2018024330*
RAADSVOORSTEL
(via commissie) BIJ ZAAKNUMMER: 2018020445AGENDANUMMER: 5 COMMISSIE Burgers op 23 mei 2018
Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering
van:
Agenda- nummer:
p.h.:
Kadernota 2019 en begrotingswijziging 2018
Peelgemeenten -4- 5 juni 2018 18.06. JS
de raad
van de gemeente Asten
Samenvatting
Op 20 maart 2018 ontvingen wij de Kadernota 2019 en de eerste begrotingswijziging 2018 Peelgemeenten.
1. Kadernota 2019
De Kadernota 2019 is de opmaat voor de begroting 2019. Hierin worden de beleidsmatige en financiële kaders voor de begroting 2019 vastgelegd. De leden van de Adviescommissie hebben op 8 maart 2018 ingestemd met de kadernota. Direct daarna is de kadernota vastgesteld door het Dagelijks bestuur en het Algemeen bestuur van de GR Peelgemeenten. In deze kadernota worden de beleidsmatige en financiële kaders voor de begroting 2019 vastgelegd.
De volgende aspecten worden in de kadernota toegelicht:
Hoofdstuk 1 : Beleidskaders
Een korte terugblik op het bedrijfsplan en de wijze waarop in de uitvoeringsorganisatie invulling wordt gegeven aan de kwaliteitscriteria die zijn vastgelegd in het bedrijfsplan van de
uitvoeringsorganisatie. De beleidsspeerpunten voor 2018 en 2019 voor de taakvelden van de uitvoeringsorganisatie zijn opgenomen. Hoewel de kadernota gericht is op het begrotingsjaar 2019 starten diverse ontwikkelingen in 2018 en lopen door tot in 2019. Daarom zijn deze speerpunten vastgelegd in de kadernota 2019.
Hoofdstuk 2: Financiële kaders
De uitvoeringkosten zijn in 2017 niet overschreden.
Bij het aanbieden van de jaarrekening 2017 van de uitvoeringsorganisatie wordt verantwoording afgelegd over de inzet van de financiële middelen. In het najaar van 2018 wordt geanalyseerd of en in welke mate de kosten van de uitvoeringsorganisatie kunnen worden gereduceerd. In de nog te plannen najaar conferentie worden de resultaten van de analyse geagendeerd. Mogelijke wijzigingsvoorstellen in de uitvoeringskosten kunnen dan worden meegenomen in de begrotingen 2019 en 2020. ln de nota is een indexering uitgewerkt van de externe kosten.
Daarnaast zijn een tweetal ontwikkelingen beschreven die met zich mee brengen dat de begroting gewijzigd dient te worden.
2/4 Voorstel zienswijze Kadernota 2019 gemeente Asten
Wij onderschrijven de geschetste beleidsmatige- en financiële kaders en de benoemde speerpunten. Wij zien evenwel enkele belangrijke belemmeringen die het inlopen van de
geconstateerde ontwikkelachterstand bij de medewerkers in de weg staan. Het gaat dan met name om de positionering en facilitering van de gezins- en jongerencoaches, die in het meest turbulente domein hun werk moeten doen. Wij pleiten voor snelle besluitvorming en actie op deze twee punten, zodat er per 1 januari 2019 de nodige rust en duidelijkheid is, en de competenties van de coaches optimaal ingezet kunnen worden. Wij verwachten dat meer tijd voor inhoud, gebruik van voorliggende (lokale) voorzieningen en het ontwikkelen van een integrale werkwijze in het
gebiedsteam en het lokaal sociaal netwerk uiteindelijk ook resultaten genereren die invloed hebben op de financiële uitdagingen waar wij de komende jaren voor staan.
2. Eerste begrotingswijziging 2018
De eerste begrotingswijziging 2018 vloeit voort uit de vaststelling van de Kadernota 2019, immers een tweetal ontwikkelingen in de kadernota 2019 vragen om een begrotingswijziging 2018. Dit betreffen de uitbreiding van formatie consulenten (incidenteel voor 3 jaar en de formatie
beleid (twee fte structureel en één fte incidenteel in 2018 en 2019). De begrotingswijziging is als bijlage bijgevoegd.
Op basis van de Gemeenschappelijke Regeling, artikel 34, stelt het Dagelijks bestuur de
begrotingswijziging op. Deze wordt minimaal acht weken voordat deze wordt vastgesteld door het Algemeen bestuur aan de raden van de deelnemende gemeenten gezonden, zodat zij daarop hun zienswijze kenbaar kunnen maken.
Voorstel zienswijze eerste begrotingswijziging 2018 gemeente Asten
Wij adviseren in te stemmen met onderstaande onderbouwing van de eerste begrotingswijziging en geen afwijkende zienswijze in te dienen.
1. Tijdelijke uitbreiding van formatie voor consulenten in de gebiedsteams voor de duur van drie jaar. Ambtelijk en bestuurlijk is vastgesteld dat het noodzakelijk is om de capaciteit tijdelijk uit te breiden om de dienstverlening op het vereiste niveau te krijgen. Een onderbouwing voor deze tijdelijke inzet is in de kadernota uitgewerkt.
2. Onder Peel 6.1 was de beleidscapaciteit voor de Wet maatschappelijke ondersteuning
overgedragen van de vijf gemeenten naar Peel 6.1. Voor de andere beleidsvelden is de formatie niet overgedragen. Ambtelijk en bestuurlijk is begin 2017 een verdeling vastgesteld tussen de lokale en de regionale beleidsvelden. Op grond van deze verdeling is door bureau Berenschot een berekening gemaakt van de benodigde regionale beleidscapaciteit. De kosten hiervan zijn verwerkt in de kadernota 2019. De vijf gemeenten dragen er zorg voor om binnen de
gemeentelijke begroting de gevraagde middelen vrij te maken ten behoeve van de begroting van de uitvoeringsorganisatie. In feite betreft het hier een verschuiving van de formatie van lokaal naar bovenlokaal.
Beslispunten
De zienswijzen met betrekking tot de Kadernota 2019 en de begrotingswijziging 2018 Peelgemeenten indienen bij het bestuur van de GR Peelgemeenten.
Inleiding
Zie samenvatting.
Wat willen we bereiken Indienen zienswijzen.
Wat gaan we daarvoor doen Indienen zienswijzen.
Mogelijke alternatieven Geen.
3/4 Risico’s
N.v.t.
Communicatie N.v.t.
Wat mag het kosten
De extra kosten kunnen grotendeels worden gedekt uit de beschikbare formatie Sociaal Domein (budget salariskosten) van Asten.
Voor indexering is een stelpost opgenomen in de meerjarenbegroting, dus hiervoor is dekking.
Voor 2018 en 2019 is aanvullend een extra incidenteel bedrag nodig van € 13.400,=.
Voor 2018 zullen wij u dit voorleggen bij de tussentijdse rapportage voorjaar 2018 (dekking uit de post onvoorzien incidenteel) en voor 2019 bij de voorjaarsnota (dekking uit de reserve eenmalige bestedingen).
Bijlage(n)/ter inzage (incl. AST-nr)
1. 2018017262: 1e begrotingswijziging 2018 Peelgemeenten 2. 2018017163: 1e wijziging op de begroting 2018 Peelgemeenten 3. 2018017156: Kadernota 2019 Peelgemeenten
p.baudoin@asten.nl
RAADSBESLUIT
Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer:
Kadernota 2019 en begrotingswijziging 2018
Peelgemeenten 5 juni 2018 18.06.
De raad van de gemeente Asten;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 april 2018 met zaaknummer 2018020445 ;
gehoord het advies van de commissie Burgers van 23 mei 2018;
besluit:
de zienswijzen met betrekking tot de Kadernota 2019 en de begrotingswijziging 2018 Peelgemeenten in te dienen bij het bestuur van de GR Peelgemeenten.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten van 5 juni 2018.
De raad voornoemd,
griffier, voorzitter,
mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans mr. H.G. Vos
gemeenten
Gemeenteraden Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek en Someren
Deurne, 19 maart 2018
Onderuverp: kadernota 2019 I eerste begrotingswijziging 201
I
Geachte gemeenteraden,
Hierbij
ontvangt
uter
kennisnamede Kadernota
2019 en ter zienswijze de eerste beg rotingswijziging
201 8.Kadernota
2019Het
Algemeen
Bestuurvan de Peelgemeenten
biedt u deze eerste kadernotater
informatie aan Deze kadernota dientter
voorbereiding opde
ontwikkelingvan de
ontwerpbegrotingPeelgemeenten
2019 die in april2018
uwordt aangeboden.
ln deze kadernotaworden
de beleidsmatige enfinanciële
kadersvoor de
begroting 2019 vastgelegd.De volgende
aspecten worden
in dekadernota
toegelicht:Hoofdstuk
1: Beleidskaders
Een korte
terugblik op
het bedrijfsplan en de wijzewaarop
inde
uitvoeringsorganisatie invullingwordt
gegeven aande
kwaliteitscriteria diezijn vastgelegd
in het bedrijfsplan van deuitvoeringsorganisatie.
De beleidsspeerpuntenvoor
2018 en 2019 voor de taakveldenvan
de uitvoeringsorganisatiezijn
opgenomen. Hoewelde
kadernota gericht isop
het begrotingsjaar 2019 starten diverseontwikkelingen
in 2018en lopen
doortot
in2019.
Daaromzijn
deze speerpunten vastgelegd inde kadernota
2019.Hoofdstuk 2:
Financiële
kadersDe uitvoeringkosten
zijn
in2017
nietoverschreden.
Bij het aanbieden van dejaarrekening
2017 vande uitvoeringsorganisatie
wordtverantwoording
afgelegd over de inzet van de financiële middelen.ln het najaar
van 2018wordt geanalyseerd
ofen
inwelke
matede
kostenvan
deuitvoeringsorganisatie
kunnen wordengereduceerd.
lnde
nogte
plannen najaarsconferentie wordende resultaten van de
analysegeagendeerd.
Mogelijkewijzigingsvoorstellen
in deuitvoeringskosten kunnen dan worden
meegenomen
inde
begroting 2019 en2020.ln de
nota iseen
indexering uitgewerktvan
deexterne
kosten.Daarnaast
zijn
eentweetal ontwikkelingen
beschrevendie
metzich mee
brengen datde
begroting gewijzigd dientte
worden:1) ïijdelijke uitbreiding
van formatievoor consulenten
in de gebiedsteamsvoor de
duur van driejaar. Ambtelijk en
bestuurlijk isvastgesteld dat
het noodzakelijk is omde
capaciteittijdelijk
uitte breiden
om dedienstverlening
op hetvereiste
niveaute krijgen.
Eenonderbouwing voor
dezetijdelijke inzet is
in dekadernota
uitgewerkt.2) Onder
Peel 6.1was de
beleidscapaciteitvoor
deWet
maatschappelijke ondersteuningovergedragen van
de vijfgemeenten naar
Peel 6.1 . Voorde
anderebeleidsvelden
is deformatie
niet overgedragen. Ambtelijken
bestuurlijk is begin2017
een verdelingvastgesteld tussen
de
lokale ende
regionale beleidsvelden. Op grond van dezeverdeling
isdoor
bureau Berenschot een berekening gemaakt vande
benodigde regionalebeleidsuapaciteit. De kosten hiervarr zijrr
verwerkt
irrde
kadernota 2019. Devijf
genreenten dragenet zotg
voor om binnen degemeentelijke
begroting de gevraagde middelen vrij te makenten
behoeve vande
begroting vande
uitvoeringsorganisatie. lnfeite betreft
het hier een verschuivingvan
de formatievan
lokaal naar bovenlokaalwaardoor
dit budgetneutraal kanworden
uitgevoerd.Eerste begrotingswijziging
201I
De eerste begrotingswijziging 2018 vloeit
voort
uit de vaststelling vande Kadernota2Ol9,
immers een tweetal ontwikkelingen in dekadernota2019 vragen
om een begrotingswijziging2018.
D¡t betreffen de uitbreiding van formatieconsulenten
(incidenteelvoor
3 jaar € 266.400)en
de formatie beleid (tweefte
structureelen
éénfte
incidenteel in 2018 en2019).
Debegrotingswijziging
is als bijlage bijgevoegd.Op
basis vande
Gemeenschappelijke Regeling, artikel 34,stelt
het Dagelijks bestuur debegrotingswijziging
op.
Dezewordt
minimaal acht wekenvoordat
deze wordtvastgesteld door
hetAlgemeen
bestuur aande
raden van de deelnemende gemeenten gezonden,zodat
zijdaarop
hunzienswijze
kenbaar kunnen maken. Wijverzoeken
u vóór21
mei2018
uw zienswijzete geven
over de eerstebegrotingswijziging
2018. Uw reactiewordt,
in het kader van de vaststellingvan
deeerste
begrotingswijziging 2018, behandeld in hetAlgemeen
bestuurvan
18juni
2018.Vragen?
Heeft u nog
vragen
dan kunt u contactopnemen
met HarryWoltring.
Hij is þereikbaar optelefoonnummer 06
1476 0710.Met vriendelijke groet,
Namens het
Algemeen
bestuur van deGemeenschappelijke
regeling Peelgemeenten,H.J. Woltring
Secretaris
GR
PeelgemeentenPagina 2 van 2
Peelgemeenten is een samenwerking van de gemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek en Someren
Eerste wijziging op de begroting 2018 Peelgemeenten
Het Algemeen bestuur van openbaar lichaam Peelgemeenten;
Gezien het voorstel van het Dagelijks bestuur van Peelgemeenten van 15-3-2018 inzake de eerste begrotingswijziging 2018
Peelgemeenten
Gelet op:
- Artikel 212 van de Gemeentewet
- De gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Peelgemeenten - De financiële verordening Peelgemeenten
Besluit
In te stemmen met de eerste wijziging op de begroting 2018 Peelgemeenten.
De eerste wijziging op de begroting 2018 Peelgemeenten houdt in dat de consequenties van de kadernota 2019 als de eerste begrotingswijziging worden verwerkt in de begroting 2018.
Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen bestuur van openbaar lichaam Peelgemeenten op 18 juni 2018.
De voorzitter, de secretaris
De heer H.J. Mak De heer H.J. Woltring
2
Bijlage 1
ewijziging begroting 2018
Begroting
primair 2018
1e wijziging 2018 structureel
1e wijziging 2018 incidenteel
Begroting na wijziging 2018
Taakveld Omschrijving taakveld
SD loonkosten Wmo 2.322.500 266.400 2.588.900 6.2 Wijkteams SD loonkosten Jeugd 357.500 167.800 83.900 609.200 6.2 Wijkteams SD Loonkosten
Minimabeleid 213.500 213.500 6.3 Inkomensregelingen
SD Loonkosten
Schulddienstverlening 355.900 355.900 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+
SD dvo bijzondere
bijstand 517.100 517.100 6.3 Inkomensregelingen
0
Totaal Sociaal
Domein 3.766.500 167.800 350.300 4.284.600
Overhead loonkosten 1.286.800 1.286.800 0.4 Overhead Overhead
automatisering 478.800 478.800 0.4 Overhead
Overhead huisvesting 95.100 95.100 0.4 Overhead
Overhead overig 132.500 132.500 0.4 Overhead
0
Totale Overhead 1.993.200 0 0 1.993.200
Onvoorzien 105.700 105.700 0.8 Overige baten en lasten
Totaal Onvoorzien 105.700 0 0 105.700
Totaal lasten 5.865.400 251.700 266.400 6.383.500
Baten
Bijdragen gemeenten
Wmo 3.616.700 266.400 3.883.100 6.2 Wijkteams
Bijdragen gemeenten
Jeugd 556.700 167.800 83.900 808.400 6.2 Wijkteams
Bijdragen gemeenten
Minimabeleid 332.500 332.500 6.3 Inkomensregelingen
Bijdragen gemeenten
Bijzondere Bijstand 554.200 554.200 6.3 Inkomensregelingen Bijdragen gemeenten
Schulddienstverlening 805.300 805.300 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+
Totaal baten 5.865.400 251.700 350.300 6.383.500
Saldo 0 0 0
3
Inwonerbijdrage
Begroting primair 2018
1e wijziging 2018 structureel
1e wijziging 2018 incidenteel
Begroting na wijziging 2018
Asten 817.700 23.400 48.800 889.900
Deurne 1.571.400 44.900 93.900 1.710.200
Gemert-Bakel 1.461.700 41.800 87.300 1.590.800
Laarbeek 1.082.200 31.000 64.600 1.177.800
Someren 932.400 26.700 55.700 1.014.800
Totaal 5.865.400 167.800 350.300 6.383.500
Toelichting
Het effect van de kadernota 2019 op de begroting 2018 ontstaat door een wijziging op de begroting op de post SD Loonkosten WMO en Jeugd. Deze wijziging vertaalt zich door een wijziging van de inwonerbijdrage per gemeente, zie bovenstaande tabel. In paragrafen 2.2.1 en 2.2.2 van de Kadernota 2019 wordt onderstaande toelichting gegeven op deze extra capaciteit:
De in paragraaf 1.4 beschreven beleidsspeerpunten hebben geen direct effect op de inzet van financiële middelen van de uitvoeringkosten voor het jaar 2018. Een tweetal
ontwikkelingen brengt met zich mee dat de begroting gewijzigd dient te worden.
• Extra budget voor 3 jaar ten behoeve van de tijdelijke inzet van meer formatie voor de consulenten in de gebiedsteams. (zie 2.2.1).
• Structureel budget voor formatie beleidscapaciteit voornamelijk op het terrein van jeugd op basis van eerder gemaakte afspraken. (zie 2.2.2.).
2.2.1 Inzet extra consulenten
De ontwikkelingen (nieuwe wetgeving, nieuwe taken, nieuwe wijze van indiceren
(resultaatgericht), mate van juridisering ten gevolge van ontwikkeling jurisprudentie) binnen het sociaal domein vragen om een verdergaande professionalisering van de consulenten.
Ook vanuit het perspectief van integraal werken (verbreding) is doorontwikkeling van de functie nodig. Daarnaast is het noodzakelijk om voor een aantal specifieke onderwerpen, zoals beschermd wonen, deskundigheid op te bouwen.
De afgelopen jaren is niet geïnvesteerd in de kwaliteit van onze consulenten door de volgende omstandigheden:
• De Wmo-consulenten van de vijf gemeenten zijn 1-7-2014 ondergebracht in de
organisatie Peel 6.1. De afgelopen twee jaar hebben onze consulenten gewerkt aan de bouw van Peel 6.1.
• In december 2016 is besloten om de organisatie Peel 6.1 te ontvlechten. Het ontvlechtingsproces heeft een vervelende impact gehad op onze consulenten.
• In 2017 zijn de consulenten in dienst gekomen van de GR Peelgemeenten. De
consulenten zijn geplaatst in de lokale gebiedsteams. In 2017 was de focus vooral gericht op het wegwerken van de werkvoorraad ontstaan door de ontvlechting Peel 6.1, de invoering van het dienstverleningsconcept, het werken met andere informatiesystemen.
De gemeentesecretarissen en de leden van de adviescommissie hebben onderkend dat ontwikkelachterstand is opgelopen bij de medewerkers. Hiervoor is ook een traject uitgezet voor een periode van 3 jaar maar dat neemt niet weg dat er nu tijdelijk een extra
kwaliteitsimpuls noodzakelijk is om de dienstverlening op het vereiste niveau te brengen en te houden in de lokale gebiedsteams.
Het is noodzakelijk om in 2018 deze kwaliteitsimpuls zodanig verder te begeleiden dat de
consulenten mee kunnen in de veranderingen of tot het inzicht komen dat een andere functie
wellicht meer passend is. In 2018 worden de consulenten daarvoor opgeleid en intensief
4
begeleid. Om deze verbeterimpuls mogelijk te maken worden tijdelijk, voor de duur van drie
jaar, 4 extra formatieplaatsen ingezet. Binnen die termijn moet de formatie weer op het vastgestelde peil worden teruggebracht. Het is niet reëel om deze kosten te laten drukken op de begroting van de uitvoeringsorganisatie omdat het om achterstallig onderhoud gaat.
Feitelijk een geïmporteerd probleem van de gemeente naar de GR wat nu onderkent is en tot een oplossing dient te komen. Deze tijdelijke kosten worden separaat afgerekend met de gemeenten.
In onderstaande tabel zijn de kosten voor de vijf gemeente gespecificeerd.
Tijdelijke inzet extra
consulenten 2018 2019 2020
Asten 37.200 37.200 37.200
Deurne 71.100 71.100 71.100
Gemert-Bakel 66.800 66.800 66.800
Laarbeek 48.900 48.900 48.900
Someren 42.400 42.400 42.400
Totaal 266.400 266.400 266.400
2.2.2 Capaciteit eenheid beleid
In het bedrijfsplan is vastgelegd dat de capaciteit van de eenheid beleid ontoereikend is. Bij het ontwikkelen van Peel 6.1 is een aanzienlijk deel van de beleidscapaciteit voor Wmo vanuit de gemeenten overgedragen naar Peel 6.1. Deze capaciteit is meegenomen naar de uitvoeringsorganisatie Peelgemeenten. Van de andere beleidstaken van het sociaal domein heeft een overheveling van beleidscapaciteit niet plaatsgevonden. Het gaat dan met name om de beleidscapaciteit voor de jeugdhulp, welke door de 5 gemeenten danwel fysiek danwel in geld zou worden geleverd aan de GR. Om allerlei redenen is dat niet gelukt maar het effect is wel dat de 5 gemeenten daarmee de GR tekort doen. De beleidsontwikkeling op het terrein van jeugd loopt achter zowel structureel als incidenteel. In maart 2017 is ambtelijk en bestuurlijk ingestemd met het advies van BMC waarin een duidelijke verdeling is
vastgelegd over het lokale beleidsterrein en het regionale beleidsterrein. Op verzoek van de vijf gemeenten is, op basis van het verdelingsvoorstel van BMC, in beeld gebracht hoeveel beleidscapaciteit vanuit de vijf gemeenten moet worden doorgesluisd naar de
Peelgemeenten. Door bureau Berenschot is berekend dat, afhankelijk van het ambitieniveau, tussen 2 en 4 formatieplaatsen moeten worden toegevoegd aan de uitvoeringsorganisatie. In overleg met de vijf gemeenten is overeengekomen om 3 formatieplaatsen in te vullen.
Vooralsnog twee structureel en één tijdelijk. In het laatste kwartaal van 2018 wordt bezien of het noodzakelijk is om deze tijdelijke formatie om te zetten naar een structurele
formatieplaats. De vijf gemeenten dragen er zorg voor om binnen de budgetten van het sociaal domein de gevraagde middelen vrij te maken ten behoeve van de begroting van de uitvoeringsorganisatie.
In onderstaande tabel zijn de kosten voor de vijf gemeenten gespecificeerd.
Capaciteit eenheid
beleid 2018
Asten 35.200
Deurne 67.200
Gemert-Bakel 63.200
Laarbeek 46.200
Someren 40.000
Totaal 251.800
Kadernota 2019
2 Inleiding
Het Algemeen Bestuur van Peelgemeenten biedt deze kadernota aan als opmaat naar de begroting 2019. De ontwerpbegroting 2019 van Peelgemeenten wordt in april 2018 aangeboden.
In deze kadernota worden de beleidsmatige en financiële kaders voor de begroting 2019 vastgelegd. De indieningstermijn van de beleidsmatige en financiële kaders is geregeld in art. 34b van de Wet Gemeenschappelijke regelingen. De kaders moeten uiterlijk voor 15 april naar de gemeenteraden worden gezonden.
Deze kadernota bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Beleidsmatige kaders ... 3
1.1. Visie en kaders bedrijfsplan Peelgemeenten ... 3
1.2. Kwaliteitscriteria ... 3
1.3. Ontwikkelingen GR Peelgemeenten 2017 ... 4
1.4. Speerpunten 2018 en 2019 ... 5
1.4.1. Beleidsontwikkeling - algemeen ... 5
1.4.2. Jeugd ... 5
1.4.3. Wmo ... 5
1.4.4. BMS ... 5
1.4.5. Handhaving ... 6
1.4.6. Kwaliteit ... 6
1.4.7. Inkoop ... 6
1.4.8. Bedrijfsbureau ... 7
2. Financiële kaders ... 8
2.1. Financiële kaders algemeen ... 8
2.2. Effecten beleidspeerpunten op de uitvoeringskosten 2018 ... 8
2.2.1 Inzet extra consulenten ... 8
2.2.2 Capaciteit eenheid beleid ... 9
2.3. Indexering externe kosten ...10
3 1. Beleidsmatige kaders
1.1. Visie en kaders bedrijfsplan Peelgemeenten
In het bedrijfsplan van de GR Peelgemeenten staat het volgende:
“Het dienstverleningsconcept is gericht op een sterke lokale inbedding van taken. De dienstverlening wordt dichtbij de inwoner georganiseerd. Tevens wordt het netwerk rondom de inwoner geactiveerd om in een zo vroeg mogelijk stadium gezamenlijk te komen tot maatwerkoplossingen die de inwoner daadwerkelijk ondersteunen bij het oplossen van problemen. De bovenlokale Peelorganisatie werkt op de achtergrond en ondersteunt de lokale gebiedsteams actief. Het resultaat- en oplossingsgericht aanpakken van de vraag van inwoners staat centraal en is in goede balans met het efficiënt inrichten van de processen.
Vragen en/of problemen van inwoners worden integraal benaderd. In de lokale
gebiedsteams zijn alle noodzakelijke disciplines bij elkaar gebracht om problemen integraal te toetsen en van een oplossing te voorzien. Daarmee is ook gewaarborgd dat lokaal
afstemming is georganiseerd op het moment dat meerdere instellingen betrokken zijn bij een inwoner en/of gezin (afstemming uitvoering van de drie decentralisaties). Het lokale
gebiedsteam werkt nauw samen met het netwerk van partners dat lokaal in de ‘nulde lijn’
actief is. Zelfredzaamheid en eigen kracht zijn sleutelbegrippen in deze dienstverlening.
De toegang wordt lokaal georganiseerd: inwoners komen via het klantencontactcentrum en/of het lokale gebiedsteam bij de gemeente terecht voor alle vragen met betrekking tot de uitvoering van Wmo, Jeugd en BMS. De individuele gemeente is lokaal verantwoordelijk voor het inrichten van het gebiedsteam waaraan nader door de gemeente te bepalen
professionals deelnemen. De professionals in de gebiedsteams werken volgens het principe
‘aanraken is afmaken’. Dat betekent dat overdrachtsmomenten tot een minimum worden gereduceerd en dat de inwoner contacten heeft met professionals waarmee een duurzame samenwerkingsrelatie wordt opgebouwd. De consulent, de opvoedondersteuner en de jeugd- en gezinswerker werken in de gebiedsteams en kennen de lokale situatie zodat snel
verbindingen kunnen worden gelegd met bestaande lokale netwerken. Het gebiedsteam wordt lokaal functioneel aangestuurd en gecoördineerd.”
1.2. Kwaliteitscriteria
In het bedrijfsplan zijn vijf criteria vastgelegd die als kansen zijn beschreven voor de doorontwikkeling van de uitvoeringsorganisatie. Per criterium is uitgewerkt op welke wijze daarin momenteel wordt voorzien:
• Inwoner centraal
We zetten de inwoner centraal in onze dienstverlening en bedrijfsvoering want daar doen we het voor.
De verantwoordelijkheid voor de toegang is belegd in de gebiedsteams van de vijf gemeenten. Zorgvragen worden integraal behandeld door de verschillende professionals die in de gebiedsteam actief zijn. Het aantal overdrachtsmomenten is zoveel mogelijk geminimaliseerd en de consulenten werken volgens het principe aanraken, behandelen en afronden. Er wordt actief samengewerkt met de lokale netwerkstructuren waardoor een basis is gelegd voor de gewenste en noodzakelijke kanteling binnen het sociaal domein.
• Minder kosten
Door samenwerking kunnen schaalvoordelen behaald worden en knelpunten samen
worden opgelost. Samenwerking biedt besparingspotentieel.
4 De vijf gemeenten hebben de krachten gebundeld op de volgende terreinen:
✓ Beleidsontwikkeling
✓ Inkoop individuele voorzieningen Wmo en Jeugd
✓ Kwaliteitsbeheer
✓ Procesondersteuning
✓ Financiële administratie
✓ Informatievoorziening
✓ Inzet consulenten
Door het bundelen van deze taken binnen de GR Peelgemeenten is het mogelijk om binnen de Peelregio te waarborgen dat een basis is gelegd voor een goede afstemming en coördinatie tussen beleid, uitvoering en kwaliteitsbeheer. Een versnippering van deze taken binnen de vijf gemeenten zou een negatieve impact gehad hebben op de inzet van middelen.
• Meer kwaliteit
Door samenwerking kan expertise en ervaring beter worden gedeeld. Samenwerking maakt slimmer en biedt betere kansen voor innovatie.
Een breed scala van organisaties binnen het sociaal beleid zijn betrokken bij het uitvoeren van de taken binnen het sociaal domein. Het streven is om de keten sluitend te krijgen.
Dat is gewoonweg onmogelijk als de vijf gemeenten zelf verantwoordelijk zouden zijn voor het leggen van de noodzakelijk bevindingen. Beleid en de daaruit voortvloeiende
inkooptrajecten kunnen nu op elkaar worden afgestemd waardoor ook regionaal kwaliteitscriteria kunnen worden ontwikkeld en worden gevolgd.
• Minder kwetsbaarheid
Samenwerking is van belang om (in tijden van bezuiniging) de veerkracht, vervanging en voldoende omvang van de ambtelijke ondersteuning te kunnen blijven waarborgen.
Door het bundelen van de formatie voor beleid, kwaliteit, procesondersteuning, financiële administratie en consulneten is de onderlinge vervanging van functies gewaarborgd. Door het bundelen van deze capaciteit ontstaat volume waardoor er veerkracht is om de in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.
• Krachtige positie
Door samenwerking staan we sterker. Het draagt bij aan een betere informatiepositie en een sterkere lobby naar neven- of bovengeschikte (semi)overheden. En daarmee aan een grote invloedsuitoefening.
Er is een basis gelegd om in de GR Peelgemeenten ook andere lokale taakvelden te kunnen beleggen. De uitvoeringsorganisatie bedient een gebied met plusminus 120.000 inwoners. De informatiepositie van de Peelgemeenten wordt daarmee verstrekt binnen de keten maar ook binnen de overheidsinstanties die een positie innemen.
1.3. Ontwikkelingen GR Peelgemeenten 2017
In het jaar 2017 zijn de kernactiviteiten gericht geweest op de ontvlechting met Helmond en
het bouwen van onze nieuwe organisatie. In 2017 is een solide basis gelegd om in 2018 de
ambities, vastgelegd in het bedrijfsplan, verder vorm te geven. De resultaten van 2017 zullen
worden opgenomen in de jaarrekening en de jaarrapportage 2017.
5 1.4. Speerpunten 2018 en 2019
Hoewel de kadernota gericht is op het begrotingsjaar 2019 starten diverse ontwikkelingen in 2018 en lopen door tot in 2019. De belangrijkste speerpunten voor 2019 zijn:
1.4.1. Beleidsontwikkeling - algemeen
Het is nadrukkelijk de inzet om samenhang tussen diverse domeinen te bewerkstelligen.
1.4.2. Jeugd
• De invoering van de producten- en dienstencatalogus voor jeugd en het daarbij behorende tarievenstelsel en nieuw contract. Door de invoering van deze catalogus zijn de Peelgemeenten in staat beter te sturen op de kwaliteit van de dienstverlening door de zorgaanbieders. Met de invoering van deze catalogus kan sterker gestuurd worden op de inzet financiële middelen. De 21 gemeenten in Zuidoost Brabant werken intensief samen. Een werkgroep is ingesteld om “knoppen” te ontwikkelen om meer inzicht en sturing te krijgen in de inzet van financiële middelen. De
jeugdprofessionals werkzaam in onze gebiedsteam worden geïnstrueerd om deze catalogus te gebruiken en deze professionals worden in 2018 aangesloten op het geautomatiseerde systemen dat wordt ingezet in de lokale gebiedsteams (c2GO).
• Op inkoop en contractmanagement wordt ook op het aandachtsgebied jeugd met de 21 gemeenten samengewerkt. Daar kan capaciteitsvoordeel uit gehaald worden, maar vraagt zeker de komende 1-2 jaar investeringen om deze samenwerking goed neer te zetten.
• Doorontwikkeling van de jeugdverordening en nadere regels. De huidige verordening en nadere regels dateren van 2014. Gelet op de ontwikkelingen sindsdien is een update nodig. Een update vanwege de nieuwe PDC per 1 januari 2018 maar ook vanwege juridische ontwikkelingen.
1.4.3. Wmo
• Op de middellange termijn worden de Peelgemeenten verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen. Dat wordt een nieuwe forse
decentraliseringsoperatie, waarvoor dan extra capaciteit nodig zal zijn. Voor de korte termijn (2018-2020) is het van belang om goed op dit dossier voor te bereiden en met de centrumgemeente Helmond een gedeelde betrokkenheid vorm te geven in de doorontwikkeling van het onderwerp beschermd wonen, o.a. op de thema’s die in de Ontwikkelagenda samen met de aanbieders zijn benoemd.
• In 2018 is de doorontwikkeling van belang op de integrale aanpak, waaronder afstemming tussen domeinen (Zorgverzekering, WLZ, BMS, Jeugd en Wmo) en afstemming 18+ en 18-.
• Landelijke aanpassing van de eigen bijdrage systematiek CAK (als gevolg van het regeerakkoord) vraagt om een impactanalyse en mogelijk ook aanpassingen in beleid en uitvoering.
• Landelijke doorontwikkeling van het trekkingsrecht PGB brengt een verschuiving in taken met zich mee. Gemeenten worden verantwoordelijk voor een aantal taken die nu bij de SVB zijn belegd, waardoor het proces voor de burger vereenvoudigd wordt.
Deze ontwikkeling vertalen naar de impact op de huidige bedrijfsvoering en interne processen.
1.4.4. BMS
Voor het beleidsveld Bijzondere Bijstand, Minimaregelingen en Schulddienstverlening
hebben de 5 gemeenten, in gezamenlijk overleg, een meerjarenbeleidsprogramma,
inclusief een uitvoeringsprogramma 2018 opgesteld.
6 De volgende speerpunten zijn voor 2018 vastgelegd:
• vernieuwen van het beleidskader en de beleidsregels schulddienstverlening;
• vereenvoudigen van het Bijzondere Bijstandsbeleid;
• de Omgekeerde toets Bijzondere Bijstand (maatwerk) invoeren;
• een oriëntatie op de invoering van de webshop voor minima in de Peelgemeenten;
• het intensiveren van de lokale samenwerking met de welzijnsinstellingen schulddienstverlening in de Peel;
• vormen van budgetbeheer en budget coaching beschikbaar stellen voor de lokale uitvoering schulddienstverlening;
• starten met een projectmatige aanpak Vroegsignalering schulden.
1.4.5. Handhaving
Beleidsontwikkeling ten aanzien van het tegen gaan van oneigenlijk c.q. onnodig gebruik van Jeugd- en Wmo-middelen: het uitwerken van acties in de preventieve en repressieve sfeer.
1.4.6. Kwaliteit
• In 2017 is vastgesteld dat verbeteringen moeten worden doorgevoerd in de kwaliteit van de dienstverlening aan onze inwoners. In overleg met de vijf gemeenten wordt lokaal tijdelijk extra personele capaciteit ingezet om de dienstverlening in de lokale gebiedsteams te verbeteren. In paragraaf 2.2.1 is gemotiveerd waarom deze tijdelijke extra inzet noodzakelijk is. Voor de consulenten is een opleidingstraject in
voorbereiding, gericht op kennisverbreding en houding en gedrag. In het bedrijfsplan zijn vier sporen vastgelegd om de kwaliteit van de dienstverlening te monitoren. Deze sporen zullen in 2018 verder worden ontwikkeld. De handboeken waarin de
werkprocessen en werkinstructies zijn vastgelegd worden geactualiseerd en geoptimaliseerd.
• De Peelgemeenten hebben KiC (Kwaliteit in Control) van Stimulansz aangeschaft om hierin de interne controle vorm te geven. Een systeem dat veel mogelijkheden biedt om de werkprocessen met betrekking tot de interne controle adequaat te
ondersteunen. Uit de interne controle komen bevindingen en verbeterpunten waarop de organisatie zich de komende jaren kan door ontwikkelen. 2018 zullen de
kwaliteitsmedewerkers met behulp van KiC steekproefsgewijs achteraf de beschikkingen toetsen conform de afspraken vastgelegd in het bedrijfsplan.
1.4.7. Inkoop
• Op inkoop en contractmanagement wordt op het aandachtsgebied jeugd met de 21 gemeenten samengewerkt. Daar kan capaciteitsvoordeel uit gehaald worden, maar vraagt zeker de komende 1-2 jaar investeringen om deze samenwerking goed neer te zetten. Ambtelijke én bestuurlijke discussie over inkoopsamenwerking, structuur, reikwijdte en inkoopmodel.
• Evaluatie en doorontwikkeling van de producten- en diensten catalogus (PDC) én tarieven jeugd (in ieder geval de verblijfstarieven 2018) ), alsmede de afloop van de bijzondere afspraken met enkele grote jeugdaanbieders (B-variant) zal in 2018 en 2019 veel aandacht vragen. Hierbij zal ook de vraag aan de orde komen naar de meest gewenste inkoopstrategie, die in regionaal verband zal worden uitgewerkt.
• Met ingang van 1 april 2018 start het nieuwe contract ‘hulpmiddelen’. De
administratieve implementatie en lokale uitrol zal ook tijdelijk extra aandacht vragen.
• Inkoop Collectieve Aanvullende Verzekering door middel van het vaststellen van een
‘uitsluitend recht’ bij de CZ.
7 1.4.8. Bedrijfsbureau
Het bedrijfsbureau is eind 2015 geïnstalleerd om voorbereidingen te treffen om vast te stellen of de vijf Peelgemeenten in staat zijn zelfstandig de taken uit te voeren vallende binnen het sociaal domein. In 2016 is door het bedrijfsbureau een businesscase en een bedrijfsplan uitgewerkt. Vervolgens heeft het bedrijfsbureau alle noodzakelijke
voorbereidingen getroffen om met ingang van 1-1-2017 de taken zelfstandig, los van Helmond, uit te voeren.
Oorspronkelijk werden de taken van het bedrijfsbureau ingebracht door de vijf
Peelgemeenten en waren de medewerkers niet in dienst van de GR Peelgemeenten.
In 2017 is besloten om een aantal vitale functies wel onder te brengen in de GR
Peelgemeenten. Onderstaand overzicht laat zien welke functies zijn ingebracht in de GR Peelgemeenten en welke worden geleverd door een van de vijf gemeenten. Dit is de situatie op 01-01-2018.
Bedrijfsbureau Fte In dienst GR
Peelgemeenten
Ingehuurd Geleverd door
Personeelsadviseur 1,0 0,8 0,2
Gemert- Bakel
Salaris- en personeelsadministratie 0,8 0,8
Gemert- Bakel
Financieel adviseur 0,9 0,9
Financiële administratie (op concernniveau) 0,5 0,5 Deurne Control (concerncontrol en business control) 0,5 0,5
Fiscaal advies 0,1 0,1 Asten
Adviseur interne controle 0,5 0,5 Deurne
DIV ondersteuning 0,5 0,5
Gemert- Bakel
I&A adviseur (incl CISO) 1,0 1,0
Gemert- Bakel
Juridisch adviseur 0,5 0,5
Communicatieadviseur/managementadviseur 1,0 1,0
Totaal bedrijfsbureau 7,3 3,7 3,6
De salariskosten van de bedrijfsvoeringstaken zijn opgenomen in de begroting. Het maakt voor de begroting geen verschil of medewerkers in dienst komen van de GR
Peelgemeenten of worden ingekocht bij een van de 5 deelnemende gemeenten. De gemeenten die formatie leveren worden hiervoor gecompenseerd op basis van het aantal fte maal de loonsom van de geleverde formatie.
Het wel of niet overhevelen van deze formatie hangt af van de discussie of er aan de GR Peelgemeenten andere taken worden toegevoegd. Vooralsnog zijn er geen initiatieven om op korte termijn het takenpakket van de GR Peelgemeenten uit te breiden. Dat betekent dat voorlopig vooralsnog de focus van het bedrijfsbureau gericht is op het ondersteunen van de taken die vallen onder het regiem van het sociaal domein. De formatie van het bedrijfsbureau is in 2016 gebaseerd en berekend op de bouw van de GR Peelgemeenten.
Nu de organisatie in een beheerfase is beland is het noodzakelijk om vast te stellen welke formatie structureel nodig is om de ondersteunende taken verantwoord te kunnen
uitvoeren. Het gaat immers om een fors bedrag waarvoor de GR Peelgemeenten
verantwoordelijk is (plusminus 40 miljoen op jaarbasis). De bestaande situatie m.b.t. de
financiële functie is zeer kwetsbaar en verontrustend en vraagt om een herbezinning op
de positie en omvang van het bedrijfsbureau. Voor de zomervakantie wordt onderzocht
8 welke maatregelen genomen moeten worden om de kwetsbaarheid tot een aanvaardbaar
niveau te reduceren. De onderstaande ontwikkelingen worden daarbij meegenomen.
• de Algemene Verordening Gegevensbescherming waarmee een functionaris gegevensbescherming aangesteld moet worden, in relatie tot o.a. een eventuele privacy officer en de CISO functionaris.
• de doorontwikkeling van de managementrapportages
• de doorontwikkeling van HRM instrumenten
• de doorontwikkeling van risicomanagement en control.
• de evaluatie van de GR 2. Financiële kaders
2.1. Financiële kaders algemeen
De kadernota 2019 vormt de opmaat voor de begroting 2019. De Kadernota 2019 wordt in januari 2018 vastgesteld door het Algemeen Bestuur.
Tijdens de behandeling van de begroting 2017/2018 is gevraagd om te analyseren of en in welke mate de uitvoeringskosten naar beneden kunnen worden bijgesteld. De aanleiding van dat verzoek werd hoofdzakelijk veroorzaakt door de overschrijdingen op de post personeel incidenteel. In deze fase van de ontwikkeling van de GR Peelgemeenten, van
ontwikkelingsfase naar stabilisatiefase, is het te vroeg om nu al de mogelijkheden van bezuinigingen op de uitvoeringskosten te onderzoeken. In het najaar van 2018 wordt geanalyseerd of en in welke mate de kosten van de uitvoeringsorganisatie kunnen worden gereduceerd. De evaluatie van de GR zal dat ook uitwijzen. In de nog te plannen
najaarsconferentie worden de resultaten van de analyse geagendeerd. Mogelijke wijzigingsvoorstellen in de uitvoeringskosten kunnen dan worden meegenomen in de begroting 2019 en 2020.
In 2017 zijn de uitvoeringskosten niet overschreden. Bij het aanbieden van de jaarrekening 2017 wordt verantwoording afgelegd over de uitgaven van de uitvoeringskosten 2017 GR Peelgemeenten.
Door het professionaliseren van de gebiedsteams wordt het beter mogelijk om te sturen op de omvang van de programmakosten, die een omvang hebben van € 40 miljoen. De komende twee jaar wordt daar waar mogelijk ingezet op de reductie van de
programmakosten, echter prioriteit nummer één is beheer op orde. Door het doorvoeren en verder ontwikkelen van de “kantelingsgedachte binnen het sociaal domein” wordt een basis gelegd om de programmakosten te reduceren.
2.2. Effecten beleidspeerpunten op de uitvoeringskosten 2018
De in paragraaf 1.4 beschreven beleidsspeerpunten hebben geen direct effect op de inzet van financiële middelen van de uitvoeringkosten voor het jaar 2018. Een tweetal
ontwikkelingen brengt met zich mee dat de begroting gewijzigd dient te worden.
• Extra budget voor 3 jaar ten behoeve van de tijdelijke inzet van meer formatie voor de consulenten in de gebiedsteams. (zie 2.2.1).
• Structureel budget voor formatie beleidscapaciteit voornamelijk op het terrein van jeugd op basis van eerder gemaakte afspraken. (zie 2.2.2.).
2.2.1 Inzet extra consulenten
De ontwikkelingen (nieuwe wetgeving, nieuwe taken, nieuwe wijze van indiceren
(resultaatgericht), mate van juridisering ten gevolge van ontwikkeling jurisprudentie) binnen het sociaal domein vragen om een verdergaande professionalisering van de consulenten.
Ook vanuit het perspectief van integraal werken (verbreding) is doorontwikkeling van de
9 functie nodig. Daarnaast is het noodzakelijk om voor een aantal specifieke onderwerpen,
zoals beschermd wonen, deskundigheid op te bouwen.
De afgelopen jaren is niet geïnvesteerd in de kwaliteit van onze consulenten door de volgende omstandigheden:
• De Wmo-consulenten van de vijf gemeenten zijn 1-7-2014 ondergebracht in de
organisatie Peel 6.1. De afgelopen twee jaar hebben onze consulenten gewerkt aan de bouw van Peel 6.1.
• In december 2016 is besloten om de organisatie Peel 6.1 te ontvlechten. Het ontvlechtingsproces heeft een vervelende impact gehad op onze consulenten.
• In 2017 zijn de consulenten in dienst gekomen van de GR Peelgemeenten. De consulenten zijn geplaatst in de lokale gebiedsteams. In 2017 was de focus vooral gericht op het wegwerken van de werkvoorraad ontstaan door de ontvlechting Peel 6.1, de invoering van het dienstverleningsconcept, het werken met andere
informatiesystemen.
De gemeentesecretarissen en de leden van de adviescommissie hebben onderkend dat ontwikkelachterstand is opgelopen bij de medewerkers. Hiervoor is ook een traject uitgezet voor een periode van 3 jaar maar dat neemt niet weg dat er nu tijdelijk een extra kwaliteitsimpuls noodzakelijk is om de dienstverlening op het vereiste niveau te brengen en te houden in de lokale gebiedsteams.
Het is noodzakelijk om in 2018 deze kwaliteitsimpuls zodanig verder te begeleiden dat de consulenten mee kunnen in de veranderingen of tot het inzicht komen dat een andere functie wellicht meer passend is. In 2018 worden de consulenten daarvoor opgeleid en intensief begeleid. Om deze verbeterimpuls mogelijk te maken worden tijdelijk, voor de duur van drie jaar, 4 extra formatieplaatsen ingezet. Binnen die termijn moet de formatie weer op het vastgestelde peil worden teruggebracht. Het is niet reëel om deze kosten te laten drukken op de begroting van de uitvoeringsorganisatie omdat het om achterstallig onderhoud gaat. Feitelijk een geïmporteerd probleem van de gemeente naar de GR wat nu onderkent is en tot een oplossing dient te komen. Deze tijdelijke kosten worden separaat afgerekend met de gemeenten.
In onderstaande tabel zijn de kosten voor de vijf gemeente gespecificeerd.
Tijdelijke inzet extra consulenten
2018 2019 2020
Asten 37.200 37.200 37.200
Deurne 71.100 71.100 71.100
Gemert-Bakel 66.800 66.800 66.800
Laarbeek 48.900 48.900 48.900
Someren 42.400 42.400 42.400
Totaal 266.400 266.400 266.400
2.2.2 Capaciteit eenheid beleid
In het bedrijfsplan is vastgelegd dat de capaciteit van de eenheid beleid ontoereikend is.
Bij het ontwikkelen van Peel 6.1 is een aanzienlijk deel van de beleidscapaciteit voor
Wmo vanuit de gemeenten overgedragen naar Peel 6.1. Deze capaciteit is meegenomen
naar de uitvoeringsorganisatie Peelgemeenten. Van de andere beleidstaken van het
sociaal domein heeft een overheveling van beleidscapaciteit niet plaatsgevonden. Het
gaat dan met name om de beleidscapaciteit voor de jeugdhulp, welke door de 5
gemeenten danwel fysiek danwel in geld zou worden geleverd aan de GR. Om allerlei
10 redenen is dat niet gelukt maar het effect is wel dat de 5 gemeenten daarmee de GR
tekort doen. De beleidsontwikkeling op het terrein van jeugd loopt achter zowel structureel als incidenteel. In maart 2017 is ambtelijk en bestuurlijk ingestemd met het advies van BMC waarin een duidelijke verdeling is vastgelegd over het lokale beleidsterrein en het regionale beleidsterrein. Op verzoek van de vijf gemeenten is, op basis van het
verdelingsvoorstel van BMC, in beeld gebracht hoeveel beleidscapaciteit vanuit de vijf gemeenten moet worden doorgesluisd naar de Peelgemeenten. Door bureau Berenschot is berekend dat, afhankelijk van het ambitieniveau, tussen 2 en 4 formatieplaatsen moeten worden toegevoegd aan de uitvoeringsorganisatie. In overleg met de vijf gemeenten is overeengekomen om 3 formatieplaatsen in te vullen. Vooralsnog twee structureel en één tijdelijk. In het laatste kwartaal van 2018 wordt bezien of het noodzakelijk is om deze tijdelijke formatie om te zetten naar een structurele
formatieplaats. De vijf gemeenten dragen er zorg voor om binnen de budgetten van het sociaal domein de gevraagde middelen vrij te maken ten behoeve van de begroting van de uitvoeringsorganisatie.
In onderstaande tabel zijn de kosten voor de vijf gemeenten gespecificeerd.
Capaciteit eenheid beleid
2018
Asten 35.200
Deurne 67.200
Gemert-Bakel 63.200
Laarbeek 46.200
Someren 40.000
Totaal 251.800
2.3. Indexering externe kosten
Voor de indexering van de externe kosten wordt aangesloten op de methodiek die wordt gehanteerd voor de vier gemeenschappelijke regelingen die voor de 21 gemeenten van Zuidoost Brabant werken. Hierbij is de hoogte van de indexeringen gebaseerd op de ramingen uit de nieuwste Macro Economische Verkenning (MEV) van het Centraal Planbureau. Hierbij wordt steeds de MEV gehanteerd, die betrekking heeft op het jaar
voorafgaande op het begrotingsjaar. Voor de begroting 2019 baseert Peelgemeenten zich op de MEV die betrekking heeft op 2018. Hiervoor is gekozen omdat de MEV steeds in
september uitkomt en dan betrekking heeft op het aanstaande kalenderjaar.
Het voorstel voor de indexering is gebaseerd op twee indicatoren:
1) loonvoet sector overheid - 2,7%
2) prijs netto materiële overheidsconsumptie (Imoc) – 1,4%
• Loongevoelige externe kosten
Voor de loongevoelige externe kosten wordt uitgegaan van de indicator loonvoet sector overheid - 2,7%.
• Overige externe kosten
Voor de overige externe kosten wordt uitgegaan van de indicator prijsindex netto materiële overheidsconsumptie (Imoc) – 1,4%.
• Loonkosten
De ontwikkeling van de loonkosten voor 2019 is nog onzeker. Peelgemeenten gaat
daarom voor de begroting 2019 uit van een gelijke verhoging van de loonkosten als
er via indexering beschikbaar komt: 2,7% ten opzichte van loonkosten 2018.
11
• Meerjarenraming
In de meerjarenraming worden de budgetten niet op detailniveau geïndexeerd, maar is een apart budget gereserveerd in de begroting waarmee waar nodig indexeringen kunnen worden toegepast. Deze reservering vindt per programmaproduct plaats, waardoor de daadwerkelijke verhoging van individuele budgetten als administratieve wijziging kan worden uitgevoerd. Daarmee is bestuurlijke goedkeuring niet meer nodig.
De toekenning van de indexering wordt bestuurlijk afgetikt in het AB via de reguliere begrotingscyclus. Indien de indexering niet van toepassing is, valt dit geld weg en wordt de indexering niet automatisch meegenomen in de begroting van volgend jaar.
• Onvoorzien
GR Peelgemeenten bevindt zich nog steeds in bouw en opstartfase, daarom wordt voorgesteld om het bedrag voor onvoorzien dat in het bedrijfsplan is opgenomen, te handhaven in de begroting 2019.
• Rente
GR Peelgemeenten is een uitvoeringsorganisatie, waarbij de uitvoeringskosten voornamelijk betrekking hebben op personeelslasten en bijkomende overhead. In de begroting is slechts een beperkte investering voor hardware van € 170.000
opgenomen.
Omdat de GR wordt gefinancierd via voorschotten die verstrekt worden door de deelnemende gemeenten, hoeft de GR geen leningen af te sluiten. Peelgemeenten heeft hierdoor ook geen rentekosten. Het rentepercentage is 0%.
• Verdeelsleutel
De verdeelsleutel voor de uitvoeringskosten is het inwonertal. Op basis van ervaringscijfers van 2 jaren wordt de verdeelsleutel in 2019 opnieuw bezien.
• Aantal inwoners
Peildatum voor het aantal inwoners is in de gemeenschappelijke regeling vastgesteld
op 1-1 van jaar voorafgaande aan het betreffende begrotingsjaar (t-1). Voor de
begroting 2019 gelden de inwoner aantallen per 1-1-2018.
12 Omdat nu nog niet duidelijk is, wat het aantal inwoners per 1-1-2018 is, wordt in de
kaders begroting 2019 het aantal inwoners per 1-1-2017 aangehouden, verhoogd met 0,4%. De voorlopige aantallen inwoners per 1-1-2018 zijn:
Aantal inwoners 01-01-17 01-01-18
Asten 16.714 16.781
Deurne 31.933 32.061
Gemert-Bakel 30.024 30.144 Laarbeek 21.942 22.030 Someren 19.036 19.112 Totaal 119.649 120.128
Begin 2018 zullen de inwoners per 1-1-2018 worden opgevraagd, en zullen de
definitieve aantallen worden opgenomen in de begroting 2019.
2018025933*
RAADSVOORSTEL
(via commissie) BIJ ZAAKNUMMER: 2018025751AGENDANUMMER: 6 COMMISSIE Burgers op 23 mei 2018
Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering
van:
Agenda- nummer:
p.h.:
Zienswijze 1e concept ondernemingsplan
Senzer 2019 -4- 5 juni 2018 18.06. JS
de raad
van de gemeente Asten
Samenvatting
Op 12 april 2018 heeft het Dagelijks bestuur (DB) van Senzer het 1e conceptondernemingsplan 2019 aangeboden aan de 7 gemeenteraden die deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling Werkbedrijf Atlant De Peel. De raden worden gevraagd begin juni hierop een zienswijze te geven.
Beslispunten
Wij stellen u voor een zienswijze te geven op het 1e concept ondernemingsplan 2019 van Senzer op basis van onderstaand voorstel.
Inleiding
Senzer voert voor de gemeente Asten de Participatiewet uit. De basis voor deze uitvoering is de gemeenschappelijke regeling Werkbedrijf Atlant De Peel. Jaarlijks wordt door Senzer een
ondernemingsplan en een begroting opgesteld. Dit gebeurt via een vaste beleidscyclus.
Bij het opstellen van het conceptondernemingsplan 2019 is rekening gehouden met de zienswijzen op de kaderbrief 2019 (zie matrix: AST 2018/25748) en de input tijdens de voorjaarsconferentie van 26 februari 2019.
Samenvatting zienswijze kaderbrief 2019 gemeente Asten:
1. Doelmatigheid boven rechtmatigheid:
De gemeente Asten staat achter een uitstroomgerichte werkwijze. Voorwaarden:
- uitkeringen worden rechtmatig verstrekt;
- medewerkers worden voldoende meegenomen in het veranderingsproces.
Dit onderwerp staat opnieuw in het conceptondernemingsplan 2019 (hfdst. 1.1) en behoeft naar onze mening doorlopend aandacht.
2. Loonkostensubsidie versus loondispensatie:
Wij willen op de hoogte gehouden worden van de lobby die Senzer samen met haar partners is gestart om loondispensatie geen doorgang te laten vinden. Daarnaast hebben wij Senzer gevraagd te anticiperen op de plannen van het rijk. In hoofdstuk 1.2 van het conceptondernemingsplan wordt dit onderwerp verder uitgelicht en is de meest recente informatie toegevoegd.
3. 0-30% arbeidspotentieel:
2/4 Naar onze mening moet Senzer ten aanzien van de doelmatigheid verantwoordelijk blijven voor alle uitkeringsgerechtigden. Dus ook als er sprake is van een beperkt of ontbrekend arbeidsvermogen.
Dit staat niet in de weg dat Senzer intensief samenwerkt met lokale partners. In het
conceptondernemingsplan 2019 (hfdst. 1.3) wordt een nieuwe aanpak omschreven, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen casus- en procesregie. De voorgestelde werkwijze biedt naar onze mening voldoende ruimte om hier lokaal invulling aan te geven.
4. Statushouders:
De gemeente Asten is voorstander van een integrale aanpak en een vroegtijdige focus op werk.
Wel vinden wij de aanpak zoals verwoord in de kaderbrief dwingend naar de andere partijen toe.
Hoofdstuk 1.6 van het conceptondernemingsplan gaat hier genuanceerder op in.
Tot slot hebben wij Senzer gevraagd extra inspanningen te leveren op de uitstroom van
statushouders, aangezien hun aandeel in het uitkeringsbestand opvallend hoog is. Dit punt komt in het conceptondernemingsplan verder niet terug.
Samenvatting voorjaarsbijeenkomst 2019:
1. Loondispensatie
Ondanks de negatieve reacties in heel het land, blijft de staatssecretaris bij het voornemen om loondispensatie in te voeren. De regeling moet door het rijk nog verder uitgewerkt worden. De exacte gevolgen voor Senzer zijn daardoor moeilijk in te schatten.
2. Resultaten her-screening
De helft van de groep maatschappelijke deelname blijkt géén arbeidspotentieel te hebben (<30%).
Voor deze groep is een specialistische aanpak nodig. Senzer gaat in overleg met lokale partners om de overdracht van deze groep uit te werken. Regio breed gaat het om ± 1.800 personen. Het aantal voor specifiek Asten is niet bekend.
Wat willen we bereiken
Voorgestelde zienswijze Ondernemingsplan 2019 1. Doelmatigheid versus rechtmatigheid:
De gemeente Asten deelt de visie dat rechtmatigheid ten dienste moet staan van doelmatigheid. Bij dit veranderingsproces moet Senzer haar medewerkers voldoende meenemen. Ook moet zij
voldoende interne veiligheid waarborgen, zodat medewerkers zich vrij voelen om deze omslag te maken. Wij willen graag dat de resultaten van dit traject goed gemonitord worden.
2. 0-30% arbeidspotentieel:
De gemeente Asten staat achter het principe om bij de aanpak van deze doelgroep een onderscheid te maken tussen casus- en procesregie. De werkwijze zoals nu omschreven sluit beter aan bij onze lokale werkwijze binnen het Sociaal Domein. Deze is gestoeld op een individuele en integrale benadering, waarbij intensief wordt samengewerkt met netwerkpartners, afhankelijk van de benodigde expertise.
Met name de rol van procesregisseur wordt door de gemeenten verschillend geïnterpreteerd. De gemeente Asten vindt dat procesregie gericht moet zijn op zowel rechtmatigheid als doelmatigheid.
Senzer moet betrokken blijven bij de doelgroep, ook als het om doelmatigheid gaat. Wij vragen Senzer de rol van procesregisseur vanuit dit perspectief nader uit te werken. Verder willen wij dat Senzer bij het maken van werkafspraken met lokale partners insteekt op een gefaseerde
overdracht. Wij vragen Senzer hiertoe het aantal personen om wie het gaat aan ons door te geven evenals een korte omschrijving van de doelgroep en de ondersteuningsbehoefte. Vervolgens maken we lokaal afspraken over de prioritering. Graag willen wij over de voortgang van de overdracht op de hoogte gehouden worden.
In ruil voor deze overdracht, vragen wij Senzer zich flexibel op te stellen binnen het gebiedsteam van de gemeente, waarvan zij zelf onderdeel uitmaakt. Dit betekent dat als er vanuit de andere partners vragen ten aanzien van werk of inkomen zijn, Senzer haar expertise kosteloos inzet en
3/4 deze partners ondersteunt. Ook al gaat het om mensen die niet direct tot de eigen doelgroep
behoren. Bijvoorbeeld jongeren van 16-17 jaar. Pas dan is sprake van een volledige integrale aanpak die wij vanuit ons gebiedsteam in sterke mate nastreven.
3. Statushouders:
De gemeente Asten vindt het belangrijk dat Senzer intensief samenwerkt met lokale partners, waaronder vluchtelingenwerk (Onis Welzijn). Wij vragen Senzer in dat kader de begrippen
voortrekkersrol en regiefunctie beter te omschrijven. Het heeft hierbij onze voorkeur in te steken op de voortrekkersrol, aangezien vanuit deze rol samenwerking op basis van gelijkwaardigheid beter mogelijk is.
Daarnaast vragen wij Senzer opnieuw, gezien het hoge percentage statushouders in ons totale uitkeringsbestand, extra inzet te plegen op deze groep.
4. Prestatieafspraken:
De gemeente Asten is voorstander van het samen opstellen van prestatieafspraken. Deze
afspraken moeten vervolgens worden uitgewerkt in meetbare prestatie-indicatoren. De resultaten zien wij graag terug in de kwartaalrapportages. Bij afwijking vragen wij ook inzicht in de
indicatoren, zodat oorzaken beter zichtbaar worden en tijdig bijsturing kan plaatsvinden.
Wat gaan we daarvoor doen
Een zienswijze indienen, zodat we aan de voorkant richting kunnen geven aan de beleidsvoornemens en -uitgangspunten van Senzer.
Na ontvangst van alle zienswijzen past Senzer het conceptondernemingsplan 2019 aan. De aangepaste versie wordt vóór 15 juli 2017 verstuurd naar de Provincie.
Risico’s
De meerjarenbegroting van Senzer is sluitend. In 2019 is het resultaat op € 0,= begroot. In 2020 zien we een gering positief resultaat, dat zich in 2021 verder ontwikkelt. Omdat de BUIG-
uitkeringen een groot aandeel hebben in de totale lasten, is de daadwerkelijke ontwikkeling van het uitkeringsbestand van groot belang. De uitgangspunten hierbij zijn ambitieus (daling
uitkeringsbestand met 5,9% over een tijdsbestek van 3 jaar), waardoor sprake is van een reëel aanwezig risico.
Daarnaast spelen er diverse ontwikkelingen op landelijk niveau waarvan de gevolgen op de begroting van Senzer nog niet bekend zijn, zoals ontwikkeling rijksbudget, invoering loondispensatie, mogelijke terugvordering middelen Beschut Werk en aanpassingen
Inburgeringswet. Als gevolg hiervan zal in 2018 een herbezinning en herberekening plaatsvinden op het weerstandsvermogen in relatie tot de risico’s. De verwachting op dit moment is dat de algemene reserve toereikend is om de risico’s af te dekken.
Communicatie
Na vaststelling van de zienswijze wordt deze schriftelijk verstuurd naar het AB van Senzer.
Wat mag het kosten
De overdracht van personen met een arbeidsvermogen < 30% naar lokale partners heeft mogelijk financiële consequenties voor onze eigen begroting. Afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte kan een groter beroep op het team WMO worden gedaan voor wat betreft de begeleiding van deze groep. Door sturing te geven aan de wijze waarop Senzer lokaal afspraken maakt hierover, verwachten wij deze kosten te kunnen beperken.
Bijlage(n)/ter inzage (incl. AST-nr)
1. Aanbiedingsbrief 1e concept ondernemingsplan 2019 Senzer (AST 2018024052)
2. 1e Concept ondernemingsplan inclusief begroting 2019 Senzer (AST 2018017012) 3. Matrix zienswijzen gemeenten op Kaderbrief 2019 Senzer (AST 2018025748)
d.vandijck@asten.nl
RAADSBESLUIT
Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer:
Zienswijze 1e concept ondernemingsplan Senzer 2019 5 juni 2018 18.06.
De raad van de gemeente Asten;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 mei 2018 met zaaknummer 2018025751;
gehoord het advies van de commissie Burgers van 23 mei 2018;
besluit:
in te stemmen met de voorgestelde zienswijze over het 1e concept ondernemingsplan 2019 van Senzer en deze kenbaar te maken aan het bestuur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten van 5 juni 2018.
De raad voornoemd,
griffier, voorzitter,
mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans mr. H.G. Vos
g senzer
Gemeente Asten T.a.v. de raad Postbus 290 5720 AG ASTEN
OtZMEENTEASTEN
in':K.‘kc;rTif:n
1 6 APR Z01B
Senzer
Postbus 272 5700HG Helmond
t.0492582444
Datum Onskenmerk Uwkenmerk Referentie
12april2018
BJZ/JvB/RW/ev/18022
18022
Contactpersoon Dhr.Drs.LG.M.Walenberg Telefoonnummer 0492-582579
E-mail r.walenberg@senzer.nl Locatie Montgomeryplein6,Helmond
Onderwerp 1® Concept Ondernemingsplan Senzer 2019
Geachte raad,
Zoals bekend neemt uw gemeente deel aan de gemeenschappelijke regeling Werkbedrijf Atlant De Peel handelend onder de naam Senzer.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 35 lid 1 Wgr zendt het Dagelijks bestuur van Senzer u bijgaand de ontwerpbegroting genaamd "1® concept Ondernemingsplan 2019 inclusief
meerjarenperspectief' voordat deze aan het Algemeen bestuur van Senzer wordt aangeboden. Dit eerste concept Ondernemingsplan 2019 bevat de kaders van het beleid en de financiële kaders. Bij de totstandkoming is rekening gehouden met de ontvangen reacties op de Kaderbrief 2018 en de input tijdens de voorjaarsconferentie van 26 februari 2018. Graag vernemen wij tijdig uw zienswijze dienaangaande, bij voorkeur uiterliJk in de eerste week van Juni 2018, opdat het Dagelijks bestuur deze kan verwerken en kan aanbieden aan het Algemeen bestuur.
Financiële kader
In dit eerste concept Ondernemingsplan 2019 zijn de financieel uitgangspunten zoals verwoord in het meerjarenperspectief van het Ondernemingsplan 2018 overgenomen. Het Ondernemingsplan 2018 is in december 2017 vastgesteld en bijgewerkt met alle informatie welke beschikbaar was tot en met november 2018. Er hebben zich sindsdien geen noemenswaardige en berekenbare wijzigingen voorgedaan. Daarnaast constateert Senzer dat er nog diverse onduidelijkheden zijn waar het gaat om interpretatie van het Regeerakkoord, de gemeentelijke verkiezingen en de meicirculaire, die met name duidelijkheid zal moet geven over de te ontvangen subsidies van het Rijk. Ook verwacht Senzer de komende maanden een nadere uitleg en interpretatie van de Staatssecretaris met betrekking op het Regeerakkoord. Dit zijn belangrijke aanvullingen op de Participatiewet en daarmee op het toekomstige beleid van Senzer. Op dit moment is niet aan te geven wat de komende aanvullingen voor gevolgen zullen hebben voor het Ondernemingsplan en de begroting 2019.
KvK: 17264964
BTLU: 010035.30.486.B03 IBHn: nL66RHB00127476849 ujujuj.senzer.nl
gsenzer
SenzerPostbus 2725700AG Helmond
t.0492582444