• No results found

Vergaderbundel commissie Burgers 23-05-2018 deel 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vergaderbundel commissie Burgers 23-05-2018 deel 2"

Copied!
192
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2018024330*

RAADSVOORSTEL

(via commissie) BIJ ZAAKNUMMER: 2018020445

AGENDANUMMER: 5 COMMISSIE Burgers op 23 mei 2018

Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering

van:

Agenda- nummer:

p.h.:

Kadernota 2019 en begrotingswijziging 2018

Peelgemeenten -4- 5 juni 2018 18.06. JS

de raad

van de gemeente Asten

Samenvatting

Op 20 maart 2018 ontvingen wij de Kadernota 2019 en de eerste begrotingswijziging 2018 Peelgemeenten.

1. Kadernota 2019

De Kadernota 2019 is de opmaat voor de begroting 2019. Hierin worden de beleidsmatige en financiële kaders voor de begroting 2019 vastgelegd. De leden van de Adviescommissie hebben op 8 maart 2018 ingestemd met de kadernota. Direct daarna is de kadernota vastgesteld door het Dagelijks bestuur en het Algemeen bestuur van de GR Peelgemeenten. In deze kadernota worden de beleidsmatige en financiële kaders voor de begroting 2019 vastgelegd.

De volgende aspecten worden in de kadernota toegelicht:

Hoofdstuk 1 : Beleidskaders

Een korte terugblik op het bedrijfsplan en de wijze waarop in de uitvoeringsorganisatie invulling wordt gegeven aan de kwaliteitscriteria die zijn vastgelegd in het bedrijfsplan van de

uitvoeringsorganisatie. De beleidsspeerpunten voor 2018 en 2019 voor de taakvelden van de uitvoeringsorganisatie zijn opgenomen. Hoewel de kadernota gericht is op het begrotingsjaar 2019 starten diverse ontwikkelingen in 2018 en lopen door tot in 2019. Daarom zijn deze speerpunten vastgelegd in de kadernota 2019.

Hoofdstuk 2: Financiële kaders

De uitvoeringkosten zijn in 2017 niet overschreden.

Bij het aanbieden van de jaarrekening 2017 van de uitvoeringsorganisatie wordt verantwoording afgelegd over de inzet van de financiële middelen. In het najaar van 2018 wordt geanalyseerd of en in welke mate de kosten van de uitvoeringsorganisatie kunnen worden gereduceerd. In de nog te plannen najaar conferentie worden de resultaten van de analyse geagendeerd. Mogelijke wijzigingsvoorstellen in de uitvoeringskosten kunnen dan worden meegenomen in de begrotingen 2019 en 2020. ln de nota is een indexering uitgewerkt van de externe kosten.

Daarnaast zijn een tweetal ontwikkelingen beschreven die met zich mee brengen dat de begroting gewijzigd dient te worden.

(2)

2/4 Voorstel zienswijze Kadernota 2019 gemeente Asten

Wij onderschrijven de geschetste beleidsmatige- en financiële kaders en de benoemde speerpunten. Wij zien evenwel enkele belangrijke belemmeringen die het inlopen van de

geconstateerde ontwikkelachterstand bij de medewerkers in de weg staan. Het gaat dan met name om de positionering en facilitering van de gezins- en jongerencoaches, die in het meest turbulente domein hun werk moeten doen. Wij pleiten voor snelle besluitvorming en actie op deze twee punten, zodat er per 1 januari 2019 de nodige rust en duidelijkheid is, en de competenties van de coaches optimaal ingezet kunnen worden. Wij verwachten dat meer tijd voor inhoud, gebruik van voorliggende (lokale) voorzieningen en het ontwikkelen van een integrale werkwijze in het

gebiedsteam en het lokaal sociaal netwerk uiteindelijk ook resultaten genereren die invloed hebben op de financiële uitdagingen waar wij de komende jaren voor staan.

2. Eerste begrotingswijziging 2018

De eerste begrotingswijziging 2018 vloeit voort uit de vaststelling van de Kadernota 2019, immers een tweetal ontwikkelingen in de kadernota 2019 vragen om een begrotingswijziging 2018. Dit betreffen de uitbreiding van formatie consulenten (incidenteel voor 3 jaar en de formatie

beleid (twee fte structureel en één fte incidenteel in 2018 en 2019). De begrotingswijziging is als bijlage bijgevoegd.

Op basis van de Gemeenschappelijke Regeling, artikel 34, stelt het Dagelijks bestuur de

begrotingswijziging op. Deze wordt minimaal acht weken voordat deze wordt vastgesteld door het Algemeen bestuur aan de raden van de deelnemende gemeenten gezonden, zodat zij daarop hun zienswijze kenbaar kunnen maken.

Voorstel zienswijze eerste begrotingswijziging 2018 gemeente Asten

Wij adviseren in te stemmen met onderstaande onderbouwing van de eerste begrotingswijziging en geen afwijkende zienswijze in te dienen.

1. Tijdelijke uitbreiding van formatie voor consulenten in de gebiedsteams voor de duur van drie jaar. Ambtelijk en bestuurlijk is vastgesteld dat het noodzakelijk is om de capaciteit tijdelijk uit te breiden om de dienstverlening op het vereiste niveau te krijgen. Een onderbouwing voor deze tijdelijke inzet is in de kadernota uitgewerkt.

2. Onder Peel 6.1 was de beleidscapaciteit voor de Wet maatschappelijke ondersteuning

overgedragen van de vijf gemeenten naar Peel 6.1. Voor de andere beleidsvelden is de formatie niet overgedragen. Ambtelijk en bestuurlijk is begin 2017 een verdeling vastgesteld tussen de lokale en de regionale beleidsvelden. Op grond van deze verdeling is door bureau Berenschot een berekening gemaakt van de benodigde regionale beleidscapaciteit. De kosten hiervan zijn verwerkt in de kadernota 2019. De vijf gemeenten dragen er zorg voor om binnen de

gemeentelijke begroting de gevraagde middelen vrij te maken ten behoeve van de begroting van de uitvoeringsorganisatie. In feite betreft het hier een verschuiving van de formatie van lokaal naar bovenlokaal.

Beslispunten

De zienswijzen met betrekking tot de Kadernota 2019 en de begrotingswijziging 2018 Peelgemeenten indienen bij het bestuur van de GR Peelgemeenten.

Inleiding

Zie samenvatting.

Wat willen we bereiken Indienen zienswijzen.

Wat gaan we daarvoor doen Indienen zienswijzen.

Mogelijke alternatieven Geen.

(3)

3/4 Risico’s

N.v.t.

Communicatie N.v.t.

Wat mag het kosten

De extra kosten kunnen grotendeels worden gedekt uit de beschikbare formatie Sociaal Domein (budget salariskosten) van Asten.

Voor indexering is een stelpost opgenomen in de meerjarenbegroting, dus hiervoor is dekking.

Voor 2018 en 2019 is aanvullend een extra incidenteel bedrag nodig van € 13.400,=.

Voor 2018 zullen wij u dit voorleggen bij de tussentijdse rapportage voorjaar 2018 (dekking uit de post onvoorzien incidenteel) en voor 2019 bij de voorjaarsnota (dekking uit de reserve eenmalige bestedingen).

Bijlage(n)/ter inzage (incl. AST-nr)

1. 2018017262: 1e begrotingswijziging 2018 Peelgemeenten 2. 2018017163: 1e wijziging op de begroting 2018 Peelgemeenten 3. 2018017156: Kadernota 2019 Peelgemeenten

p.baudoin@asten.nl

(4)

RAADSBESLUIT

Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer:

Kadernota 2019 en begrotingswijziging 2018

Peelgemeenten 5 juni 2018 18.06.

De raad van de gemeente Asten;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 april 2018 met zaaknummer 2018020445 ;

gehoord het advies van de commissie Burgers van 23 mei 2018;

besluit:

de zienswijzen met betrekking tot de Kadernota 2019 en de begrotingswijziging 2018 Peelgemeenten in te dienen bij het bestuur van de GR Peelgemeenten.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten van 5 juni 2018.

De raad voornoemd,

griffier, voorzitter,

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans mr. H.G. Vos

(5)

gemeenten

Gemeenteraden Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek en Someren

Deurne, 19 maart 2018

Onderuverp: kadernota 2019 I eerste begrotingswijziging 201

I

Geachte gemeenteraden,

Hierbij

ontvangt

u

ter

kennisname

de Kadernota

2019 en ter zienswijze de eerste beg rotingswijzig

ing

201 8.

Kadernota

2019

Het

Algemeen

Bestuur

van de Peelgemeenten

biedt u deze eerste kadernota

ter

informatie aan Deze kadernota dient

ter

voorbereiding op

de

ontwikkeling

van de

ontwerpbegroting

Peelgemeenten

2019 die in april2018

u

wordt aangeboden.

ln deze kadernota

worden

de beleidsmatige en

financiële

kaders

voor de

begroting 2019 vastgelegd.

De volgende

aspecten worden

in de

kadernota

toegelicht:

Hoofdstuk

1

: Beleidskaders

Een korte

terugblik op

het bedrijfsplan en de wijze

waarop

in

de

uitvoeringsorganisatie invulling

wordt

gegeven aan

de

kwaliteitscriteria die

zijn vastgelegd

in het bedrijfsplan van de

uitvoeringsorganisatie.

De beleidsspeerpunten

voor

2018 en 2019 voor de taakvelden

van

de uitvoeringsorganisatie

zijn

opgenomen. Hoewel

de

kadernota gericht is

op

het begrotingsjaar 2019 starten diverse

ontwikkelingen

in 2018

en lopen

door

tot

in

2019.

Daarom

zijn

deze speerpunten vastgelegd in

de kadernota

2019.

Hoofdstuk 2:

Financiële

kaders

De uitvoeringkosten

zijn

in

2017

niet

overschreden.

Bij het aanbieden van de

jaarrekening

2017 van

de uitvoeringsorganisatie

wordt

verantwoording

afgelegd over de inzet van de financiële middelen.

ln het najaar

van 2018

wordt geanalyseerd

of

en

in

welke

mate

de

kosten

van

de

uitvoeringsorganisatie

kunnen worden

gereduceerd.

ln

de

nog

te

plannen najaarsconferentie worden

de resultaten van de

analyse

geagendeerd.

Mogelijke

wijzigingsvoorstellen

in de

uitvoeringskosten kunnen dan worden

meegenomen

in

de

begroting 2019 en

2020.ln de

nota is

een

indexering uitgewerkt

van

de

externe

kosten.

Daarnaast

zijn

een

tweetal ontwikkelingen

beschreven

die

met

zich mee

brengen dat

de

begroting gewijzigd dient

te

worden:

1) ïijdelijke uitbreiding

van formatie

voor consulenten

in de gebiedsteams

voor de

duur van drie

jaar. Ambtelijk en

bestuurlijk is

vastgesteld dat

het noodzakelijk is om

de

capaciteit

tijdelijk

uit

te breiden

om de

dienstverlening

op het

vereiste

niveau

te krijgen.

Een

onderbouwing voor

deze

tijdelijke inzet is

in de

kadernota

uitgewerkt.

2) Onder

Peel 6.1

was de

beleidscapaciteit

voor

de

Wet

maatschappelijke ondersteuning

overgedragen van

de vijf

gemeenten naar

Peel 6.1 . Voor

de

andere

beleidsvelden

is de

(6)

formatie

niet overgedragen. Ambtelijk

en

bestuurlijk is begin

2017

een verdeling

vastgesteld tussen

de

lokale en

de

regionale beleidsvelden. Op grond van deze

verdeling

is

door

bureau Berenschot een berekening gemaakt van

de

benodigde regionale

beleidsuapaciteit. De kosten hiervarr zijrr

verwerkt

irr

de

kadernota 2019. De

vijf

genreenten dragen

et zotg

voor om binnen de

gemeentelijke

begroting de gevraagde middelen vrij te maken

ten

behoeve van

de

begroting van

de

uitvoeringsorganisatie. ln

feite betreft

het hier een verschuiving

van

de formatie

van

lokaal naar bovenlokaal

waardoor

dit budgetneutraal kan

worden

uitgevoerd.

Eerste begrotingswijziging

201

I

De eerste begrotingswijziging 2018 vloeit

voort

uit de vaststelling van

de Kadernota2Ol9,

immers een tweetal ontwikkelingen in de

kadernota2019 vragen

om een begrotingswijziging

2018.

D¡t betreffen de uitbreiding van formatie

consulenten

(incidenteel

voor

3 jaar € 266.400)

en

de formatie beleid (twee

fte

structureel

en

één

fte

incidenteel in 2018 en

2019).

De

begrotingswijziging

is als bijlage bijgevoegd.

Op

basis van

de

Gemeenschappelijke Regeling, artikel 34,

stelt

het Dagelijks bestuur de

begrotingswijziging

op.

Deze

wordt

minimaal acht weken

voordat

deze wordt

vastgesteld door

het

Algemeen

bestuur aan

de

raden van de deelnemende gemeenten gezonden,

zodat

zij

daarop

hun

zienswijze

kenbaar kunnen maken. Wij

verzoeken

u vóór

21

mei

2018

uw zienswijze

te geven

over de eerste

begrotingswijziging

2018. Uw reactie

wordt,

in het kader van de vaststelling

van

de

eerste

begrotingswijziging 2018, behandeld in het

Algemeen

bestuur

van

18

juni

2018.

Vragen?

Heeft u nog

vragen

dan kunt u contact

opnemen

met Harry

Woltring.

Hij is þereikbaar op

telefoonnummer 06

1476 0710.

Met vriendelijke groet,

Namens het

Algemeen

bestuur van de

Gemeenschappelijke

regeling Peelgemeenten,

H.J. Woltring

Secretaris

GR

Peelgemeenten

Pagina 2 van 2

(7)

Peelgemeenten is een samenwerking van de gemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek en Someren

Eerste wijziging op de begroting 2018 Peelgemeenten

Het Algemeen bestuur van openbaar lichaam Peelgemeenten;

Gezien het voorstel van het Dagelijks bestuur van Peelgemeenten van 15-3-2018 inzake de eerste begrotingswijziging 2018

Peelgemeenten

Gelet op:

- Artikel 212 van de Gemeentewet

- De gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Peelgemeenten - De financiële verordening Peelgemeenten

Besluit

In te stemmen met de eerste wijziging op de begroting 2018 Peelgemeenten.

De eerste wijziging op de begroting 2018 Peelgemeenten houdt in dat de consequenties van de kadernota 2019 als de eerste begrotingswijziging worden verwerkt in de begroting 2018.

Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen bestuur van openbaar lichaam Peelgemeenten op 18 juni 2018.

De voorzitter, de secretaris

De heer H.J. Mak De heer H.J. Woltring

(8)

2

Bijlage 1

e

wijziging begroting 2018

Begroting

primair 2018

1e wijziging 2018 structureel

1e wijziging 2018 incidenteel

Begroting na wijziging 2018

Taakveld Omschrijving taakveld

SD loonkosten Wmo 2.322.500 266.400 2.588.900 6.2 Wijkteams SD loonkosten Jeugd 357.500 167.800 83.900 609.200 6.2 Wijkteams SD Loonkosten

Minimabeleid 213.500 213.500 6.3 Inkomensregelingen

SD Loonkosten

Schulddienstverlening 355.900 355.900 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

SD dvo bijzondere

bijstand 517.100 517.100 6.3 Inkomensregelingen

0

Totaal Sociaal

Domein 3.766.500 167.800 350.300 4.284.600

Overhead loonkosten 1.286.800 1.286.800 0.4 Overhead Overhead

automatisering 478.800 478.800 0.4 Overhead

Overhead huisvesting 95.100 95.100 0.4 Overhead

Overhead overig 132.500 132.500 0.4 Overhead

0

Totale Overhead 1.993.200 0 0 1.993.200

Onvoorzien 105.700 105.700 0.8 Overige baten en lasten

Totaal Onvoorzien 105.700 0 0 105.700

Totaal lasten 5.865.400 251.700 266.400 6.383.500

Baten

Bijdragen gemeenten

Wmo 3.616.700 266.400 3.883.100 6.2 Wijkteams

Bijdragen gemeenten

Jeugd 556.700 167.800 83.900 808.400 6.2 Wijkteams

Bijdragen gemeenten

Minimabeleid 332.500 332.500 6.3 Inkomensregelingen

Bijdragen gemeenten

Bijzondere Bijstand 554.200 554.200 6.3 Inkomensregelingen Bijdragen gemeenten

Schulddienstverlening 805.300 805.300 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

Totaal baten 5.865.400 251.700 350.300 6.383.500

Saldo 0 0 0

(9)

3

Inwonerbijdrage

Begroting primair 2018

1e wijziging 2018 structureel

1e wijziging 2018 incidenteel

Begroting na wijziging 2018

Asten 817.700 23.400 48.800 889.900

Deurne 1.571.400 44.900 93.900 1.710.200

Gemert-Bakel 1.461.700 41.800 87.300 1.590.800

Laarbeek 1.082.200 31.000 64.600 1.177.800

Someren 932.400 26.700 55.700 1.014.800

Totaal 5.865.400 167.800 350.300 6.383.500

Toelichting

Het effect van de kadernota 2019 op de begroting 2018 ontstaat door een wijziging op de begroting op de post SD Loonkosten WMO en Jeugd. Deze wijziging vertaalt zich door een wijziging van de inwonerbijdrage per gemeente, zie bovenstaande tabel. In paragrafen 2.2.1 en 2.2.2 van de Kadernota 2019 wordt onderstaande toelichting gegeven op deze extra capaciteit:

De in paragraaf 1.4 beschreven beleidsspeerpunten hebben geen direct effect op de inzet van financiële middelen van de uitvoeringkosten voor het jaar 2018. Een tweetal

ontwikkelingen brengt met zich mee dat de begroting gewijzigd dient te worden.

• Extra budget voor 3 jaar ten behoeve van de tijdelijke inzet van meer formatie voor de consulenten in de gebiedsteams. (zie 2.2.1).

• Structureel budget voor formatie beleidscapaciteit voornamelijk op het terrein van jeugd op basis van eerder gemaakte afspraken. (zie 2.2.2.).

2.2.1 Inzet extra consulenten

De ontwikkelingen (nieuwe wetgeving, nieuwe taken, nieuwe wijze van indiceren

(resultaatgericht), mate van juridisering ten gevolge van ontwikkeling jurisprudentie) binnen het sociaal domein vragen om een verdergaande professionalisering van de consulenten.

Ook vanuit het perspectief van integraal werken (verbreding) is doorontwikkeling van de functie nodig. Daarnaast is het noodzakelijk om voor een aantal specifieke onderwerpen, zoals beschermd wonen, deskundigheid op te bouwen.

De afgelopen jaren is niet geïnvesteerd in de kwaliteit van onze consulenten door de volgende omstandigheden:

• De Wmo-consulenten van de vijf gemeenten zijn 1-7-2014 ondergebracht in de

organisatie Peel 6.1. De afgelopen twee jaar hebben onze consulenten gewerkt aan de bouw van Peel 6.1.

• In december 2016 is besloten om de organisatie Peel 6.1 te ontvlechten. Het ontvlechtingsproces heeft een vervelende impact gehad op onze consulenten.

• In 2017 zijn de consulenten in dienst gekomen van de GR Peelgemeenten. De

consulenten zijn geplaatst in de lokale gebiedsteams. In 2017 was de focus vooral gericht op het wegwerken van de werkvoorraad ontstaan door de ontvlechting Peel 6.1, de invoering van het dienstverleningsconcept, het werken met andere informatiesystemen.

De gemeentesecretarissen en de leden van de adviescommissie hebben onderkend dat ontwikkelachterstand is opgelopen bij de medewerkers. Hiervoor is ook een traject uitgezet voor een periode van 3 jaar maar dat neemt niet weg dat er nu tijdelijk een extra

kwaliteitsimpuls noodzakelijk is om de dienstverlening op het vereiste niveau te brengen en te houden in de lokale gebiedsteams.

Het is noodzakelijk om in 2018 deze kwaliteitsimpuls zodanig verder te begeleiden dat de

consulenten mee kunnen in de veranderingen of tot het inzicht komen dat een andere functie

wellicht meer passend is. In 2018 worden de consulenten daarvoor opgeleid en intensief

(10)

4

begeleid. Om deze verbeterimpuls mogelijk te maken worden tijdelijk, voor de duur van drie

jaar, 4 extra formatieplaatsen ingezet. Binnen die termijn moet de formatie weer op het vastgestelde peil worden teruggebracht. Het is niet reëel om deze kosten te laten drukken op de begroting van de uitvoeringsorganisatie omdat het om achterstallig onderhoud gaat.

Feitelijk een geïmporteerd probleem van de gemeente naar de GR wat nu onderkent is en tot een oplossing dient te komen. Deze tijdelijke kosten worden separaat afgerekend met de gemeenten.

In onderstaande tabel zijn de kosten voor de vijf gemeente gespecificeerd.

Tijdelijke inzet extra

consulenten 2018 2019 2020

Asten 37.200 37.200 37.200

Deurne 71.100 71.100 71.100

Gemert-Bakel 66.800 66.800 66.800

Laarbeek 48.900 48.900 48.900

Someren 42.400 42.400 42.400

Totaal 266.400 266.400 266.400

2.2.2 Capaciteit eenheid beleid

In het bedrijfsplan is vastgelegd dat de capaciteit van de eenheid beleid ontoereikend is. Bij het ontwikkelen van Peel 6.1 is een aanzienlijk deel van de beleidscapaciteit voor Wmo vanuit de gemeenten overgedragen naar Peel 6.1. Deze capaciteit is meegenomen naar de uitvoeringsorganisatie Peelgemeenten. Van de andere beleidstaken van het sociaal domein heeft een overheveling van beleidscapaciteit niet plaatsgevonden. Het gaat dan met name om de beleidscapaciteit voor de jeugdhulp, welke door de 5 gemeenten danwel fysiek danwel in geld zou worden geleverd aan de GR. Om allerlei redenen is dat niet gelukt maar het effect is wel dat de 5 gemeenten daarmee de GR tekort doen. De beleidsontwikkeling op het terrein van jeugd loopt achter zowel structureel als incidenteel. In maart 2017 is ambtelijk en bestuurlijk ingestemd met het advies van BMC waarin een duidelijke verdeling is

vastgelegd over het lokale beleidsterrein en het regionale beleidsterrein. Op verzoek van de vijf gemeenten is, op basis van het verdelingsvoorstel van BMC, in beeld gebracht hoeveel beleidscapaciteit vanuit de vijf gemeenten moet worden doorgesluisd naar de

Peelgemeenten. Door bureau Berenschot is berekend dat, afhankelijk van het ambitieniveau, tussen 2 en 4 formatieplaatsen moeten worden toegevoegd aan de uitvoeringsorganisatie. In overleg met de vijf gemeenten is overeengekomen om 3 formatieplaatsen in te vullen.

Vooralsnog twee structureel en één tijdelijk. In het laatste kwartaal van 2018 wordt bezien of het noodzakelijk is om deze tijdelijke formatie om te zetten naar een structurele

formatieplaats. De vijf gemeenten dragen er zorg voor om binnen de budgetten van het sociaal domein de gevraagde middelen vrij te maken ten behoeve van de begroting van de uitvoeringsorganisatie.

In onderstaande tabel zijn de kosten voor de vijf gemeenten gespecificeerd.

Capaciteit eenheid

beleid 2018

Asten 35.200

Deurne 67.200

Gemert-Bakel 63.200

Laarbeek 46.200

Someren 40.000

Totaal 251.800

(11)

Kadernota 2019

(12)

2 Inleiding

Het Algemeen Bestuur van Peelgemeenten biedt deze kadernota aan als opmaat naar de begroting 2019. De ontwerpbegroting 2019 van Peelgemeenten wordt in april 2018 aangeboden.

In deze kadernota worden de beleidsmatige en financiële kaders voor de begroting 2019 vastgelegd. De indieningstermijn van de beleidsmatige en financiële kaders is geregeld in art. 34b van de Wet Gemeenschappelijke regelingen. De kaders moeten uiterlijk voor 15 april naar de gemeenteraden worden gezonden.

Deze kadernota bestaat uit de volgende onderdelen:

1. Beleidsmatige kaders ... 3

1.1. Visie en kaders bedrijfsplan Peelgemeenten ... 3

1.2. Kwaliteitscriteria ... 3

1.3. Ontwikkelingen GR Peelgemeenten 2017 ... 4

1.4. Speerpunten 2018 en 2019 ... 5

1.4.1. Beleidsontwikkeling - algemeen ... 5

1.4.2. Jeugd ... 5

1.4.3. Wmo ... 5

1.4.4. BMS ... 5

1.4.5. Handhaving ... 6

1.4.6. Kwaliteit ... 6

1.4.7. Inkoop ... 6

1.4.8. Bedrijfsbureau ... 7

2. Financiële kaders ... 8

2.1. Financiële kaders algemeen ... 8

2.2. Effecten beleidspeerpunten op de uitvoeringskosten 2018 ... 8

2.2.1 Inzet extra consulenten ... 8

2.2.2 Capaciteit eenheid beleid ... 9

2.3. Indexering externe kosten ...10

(13)

3 1. Beleidsmatige kaders

1.1. Visie en kaders bedrijfsplan Peelgemeenten

In het bedrijfsplan van de GR Peelgemeenten staat het volgende:

“Het dienstverleningsconcept is gericht op een sterke lokale inbedding van taken. De dienstverlening wordt dichtbij de inwoner georganiseerd. Tevens wordt het netwerk rondom de inwoner geactiveerd om in een zo vroeg mogelijk stadium gezamenlijk te komen tot maatwerkoplossingen die de inwoner daadwerkelijk ondersteunen bij het oplossen van problemen. De bovenlokale Peelorganisatie werkt op de achtergrond en ondersteunt de lokale gebiedsteams actief. Het resultaat- en oplossingsgericht aanpakken van de vraag van inwoners staat centraal en is in goede balans met het efficiënt inrichten van de processen.

Vragen en/of problemen van inwoners worden integraal benaderd. In de lokale

gebiedsteams zijn alle noodzakelijke disciplines bij elkaar gebracht om problemen integraal te toetsen en van een oplossing te voorzien. Daarmee is ook gewaarborgd dat lokaal

afstemming is georganiseerd op het moment dat meerdere instellingen betrokken zijn bij een inwoner en/of gezin (afstemming uitvoering van de drie decentralisaties). Het lokale

gebiedsteam werkt nauw samen met het netwerk van partners dat lokaal in de ‘nulde lijn’

actief is. Zelfredzaamheid en eigen kracht zijn sleutelbegrippen in deze dienstverlening.

De toegang wordt lokaal georganiseerd: inwoners komen via het klantencontactcentrum en/of het lokale gebiedsteam bij de gemeente terecht voor alle vragen met betrekking tot de uitvoering van Wmo, Jeugd en BMS. De individuele gemeente is lokaal verantwoordelijk voor het inrichten van het gebiedsteam waaraan nader door de gemeente te bepalen

professionals deelnemen. De professionals in de gebiedsteams werken volgens het principe

‘aanraken is afmaken’. Dat betekent dat overdrachtsmomenten tot een minimum worden gereduceerd en dat de inwoner contacten heeft met professionals waarmee een duurzame samenwerkingsrelatie wordt opgebouwd. De consulent, de opvoedondersteuner en de jeugd- en gezinswerker werken in de gebiedsteams en kennen de lokale situatie zodat snel

verbindingen kunnen worden gelegd met bestaande lokale netwerken. Het gebiedsteam wordt lokaal functioneel aangestuurd en gecoördineerd.”

1.2. Kwaliteitscriteria

In het bedrijfsplan zijn vijf criteria vastgelegd die als kansen zijn beschreven voor de doorontwikkeling van de uitvoeringsorganisatie. Per criterium is uitgewerkt op welke wijze daarin momenteel wordt voorzien:

• Inwoner centraal

We zetten de inwoner centraal in onze dienstverlening en bedrijfsvoering want daar doen we het voor.

De verantwoordelijkheid voor de toegang is belegd in de gebiedsteams van de vijf gemeenten. Zorgvragen worden integraal behandeld door de verschillende professionals die in de gebiedsteam actief zijn. Het aantal overdrachtsmomenten is zoveel mogelijk geminimaliseerd en de consulenten werken volgens het principe aanraken, behandelen en afronden. Er wordt actief samengewerkt met de lokale netwerkstructuren waardoor een basis is gelegd voor de gewenste en noodzakelijke kanteling binnen het sociaal domein.

• Minder kosten

Door samenwerking kunnen schaalvoordelen behaald worden en knelpunten samen

worden opgelost. Samenwerking biedt besparingspotentieel.

(14)

4 De vijf gemeenten hebben de krachten gebundeld op de volgende terreinen:

✓ Beleidsontwikkeling

✓ Inkoop individuele voorzieningen Wmo en Jeugd

✓ Kwaliteitsbeheer

✓ Procesondersteuning

✓ Financiële administratie

✓ Informatievoorziening

✓ Inzet consulenten

Door het bundelen van deze taken binnen de GR Peelgemeenten is het mogelijk om binnen de Peelregio te waarborgen dat een basis is gelegd voor een goede afstemming en coördinatie tussen beleid, uitvoering en kwaliteitsbeheer. Een versnippering van deze taken binnen de vijf gemeenten zou een negatieve impact gehad hebben op de inzet van middelen.

• Meer kwaliteit

Door samenwerking kan expertise en ervaring beter worden gedeeld. Samenwerking maakt slimmer en biedt betere kansen voor innovatie.

Een breed scala van organisaties binnen het sociaal beleid zijn betrokken bij het uitvoeren van de taken binnen het sociaal domein. Het streven is om de keten sluitend te krijgen.

Dat is gewoonweg onmogelijk als de vijf gemeenten zelf verantwoordelijk zouden zijn voor het leggen van de noodzakelijk bevindingen. Beleid en de daaruit voortvloeiende

inkooptrajecten kunnen nu op elkaar worden afgestemd waardoor ook regionaal kwaliteitscriteria kunnen worden ontwikkeld en worden gevolgd.

• Minder kwetsbaarheid

Samenwerking is van belang om (in tijden van bezuiniging) de veerkracht, vervanging en voldoende omvang van de ambtelijke ondersteuning te kunnen blijven waarborgen.

Door het bundelen van de formatie voor beleid, kwaliteit, procesondersteuning, financiële administratie en consulneten is de onderlinge vervanging van functies gewaarborgd. Door het bundelen van deze capaciteit ontstaat volume waardoor er veerkracht is om de in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.

• Krachtige positie

Door samenwerking staan we sterker. Het draagt bij aan een betere informatiepositie en een sterkere lobby naar neven- of bovengeschikte (semi)overheden. En daarmee aan een grote invloedsuitoefening.

Er is een basis gelegd om in de GR Peelgemeenten ook andere lokale taakvelden te kunnen beleggen. De uitvoeringsorganisatie bedient een gebied met plusminus 120.000 inwoners. De informatiepositie van de Peelgemeenten wordt daarmee verstrekt binnen de keten maar ook binnen de overheidsinstanties die een positie innemen.

1.3. Ontwikkelingen GR Peelgemeenten 2017

In het jaar 2017 zijn de kernactiviteiten gericht geweest op de ontvlechting met Helmond en

het bouwen van onze nieuwe organisatie. In 2017 is een solide basis gelegd om in 2018 de

ambities, vastgelegd in het bedrijfsplan, verder vorm te geven. De resultaten van 2017 zullen

worden opgenomen in de jaarrekening en de jaarrapportage 2017.

(15)

5 1.4. Speerpunten 2018 en 2019

Hoewel de kadernota gericht is op het begrotingsjaar 2019 starten diverse ontwikkelingen in 2018 en lopen door tot in 2019. De belangrijkste speerpunten voor 2019 zijn:

1.4.1. Beleidsontwikkeling - algemeen

Het is nadrukkelijk de inzet om samenhang tussen diverse domeinen te bewerkstelligen.

1.4.2. Jeugd

• De invoering van de producten- en dienstencatalogus voor jeugd en het daarbij behorende tarievenstelsel en nieuw contract. Door de invoering van deze catalogus zijn de Peelgemeenten in staat beter te sturen op de kwaliteit van de dienstverlening door de zorgaanbieders. Met de invoering van deze catalogus kan sterker gestuurd worden op de inzet financiële middelen. De 21 gemeenten in Zuidoost Brabant werken intensief samen. Een werkgroep is ingesteld om “knoppen” te ontwikkelen om meer inzicht en sturing te krijgen in de inzet van financiële middelen. De

jeugdprofessionals werkzaam in onze gebiedsteam worden geïnstrueerd om deze catalogus te gebruiken en deze professionals worden in 2018 aangesloten op het geautomatiseerde systemen dat wordt ingezet in de lokale gebiedsteams (c2GO).

• Op inkoop en contractmanagement wordt ook op het aandachtsgebied jeugd met de 21 gemeenten samengewerkt. Daar kan capaciteitsvoordeel uit gehaald worden, maar vraagt zeker de komende 1-2 jaar investeringen om deze samenwerking goed neer te zetten.

• Doorontwikkeling van de jeugdverordening en nadere regels. De huidige verordening en nadere regels dateren van 2014. Gelet op de ontwikkelingen sindsdien is een update nodig. Een update vanwege de nieuwe PDC per 1 januari 2018 maar ook vanwege juridische ontwikkelingen.

1.4.3. Wmo

• Op de middellange termijn worden de Peelgemeenten verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen. Dat wordt een nieuwe forse

decentraliseringsoperatie, waarvoor dan extra capaciteit nodig zal zijn. Voor de korte termijn (2018-2020) is het van belang om goed op dit dossier voor te bereiden en met de centrumgemeente Helmond een gedeelde betrokkenheid vorm te geven in de doorontwikkeling van het onderwerp beschermd wonen, o.a. op de thema’s die in de Ontwikkelagenda samen met de aanbieders zijn benoemd.

• In 2018 is de doorontwikkeling van belang op de integrale aanpak, waaronder afstemming tussen domeinen (Zorgverzekering, WLZ, BMS, Jeugd en Wmo) en afstemming 18+ en 18-.

• Landelijke aanpassing van de eigen bijdrage systematiek CAK (als gevolg van het regeerakkoord) vraagt om een impactanalyse en mogelijk ook aanpassingen in beleid en uitvoering.

• Landelijke doorontwikkeling van het trekkingsrecht PGB brengt een verschuiving in taken met zich mee. Gemeenten worden verantwoordelijk voor een aantal taken die nu bij de SVB zijn belegd, waardoor het proces voor de burger vereenvoudigd wordt.

Deze ontwikkeling vertalen naar de impact op de huidige bedrijfsvoering en interne processen.

1.4.4. BMS

Voor het beleidsveld Bijzondere Bijstand, Minimaregelingen en Schulddienstverlening

hebben de 5 gemeenten, in gezamenlijk overleg, een meerjarenbeleidsprogramma,

inclusief een uitvoeringsprogramma 2018 opgesteld.

(16)

6 De volgende speerpunten zijn voor 2018 vastgelegd:

• vernieuwen van het beleidskader en de beleidsregels schulddienstverlening;

• vereenvoudigen van het Bijzondere Bijstandsbeleid;

• de Omgekeerde toets Bijzondere Bijstand (maatwerk) invoeren;

• een oriëntatie op de invoering van de webshop voor minima in de Peelgemeenten;

• het intensiveren van de lokale samenwerking met de welzijnsinstellingen schulddienstverlening in de Peel;

• vormen van budgetbeheer en budget coaching beschikbaar stellen voor de lokale uitvoering schulddienstverlening;

• starten met een projectmatige aanpak Vroegsignalering schulden.

1.4.5. Handhaving

Beleidsontwikkeling ten aanzien van het tegen gaan van oneigenlijk c.q. onnodig gebruik van Jeugd- en Wmo-middelen: het uitwerken van acties in de preventieve en repressieve sfeer.

1.4.6. Kwaliteit

• In 2017 is vastgesteld dat verbeteringen moeten worden doorgevoerd in de kwaliteit van de dienstverlening aan onze inwoners. In overleg met de vijf gemeenten wordt lokaal tijdelijk extra personele capaciteit ingezet om de dienstverlening in de lokale gebiedsteams te verbeteren. In paragraaf 2.2.1 is gemotiveerd waarom deze tijdelijke extra inzet noodzakelijk is. Voor de consulenten is een opleidingstraject in

voorbereiding, gericht op kennisverbreding en houding en gedrag. In het bedrijfsplan zijn vier sporen vastgelegd om de kwaliteit van de dienstverlening te monitoren. Deze sporen zullen in 2018 verder worden ontwikkeld. De handboeken waarin de

werkprocessen en werkinstructies zijn vastgelegd worden geactualiseerd en geoptimaliseerd.

• De Peelgemeenten hebben KiC (Kwaliteit in Control) van Stimulansz aangeschaft om hierin de interne controle vorm te geven. Een systeem dat veel mogelijkheden biedt om de werkprocessen met betrekking tot de interne controle adequaat te

ondersteunen. Uit de interne controle komen bevindingen en verbeterpunten waarop de organisatie zich de komende jaren kan door ontwikkelen. 2018 zullen de

kwaliteitsmedewerkers met behulp van KiC steekproefsgewijs achteraf de beschikkingen toetsen conform de afspraken vastgelegd in het bedrijfsplan.

1.4.7. Inkoop

• Op inkoop en contractmanagement wordt op het aandachtsgebied jeugd met de 21 gemeenten samengewerkt. Daar kan capaciteitsvoordeel uit gehaald worden, maar vraagt zeker de komende 1-2 jaar investeringen om deze samenwerking goed neer te zetten. Ambtelijke én bestuurlijke discussie over inkoopsamenwerking, structuur, reikwijdte en inkoopmodel.

• Evaluatie en doorontwikkeling van de producten- en diensten catalogus (PDC) én tarieven jeugd (in ieder geval de verblijfstarieven 2018) ), alsmede de afloop van de bijzondere afspraken met enkele grote jeugdaanbieders (B-variant) zal in 2018 en 2019 veel aandacht vragen. Hierbij zal ook de vraag aan de orde komen naar de meest gewenste inkoopstrategie, die in regionaal verband zal worden uitgewerkt.

• Met ingang van 1 april 2018 start het nieuwe contract ‘hulpmiddelen’. De

administratieve implementatie en lokale uitrol zal ook tijdelijk extra aandacht vragen.

• Inkoop Collectieve Aanvullende Verzekering door middel van het vaststellen van een

‘uitsluitend recht’ bij de CZ.

(17)

7 1.4.8. Bedrijfsbureau

Het bedrijfsbureau is eind 2015 geïnstalleerd om voorbereidingen te treffen om vast te stellen of de vijf Peelgemeenten in staat zijn zelfstandig de taken uit te voeren vallende binnen het sociaal domein. In 2016 is door het bedrijfsbureau een businesscase en een bedrijfsplan uitgewerkt. Vervolgens heeft het bedrijfsbureau alle noodzakelijke

voorbereidingen getroffen om met ingang van 1-1-2017 de taken zelfstandig, los van Helmond, uit te voeren.

Oorspronkelijk werden de taken van het bedrijfsbureau ingebracht door de vijf

Peelgemeenten en waren de medewerkers niet in dienst van de GR Peelgemeenten.

In 2017 is besloten om een aantal vitale functies wel onder te brengen in de GR

Peelgemeenten. Onderstaand overzicht laat zien welke functies zijn ingebracht in de GR Peelgemeenten en welke worden geleverd door een van de vijf gemeenten. Dit is de situatie op 01-01-2018.

Bedrijfsbureau Fte In dienst GR

Peelgemeenten

Ingehuurd Geleverd door

Personeelsadviseur 1,0 0,8 0,2

Gemert- Bakel

Salaris- en personeelsadministratie 0,8 0,8

Gemert- Bakel

Financieel adviseur 0,9 0,9

Financiële administratie (op concernniveau) 0,5 0,5 Deurne Control (concerncontrol en business control) 0,5 0,5

Fiscaal advies 0,1 0,1 Asten

Adviseur interne controle 0,5 0,5 Deurne

DIV ondersteuning 0,5 0,5

Gemert- Bakel

I&A adviseur (incl CISO) 1,0 1,0

Gemert- Bakel

Juridisch adviseur 0,5 0,5

Communicatieadviseur/managementadviseur 1,0 1,0

Totaal bedrijfsbureau 7,3 3,7 3,6

De salariskosten van de bedrijfsvoeringstaken zijn opgenomen in de begroting. Het maakt voor de begroting geen verschil of medewerkers in dienst komen van de GR

Peelgemeenten of worden ingekocht bij een van de 5 deelnemende gemeenten. De gemeenten die formatie leveren worden hiervoor gecompenseerd op basis van het aantal fte maal de loonsom van de geleverde formatie.

Het wel of niet overhevelen van deze formatie hangt af van de discussie of er aan de GR Peelgemeenten andere taken worden toegevoegd. Vooralsnog zijn er geen initiatieven om op korte termijn het takenpakket van de GR Peelgemeenten uit te breiden. Dat betekent dat voorlopig vooralsnog de focus van het bedrijfsbureau gericht is op het ondersteunen van de taken die vallen onder het regiem van het sociaal domein. De formatie van het bedrijfsbureau is in 2016 gebaseerd en berekend op de bouw van de GR Peelgemeenten.

Nu de organisatie in een beheerfase is beland is het noodzakelijk om vast te stellen welke formatie structureel nodig is om de ondersteunende taken verantwoord te kunnen

uitvoeren. Het gaat immers om een fors bedrag waarvoor de GR Peelgemeenten

verantwoordelijk is (plusminus 40 miljoen op jaarbasis). De bestaande situatie m.b.t. de

financiële functie is zeer kwetsbaar en verontrustend en vraagt om een herbezinning op

de positie en omvang van het bedrijfsbureau. Voor de zomervakantie wordt onderzocht

(18)

8 welke maatregelen genomen moeten worden om de kwetsbaarheid tot een aanvaardbaar

niveau te reduceren. De onderstaande ontwikkelingen worden daarbij meegenomen.

• de Algemene Verordening Gegevensbescherming waarmee een functionaris gegevensbescherming aangesteld moet worden, in relatie tot o.a. een eventuele privacy officer en de CISO functionaris.

• de doorontwikkeling van de managementrapportages

• de doorontwikkeling van HRM instrumenten

• de doorontwikkeling van risicomanagement en control.

• de evaluatie van de GR 2. Financiële kaders

2.1. Financiële kaders algemeen

De kadernota 2019 vormt de opmaat voor de begroting 2019. De Kadernota 2019 wordt in januari 2018 vastgesteld door het Algemeen Bestuur.

Tijdens de behandeling van de begroting 2017/2018 is gevraagd om te analyseren of en in welke mate de uitvoeringskosten naar beneden kunnen worden bijgesteld. De aanleiding van dat verzoek werd hoofdzakelijk veroorzaakt door de overschrijdingen op de post personeel incidenteel. In deze fase van de ontwikkeling van de GR Peelgemeenten, van

ontwikkelingsfase naar stabilisatiefase, is het te vroeg om nu al de mogelijkheden van bezuinigingen op de uitvoeringskosten te onderzoeken. In het najaar van 2018 wordt geanalyseerd of en in welke mate de kosten van de uitvoeringsorganisatie kunnen worden gereduceerd. De evaluatie van de GR zal dat ook uitwijzen. In de nog te plannen

najaarsconferentie worden de resultaten van de analyse geagendeerd. Mogelijke wijzigingsvoorstellen in de uitvoeringskosten kunnen dan worden meegenomen in de begroting 2019 en 2020.

In 2017 zijn de uitvoeringskosten niet overschreden. Bij het aanbieden van de jaarrekening 2017 wordt verantwoording afgelegd over de uitgaven van de uitvoeringskosten 2017 GR Peelgemeenten.

Door het professionaliseren van de gebiedsteams wordt het beter mogelijk om te sturen op de omvang van de programmakosten, die een omvang hebben van € 40 miljoen. De komende twee jaar wordt daar waar mogelijk ingezet op de reductie van de

programmakosten, echter prioriteit nummer één is beheer op orde. Door het doorvoeren en verder ontwikkelen van de “kantelingsgedachte binnen het sociaal domein” wordt een basis gelegd om de programmakosten te reduceren.

2.2. Effecten beleidspeerpunten op de uitvoeringskosten 2018

De in paragraaf 1.4 beschreven beleidsspeerpunten hebben geen direct effect op de inzet van financiële middelen van de uitvoeringkosten voor het jaar 2018. Een tweetal

ontwikkelingen brengt met zich mee dat de begroting gewijzigd dient te worden.

• Extra budget voor 3 jaar ten behoeve van de tijdelijke inzet van meer formatie voor de consulenten in de gebiedsteams. (zie 2.2.1).

• Structureel budget voor formatie beleidscapaciteit voornamelijk op het terrein van jeugd op basis van eerder gemaakte afspraken. (zie 2.2.2.).

2.2.1 Inzet extra consulenten

De ontwikkelingen (nieuwe wetgeving, nieuwe taken, nieuwe wijze van indiceren

(resultaatgericht), mate van juridisering ten gevolge van ontwikkeling jurisprudentie) binnen het sociaal domein vragen om een verdergaande professionalisering van de consulenten.

Ook vanuit het perspectief van integraal werken (verbreding) is doorontwikkeling van de

(19)

9 functie nodig. Daarnaast is het noodzakelijk om voor een aantal specifieke onderwerpen,

zoals beschermd wonen, deskundigheid op te bouwen.

De afgelopen jaren is niet geïnvesteerd in de kwaliteit van onze consulenten door de volgende omstandigheden:

• De Wmo-consulenten van de vijf gemeenten zijn 1-7-2014 ondergebracht in de

organisatie Peel 6.1. De afgelopen twee jaar hebben onze consulenten gewerkt aan de bouw van Peel 6.1.

• In december 2016 is besloten om de organisatie Peel 6.1 te ontvlechten. Het ontvlechtingsproces heeft een vervelende impact gehad op onze consulenten.

• In 2017 zijn de consulenten in dienst gekomen van de GR Peelgemeenten. De consulenten zijn geplaatst in de lokale gebiedsteams. In 2017 was de focus vooral gericht op het wegwerken van de werkvoorraad ontstaan door de ontvlechting Peel 6.1, de invoering van het dienstverleningsconcept, het werken met andere

informatiesystemen.

De gemeentesecretarissen en de leden van de adviescommissie hebben onderkend dat ontwikkelachterstand is opgelopen bij de medewerkers. Hiervoor is ook een traject uitgezet voor een periode van 3 jaar maar dat neemt niet weg dat er nu tijdelijk een extra kwaliteitsimpuls noodzakelijk is om de dienstverlening op het vereiste niveau te brengen en te houden in de lokale gebiedsteams.

Het is noodzakelijk om in 2018 deze kwaliteitsimpuls zodanig verder te begeleiden dat de consulenten mee kunnen in de veranderingen of tot het inzicht komen dat een andere functie wellicht meer passend is. In 2018 worden de consulenten daarvoor opgeleid en intensief begeleid. Om deze verbeterimpuls mogelijk te maken worden tijdelijk, voor de duur van drie jaar, 4 extra formatieplaatsen ingezet. Binnen die termijn moet de formatie weer op het vastgestelde peil worden teruggebracht. Het is niet reëel om deze kosten te laten drukken op de begroting van de uitvoeringsorganisatie omdat het om achterstallig onderhoud gaat. Feitelijk een geïmporteerd probleem van de gemeente naar de GR wat nu onderkent is en tot een oplossing dient te komen. Deze tijdelijke kosten worden separaat afgerekend met de gemeenten.

In onderstaande tabel zijn de kosten voor de vijf gemeente gespecificeerd.

Tijdelijke inzet extra consulenten

2018 2019 2020

Asten 37.200 37.200 37.200

Deurne 71.100 71.100 71.100

Gemert-Bakel 66.800 66.800 66.800

Laarbeek 48.900 48.900 48.900

Someren 42.400 42.400 42.400

Totaal 266.400 266.400 266.400

2.2.2 Capaciteit eenheid beleid

In het bedrijfsplan is vastgelegd dat de capaciteit van de eenheid beleid ontoereikend is.

Bij het ontwikkelen van Peel 6.1 is een aanzienlijk deel van de beleidscapaciteit voor

Wmo vanuit de gemeenten overgedragen naar Peel 6.1. Deze capaciteit is meegenomen

naar de uitvoeringsorganisatie Peelgemeenten. Van de andere beleidstaken van het

sociaal domein heeft een overheveling van beleidscapaciteit niet plaatsgevonden. Het

gaat dan met name om de beleidscapaciteit voor de jeugdhulp, welke door de 5

gemeenten danwel fysiek danwel in geld zou worden geleverd aan de GR. Om allerlei

(20)

10 redenen is dat niet gelukt maar het effect is wel dat de 5 gemeenten daarmee de GR

tekort doen. De beleidsontwikkeling op het terrein van jeugd loopt achter zowel structureel als incidenteel. In maart 2017 is ambtelijk en bestuurlijk ingestemd met het advies van BMC waarin een duidelijke verdeling is vastgelegd over het lokale beleidsterrein en het regionale beleidsterrein. Op verzoek van de vijf gemeenten is, op basis van het

verdelingsvoorstel van BMC, in beeld gebracht hoeveel beleidscapaciteit vanuit de vijf gemeenten moet worden doorgesluisd naar de Peelgemeenten. Door bureau Berenschot is berekend dat, afhankelijk van het ambitieniveau, tussen 2 en 4 formatieplaatsen moeten worden toegevoegd aan de uitvoeringsorganisatie. In overleg met de vijf gemeenten is overeengekomen om 3 formatieplaatsen in te vullen. Vooralsnog twee structureel en één tijdelijk. In het laatste kwartaal van 2018 wordt bezien of het noodzakelijk is om deze tijdelijke formatie om te zetten naar een structurele

formatieplaats. De vijf gemeenten dragen er zorg voor om binnen de budgetten van het sociaal domein de gevraagde middelen vrij te maken ten behoeve van de begroting van de uitvoeringsorganisatie.

In onderstaande tabel zijn de kosten voor de vijf gemeenten gespecificeerd.

Capaciteit eenheid beleid

2018

Asten 35.200

Deurne 67.200

Gemert-Bakel 63.200

Laarbeek 46.200

Someren 40.000

Totaal 251.800

2.3. Indexering externe kosten

Voor de indexering van de externe kosten wordt aangesloten op de methodiek die wordt gehanteerd voor de vier gemeenschappelijke regelingen die voor de 21 gemeenten van Zuidoost Brabant werken. Hierbij is de hoogte van de indexeringen gebaseerd op de ramingen uit de nieuwste Macro Economische Verkenning (MEV) van het Centraal Planbureau. Hierbij wordt steeds de MEV gehanteerd, die betrekking heeft op het jaar

voorafgaande op het begrotingsjaar. Voor de begroting 2019 baseert Peelgemeenten zich op de MEV die betrekking heeft op 2018. Hiervoor is gekozen omdat de MEV steeds in

september uitkomt en dan betrekking heeft op het aanstaande kalenderjaar.

Het voorstel voor de indexering is gebaseerd op twee indicatoren:

1) loonvoet sector overheid - 2,7%

2) prijs netto materiële overheidsconsumptie (Imoc) – 1,4%

• Loongevoelige externe kosten

Voor de loongevoelige externe kosten wordt uitgegaan van de indicator loonvoet sector overheid - 2,7%.

• Overige externe kosten

Voor de overige externe kosten wordt uitgegaan van de indicator prijsindex netto materiële overheidsconsumptie (Imoc) – 1,4%.

• Loonkosten

De ontwikkeling van de loonkosten voor 2019 is nog onzeker. Peelgemeenten gaat

daarom voor de begroting 2019 uit van een gelijke verhoging van de loonkosten als

er via indexering beschikbaar komt: 2,7% ten opzichte van loonkosten 2018.

(21)

11

• Meerjarenraming

In de meerjarenraming worden de budgetten niet op detailniveau geïndexeerd, maar is een apart budget gereserveerd in de begroting waarmee waar nodig indexeringen kunnen worden toegepast. Deze reservering vindt per programmaproduct plaats, waardoor de daadwerkelijke verhoging van individuele budgetten als administratieve wijziging kan worden uitgevoerd. Daarmee is bestuurlijke goedkeuring niet meer nodig.

De toekenning van de indexering wordt bestuurlijk afgetikt in het AB via de reguliere begrotingscyclus. Indien de indexering niet van toepassing is, valt dit geld weg en wordt de indexering niet automatisch meegenomen in de begroting van volgend jaar.

• Onvoorzien

GR Peelgemeenten bevindt zich nog steeds in bouw en opstartfase, daarom wordt voorgesteld om het bedrag voor onvoorzien dat in het bedrijfsplan is opgenomen, te handhaven in de begroting 2019.

• Rente

GR Peelgemeenten is een uitvoeringsorganisatie, waarbij de uitvoeringskosten voornamelijk betrekking hebben op personeelslasten en bijkomende overhead. In de begroting is slechts een beperkte investering voor hardware van € 170.000

opgenomen.

Omdat de GR wordt gefinancierd via voorschotten die verstrekt worden door de deelnemende gemeenten, hoeft de GR geen leningen af te sluiten. Peelgemeenten heeft hierdoor ook geen rentekosten. Het rentepercentage is 0%.

• Verdeelsleutel

De verdeelsleutel voor de uitvoeringskosten is het inwonertal. Op basis van ervaringscijfers van 2 jaren wordt de verdeelsleutel in 2019 opnieuw bezien.

• Aantal inwoners

Peildatum voor het aantal inwoners is in de gemeenschappelijke regeling vastgesteld

op 1-1 van jaar voorafgaande aan het betreffende begrotingsjaar (t-1). Voor de

begroting 2019 gelden de inwoner aantallen per 1-1-2018.

(22)

12 Omdat nu nog niet duidelijk is, wat het aantal inwoners per 1-1-2018 is, wordt in de

kaders begroting 2019 het aantal inwoners per 1-1-2017 aangehouden, verhoogd met 0,4%. De voorlopige aantallen inwoners per 1-1-2018 zijn:

Aantal inwoners 01-01-17 01-01-18

Asten 16.714 16.781

Deurne 31.933 32.061

Gemert-Bakel 30.024 30.144 Laarbeek 21.942 22.030 Someren 19.036 19.112 Totaal 119.649 120.128

Begin 2018 zullen de inwoners per 1-1-2018 worden opgevraagd, en zullen de

definitieve aantallen worden opgenomen in de begroting 2019.

(23)

2018025933*

RAADSVOORSTEL

(via commissie) BIJ ZAAKNUMMER: 2018025751

AGENDANUMMER: 6 COMMISSIE Burgers op 23 mei 2018

Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering

van:

Agenda- nummer:

p.h.:

Zienswijze 1e concept ondernemingsplan

Senzer 2019 -4- 5 juni 2018 18.06. JS

de raad

van de gemeente Asten

Samenvatting

Op 12 april 2018 heeft het Dagelijks bestuur (DB) van Senzer het 1e conceptondernemingsplan 2019 aangeboden aan de 7 gemeenteraden die deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling Werkbedrijf Atlant De Peel. De raden worden gevraagd begin juni hierop een zienswijze te geven.

Beslispunten

Wij stellen u voor een zienswijze te geven op het 1e concept ondernemingsplan 2019 van Senzer op basis van onderstaand voorstel.

Inleiding

Senzer voert voor de gemeente Asten de Participatiewet uit. De basis voor deze uitvoering is de gemeenschappelijke regeling Werkbedrijf Atlant De Peel. Jaarlijks wordt door Senzer een

ondernemingsplan en een begroting opgesteld. Dit gebeurt via een vaste beleidscyclus.

Bij het opstellen van het conceptondernemingsplan 2019 is rekening gehouden met de zienswijzen op de kaderbrief 2019 (zie matrix: AST 2018/25748) en de input tijdens de voorjaarsconferentie van 26 februari 2019.

Samenvatting zienswijze kaderbrief 2019 gemeente Asten:

1. Doelmatigheid boven rechtmatigheid:

De gemeente Asten staat achter een uitstroomgerichte werkwijze. Voorwaarden:

- uitkeringen worden rechtmatig verstrekt;

- medewerkers worden voldoende meegenomen in het veranderingsproces.

Dit onderwerp staat opnieuw in het conceptondernemingsplan 2019 (hfdst. 1.1) en behoeft naar onze mening doorlopend aandacht.

2. Loonkostensubsidie versus loondispensatie:

Wij willen op de hoogte gehouden worden van de lobby die Senzer samen met haar partners is gestart om loondispensatie geen doorgang te laten vinden. Daarnaast hebben wij Senzer gevraagd te anticiperen op de plannen van het rijk. In hoofdstuk 1.2 van het conceptondernemingsplan wordt dit onderwerp verder uitgelicht en is de meest recente informatie toegevoegd.

3. 0-30% arbeidspotentieel:

(24)

2/4 Naar onze mening moet Senzer ten aanzien van de doelmatigheid verantwoordelijk blijven voor alle uitkeringsgerechtigden. Dus ook als er sprake is van een beperkt of ontbrekend arbeidsvermogen.

Dit staat niet in de weg dat Senzer intensief samenwerkt met lokale partners. In het

conceptondernemingsplan 2019 (hfdst. 1.3) wordt een nieuwe aanpak omschreven, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen casus- en procesregie. De voorgestelde werkwijze biedt naar onze mening voldoende ruimte om hier lokaal invulling aan te geven.

4. Statushouders:

De gemeente Asten is voorstander van een integrale aanpak en een vroegtijdige focus op werk.

Wel vinden wij de aanpak zoals verwoord in de kaderbrief dwingend naar de andere partijen toe.

Hoofdstuk 1.6 van het conceptondernemingsplan gaat hier genuanceerder op in.

Tot slot hebben wij Senzer gevraagd extra inspanningen te leveren op de uitstroom van

statushouders, aangezien hun aandeel in het uitkeringsbestand opvallend hoog is. Dit punt komt in het conceptondernemingsplan verder niet terug.

Samenvatting voorjaarsbijeenkomst 2019:

1. Loondispensatie

Ondanks de negatieve reacties in heel het land, blijft de staatssecretaris bij het voornemen om loondispensatie in te voeren. De regeling moet door het rijk nog verder uitgewerkt worden. De exacte gevolgen voor Senzer zijn daardoor moeilijk in te schatten.

2. Resultaten her-screening

De helft van de groep maatschappelijke deelname blijkt géén arbeidspotentieel te hebben (<30%).

Voor deze groep is een specialistische aanpak nodig. Senzer gaat in overleg met lokale partners om de overdracht van deze groep uit te werken. Regio breed gaat het om ± 1.800 personen. Het aantal voor specifiek Asten is niet bekend.

Wat willen we bereiken

Voorgestelde zienswijze Ondernemingsplan 2019 1. Doelmatigheid versus rechtmatigheid:

De gemeente Asten deelt de visie dat rechtmatigheid ten dienste moet staan van doelmatigheid. Bij dit veranderingsproces moet Senzer haar medewerkers voldoende meenemen. Ook moet zij

voldoende interne veiligheid waarborgen, zodat medewerkers zich vrij voelen om deze omslag te maken. Wij willen graag dat de resultaten van dit traject goed gemonitord worden.

2. 0-30% arbeidspotentieel:

De gemeente Asten staat achter het principe om bij de aanpak van deze doelgroep een onderscheid te maken tussen casus- en procesregie. De werkwijze zoals nu omschreven sluit beter aan bij onze lokale werkwijze binnen het Sociaal Domein. Deze is gestoeld op een individuele en integrale benadering, waarbij intensief wordt samengewerkt met netwerkpartners, afhankelijk van de benodigde expertise.

Met name de rol van procesregisseur wordt door de gemeenten verschillend geïnterpreteerd. De gemeente Asten vindt dat procesregie gericht moet zijn op zowel rechtmatigheid als doelmatigheid.

Senzer moet betrokken blijven bij de doelgroep, ook als het om doelmatigheid gaat. Wij vragen Senzer de rol van procesregisseur vanuit dit perspectief nader uit te werken. Verder willen wij dat Senzer bij het maken van werkafspraken met lokale partners insteekt op een gefaseerde

overdracht. Wij vragen Senzer hiertoe het aantal personen om wie het gaat aan ons door te geven evenals een korte omschrijving van de doelgroep en de ondersteuningsbehoefte. Vervolgens maken we lokaal afspraken over de prioritering. Graag willen wij over de voortgang van de overdracht op de hoogte gehouden worden.

In ruil voor deze overdracht, vragen wij Senzer zich flexibel op te stellen binnen het gebiedsteam van de gemeente, waarvan zij zelf onderdeel uitmaakt. Dit betekent dat als er vanuit de andere partners vragen ten aanzien van werk of inkomen zijn, Senzer haar expertise kosteloos inzet en

(25)

3/4 deze partners ondersteunt. Ook al gaat het om mensen die niet direct tot de eigen doelgroep

behoren. Bijvoorbeeld jongeren van 16-17 jaar. Pas dan is sprake van een volledige integrale aanpak die wij vanuit ons gebiedsteam in sterke mate nastreven.

3. Statushouders:

De gemeente Asten vindt het belangrijk dat Senzer intensief samenwerkt met lokale partners, waaronder vluchtelingenwerk (Onis Welzijn). Wij vragen Senzer in dat kader de begrippen

voortrekkersrol en regiefunctie beter te omschrijven. Het heeft hierbij onze voorkeur in te steken op de voortrekkersrol, aangezien vanuit deze rol samenwerking op basis van gelijkwaardigheid beter mogelijk is.

Daarnaast vragen wij Senzer opnieuw, gezien het hoge percentage statushouders in ons totale uitkeringsbestand, extra inzet te plegen op deze groep.

4. Prestatieafspraken:

De gemeente Asten is voorstander van het samen opstellen van prestatieafspraken. Deze

afspraken moeten vervolgens worden uitgewerkt in meetbare prestatie-indicatoren. De resultaten zien wij graag terug in de kwartaalrapportages. Bij afwijking vragen wij ook inzicht in de

indicatoren, zodat oorzaken beter zichtbaar worden en tijdig bijsturing kan plaatsvinden.

Wat gaan we daarvoor doen

Een zienswijze indienen, zodat we aan de voorkant richting kunnen geven aan de beleidsvoornemens en -uitgangspunten van Senzer.

Na ontvangst van alle zienswijzen past Senzer het conceptondernemingsplan 2019 aan. De aangepaste versie wordt vóór 15 juli 2017 verstuurd naar de Provincie.

Risico’s

De meerjarenbegroting van Senzer is sluitend. In 2019 is het resultaat op € 0,= begroot. In 2020 zien we een gering positief resultaat, dat zich in 2021 verder ontwikkelt. Omdat de BUIG-

uitkeringen een groot aandeel hebben in de totale lasten, is de daadwerkelijke ontwikkeling van het uitkeringsbestand van groot belang. De uitgangspunten hierbij zijn ambitieus (daling

uitkeringsbestand met 5,9% over een tijdsbestek van 3 jaar), waardoor sprake is van een reëel aanwezig risico.

Daarnaast spelen er diverse ontwikkelingen op landelijk niveau waarvan de gevolgen op de begroting van Senzer nog niet bekend zijn, zoals ontwikkeling rijksbudget, invoering loondispensatie, mogelijke terugvordering middelen Beschut Werk en aanpassingen

Inburgeringswet. Als gevolg hiervan zal in 2018 een herbezinning en herberekening plaatsvinden op het weerstandsvermogen in relatie tot de risico’s. De verwachting op dit moment is dat de algemene reserve toereikend is om de risico’s af te dekken.

Communicatie

Na vaststelling van de zienswijze wordt deze schriftelijk verstuurd naar het AB van Senzer.

Wat mag het kosten

De overdracht van personen met een arbeidsvermogen < 30% naar lokale partners heeft mogelijk financiële consequenties voor onze eigen begroting. Afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte kan een groter beroep op het team WMO worden gedaan voor wat betreft de begeleiding van deze groep. Door sturing te geven aan de wijze waarop Senzer lokaal afspraken maakt hierover, verwachten wij deze kosten te kunnen beperken.

Bijlage(n)/ter inzage (incl. AST-nr)

1. Aanbiedingsbrief 1e concept ondernemingsplan 2019 Senzer (AST 2018024052)

2. 1e Concept ondernemingsplan inclusief begroting 2019 Senzer (AST 2018017012) 3. Matrix zienswijzen gemeenten op Kaderbrief 2019 Senzer (AST 2018025748)

d.vandijck@asten.nl

(26)

RAADSBESLUIT

Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer:

Zienswijze 1e concept ondernemingsplan Senzer 2019 5 juni 2018 18.06.

De raad van de gemeente Asten;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 mei 2018 met zaaknummer 2018025751;

gehoord het advies van de commissie Burgers van 23 mei 2018;

besluit:

in te stemmen met de voorgestelde zienswijze over het 1e concept ondernemingsplan 2019 van Senzer en deze kenbaar te maken aan het bestuur.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten van 5 juni 2018.

De raad voornoemd,

griffier, voorzitter,

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans mr. H.G. Vos

(27)

g senzer

Gemeente Asten T.a.v. de raad Postbus 290 5720 AG ASTEN

OtZMEENTEASTEN

in':K.‘kc;rTif:n

1 6 APR Z01B

Senzer

Postbus 272 5700HG Helmond

t.0492582444

Datum Onskenmerk Uwkenmerk Referentie

12april2018

BJZ/JvB/RW/ev/18022

18022

Contactpersoon Dhr.Drs.LG.M.Walenberg Telefoonnummer 0492-582579

E-mail r.walenberg@senzer.nl Locatie Montgomeryplein6,Helmond

Onderwerp 1® Concept Ondernemingsplan Senzer 2019

Geachte raad,

Zoals bekend neemt uw gemeente deel aan de gemeenschappelijke regeling Werkbedrijf Atlant De Peel handelend onder de naam Senzer.

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 35 lid 1 Wgr zendt het Dagelijks bestuur van Senzer u bijgaand de ontwerpbegroting genaamd "1® concept Ondernemingsplan 2019 inclusief

meerjarenperspectief' voordat deze aan het Algemeen bestuur van Senzer wordt aangeboden. Dit eerste concept Ondernemingsplan 2019 bevat de kaders van het beleid en de financiële kaders. Bij de totstandkoming is rekening gehouden met de ontvangen reacties op de Kaderbrief 2018 en de input tijdens de voorjaarsconferentie van 26 februari 2018. Graag vernemen wij tijdig uw zienswijze dienaangaande, bij voorkeur uiterliJk in de eerste week van Juni 2018, opdat het Dagelijks bestuur deze kan verwerken en kan aanbieden aan het Algemeen bestuur.

Financiële kader

In dit eerste concept Ondernemingsplan 2019 zijn de financieel uitgangspunten zoals verwoord in het meerjarenperspectief van het Ondernemingsplan 2018 overgenomen. Het Ondernemingsplan 2018 is in december 2017 vastgesteld en bijgewerkt met alle informatie welke beschikbaar was tot en met november 2018. Er hebben zich sindsdien geen noemenswaardige en berekenbare wijzigingen voorgedaan. Daarnaast constateert Senzer dat er nog diverse onduidelijkheden zijn waar het gaat om interpretatie van het Regeerakkoord, de gemeentelijke verkiezingen en de meicirculaire, die met name duidelijkheid zal moet geven over de te ontvangen subsidies van het Rijk. Ook verwacht Senzer de komende maanden een nadere uitleg en interpretatie van de Staatssecretaris met betrekking op het Regeerakkoord. Dit zijn belangrijke aanvullingen op de Participatiewet en daarmee op het toekomstige beleid van Senzer. Op dit moment is niet aan te geven wat de komende aanvullingen voor gevolgen zullen hebben voor het Ondernemingsplan en de begroting 2019.

KvK: 17264964

BTLU: 010035.30.486.B03 IBHn: nL66RHB00127476849 ujujuj.senzer.nl

(28)

gsenzer

SenzerPostbus 272

5700AG Helmond

t.0492582444

Voorjaarsconferentie

Tijdens de voorjaarsconferentie heeft Senzer een korte terugblik gegeven op de resultaten van 2017.

Tevens is ingegaan op de status van de invoering van het instrument loondispensatie, ter vervanging van de huidige loonkostensubsidie. Dit is in het Regeerakkoord opgenomen. Op hoofdlijnen is aangegeven wat de gevolgen kunnen zijn. Dit voorstel in het Regeerakkoord heeft echter landelijk zoveel reacties opgeroepen dat de Staatssecretaris inmiddels een nadere toelichting heeft

uitgewerkt. Op 27 maart jongstleden heeft zij daartoe een hoofdlijnennotitie 'Loondispensatie Participatiewet' naar de Tweede Kamer verzonden. In deze hoofdlijnennotitie wordt aangegeven dat de Staatssecretaris bij haar voornemen blijft om het instrument loonkostensubsidie te gaan

vervangen door loondispensatie. In de notitie wordt een eerste uitwerking gegeven van de toepassing van loondispensatie. Hieruit blijkt dat voor uitkeringsgerechtigden meer werken inderdaad meer gaat lonen. Bij loonkostensubsidie wordt werken voor uitkeringsgerechtigden lonend op het moment dat de inkomsten meer bedragen dan de voor de persoon geldende

bijstandnorm. Bij loondispensatie geldt dat elk gewerkt uur voor uitkeringsgerechtigden meer lonend is dan de voor de persoon geldende bijstandsnorm. Wat de gevolgen van deze omzetting in financiële zin voor gemeenten gaat zijn, is nog onvoldoende duidelijk. Derhalve kan Senzer op dit moment de financiële gevolgen nog onvoldoende inschatten. Daarom is in de voorliggende eerste concept begroting hiermee nog geen rekening gehouden.

Senzer heeft stilgestaan bij de eerste herscreening van de 3.600 uitkeringsgerechtigden die al langere tijd in de uitkering zitten en conform de voormalige WWB onder maatschappelijke deelname vielen.

De eerste grote groep uitkeringsgerechtigden (circa 1.400 burgers) zijn gescreend op hun afstand tot de arbeidsmarkt. De Participatiewet gaat uit van het aanwezige arbeidspotentieel. Uit de eerste screening blijkt dat circa de helft van het herscreende bestand beschikt over arbeidspotentieel dat ligt tussen de 30 - 80%. Zij vallen wat de Participatiewet betreft onder werkzoekenden die, eventueel met subsidie, inzetbaar zijn richting werk. Dit op zich is een goed resultaat.

Uit de herscreeningen blijkt echter ook dat deze groep werkzoekenden gekenmerkt wordt door één of meerdere belemmeringen. In de voorjaarsconferentie is gesproken over deze belemmeringen en hoe hiermee om te gaan. De algemene conclusie daarbij is dat de aanpak van belemmeringen in relatie tot bemiddeling naar werk een moeilijke en specialistische materie is. De verkenning welke rol hiervoor is weggelegd voor Senzer heeft opgeleverd dat we hierin met name de specialistische organisaties hun verantwoordelijkheid willen laten nemen. Er is voor Senzer een regierol weggelegd omdat de aanwezigheid van werkpotentieel aan de orde is. In die zin is er een nadrukkelijk

aandachtsgebied voor Senzer om dit verder vorm te geven, in overleg en in samenwerking met de betreffende partners.

KvK: 17264964 BTUU: nL0035.30.486.B03 IBRn: nL66RflB00127476849 ujuuiij.senzer.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Brief van 14-5-2018, Stichting PlatOO bestuur voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs: Jaarrekening 20174. Stand van zaken bestuursopdracht realisatie gemeenschapshuis Asten,

Uitgangspunten: Gemeente heeft regie; Locatie is Patersklooster of Klepel; Voldoende draagvlak onder de beoogde gebruikers; Samenwerking met stichtingsbesturen, verenigingen en

In deze kadernota worden de beleidsmatige en financiële kaders voor de begroting 2019 vastgelegd.. De volgende aspecten worden in de

Peelgemeenten 2019 die in april2018 u wordt aangeboden. ln deze kadernota worden de beleidsmatige en financiële kaders voor de begroting 2019 vastgelegd... De volgende

In deze kadernota worden de beleidsmatige en financiële kaders voor de begroting 2019 vastgelegd.. De indieningstermijn van de beleidsmatige en financiële kaders is geregeld in

In deze kadernota worden de beleidsmatige en financiële kaders voor de begroting 2019 vastgelegd.. De volgende aspecten worden in de

ln bijlage E &#34;Notitie Algemene Reserve&#34; van deel 2 van deze Beleidsnotitie wordt weergegeven dat de AB' s van de 4 grote Gemeenschappelijke Regelingen

Brief van 21-3-2018, Stichting PlatOO bestuur voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs: Verzoek om accoord bindende voordracht lid Raad van Toezicht.. Brief van