelt aan haar ketenen, dan valt op haar neder met verdubbelde woede de zweep van den heerscher, die, nota bene, klaagliederen aanheft voor een groep mannen hier, of een groep mannen daar, wien wordt ontnomen eenig recht. Dat de vrouwen mede-lamenteeren bij zoo eclatant haar voorgestelde cata-

„Hij zou de volgende week met een naakt-studie naar haar beginnen.

Ze vond het zoo beter, rustiger. Zij had een groote angst voor de volgende week, alleen met hem, zoo heel en al zonder kleeren. Voor hem was zij niet bang, maar voor zichzelf. Het was nu drie maanden geleden, dat zij voor het eerst geposeerd had. Vroeger was zij op een naaiwinkel geweest, had mooie kleeren voor de dames mogen rondsleepon door de stad. Toen op een morgen had ze hem gezien. Met zijn schilderkist in de hand, een groote witte panama op, liep hij door de Spuistraat te slenteren, heel scherp alle menschen aankijkend. Toen hij haar, zag was hij recht op haar toegekomen. Dag meisje, had hij gezegd en zij verlegen:

— Dag Meneer.

— Wilt je voor me poseoren ?

— W a t is dat, Meneer? had ze heel dom gevraagd . . . Woord voor woord wist ze nog het gesprek. En van den eersten dag op het atelier herinnerde zij zich ook nog iedere kleinigheid. Hoo hij haar aan haar mantel geholpen en op een stoel neergezet had, d«

armen achter haar hoofd, zijdelings leunend tegen de roodtrijpen rugleuning.

Waarom was hij zoo koud, zoo hoog en zoo trotsch tegen haar Altijd bleef zo voor hem maar het model, dat hij schilderde in alle standen; nooit zag hij in haar het meisje, de vrouw. Dat voelde zij met het verfijnde instinct, dat kleine, simpele burgermanskinderen soms zoo heel sterk hebben.

strophen, in stede van uit te roepen: laten zij evenals wij, maar gewennen aan on-vrijheid, wien zal hefr verwon- deren'r

1

Den Amerikaansche strijdsters tegen de slavernij noodig het Londensch abolitionnisten-congres, waarop in-crue wijze werd weggerukt het waas-gordijn van liefde, poëzie, adoratie, waar in èèn oogenblik zij begieep haar positie, niet boven, maar gelijk aan den neger, den slaaf. Dat komt doordien bij den strijd dor volken wordt gegeven, dag in dag uit oen lijst van geweldadighedcn, op stuk van zaken meestal individueel, maar wordende door do wijze van voorstelling een compact geheel; indien men even zoo deed met de dage- lijksch, onder desanctiederwetop vrouwengepleegde mishan- dclingeii, zou er. eveneens gaan een rilling door den lande, misschinn — maar dit nog niet zoo zeker — opgaan een: nu is hét genoeg!

Waar het land is verdeeld in verdrukkers en ver- drukten, is do regeering steeds de regeering der vcrdruk- kers. Zij kan torwille van de verdrukten ietwat uitzetten of ietwat inkrimpen' haar meewarigheid, maar op stuk van zaken heeft zij, op poene van ontzetting, te doen wat haar lastgever haar voorschrijft. Do groote vraag nu echter is: wil de man werkelijk zijn do heerscher der vrouw, of wel wordt hij opgehitst tot het te zijn van bovenaf?

A?ci(ruc£ings-aciic der vrouw.

„Vrouwen hebben toch altijd wat anders dan mannen", hoorde dezer dagen een onzer zich toevoegen, naar aanleiding van een gesprek over lezen van en zich abonneeren op een courant. Datzelfde zal ook nu misschien menigeen zeggen bij het zien of ontvangen van de circulaire, welke het Comité van actie, gevormd door 20 leden van de afdeeling Amsterdam der Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, een deel der kiezers in deze dagen toezendt. Eerst even een woordje over hetgeen aan het outstaan dier circulaire voorafging.

Op de huishoudelijke vergadering dor afd., waar Mevr. Jacobs besprak welken invloed de vrouw in dit stadium op de verkiezingen kan hebben, en welke middelen zij daarbij kan aanwenden, kwam natuurlijk ook ter sprake het maken van huisbezoeken, fiij velen der aanwezigen, die toch wel het nut dezer propaganda erkenden, gold de overweging, dat men de grens der beleefdheid en bescheidenheid over- schreed, welke overweging haar angstvallig deed zijn om daaraan deel te nemen. Een harer maakte zelfs de opmerking, dat — indien zij

Ze vond, dat hel erg warm werd op het atelier, voelde dat do vlammen haar uit hot gezicht sloegen. Toch zat ze altijd, maar te staroogen naar de groote gebrandglazen vaas met de gele en bloedroode tulpen.

— Annie, ik zie, dat jo moe wordt, we zullen uitscheiden; ik zal je koffiedrinken boven laten brengen.

Annie zat altijd voor zich uit te staren.

— Wat is 't meisje, ben je niet wel ?

Hij ging naar baar t o e ; star-starend zat het modelletje.

— Annie, wat is 't, wil je wat drinken ? Hij stond voor haar, met haar diep-blauwe oogen keek ze hem recht in het gezicht.

Hij, ongerust: „Zeg dan, wat is e r ? "

Plots, zonder zelf van haar doen bewust te zijn, sloeg zij haar armen om zijn hals en kuste hem tweemaal innig . . .

De jonge schilder maakte zich los uit de omhelzing: Vóór zich zag hij altijd het beeld van het meisje met de donkere haren en de grauwe, zachte oogen. . . .

Even later stond Annie, het modelletje, op straat en trok de deur dicht, waar zij nooit meer door zou gaan, verfrommelend een bank- biljet tusschen de nervcuse vingers.

DENNO H. VOS.

(Land en Volk.)

(5)

EVOLUTIE. 37

kiezor was en dus bezoeken was te verwachten — zij, evenals dit thans algemeen gebeurt met o n g e v r a a g d drukwerk, een kaart aan haar deur zou plaatsen om aan te kondigen, dat o n g e v r a a g d e huisbezoeken zouden worden geweigerd. Zij voor zich toch, wetende wat zij wil, zag er min of meer een. beleediging in, wanneer wild vreemde menschcn — en dan nog vaak jonge personen, dio misschien heel wat minder vast in de schoenen staan — in haar huis op ietwat indringerige wijze binnenkomende, haar tot een andore meening zouden trachten over to halen.

W a t toch is mogelijk ? De kiezers kunnen wij, in verband met het nut dat huisbezoek kan afwerpen, in drie categoriën vordeelen.

De overtuigden, de verstokte onverschilligen en de uit lauwheid of domheid niet aan het politieke leven deelnemcnden. De eersten hebben reeds partij gekozen; aan hen zal dus steeds vergeefs moeite en tijd worden besteed, of wel: de bezoeker kan, in den waan gebracht dat hij een goed werk doet, onbewust marionet zijn in de hand van den kiezer, zoodat hij precies het tegenovergestelde bereikt, van wat hij beoogt. Zoo zijn ons enkele gevallen bekend, waarbij de ontvangst zeer welwillend was, ofschoon al aanstonds bleek, dat er op politiek terrein een wijde klove gaapte tusschen bezoeker en bezochte. Een interessant gesprek ontspon zich, waarbij ieder telkens eigen opinie verdedigdo; men merkte niet, dat de tijd voortspoedde, totdat plots een blik op de klok waarschuwde, dat al de beschikbare tijd verpraat was. Mot een beleefd woord werd afscheid genomen, een woord van rospect voor de overtuiging, gemengd met een woord van spijt, dat het doel niet was bereikt.

„Maar ik heb mijn doel wel bereikt" klonk het wcdorwoord van don bezochte, „ik heb u don gehoelen avond aan den praat gehoudou on u dus belet anderen om te praten."

Volgen de verstokt onverschilligen ; zij weigeren kortweg omdat zij met al dat politiek gedoe niets te maken willen hebben — soms uit principe, soms uit gemakzucht —; of zij ontvangen om niet on- beleefd te wezen, beloven te zullen gaan stemmen, zelfs op den gore- commandeerden candidaat, om maar van hot gezeur af te zijn en . . . blijven op den verkiezingsdag tocli thuis of . . . stemmen op een ander.

Ook hier dus tijd- en krachtsverspilliiig.

Blijven alleen do lauwen uit gebrek aan tijd, of de lauwen uit gebrek aan denken. Deze groep is het eigenlijk, die met vrucht kan

<m in 't belang van 's Lands zaken ook moot bewerkt worden. Kon men dus precies van iedcron kiezer weten bij welke categorie hij thuis hoort, dan was veel vergeefsch werk bespaard. Indien nu een roiddol werd gevonden, dat althans deze indeeling bevordert, waardoor de kiezer zelf kan aangeven of bezoek hom aangenaam is, voorkomt men alle onbescheidenheid, neemt men weg alle redenen tot onbeleefdheid of grofheid. Dat middel meenen do Amsterdamscho vrouwen te hebben gevonden in onderstaande circulaire, die in eenige der districten, waar zij huisbezoekon denken af te leggen, zullen worden verspreid:

Aan de Kiezers van Amsterdam.

Hot afteggen van bezoeken in verband met de verkiezingen beeft zijn goede, doch ook zijne verkeerde zijde.

Het is goed als het geschiedt bij Kiezers, wier meening nog niet is gevestigd, wier belangstelling in den gang van 's Lands zaken daardoor kan worden gewekt of verhoogd, of dio uit andere overwegingen zulke bezoeken gaarne ontvangen.

Het is onbescheiden en dus verkeerd, wanneer liet bezoek — om welke reden dan ook, — niet wordt gewenscht. Weigeren stemt onaangenaam en evenmin is het aanaenaam om met tegenzin te worden ontvangen. In beide gevallen zal het huis- bezoek dan ook weinig nut doen.

Oridergeteekonden, allen leden dor Vereeniging voor Vrouwen- kiesrecht, overtuigd, dat de medewerking der vrouw en hare deelneming aan het politieke loven 's Lands belangen zullen ten goede komen, willen gaarne met de Kiezers van gedachten wisselen, doch beschouwen onaangediend en opgedrongen bezoek als' te zijn in strijd met de beleefdheid en met de vrijheid-in- eigen huis.

Zij vragen u daarom ééne of twee harer over een paar dagen enkele oogenblikken te woord te s t a a n ; mocht dit bezoek overbodig of ongewenscht worden geacht, zoo verzoeken zij U nevensgaande kaart zichtbaar aan deur of raam te plaatsen ; daardoor kan olke minder heuscho bejegening worden vermeden.

De daarbij ingesloten kaart bevat eenvoudig de volgende woorden:

Bezoeken, In verband met de verkiezingen, worden hier niet gewenscht.

Al het bovenstaande was ons reeds eenigen tijd bekend, wijl beide redactrices zittiug hebben in hot Comité dier 20 leden van Vrouwenkiesrecht, doch mocht nog niet openbaai worden, voordat aan het plan uitvoering werd gegeven;

daarom schreven wij in ons vorig nummer in het verslag

van de buitengewone vergadering der „ Ver. v. Vrouwenkiesrecht":

„Het huisbezoeken afleggen zal niet op de gewone wijzo geschieden ; vooral zullen die vrouwen trachten de onaangenaame gewaarwording te vermijden, dio bezoeker on kiezer beide ondervinden, wanneer het bezoek niet wordt gewenscht. Do wijze, waarop het Amsterdamsch Comité deze klip hoopt to ontzeilen, kon zeer de goedkeuring weg- dragen."

Wij schreven hierboven, dat het Comité in eenige districten bezoeken denkt te m a k e n ; hot heeft daarvoor uitgekozen drie districten, waarin candidaten gesteld zijn, wier antwoorden op de door het Comité gedane vragen de beloften inhouden, dat zij — gekozen zijndo — voor vrouwen- kiesrecht zullen ijveren. Wij zeggen met opzet de bolofto en niet de verzekering, want geen der drie antwoorden bevat do verzekering, dat de candidaat — gelijk de vrouwen zelven dit uit den aard der zaak doen — de quaestie vrouwenkiesrecht als de meest urgente te beschouwen, wel als een der urgente eischen, die en uit billijkhoidsoogpunt ón om den wille der maatschappelijke evolutie, zoo spoedig mogelijk dient ingewilligd to worden. Verder gaan dan dor vrouwen eisch gelijkwaardig to achten met andere grooto vraagstukken mag men gevoegelijk van den candidaat niet vergen. Maar zeker is het. dat wie óf uit principe tegen- stander is van vrouwenkiesrecht, óf — uit vrees van stemmenverlies — tegenover zijn kiezers geen sympathie durft betuigen met het streven der vrouwen naar rechtvaardigheid, eenmaal in do Kamer zijnde, haar zaak niet zal dienen, haar belangen niet zal behartigen. Dezulken steunen zou wezen het werk van „dwaze maagdon", (lelukkig wordt een groot aantal vrouwen wat meer heldorziendo op dat gebied en gevoelen zij met ons, dat persoonlijke vriendelijkheid en beleefdheid vaak is een masker van courtoisie, waarachter zich verbergt politieko geringschatting tegenover een quantité négligeable, die nog geen ge- wicht in de schaal legt. Zoo vertelde ons op do straks genoemde buitengewone vergadering van Vrouwenkiesrecht een afgevaardigde uit een der Noordelijke steden van ons land, dat zij, in openbare vergadering vrouwenkiesrecht bij debat tor sprake brengende, onvoldoende beant- woord word, dat haar wel do gelegenheid werd gegeven „on petit comité" d. w. z. in het bijzijn der Bestuursleden, met den spreker van gedachte te wisselen, doch dat ook toen de eigenlijke zakelijke bespreking door zóóveol beleefdheidsformules telkens o]J den achter- grond word geduwd, dat men gerust kan zeggen: de beide dames werden weg-gecomplimenteerd. Dat spelletje der Heeren gaat echter niet lang op: de vrouwen doorzien hen gauw en laten zich daardoor niet van do wijs brengen; wij zagen althans na dien tijd in de groote couranten den naam van dezelfde dame, als debatstor tegen een der coiypheeün uit een ander politiek kamp.

Trouwens in meer plaatsen van ons land wordt de geest vaardig over do vrouw: wij lazen namen van vrouwen, dio wij wel kendon, maar die tot dusverre met een moer stillo rol zich vergenoegden, doch bij wie in de laatste weken de zucht om to strijden voor recht het won op de bescheidenheid, zoodat ook zij het woord vroegen om een lans te breken voor het kiesrecht der vrouw.

Leerzaam zijn de vergaderingen, welko in deze dagen gehouden worden, voorzeker; vooral voor de vrouwen. Telkenmale bevestigen zij, wat Martino Kramers zoo juist heeft gezegd in haar rede, gehou- den op do openbare vergadering van den Nationalen Vrouwenraad:

„Van geen enkele partij als zoodanig is voor de vrouw veel te ver- wachten, zelfs al komt vrouwenkiesrecht op haar program voor als eisch; bij verschillende partijen vindt men echter personen, in wie vertrouwen mag worden gestold, omdat zij individueel voor deze quaestie geporteerd zijn."

Dit verklaart ook, wat door sommige oppervlakkig oordeelcnden wel eens vreemd eu onbegrijpelijk is gevonden: n.1. hoe de Ver. voor Vrouwenkiesrecht zich kan interesseeren voor candidaten van verschiL lende richting, terwijl zij voor candidaten van dezelfde politieke partij geheel verschillende gevoelens kan koesteren. Ook thans belmoren de drie candidaten tot drie verschillende richtingen, de Soc.-Dem., de Chiisten-Dem. en de Manifest-Liberalen; op het oog een bonte aaneen- voeging, maar tevens bewijst dit juist hoeveel verschil van meening op dat punt bestaat bij leden van dezelfde partij, niet bij die uit de groote massa, maar zelfs bij de toon-aangevende.

Vergelijkt men de woorden van een Janssen (Chr.-Deni.) met die van Ds. Lieftink, of wel het bekende gevleugelde woord van Mr. Troclstra:

„Liever baliekluivers dan vrouwen" mot hetgeen gezegd en ook ge- schreven werd door zijn partijgenoot Mr. Mendels, of ook de opinio in het manifest der 75 Liber. neergelegd en het antwoord aan Vrouwenl:ies- recht gegoven door ecu hunner, dau komt men tot de conclusie, dat

s

(6)

38 E V O L U T I E .

in verschillende politieke kampen, zelfs daar waar volgens program uitspraak is gedaan, geen homogeniteit heerscht.

Berst de Christen-Democraten, die wij — geheel tegen het ge- bruikelijke „honneur il la vieillcsse" in — als .jongste spruit op den gemeenschappelijken wortel des geloofs den voorrang gunnen. Huis- mankiesrecht in hun program schrijvende, brachten zij ons in den waan, dat vrouwelijke gezinshoofden dan toch ook in aanmerking zouden komen, dat er dus gelijkheid ia dat opzicht zou worden ge- huldigd. Och nrmen, wij hadden geheel vergoten, dat het menschelijk vernuft oneindig is, als het er op aankomt eenig wooid of begrip te interpreteeren. zooals dat in de kraam — vooral in de verkiezingskraam

— te pas komt. Eenvoudigen die wij waren, dachten wij niet aan het bekende woord van Molière: Il y a des accommodements avec Ie ciel".

Het woord „huismanskiesreeht" is bewaard gebleven, edoch het begrip?

Zoo verklaardede Heer Janssen in de vergadering in Vliedzorg, dat daaronder verstaan moest worden: Kiesrecht aan alle mannelijke gezinshoofden, alsook aan mannen die gezinshoofd konden zijn. Zou men dan maar niet kortweg zoggen: alle-»trt»i.s-kiesrecht'? Dit was juister en . . . eerlijker. De Heer Ds. Lieftinck echter (niet het tegen- woordig Kamerlid) spreekt van gezinshoofden on daarmede gelijk te stellen personen en zegt nadrukkelijk daaronder ook te verstaan : vrouwelijke gezinshoofden en vrouwen, die een eigen broodwinning hebben, dus een meer of minder zelfstandige positie innemen.

Men ziet dus, dat ook bij de geloovigen — wat wij trouwens meermalen door voorbeelden aantoonden, doch wat andere vooruit- strevende vrouwen, politieke richting do voorkeur gevende, vaak betwijfelden — personen worden aangetroffen, die, als de quaestie op het tapijt komt, aan de zijde der vrouw zullen staan.

Het manifest der 75 Liberalen, vloeit over van vrijheid . . . . in woorden, niet in wezen. Hoofdbeginsel van liberale staatkunde: alle burgers zonder onderscheid (burgeressen komen er dus niet op aan.

RED.) de ruimst mogelijke vrijheid. Staatkundige vrijheid : regeling van het kiesrecht waarbij eerste vraag hoe de vertegenwoordiging van hot geliech (wij cursiveeren) Nederlandscbe volk het doeltreffendst zal worden samengesteld. Maatschappelijke vrijheid, onmisbare voorwaarde voor volkswelvaart en volksbeschaving. En na al dat fraais een tirade over de nog-niet-rijpheid van den tijd om door grondwetsherziening mogelijk te maken de invoering van algemeen- en van vrouwenkiesrecht, de eenig mogelijke weg om het geheele volk te doen vertegenwoordigen.

Zet men daartegenover wat de Heer de Beaufort s c h r i j f t : . . . „dat een uitbreiding der bestaande grondwettige bepaling teu opzichte van het kiesrecht met het doel om de mogelijkheid t e openen van ver- leening van kiesrecht aan vrouwen bij mij geen bezwaar ontmoet" en . . . „dat bij een eventueele herziening der kieswet het vraagstuk van het vrouwenkiesrecht zich op den voorgrond zal plaatsen", dan ziet men toch — ook al is deze liefdesverklaring wat platonisch, dat alle 75 het met die nog-niet-rrjpheid zoo hoog niet nemen.

En nu de Soc. Dem.'ï Zij, die in hun program mede als een der eerste eischen van sociale rechtvaardigheid hebben geschreven: kics- recht der vrouw, zij die op het Internationaaal Soc. Congres te Amsterdam ook hebben gestemd voor de mooie, rechtvaardige motie, zij die afgeven — en o. i. terecht op het blanco-artikel, maar ook zij, die in bun ontwerp deden alsof er geen motie op hun jongste Congres was aangenomen, waarbij de belofte werd afgelegd, dat de Soc.-Dem.

in de parlementen met kracht en ijver zouden trachten vrouwen- kiesrecht aan de orde te brengen, zij die in hetzelfde ontwerp hot blanco-artikel voor de vrouw zoo uitstekend vinden. Ook daar geen eenheid onder de kopstukken. Nog is Mr. Troelstra niet bekeerd van zijn „Liever baliekluivers dan vrouwen". Vrouwenkiesrecht is hem geen eisch van sociale rechtvaardigheid, van billijkheid en recht, doch van macht. Immers toen hij een 14 dagen geleden voor zijn kiezers in district 111 optrad, daar scherpe critiek oefende op het blanco artikel en hem door Mevr. Haver werd gevraagd, waarom hij met twee maten mat, een blanco-artikel goed genoeg keurde voor do vrouwen, want dat had hij zelf als de leider der S. D. A. I'. en S. D. Kamer-fractie in zijn ontwerp opgenomen, toen beantwoordde bij deze vraag met een uitvluchtje a la Manifest-liberalen.

Het blanco-artikel was daarom in zijn oogen zóó verkeerd, omdat de agitatie voor algemeen kiesrecht daardoor verslapte; men liet zich daardoor zand in de oogen strooien en vertrouwdo te veel op den goeden afloop, <hit vooral was de kwade k a n t ; waren alle kiezers maar overtuigd van de noodzakelijkheid van alg. kicsr. dan werden immers van zelf mannen naar de Tweede Kamer afgevaardigd, die binnen kort den wensch in werkelijkheid herschiepen. (Alsof dat alles niet

geldt van vrouwenkiesrecht ook.) Maar vrouwenkiesrecht verkeerde nog in een heel ander stadium; zoo weinig vrouwen interesserden zich voor eigen rechten; er zou nog zooveel tijd overheen gaan, eer men daaraan kon beginnen, dat, dat ja Mr. Troelstra zei niet rondweg, dat voor haar oen blanco-artikel, een verschuiven tot St. Juttemis — zooals in het verkiezingsblad vau Rotterdam I terecht staat — goed genoeg is. Hij zeide het niet, maar in zijn zwakke argumentatie lag hot toch opgesloten. Niet het recht, doch de macht (het aantal) is dus beslissend voor Mr. Troelstra.

Mr. Mendels daarentegen, niet wenschende klassebevoorrechting over te planten ook op de vrouw — dus onbewimpeld voorstander van algemeen kiesrecht, wat wij hem zeker niet euvel duiden —• kan niet inzien, dat algemeen mannenkiesrecht noodwendig moet voorafgaan aan Vrouwenkiesrecht. Deze Soc. Dem. eisclrt dus met andere woorden wat wij ook altijd geëischt hebben: de vrouw trede gelijk binnen met do nog uitgesloten mannen. Deze Soc. Dem. kan dus gesteund worden door do vrouwen, zelfs door haar, die in vele opzichten overigens met hem verschillen.

Nir wij enkele staaltjes uit do verkiezingsvergaderingen aan de vergetelheid ontrukken, meenen wij één feit uit doze dagen niet te mogen over het hoofd zien, al was het alleen om de curiositeit van de bestrijding. Er was in een dor Amsterdamsche districten een ver- gadering van de christelijke coalitie. Vrouwen hadden er geen toegang, toch liet men na eenig aanhouden eene belangstellende toe. Na de rede vroeg echter deze vrouw — 't was Mevr. v. Campen-Doesburg — het woord; zij wees de kiezers op do onbillijkheid der uitsluiting van de vrouw, zij vroeg hun of hunne moeders, hunne echtgenooten, hunne zusters, hunne dochters, hunne verloofden zoo weinig bij hen telden, dat zij ze beschouwen mochten als van onwaarde in de maatschappij?

Met pathos verklaarde toen de spreker, dat zijn vrouw veel te gelukkig was om aan politiek maar te denken, doch zou zij het in het hoofd krijgen eens zulk een vergadering te bezoeken, dan zou bij, als haar heer-gemaal, het haar verbieden. Voorts bad hij God, dat do vrouwen uit hun kringen mochten gespaard worden voor de aanraking met vooruitstrevende vrouwen, en vooral voor zulk een als debatster, welke hij beschouwde als „een sirene van de gevaarlijkste soort".

-j*^-* fc^V* -3^»> *-» ,;^J -. J ^ J - ^ ^ J -. >^* * ^ * —^E^ -Jfc^ ..^^s, ^^^^ ^^^^ ' J ^ J w A < ~3fcij n,a%» ~JHim r4&+. --J^* » ^fr-

"Voor ons nageslaclpf.

In liet Handelsblad van 14 Mei 1.1. een artikel van Dr. E. van Dieren, geschreven naar aanleiding van een feuilleton in hetzelfde blad - Gezamenlijke Opvoeding. Het stuk, een philippica tegen do huidige vrouwen-ontvoogding, erg, erg lang, edoch daarom nog niet ook maar met de minste bewijsgronden en zoo de Heer v. D. dan ook niet voerde voor zijn naam het Dr., zou voorzeker Het Handelsblad terzijde hebben gelegd dit meer hatelijk dan overtuigend artikel, dat evenwel toch zal inslaan, alweder om der wille van dien titel en ook . . . wijl het opkamt, oppauwt, aureoleert het man-zijn. W a t vooral 's Heeren v. D. 's artikel heeft verscherpt, verlompt, verbrutaliseord is een bévue: hij meende te staan tegenover een jeugdige studente, terwijl hij te doen had met een oud gediplomeerde, als wij het wel hebben een lang, lang do academie ontwassen advocaat. Zoo hij dit geweten had, zou zijn toon natuurlijk geweest zijn minder bruusk, minder ruw, minder dood- slaanderig.

Voor het geheel ons geen ruimte, daarom enkele brokstukken:

Wie ten deze iets leeren wil, die vervoege zich niet bij een college-loopster, maar die steke zijn licht op bij hen, die in de gelegenheid waren om tal van „huwelijken" en „moeders"

van nabij te leeren kennen. Welnu, onder dezulken durf ik mij te rangschikken (ik ben als „familie"-dokter oud genoeg ge- worden en behoef dus niet meer alleen te spreken over vandaag of gisteren); en de ervaring, die ik opdeed, is van dien aard, dat ik het reeds lang mijn plicht heb geacht om ernstig te waarschuwen telkens als een meisje uit mijne omgeving of praktijk het den kant van de studie uit zoeken wilde. Ik sprak haar dan — liefst ten aanhoore harer ouders — ongeveer toe als volgt: Pas op, overschat je niet, ik voorspel, dat ge meer dan 10 kansen tegen 1 hebt om — misschien al héél gauw en anders wat later — te ervaren, dat go door den Schepper aan- gewezen zijt iets anders te worden dan uw broers; gij zijt oud genoeg om het te mogen booren en te kunnen begrijpen: de vrouw draagt de toekomst in zich; dat legt haar de verplichting op krachten — lichamelijke en geestelijke! — op te sparen voor hare kinderen niet alleen, maar voor hare verre nakomelingen zelfs; als gij meent u te kunnen en mogen uit- leven ten bate van het tegenwoordige, zooals dat van den man verwacht wordt, dan zult gij vroeger of later ondervinden, dat de Schepper dit niet heeft gewild. Zoo min als uw broer kinderen kan baren, waarvan de vrouwelijke weer kinderen kunnen baren tot in het onoindige, zoo min als uw broer kinderen kan zoogen, kan voeden dus en wat nog meer zegt:

opvoeden, zoomin zult gij — als gij werkelijk vrouwelijk zijt

(7)

E V O L U T I E . 39

aangelegd — in staat blijken om goed te doen wat hij kan.

Of denkt gij, dat de Schepper u in alle opzichten boven den man zou bevoorrecht hebben, dat Hij u behalve voor het schoonste, wat ik mij denken kan, d. i. voor het nakomen van moederplichten, óók nog geschikt zou hebben gemaakt voor alles, wat een man vermag t Als God het gewild had, zooals gij het u onder invloed van . . . modo en opzwieperij (zelfs de meisjes op de scholou voor M. U. L. O, praten het elkaar reeds voor op grond van afgeluisterde gesprekken) hebt laten wijs maken, dan zou de menscli geschapen zijn als man ón vrouw in één lichaam;

welnu, dat is niet geschied! En geen vrouwelijk wezon hebbe zich dan ook in te beelden, dat zij man en vrouw tegelijk kan zijn. Doet zij dat wèl, dan — de ondervinding heeft het mij geleerd — dan moet zij daar vroeger of later voor boeten ; dat lijkt wreed ten opzichte van haar zolve, maar dat is noodig om aan de anderen een waarschuwend voorbeeld te geven.

Welnu, die voorbeelden, ik heb ze gezien in grooten getale;

de zenuwzwakken, de futloozon; zij zijn reeds op het oog te herkennen aan haar sjokkenden gang en haar veelal onfrissche (ik zeg niet: bleeke, maar liever tanige) gelaatskleur: uit iedere bewegiDg blijkt slapheid, gebrek aan veerkracht; uit ieder woord gebrek aan opgewektheid; haro huisgenooten moeten altijd maar weer hare klachten aanhooronover hoofdpijn,rugpijn, slapeloosheid.

Maar 't komt óók voor, dat ze 't zóó ver niet brengen : 't komt n.1. voor, dat ze schijnbaar bijtijds onder de hoede komen van een werkelijk flinken man; van de groote studiezucht blijft dan in 99 van de 100 gevallen geen spoor meer achter!* Bij het aangaan van het huwelijk hebbeu ze 't dan nog niet verder gebracht dan tot . . „een beetje nerveus":

maar als dan de tot-dusver-geminachtc honderden huiselijke bezigheden verricht en later ook de plichten van het moederschap vervuld moeten worden, dan blijkt maar al te dikwijls, dat de werkelijk-flinke man in beider en in der kinderen belang véél vroeger had moeten komen opdagen, dan blijkt n.1 al gauw, dat van de aangeboren geestkracht een al te groote hoeveelheid verspild werd op de collegebank of in 't laboratorium of bij 't schijnsel van de studeerlamp; dan wordt de jonge vrouw in het huwelijk een klaagster . . .

Men begrijpe mij goed. Ik beweer niet, dat meisjes dom moeten blijven, ik zeg óok niet, dat zij niets worden mogen, ik erken zelfs dat enkelen het ver gebracht hebben in haar studievak en daardoor ten zegen zijn geweest.

Maar tóch waarschuw ik alle meiejes: wilt gij geschikt blijven voor wat uwe bestemming is, en de omstandigheden zijn van dien aard, dat gij niet in uw ouders huis kunt blijven om uw moeder de zware taak wat gemakkelijker te maken en voor alle huisgenooten een vrolijk schijnend zonnetje te zijn, wees dan in 's hemelsnaam met een bescheiden positie tevteden (meisjes kunnen immers met weinig geld veel doen) wees dan tevreden met oen positie, waarvoor niet héél voel studie voreischt wordt; schuw dus de universiteit en den weg, die er heen leidt;

als gij onderwijzeres zijt, haak dan niet naar de hoofdakte; als gij een lagere taai-acte hebt laat dan do middelbare liggen voor een flinken m a n ; hebt gij diploma-boekhouden bij „Mercurius"

gehaald, bedenk dat ge met wat „type-writen" en een weinig talenkennis wel een plaats kunt veroveren, en wees daar dan tevroden mee; beperk u dus in uw eigen belang, in dat van uwen toekomstigen man en bovenal in dat van uwe toekomstige kinderen voor wie gij, ja dat is u ingeschapen, alles zult over hebben. Ik zeg het u op grond van ruime en langjarige ervaring, ik zeg het u op grond van wat de schepping u zelf loeren zal als gij niet de oogen sluit voor hare duidelijke uitingen. . . Dan een betoog over de zenuwachtigheid der niet-studeerenden, haar oorzaak vindende in het lozen van wetenschappelijke, voor haar niet geschikte, jongens minder schadende boeken — voor Dr. v. Dieren kan jongens nu eenmaal niets schaden, gehard als zij zijn zoowel moreel, intellectueel als physiek — waarop dit:

Komt, ouders, behoedt uw dochter voor de zenuwtering!

Wie de oorzaak kent, behoeft naar het middel niet meer te zoeken.

Do 1 leer v. Dieren voor do praktijk van het leven ; dat doet ons genoegen, immers dan met hem te redenoeren. Toch heeft nok bij zijn theorio : „leeren schaadt het mooderschap." geheid als die andere, docee- rende, dat slagschepen en gepantserde kruisers niet kunnen zinken door granaatvuiir, wat intusschen toch is geschied, dank zij het goed-mikken der Japanners, of wel die, waarbij onmogelijk is de phonograaf, welke onmogelijkheid wij intusschon als mogelijkheid kunnen zien en hooien iederen dag, ieder uur.

Door studeeren, leeren, weten, wordt do vrouw zenuwlijdster, zoo de Heer D. Consequentie: ton tijde dat de vrouw niet loerde, zelfs geen lezen, • was zij natuurlijk de reïncarnatie van gezondheid.

De Heer v. D. weet wel beter. Nooit droeg do aarde zooveel epilep- tici, convulsionnairen, zooveel bezetenen a h in do middeneeuwen.

Dij honderden, neon duizenden, werden daaraan lijdenden, voor 90" „ vrouwen, gekookt, gestoofd, gebraden; als paddestoelen rezen zij op nieuw uit don grond. Aanstekelijk al die kwalen. Nog in 1*60 kwam te Morzihes, een dorpje in Savoie. voor het door-den-dtiivel-bozeten-zijn en wol in dio mate, dat begonnen bij twee kleine meisjes, binnen korten tijd daaraan lijdende waren honderd-eu-tien personen, voor het mee- rendeel meisjes en vrouwen. Stigmaten (luyden die op het lichaam diagen of meencn te dragen de wonden van Christus) zonder tal. Do ziekte eveneens contagieus. Begonnen b.v. te Saint-Médard met acht of negen, waren daar binnen twee jaar tijds meer dan acht honderd.

Droef de geschiedenis van het lijden dier dagen, toen op rekening gesteld van den duivel, zich bijzonder occupcerende met de vrouw, zooals thans de Heer v. D. c.s. alle physieke abnormaliteiten schuiven op rekening van het geestelijk zich ontwikkelen der vrouw. In beide gevallen echter allo onheil op aarde geweten baar, do ellendige, wier minste beweging uitwerpt gift, pijn, dood.

In onze jonge jaren nog enkele vrouwen behept met de mode van het jaar '30 : vapeurs. Wie niet loed aan zenuwtoevallen. moest doen of zij er aan leed; hot gaf dor vrouw iets zwaks, kinderlijks, dwingerigs. De bloedarmen, de lijdenden aan-ik-en-weet-niet-wat, dio wij kennen, zijn geen studeeronden, maar 's Hoeren van D's „vrolijk schij- nend{e) zonnetji(s), in werkelijkheid wel wat gelijkende op kaarsvlam- metjes en ook als zoodanig beschouwd wordende door de huisgenooten, vooral door broeders; meisjes, die het togen de borst stuit elke cent, zelfs voor naald en garen, te moetim vragen, vaak bij hard werken, als een aalmoes aan vader en moeder. Schamper zegt dan ook de Heer v. D. „meisjes kunnen immers met weinig geld veel doen." Neen. dat kunnen zij niet — tenzij zij minnaars bobben die bijpassen —, edoch de v. Dieren's c s., haar betalende met flikflooiende woordekens, dwin- gen haar tot bekrimpen op kleeding, ergo ook op beweging — die uitgaat slijt —, op voeding, dat alles voor het nageslacht, alleen kunnende wassen en tieren door physieke en geestelijke armoede der voortbrengster.

Heel grandioos, met antiek-doctoraal aplomb, zegt de Heer v. D. :

„meisje, de vrouw draagt de toekomst in zich ; dat legt haar de ver- plii'htiiig op krachten . . . . op te sparen voor bare . . . . kinderen niet alleen, maar voor haar verre nakomelingen zelfs." Met die „nakome- lingen" bedoelt do Heer v. D. natuurlijk mannen ; de uit haar voort- te-komen meisjes toch bereidt hij hetzelfde leven van het huidige meisje : niet-denken, niet-weten, zich atsloven om niet, zuinig-zijn in kleedij en in eten, enlin vegcteereii op zoo min kostbare wijze maar mogelijk, dat alles en alles om, om te baren voor vreugde geschapen jongens, voor leed geboren meisjes.

Haar broer heel anders; hij, niets heeft hij van doen met de nakomelingschap. Zijn lichaam onverslijtbaar. En do alreeds in jeugd- jaron afgeleefden. Mijnheer v. D. ? En do gesyphiliseerden V Hindert niet, zegt de Heer v. D. ; als het meisje maar blijft dom, dom genoeg om niet te bemerken de besmetting van haar echtvriend, gaat het alles wel goed; de misère der kinderen dan toch immers zoo gemak*

keiijk te wijten aan onvoorzichtigheid of gebreken harerzijds ! Zeker, er zijn jong-gehuwdo vrouwen moedeloos, levenszat, zenuwachtig, droef, daar echter niet voor noodig dat zij hebben gezeten op „do collegebank- of in 't laboratorium": voor duizenden vrouwen is de coïtus een des- illusie, omdat haar man reeds achter zich heeft een nu juist hem ook niet attrayant makend verleden. Des Heeren v. D.'s meening is w e l : geef het wijfje een mannetje . . . . en zij is voldaan — het omgekeerde werpt hij verre van zich —, maar op gaat die leer lang niet altijd.

Ook de vrouw is niet enkel dier, al wil do Heer v. D. c. s. ook onder zoete woordekens het haar diets maken. Heeft de vrouw moeder-, de man hoeft, vadeiplichten. Men komt niet tot oen gezond nageslacht door de vrouw te houden buiten kennis, met de gevolgen van dien, eer en geld, edoch door beiden iets op te otteren, beiden te waken voor zijn gezondheid.

Zou de Heer v. D. nu heusch zonder lachen hebben ncerge- pend dio phrase over do bevoorrechting des Scheppers? Om daartoe te komen noodig een einbrouillement van baren en moederplichten.

Het eerste een natuurwet, waarbij, zoo men haar verheft tot iets subliems, do vrouw in de rij der levende wezens vervult een al zeer minieme, inferieure rol, En de moederplichten! Eeuwen na eenwen zijn zij vervuld door vrouwen il la de Heer v. Dieren e n . . . en gekomen zijn de anderen, do volgens hem daartoe niet geschikten, om haar aan te toonen. dat haar onbeholpenheid het kind deed kwijnen, vergaan, sterven in heur armen en zij zijn het dio verbetering op verbetering aanbrengen in het opvoeden, dat do moeder getoon 1 heeft alleen bij intuitie niet te kunnen.

Eigenaardig kijkt bij den Heer v. D. om het hoekje: het prestige des mans. Zoo dat blijft, is het moederschap gered. Wel ondor- wijzeres. hoofd-acte echter den man. "Wel „type-writen," maar als- het-u-blieft geen boekhouden en chef-worden heelemaal niet. Wij zauden zoo zeggen, zenuwachtig maakt dat eeuwig getik-tak van den type-writer, oneindig veel meer dan boekhouden : neen, zegt de Heer v. D., het eerste betaalt slechter, ergo dat opperbest voor het moeder- schap. Kijk maar in het huishouden, dat niet gesalarieerde werkje zóó opwekkend, dat het zelfs der zwangere niet schaadt als zij er in bezig is van des morgons zes tot des nachts twaalf nur : vooral dat er niets mede verdienen, dat Ie laag voor den man, ZÖÖ verheugend, zóó animeorend.

Au fond 's Heeren v. D.'s betoog aan de meiskens: laat ons mannen toch zijn nummer één.

ifiinncii de ©rcni.cn.

Mr. I I . Verkouteren spreekt af en toe nog al eens tegen vrouwen kiesrecht. Dit zijn nieuw rokje. In 1895 toch schreef bij in de Revue du Droit public et <lc l<i Scinct politiquc en France et ii FEtranger: »En effet pourquoi les femmes ne voteraient-elles pas comme les hommes? N'arrivcil pas tres souvent dans les classes inferieures, que Ie yéritable chef de la familie est la femme? ')

]) Inderdaad, waarom zonden de vrouwen niet mogen stemmen even goed als de mannen? Komt het in de volksklassen niet Beer vaak voor, dat werkelijk hoofd van het gezin de vrouw is?

(8)

40 E V O L U T I E .

Op .'! Juli 11. is verzonden ondergaand adres:

Aan den Gemeenteraad van Zwolle:

De Ver. t. liehart. r'd Belangen der vrouw, opgericht enz. neemt de vrijheid naar aanleiding van de bij Uw College ingediende motie van den lieer Mr. van Koyen en het daarop uitgebrachte advies van de Plaatselijke Commissie run Toezicht op het L. O. het volgende onder Uwe aandacht te brengen:

1" dat het zijdelings uitoefenen van pressie op de zwangere onder- wijzeres, ten einde haar ontslag uit den gemeentedienst langs een omweg te bereiken, zeker niot tot de nobele daden van een bij de Wet ingesteld College gerekend zal kunnen worden, omdat een officieels uitnoodiging van de Commissie van Toezicht op het L O, om binnen een aangegeven tijdsverloop een verzoek om ontslag bij den (.! emeente- raad in te dienen do onderwijzeres allicht in den waan zal brengen, dat zij verplicht is aan die uitnoodiging gevolg te geven, te meer daar B. en W., indien zij het niet mocht doen, daaraan het recht zullen ontleenen een voorstel tot ontslag, als bedoeld in art. 2'J der W e t op hef L. O. bij den Raad in te dienen;

2" dat dergelijk samenstel van handelingen, al is het niet in strijd met de letter, toch zeker wel in strijd met de bedoeling der Wet geacht kan worden, in strijd zoowel met de bedoeling van art.

21) der Wet op het L. O., als met de bedoeling van art. 150 der Grondwet;

3" dat de onderwijzeres-moeder tengevolge van het moeder-zijn hoogere waarde voor het onderwijs kan hebben als opvoedster van kinderen, dan een ongehuwde, of kinderlooze gehuwde onderwijzeres;

4" dat het weren van de onderwijzeres-moeder uit de school bo- vendien groote maatschappolijke nadeelun met zich zal brengen, be- staande uit:

a. het kweeken van ongezonde toestanden, als gedwongen celibaat, hysterie, melancholie enz;

b. het bevorderen van buitenechtelijk verkeer;

C. het tegengaan van het sluiten van huwelijken op den leeftijd, die daartoe het meest geschikt wordt geacht;

5° dat in andere landen, o. a. in België, de onderwijzeres-moeder niet uit de school wordt geweerd, dat zi) in geval van zwangerschap een plaatsvervangster kan krijgen, die op de gewone wijze betaald wordt, waarvan ' , ten laste van den Staat, '-' -, ten laste van de Ge- meente en ' - ten laste van de Provincie komt, terwijl zij zelve haar volle salaris blijft behouden;

6" dat tengevolge van die gunstige bepalingen het vorig jaar b. v.

in Gent meer dan de helft der onderwijzeressen aan de meisjesschool en 12 onderwijzeressen aan de Jongensscholen gehuwd waren en dat volgens verklaring van bevoegde autoriteiten haar ijver en dienst*

praestatie niet minder goed zijn dan die der ongehuwde onderwijzeressen;

7" dat ook in Amsterdam, waar 50 gehuwde onderwijzeressen bij het openbaar onderwijs werkzaam zijn, waaronder 1G moeders, de onderwijzeres-moeder, zooals uit een door den Heer Ketelaar, Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, ingestelde enquête blijkt, in opgewektheid en nauwgezetheid bij de vervulling van haar plichten voor de school niet bij de ongehuwde onderwijzeres achterstaat.

Redenen, 'waarom adressante Uw geacht College dringend verzocht, de Motie van don Heer Mr. van Royen te verwerpen, op het Advies van de Plaatselijke Commissie van Toezieht op het L. O. niet in te gaan, en integendeel te trachten de opvoedende kracht der onderwijzeres- moedor voor het openbaar L. O. te behouden.

Op Vrijdag 2 Juni hield de Ver. (er Behatt. v/d Belangen der Vrouw haar gewone maandelijksche bijeenkomst. E r werden plannen besproken tot het geven van een waterfeest aan de Bad- en /wem- inrichting voor Vrouwen aan de Baan. Daarna kwam de kwestie van het ontslag der gehuwde onderwijzeressen nogmaals ter sprake, ditmaal naar aanleiding van voorstellen in den Zwolschen gemeente- raad om door de schoolcommissie de zwangere onderwijzeres te laten uitnoodigen haar ontslag aan te vragen, en dan, bij weigering, haar te ontslaan, omdat zij aan een wenk van de schoolcommissie geen gevolg beeft gegeven. Men was het eens over de geniepigheid dezer wetsuitlcgging en besloot een adres aan bovengenoemden Raad te zenden om hem te verzoeken niet op dit voorstel in te gaan. Soort"

gelijke plannen te Maastricht gaven aanleiding, dat de Ver. t. Bell.

v. d. Bel. d. Vr. haar vertegenwoordigster in het Com. in zake Wett.

Rcg. van Vrouwenarbeid verzocht daarover in dat Comitd te spreken.

Eindelijk hield Mevr. Rutgers een voordracht over Lijkbezorging en Lijkverbranding als voorbereiding voor een dezen winter te houden openbare lezing met lichtbeelden over dat onderwerp. Ongelukkig laat de plaatsruimte hier niet toe daarop nader in te gaan. De belangstelling der aanwezigen verklaart den dank, dien spreekster inoogstte.

Ingebonden.

Aan Mevr. W. Wijnavnilts Francken—Di/serinck.

Geachte Merrouw!

Met genoegen lees ik in uw schrijven uit Carlsbad, voorkomende in nr. 3 van Evolutie: dat niemand van de Vereen. O. V. ongehuwde vrouwen tot 't N. Malthusianisme zou raden, 't Zou andera zoo'n

wonder niet wezen. Immers zijn do nieuw-malthusiaansche middelen de ongehuwde vrouw (nog meer dan de gehuwde) aan te bevelen, om te voorkomen, dat een te wachten kind en zij' zelve in ellende en schande storten. En dat de practijk hiermede instemt, daarvan getuigt wel het afnemen van 't getal onechtgeborenen. Mevr. heeft zeker ook wel eens vernomen van nieuw-malthusianen, vooral van z. g. „deskun- digen", die — minder consciëntieus dan de leden van dien Bond welke tot O. V. bohooron — niet zoo fijn onderscheid maken tusschen ge- huwden en ongehuwden. Een beetje controle ware wel gewenscht.

Doch neen — 't zou niets baten; wat van de daken don getrouwden wordt aangeprezen, kan den ongehuwden niet verborgen blijven.

Men bedenke toch, dat waar de gevolgen en de daaraan verbonden schande der ontucht kan worden voorkomen, hot huwelijk meer en moer tot een bespotting wordt gesteld en de onzedelijkheid op dezo wijze sterk in de hand gewerkt, zij 't ook tegen zin en bedoeling dei- besturen en geestelijk hoogerstaanden onder de nieuw-malthusianen.

Dit is 't wat ons in den weg staat met hen samen te werken, al ware 't ook tot het verkrijgen van eene betere wet voor 't onechte kind.

Daarom — ik herhaal het — verblijdt mij uwe betuiging, dat het doel der O. V. het N. M. buitensluit; edoch — dan moet toch O. V.

ook de deur wijzen aan alle malthusianen; want in vrede samenwonen en werken met zulke tegenstanders van 't doel, gaat toch niot. 't Is u toch niet onbekend, dat vele mannen onze dochters verleiden mot do veizekering, dat do gevolgen gemakkelijk kunnon geweerd worden door de bekende middelen van 't N. M.

Dit verlamt de drijfveer tot 't huwelijk; immers kan men daardoor

— zonder schande — den echtelijken staat mijden. En hoevelen komen tengevolge van 't betrouwen op die feilbare middelen in schande, on worden kinderen in oneer geboren.

Is het dan bevreemdend, dat we uit beginsel met O. V. zoo be- zwanrlijk kunnen samenwerken, omdat zij het N. M. n i e t veroordeelt.

Deed ze dit wel, we hadden schouder aan schouder voor de belangen van de buitonechtgeborenen gestreden, ea die zeker iemand had niet kunnen ,kwaadspreken"(?) mot het: , e r zijn leden van O. V. die ook lid zijn van den N. M. Bond". — Of nu deze waarheid werd gezegd uit zucht om kwaad te spreken, ten einde aan „gekrenktheidjes" lucht te geven, kunnen we niet booordeelon, daar we geheel buiten de per- soonlijke kwesties staan tusschen u en die zeker iemand. Naar onze overtuiging weid er gesproken door den drang van veel edeler motie- ven. Maar Mevr. waarom zijt u toch zoo boos, dat eenvoudig werd geopenbaard, wat waarheid is? mag 't dan niet publiek worden, dat er onder de leden van O. V. nieuw-malthusianen zijn?

Maar afgezien hiervan, wij kunnen u mot bewijzen staven, dat ons standpunt tegenover de O. V. geen gevolg is van het door u ge- kwalificeerde „kwaadsproken". W e herhalen, wat we reeds vroeger schreven, dat onze bezwaren van veel vroeger datum zijn. Dit wordt door u zelve bevestigd in uwe rectificatie. Wel stelt u daar 't gebeurde in eon geheel ander daglicht, maar 't feit noemt u zelve toch: dat wij om onze bezwaren tegen O. V., op genoemd congres voor Kinderbe- scherming, do Vereeniging O. T. niet wilden laten vertegenwoordigen door een lid der Veieeniging O. V. — misschien was deze vertegen- woordiger wel een Malthusiaan — daarom zouden we dan alleen in één vertegenwoordiger berusten, zoo deze lid was van O. T.

Na onderzoek is ons gebleken, dat de nieuw-malthusianen in den .Vrouwenbond tot verhooging van 't Zedelijk bewustzijn" er zijn in- gekropen, want de V. B. veroordeelt en bestrijdt als Bond het N. M.

en wij hopen dat dit ook spoedig gehoord worde van O. V., vooral om 't onechte kind.

W a t aanbelangt uw rectificatie a: Mevr. U hebt als presidente van O. V., in Haarlem eertijds gepleit voor de Rijkswet-beweging tegen de bordeelen en daaruit had ik (abusievelijk gelijk nu blijkt) opgemaakt dat ook O. V. was uitgenoodigd.

Hiermedo meenen we genoeg over deze zaak te hebben geschreven en danken de Redactie voor de opname.

Haarlem, 22 Mei '05. K. TAEKIMA.

/ \ d v e r t e n t iën.

V R I J E

V R O U W E N V E I I E E N I G I N C T ,

geaffilièerd aan den Nationalen Vrouwenraad.

Openbare Vergadering-

op Donderdag 15 Juni 1905, 's avonds 8'/* uur in de

„EENSGEZINDHEID",

SPUI.

A G E N D A :

Onderwerp: Critiek op de politieke partijen.

Spreekster: Mevr. Mart. Kramers van R'dam.

HET BESTUUR E n t r e e voor vrouwen 10 c e n t s .

|

DRUKKERIJ ELSEVIEK, VAN OSTADESTBAAT 233, AMSTERDAM.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

worden, die m de Coöperatieve Keukens niet mogen ontbreken. Het bezwaar, dal vaak tegen hel werken van vrouwen in hólel- of restauratiekeukens wordt aangevoerd, dat. haar

zelfde werk, voor gelijke hoeveelheid wol, verweven op een der machines, 10 a 20% minder ontvangt dan de man. Volgens officieele gegevens is het evenzoo in de katoenspin- nerij

85 er geen sprake kan zijn dat bij dit Ontwerp in het ,,hij&#34; ook gelezen moet worden „zij&#34; en zoo deze regeling voorzat er ook niet zou staan „echtgenoote&#34;,

Waar het in Genesis gaat om het scheppen van de wereld, wordt in dit verhaal juist toegewerkt naar verval: Agnes' leven zal nooit meer hetzelfde worden, ze is het vakantiehuis kwijt

de Staat kan ook door indirecten steun (subsidie) het particulier initiatief holpen; vereischte voor goed resultaat daarbij ook: voeding en klee- ding: VI. niet wil het Comité

Men vergete daarbij vooral niet, dat invloed moet gezocht worden in alle kringen; dat de vrouwen — waaronder rechtschen zoo goed als linkschon en uiterst-linkschen — allen

Niet alleen in een campagne maar op alle plekken in het werk zichtbaar en voelbaar, bij- voorbeeld door te laten zien waar je echt iets betekent voor een inwoner, een klant,

mogen van tal van personen voor bijna haar heele leven. Gesteld toch dat een vrouw moeder wordt op haar drie-en-twinstigste jaar en met een tijdsverloop van telkens drie jaar,