• No results found

Overzicht van de NHG/LHV indicatoren COPD-zorg, de subset van indicatoren vastgesteld door Bureau ZiZo huisartsenzorg en de subset van indicatoren vastgesteld door Bureau ZiZo Chronische Zorg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Overzicht van de NHG/LHV indicatoren COPD-zorg, de subset van indicatoren vastgesteld door Bureau ZiZo huisartsenzorg en de subset van indicatoren vastgesteld door Bureau ZiZo Chronische Zorg"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pagina 1 van 5

Overzicht van de NHG/LHV indicatoren COPD-zorg, de subset van indicatoren vastgesteld door Bureau ZiZo huisartsenzorg en

de subset van indicatoren vastgesteld door Bureau ZiZo Chronische Zorg

11 april 2012

(2)

Pagina 2 van 5

Overzicht en definitie van COPDindicatoren huisartsenzorg

Dit document geeft een vergelijking vanuit de set indicatoren COPD-zorg versie 1.2, september 2011, zoals onderhouden en gepubliceerd door het NHG, met de via Bureau Zichtbare Zorg Huisartsenzorg vastgestelde indicatoren COPD-zorg en de door de LAN en Bureau Zichtbare Zorg Chronische Zorg in december 2011 vastgestelde indicatoren COPD- zorg (http://www.zichtbarezorg.nl/page/Eerstelijnszorg/Chronische-zorg/Documenten).

De nummering in de kolommen verwijst naar de nummering zoals gehanteerd in de

brondocumenten van Bureau Zichtbare Zorg en de LAN. Er zijn geen inhoudelijke verschillen in de indicatordefinities; de ZiZo- en LAN-indicatoren sluiten volledig aan op de NHG-set indicatoren COPD-zorg versie 1.2, september 2011, voor zover het eerstelijnszorg betreft; de . de ZiZo chronische zorg en LAN-indicatorenset omvat één indicator die opgeleverd moet worden door de longartsen Deze indicator (nummer 9 in de lijst van de LAN) is niet in dit overzicht opgenomen.

In de documenten van Bureau Zichtbare Zorg wordt voor de verdere specificaties verwezen naar de website van het NHG: www.nhg.org/ict onder ‘indicatoren’.

(3)

Pagina 3 van 5

Beschrijving van indicatoren COPD

Definities

COPD: de diagnose COPD wordt gesteld bij patiënten ouder dan 40 jaar met klachten van dyspnoe en/of hoesten, al of niet met slijm opgeven, in combinatie met een relevante rookhistorie (> 20 jaar roken of > 15 pakjaren), én een FEV1/FVC-ratio na bronchusverwijding van < 0,7.

Bij onderstaande indicatoren (1-3) wordt in de teller het aantal patiënten gevraagd dat aan een bepaalde voorwaarde voldoet. De noemer bestaat uit de omvang van de (praktijk)populatie aan het einde van de rapportageperiode.

Indicator 2 heeft betrekking op het totaal aantal patiënten bekend met COPD onder behandeling in de eerste lijn (huisarts is hoofdbehandelaar) in de praktijkpopulatie.

Indicator 3 heeft betrekking op het totaal aantal patiënten bekend COPD onder behandeling in de eerstelijn (huisarts is hoofdbehandelaar) dat 12 maanden of langer is ingeschreven. Dit is de deelpopulatie waarover in de daaropvolgende indicatoren wordt gerapporteerd.

Indicatoren over de gehele patiëntenpopulatie

nr Omschrijving ZiZo

HA-zorg

ZiZo chron. zorg/LAN

ZiZo nummering

LAN nummering

1 % patiënten bekend met COPD (eerste en tweede lijn) in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode

2.1 1 1

(4)

Pagina 4 van 5 2 % patiënten bekend met COPD die in de eerste lijn worden behandeld

(definitie: huisarts is hoofdbehandelaar) in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode

2 2

3 % patiënten bekend met COPD die in de eerste lijn worden behandeld (definitie: huisarts is hoofdbehandelaar) én minimaal 12 maanden zijn ingeschreven in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode

Bij indicatoren 4 t/m 12 is de noemer van de indicator gelijk aan “alle patiënten bekend COPD van wie de huisarts hoofdbehandelaar is en die 12 maanden of meer zijn ingeschreven”, tenzij anders aangegeven (specifieke subgroep). De teller is gelijk aan het aantal

patiënten dat voldoet aan één of meer criteria en verder vallende binnen de criteria van de noemer.

nr Omschrijving ZiZo

HA-zorg

ZiZo chron. zorg/LAN

ZiZo nummering

LAN nummering

Roken

4 % patiënten waarvan het rookgedrag bekend is 2.2 7 7

5 % patiënten die roken in de groep patiënten waarvan het rookgedrag bekend is

2.3

6 % patiënten met een advies om te stoppen met roken in de afgelopen 12 maanden in de groep patiënten die roken

2.4

BMI

7 % patiënten bij wie de Body Mass Index berekend is in de afgelopen 12 maanden

2.5 10 10

(5)

Pagina 5 van 5

nr Omschrijving ZiZo

HA-zorg

ZiZo chron. zorg/LAN

ZiZo nummering

LAN nummering

Behandeling en monitoring

8 % patiënten waarbij inhalatietechniek is gecontroleerd in de afgelopen 12 maanden

2.6 3 3

9 % patiënten waarbij een spirometrie (FEV1/FVC ratio post BD) gedaan is in de afgelopen 12 maanden

2.7 4 4

10 % patiënten die vaccinatie tegen influenza hebben gehad de voorafgaande 12 maanden

2.8 8 8

11 % patiënten waarbij het functioneren van de patiënt volgens een

gestructureerde methode is vastgelegd de afgelopen 12 maanden (volgens CCQ of RIQ-MON10 of MRC)

2.9 5 5

12 % patiënten waarbij de mate van beweging is gecontroleerd in de voorafgaande 12 maanden

2.10 6 6

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangezien het bij deze indicatoren in eerste instantie gaat om patiënten met een mogelijk verhoogd risico, dat wil zeggen ook patiënten zonder bepaald CV-risico zal in veel

2 % diabetespatiënten type 1 van alle bekende diabetespatiënten (eerste en tweede lijn) in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode (noemer is

11 % patiënten van 18 jaar of ouder bekend met angststoornis of angstklachten die in de eerste lijn worden behandeld (definitie: huisarts is hoofdbehandelaar) én meer dan 12

% (60 min ) patiënten met indicatie voor griepvaccinatie in de praktijkpopulatie structuur NHG Leeftijd op peildatum Noemer voor indicator 4 2 % gevaccineerde patiënten in

7 % patiënten ≥ 75 jaar dat meervoudig*), chronisch**) medicatie gebruikt in de groep patiënten ≥ 75 jaar. *meervoudig gebruik is 5 of meer verschillende middelen. **chronisch

Aangezien het bij deze indicatoren in eerste instantie gaat om patiënten met een mogelijk verhoogd risico, dat wil zeggen ook patiënten zonder bepaald CV-risico zal in veel

NHG en LHV zijn van mening dat deze indicatoren geschikt zijn voor het in beeld brengen van de zorg voor patiënten met bekende hart- en vaatziekten voor intern gebruik en ook

Indicator 2 heeft betrekking op het totaal aantal patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder, onder behandeling in de eerste lijn (huisarts is hoofdbehandelaar voor 12 maanden