• No results found

Steeg 4 te Ewijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Steeg 4 te Ewijk"

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Inhoudsopgave

Regels 3

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4

Artikel 1 Begrippen 4

Artikel 2 Wijze van meten 9

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 10

Artikel 3 Wonen 10

Artikel 4 Waarde - Archeologie 2 14

Hoofdstuk 3 Algemene regels 17

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel 17

Artikel 6 Algemene bouwregels 18

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 19

Artikel 7 Overgangsrecht 19

Artikel 8 Slotregel 21

Bijlage bij regels 23

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten (Wonen) 24

(3)

Regels

(4)

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Steeg 4 te Ewijk' met identificatienummer NL.IMRO.0209.BPsteeg4ewijk-vadf van de gemeente Beuningen;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolgde deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 archeologische waarden

waarden van een terrein in verband met de zich mogelijk in de bodem bevindende

oudheidkundige zaken die van belang zijn vanwege hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap en/of hun cultuurhistorische waarde;

1.6 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.7 bed & breakfast:

een nevenactiviteit met als doel het verstrekken van logies en ontbijt aan steeds wisselend publiek, dat voor een korte periode, met een absoluut maximum van zeven overnachtingen, ter plaatse verblijft; onder bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;

1.8 begane grondbouwlaag

de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder;

(5)

1.9 begeleid wonen

een vorm van al dan niet zelfstandig wonen dat - in ieder geval functioneel - gekoppeld is aan een instelling van maatschappelijke zorgverlening en/of verpleging;

1.10 bestaand

t.a.v. bebouwing: bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan in werking is getreden dan wel die mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;

t.a.v. gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan in werking is getreden;

1.11 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak;

1.12 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.13 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

1.14 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;

1.15 bijgebouw

een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat zich daarvan door zijn constructie of geringere afmetingen visueel onderscheid;

1.16 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten

van een bouwwerk;

(6)

1.17 bouwgrens de grens van een bouwvlak;

1.18 bouwlaag

een begane grond of hoger gelegen verdieping, waarbij ruimten in de kap zonder zelfstandige functie niet worden meegerekend;

1.19 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.20 bouwperceelsgrens de grens van een bouwperceel;

1.21 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.22 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.23 bouwwijze

de wijze van bouwen van een hoofdgebouw, te weten vrijstaand, twee-aaneen, aaneengebouwd of gestapeld, waarbij:

a. onder 'vrijstaand' wordt verstaan dat het hoofdgebouw van een woning niet begrensd is door scheidsmuren van andere hoofdgebouwen;

b. onder 'twee-aaneen' wordt verstaan dat het hoofdgebouw van een woning naar één zijde door een scheidsmuur van een naastgelegen hoofdgebouw is begrensd;

c. onder 'aaneengebouwd' wordt verstaan dat het hoofdgebouw deel uitmaakt van een blok van meer dan twee hoofdgebouwen, die naar twee zijden door scheidsmuren van

naastgelegen hoofdgebouwen zijn begrensd, met uitzondering van de hoofdgebouwen die de aldus gevormde rij beëindigen;

d. onder 'gestapeld' wordt verstaan een gebouw, dat uit meerdere naast elkaar en/of

gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) bestaat en dat qua uiterlijke

verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;

(7)

1.24 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.25 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.26 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of

bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.27 mantelzorg

het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan een of meer leden van een op dat perceel wonende huishouding, die hulpbehoevend is of zijn op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak;

1.28 niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten niet specifiek publiekgericht zijn, en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse;

1.29 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.30 pand

kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig- constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.31 praktijkruimte

een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verlenen van

medische, therapeutische, kunstzinnige, ontwerptechnische of daarmee gelijk te stellen

diensten;

(8)

1.32 publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis

een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak publieksaantrekkend zijn en waarvan de omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan;

1.33 voorgevel

de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw, indien een gebouw met meerdere gevels naar de weg is toegekeerd wordt de naar architectuur, indeling en/of uitstraling meest gezichtsbepalende gevel van een hoofdgebouw aangemerkt als voorgevel;

1.34 woning

een complex van ruimten, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, uitsluitend

bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

(9)

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bebouwingspercentage:

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel, bouwvlak of aanduidingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd. De oppervlakte van zwembaden wordt niet meegerekend bij het bepalen van het bebouwingspercentage;

2.2 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein.

2.7 peil:

de hoogte gemeten vanaf het aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het

verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het

bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven.

(10)

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. woningen, al dan niet in combinatie met bedrijvigheid als bedoeld in 3.1.2 onder a;

b. na een omgevingsvergunning ex 3.5.2: een bed & breakfast;

c. de opwekking van duurzame energie in de vorm van windenergie en zonnenergie alsmede warmte-koude opslag;

een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven en overeenkomstig de in 3.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

3.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:

a. Toegestane bedrijvigheid

In combinatie met wonen is uitsluitend bedrijvigheid toegestaan in de categorieen 1, 2 en 3.1 van Staat van bedrijfsactiviteiten (Wonen), mits er voldaan wordt aan de volgende

voorwaarden:

1. het (mede) ten behoeve van een bedrijfsactiviteit in gebruik te nemen vloeroppervlak van de woning en / of de bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 80 m²;

2. degene die de bedrijfsactiviteit in de woning en / of de bijgebouwen uitoefent dient tevens de bewoner van de woning te zijn;

3. buitenopslag en stalling is niet toegestaan;

4. detailhandel en / of groothandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel in de vorm van een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en in verband met de bedrijfsactiviteit en handelsactiviteiten via het internet;

5. horeca is niet toegestaan;

6. autogerelateerde bedrijven zijn niet toegestaan;

b. Aantal woningen

Per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan

3.2 Bouwregels

3.2.1 Toegestane bebouwing

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals woningen met vrijstaande bijgebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2.2 Situering van bouwwerken

Voor de situering van bouwwerken geldt het volgende:

a. Woningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', met

inachtneming van het volgende:

(11)

1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' is uitsluitend één vrijstaande woning toegestaan;

b. (aangebouwde) bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';

c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn binnen het gehele bestemmingsvlak toegestaan.

3.2.3 Maatvoering

Met betrekking tot de maatvoering en situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient aan het volgende te worden voldaan:

DE WONING MAX.

GOOTHOOGTE zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'.

BOUWHOOGTE zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'.

INHOUD 1.000 m³ (inclusief aangebouwde bijgebouwen),

VRIJSTAANDE BIJGEBOUWEN BIJ WONING MAX.

GEZAMENLIJKS OPPERVLAKTE PER WONING

120 m

2

GOOTHOOGTE 3 m

BOUWHOOGTE 6 m

HOOGTE ONDERBOUW VAN EEN HOOISCHELF

2,5 m

GOOTHOOGTE VAN EEN HOOISCHELF 6 m

BOUWWERKEN GEEN GEBOUWEN ZIJNDE MAX.

BOUWHOOGTE ERFAFSCHEIDINGEN 2 m

BOUWHOOGTE CARPORTS / OVERKAPPINGEN

3m

OPPERVLAKTE CARPORTS / OVERKAPPINGEN

20 m

2

BOUWHOOGTE OVERIGE BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE

6 m

DE OPPERVLAKTE VAN PAARDENBAKKEN 800 m

2

tezamen met het deel dat eventueel binnen de agrarische bestemming is gesitueerd

3.2.4 Ondergrondse gebouwen

Ondergrondse gebouwen zijn toegestaan, mits er voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

a. ondergrondse gebouwen (kelders) zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de gebouwen;

b. ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in één bouwlaag ondergronds.

(12)

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.3.1 Omgevingsvergunning bebouwde oppervlakte vrijstaande bijgebouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 teneinde de toegestane bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen te vergroten, mits voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt. Hierbij geldt het volgende:

a. indien niet meer dan 750 m² aan voormalige bedrijfsgebouwen wordt gesloopt, mag niet meer dan 60 % van de gesloopte oppervlakte worden teruggebouwd als bijgebouw;

b. sloop van cultuurhistorisch waardevolle en monumentale panden is niet toegestaan;

c. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;

d. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;

e. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving.

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.4.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor:

a. vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;

b. bedrijfsactiviteit anders dan bedoeld in 3.1.2 onder a.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.5.1 Omgevingsvergunning Staat van bedrijfsactiviteiten - lijst en categorie

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.1 onder b teneinde bedrijven toe te staan, die niet zijn opgenomen in Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten (Wonen) zoals bedoeld in 3.1.2 onder a, dan wel bedrijven in een hogere categorie dan maximaal is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarde:

a. het bedrijf qua aard en omvang en invloed op het milieu en de omgeving gelijk te stellen is met de toegestane bedrijfsactiviteiten. Omtrent de vergelijkbaarheid van de invloed op het milieu en de omgeving advies wordt gevraagd aan een onafhankelijke terzake deskundige.

3.5.2 Omgevingsvergunning bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1, teneinde een bed & breakfastvoorziening voor maximaal 8 personen in maximaal 4 kamers toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

a. deze nevenactiviteit is enkel in de (bedrijfs)woning en de daarbij behorende bijgebouwen toegestaan;

b. de nevenactiviteit is ondergeschikt van aard;

c. de voor bed & breakfast gebruikte oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m²;

d. permanente bewoning of huisvesting van tijdelijke werknemers is niet toegestaan;

e. er wordt een nachtregister bijgehouden;

f. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven;

g. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke

ontsluitingssituatie;

(13)

h. er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte;

i. het woon- en leefklimaat mag niet onevenredig worden aangetast.

3.5.3 Omgevingsvergunning mantelzorg

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.1 onder a en toestaan dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

a. een dergelijke bewoning is aantoonbaar nodig vanuit een oogpunt van mantelzorg.

Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag hieromtrent advies aan een onafhankelijk terzake deskundige instantie;

b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;

c. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende bouwwerken;

d. er dient gebruik te worden gemaakt van het dichtst bij de hoofdwoning gelegen bijgebouw, tenzij op grond van doelmatigheidsmotieven een ander op het perceel gelegen bijbehorend bouwwerk meer geschikt is;

e. de afhankelijke woonruimte dient te worden bewoond door degene(n) die de zorg nodig heeft/ hebben;

f. de voorziening dient te voldoen aan de eisen van het bouwbesluit;

g. de afhankelijke woonruimte mag geen eigen perceelsontsluiting hebben;

h. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden.

(14)

Artikel 4 Waarde - Archeologie 2 4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem.

4.2 Bouwregels

Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:

a. Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen voor het oprichten van een bouwwerk groter dan 120 m² dient de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.

b. In afwijking van het gestelde onder a hoeft de aanvrager van een omgevingsvergunning voor bouwen geen rapport als bedoeld onder a te overleggen, indien één van de volgende situaties van toepassing is:

1. de aanvraag om omgevingsvergunning voor bouwen betrekking heeft op het vervangen van bestaande bebouwing (waaronder een bestaande ondergrondse kelder), waarbij de oppervlakte aan bebouwing niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut;

2. de aanvraag om omgevingsvergunning voor bouwen betrekking heeft op het uitbreiden van bestaande bebouwing tot maximaal 2,5 m uit de bestaande fundering;

3. de aanvraag om omgevingsvergunning voor bouwen betrekking heeft op het bouwen in de bodem tot een diepte van 0,30 m onder het bestaande maaiveld;

4. naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.

c. Indien uit het onder a genoemde rapport of uit de beschikbare informatie als bedoeld in b onder 4, blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het vergunde bouwwerk zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning voor bouwen:

1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;

2. de verplichting tot het doen van opgravingen;

3. de verplichting de activiteit die tot een bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan bij die voorschriften te stellen kwalificaties;

4. de verplichting om na beëindiging van de werken en werkzaamheden een verslag uit te brengen waaruit blijkt op welke wijze met de archeologische waarden is

omgegaan.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.3.1 Omgevingsvergunningsplicht

Onverminderd het in de Monumentenwet bepaalde is het verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

a. grondwerkzaamheden, zoals afgraven, egaliseren, frezen, diepploegen, aanbrengen van

oppervlakteverhardingen, aanleg van drainage, verwijderen van funderingen en aanleg van

(15)

diepwortelende beplanting.

b. graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;

c. aanleggen van leidingen.

4.3.2 Uitzonderingen

Het onder 4.3.1 opgenomen verbod geldt niet:

a. In het kader van archeologisch onderzoek en archeologische opgravingen, mits deze worden verricht door een ter zake deskundige als bedoeld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;

b. voor werken en werkzaamheden in het kader van normale onderhouds- en

vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen, kabels, riolering, leidingen en beplantingen;

c. voor werken en werkzaamheden in het kader van het normale agrarische gebruik, zoals ploegen, zaai- en oogstklaar maken, vervangen van drainage, aanbrengen van

teeltondersteunende voorzieningen en vervangen van boomgaarden;

d. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft tot een diepte van 0,30 m onder het bestaande maaiveld;

e. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft over een maximale oppervlakte van 120 m².

f. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft binnen een afstand van maximaal 2,5 m uit een bestaande fundering van een bestaand bouwwerk;

g. voor werken en werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan legaal in uitvoering zijn of legaal kunnen worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning;

h. ingeval op grond van de Monumentenwet een vergunning is vereist.

4.3.3 Verlening

a. De onder 4.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend voor zover de

archeologische waarden niet onevenredig worden aangetast, hetgeen moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning dient te

overleggen. In het rapport moeten de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. Een rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld;

b. Indien het rapport of andere beschikbare informatie daartoe aanleiding geeft, dient op advies van een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door het bevoegd te stellen kwalificaties zonodig archeologisch

vervolgonderzoek plaats te vinden.

4.3.4 Voorwaarden

Overeenkomstig het in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bepaalde kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning onder beperkingen verlenen en kunnen zij

voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden, waaronder de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.

4.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, teneinde:

(16)

a. de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen,

indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat

op de betrokken gronden geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn dan wel er

niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.

(17)

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan

uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere

bouwplannen buiten beschouwing.

(18)

Artikel 6 Algemene bouwregels 6.1 Ondergeschikte bouwdelen

6.1.1 Overschrijding bouw- en bestemmingsgrenzen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, regenpijpen, stoeptreden, luifels, installaties, balkons en overstekende daken, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,0 m bedraagt.

6.1.2 Overschrijding bouwhoogte

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen is overschrijding van de bouwhoogte toegestaan door ondergeschikte bouwdelen, als gevelversieringen,

ventilatiekanalen, installaties, regenpijpen, liftkokers e.d., mits de overschrijding van de maximaal toegestane bouwhoogte niet meer dan 1,0 m bedraagt.

6.2 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, het volgende:

a. indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van

gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, dan wel

minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk

minimum.

(19)

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht 7.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

7.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan eenmalig met een omgevingsvergunning afwijken van lid 7.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 7.1 met maximaal 10%.

7.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 7.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

7.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

7.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

7.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 7.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

7.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 7.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen

geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

(20)
(21)

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Steeg 4 te Ewijk.

(22)
(23)

Bijlage bij regels

(24)

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten (Wonen)

(25)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

01 01 - LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW

0111, 0113 011, 012, 013 Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) 10 10 30 C 10 30 2

0112 011, 012, 013, 016 0 Tuinbouw:

0112 011, 012, 013 1 - bedrijfsgebouwen 10 10 30 C 10 30 2

0112 011, 012, 013 2 - kassen zonder verwarming 10 10 30 C 10 30 2

0112 011, 012, 013 3 - kassen met gasverwarming 10 10 30 C 10 30 2

0112 0113 4 - champignonkwekerijen (algemeen) 30 10 30 C 10 30 2

0112 0113 5 - champignonkwekerijen met mestfermentatie 100 10 30 C 10 100 3.2

0112 0163 6 - bloembollendroog- en prepareerbedrijven 30 10 30 C 10 30 2

0112 011 7 - witlofkwekerijen (algemeen) 30 10 30 C 10 30 2

0121 0141, 0142 Fokken en houden van rundvee 100 30 30 C 0 100 3.2

0122 0143, 0145 0 Fokken en houden van overige graasdieren:

0122 0143 1 - paardenfokkerijen 50 30 30 C 0 50 3.1

0122 0145 2 - overige graasdieren 50 30 30 C 0 50 3.1

0123 0146 Fokken en houden van varkens 200 30 50 C 0 200 D 4.1

0124 0147 0 Fokken en houden van pluimvee:

0124 0147 1 - legkippen 200 30 50 C 0 200 D 4.1

0124 0147 2 - opfokkippen en mestkuikens 200 30 50 C 0 200 4.1

0124 0147 3 - eenden en ganzen 200 50 50 C 0 200 4.1

0124 0147 4 - overig pluimvee 100 30 50 C 0 100 D 3.2

0125 0149 0 Fokken en houden van overige dieren:

0125 0149 1 - nertsen en vossen 200 30 30 C 0 200 4.1

0125 0149 2 - konijnen 100 30 30 C 0 100 3.2

0125 0149 3 - huisdieren 30 0 50 C 10 50 3.1

0125 0149 4 - maden, wormen e.d. 100 0 30 C 10 100 3.2

0125 0149 5 - bijen 10 0 30 C 10 30 2

0125 0149 6 - overige dieren 30 10 30 C 0 30 D 2

0130 0150

Akker-en/of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren (niet

intensief) 100 30 30 C 0 100 3.2

014 016 0 Dienstverlening t.b.v. de landbouw:

014 016 1 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² 30 10 50 10 50 D 3.1

014 016 2 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² 30 10 30 10 30 2

014 016 3 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² 30 10 50 10 50 3.1

014 016 4 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² 30 10 30 10 30 2

(26)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

0142 0162 KI-stations 30 10 30 C 0 30 2

02 02 -

02 02 - BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW

020 021, 022, 024 Bosbouwbedrijven 10 10 50 0 50 3.1

05 03 -

05 03 - VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN

0501.1 0311 Zeevisserijbedrijven 100 0 100 C 50 R 100 3.2

0501.2 0312 Binnenvisserijbedrijven 50 0 50 C 10 50 3.1

0502 032 0 Vis- en schaaldierkwekerijen

0502 032 1 - oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven 100 30 50 C 0 100 3.2

0502 032 2 - visteeltbedrijven 50 0 50 C 0 50 3.1

10 08 -

10 08 - TURFWINNING

103 089 Turfwinningbedrijven 50 50 100 C 10 100 3.2

11 06 -

11 06 - AARDOLIE- EN AARDGASWINNING

111 061, 062 0 Aardolie- en aardgaswinning:

111 061 1 - aardoliewinputten 100 0 200 C 200 R 200 4.1

111 062 2 - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: < 10.000.000 N m3/d 30 0 500 C 200 R 500 5.1

111 062 3 - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: >= 10.000.000 N m3/d 50 0 700 C Z 200 R 700 5.2

14 08 -

14 08 - WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D.

1421 0812 0 Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht):

1421 0812 1 - algemeen 10 100 200 10 200 D 4.1

1421 0812 2 - steenbrekerijen 10 200 700 Z 10 700 5.2

144 0893 Zoutwinningbedrijven 50 10 100 C 30 100 3.2

145 0899 Mergel- en overige delfstoffenwinningbedrijven 10 200 500 C 50 500 5.1

15 10, 11 -

15 10, 11 - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN

151 101, 102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking:

151 101, 102 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 100 0 100 C 50 R 100 D 3.2

151 101 2 - vetsmelterijen 700 0 100 C 30 700 5.2

151 101 3 - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 300 0 100 C 50 R 300 4.2

(27)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

151 101 4 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 100 0 100 C 50 R 100 3.2

151 101 5 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² 50 0 50 C 30 50 3.1

151 101 6 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m² 30 0 50 10 50 3.1

151 101, 102 7 - loonslachterijen 50 0 50 10 50 3.1

151 108 8

- vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met

p.o. < 2.000 m² 50 0 50 10 50 3.1

152 102 0 Visverwerkingsbedrijven:

152 102 1 - drogen 700 100 200 C 30 700 5.2

152 102 2 - conserveren 200 0 100 C 30 200 4.1

152 102 3 - roken 300 0 50 C 0 300 4.2

152 102 4 - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m² 300 10 50 C 30 300 D 4.2

152 102 5 - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² 100 10 50 30 100 3.2

152 102 6 - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² 50 10 30 10 50 3.1

1531 1031 0 Aardappelprodukten fabrieken:

1531 1031 1 - vervaardiging van aardappelproducten 300 30 200 C 50 R 300 4.2

1531 1031 2 - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² 50 10 50 50 R 50 3.1

1532, 1533 1032, 1039 0 Groente- en fruitconservenfabrieken:

1532, 1533 1032, 1039 1 - jam 50 10 100 C 10 100 3.2

1532, 1533 1032, 1039 2 - groente algemeen 50 10 100 C 10 100 3.2

1532, 1533 1032, 1039 3 - met koolsoorten 100 10 100 C 10 100 3.2

1532, 1533 1032, 1039 4 - met drogerijen 300 10 200 C 30 300 4.2

1532, 1533 1032, 1039 5 - met uienconservering (zoutinleggerij) 300 10 100 C 10 300 4.2

1541 104101 0 Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:

1541 104101 1 - p.c. < 250.000 t/j 200 30 100 C 30 R 200 4.1

1541 104101 2 - p.c. >= 250.000 t/j 300 50 300 C Z 50 R 300 4.2

1542 104102 0 Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:

1542 104102 1 - p.c. < 250.000 t/j 200 10 100 C 100 R 200 4.1

1542 104102 2 - p.c. >= 250.000 t/j 300 10 300 C Z 200 R 300 4.2

1543 1042 0 Margarinefabrieken:

1543 1042 1 - p.c. < 250.000 t/j 100 10 200 C 30 R 200 4.1

1543 1042 2 - p.c. >= 250.000 t/j 200 10 300 C Z 50 R 300 4.2

1551 1051 0 Zuivelprodukten fabrieken:

1551 1051 1 - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u 200 100 500 C Z 50 R 500 5.1

1551 1051 2 - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u 200 30 500 C Z 50 R 500 5.1

(28)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

1551 1051 3 - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j 50 0 100 C 50 R 100 3.2

1551 1051 4 - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j 100 0 300 C Z 50 R 300 4.2

1551 1051 5 - overige zuivelprodukten fabrieken 50 50 300 C 50 R 300 4.2

1552 1052 1 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² 50 0 100 C 50 R 100 3.2

1552 1052 2 - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² 10 0 30 0 30 2

1561 1061 0 Meelfabrieken:

1561 1061 1 - p.c. >= 500 t/u 200 100 300 C Z 100 R 300 4.2

1561 1061 2 - p.c. < 500 t/u 100 50 200 C 50 R 200 4.1

1561 1061 Grutterswarenfabrieken 50 100 200 C 50 200 D 4.1

1562 1062 0 Zetmeelfabrieken:

1562 1062 1 - p.c. < 10 t/u 200 50 200 C 30 R 200 4.1

1562 1062 2 - p.c. >= 10 t/u 300 100 300 C Z 50 R 300 4.2

1571 1091 0 Veevoerfabrieken:

1571 1091 1 - destructiebedrijven 700 30 200 C 50 700 D 5.2

1571 1091 2 - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek 700 100 100 C 30 R 700 D 5.2

1571 1091 3 - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water 300 100 200 C 30 300 4.2

1571 1091 4 - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water 700 200 300 C Z 50 700 5.2

1571 1091 5 - mengvoeder, p.c. < 100 t/u 200 50 200 C 30 200 4.1

1571 1091 6 - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u 300 100 300 C Z 50 R 300 4.2

1572 1092 Vervaardiging van voer voor huisdieren 200 100 200 C 30 200 4.1

1581 1071 0 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:

1581 1071 1 - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 30 10 30 C 10 30 2

1581 1071 2 - v.c. >= 7500 kg meel/week 100 30 100 C 30 100 3.2

1582 1072 Banket, biscuit- en koekfabrieken 100 10 100 C 30 100 3.2

1583 1081 0 Suikerfabrieken:

1583 1081 1 - v.c. < 2.500 t/j 500 100 300 C 100 R 500 5.1

1583 1081 2 - v.c. >= 2.500 t/j 1000 200 700 C Z 200 R 1000 5.3

1584 10821 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:

1584 10821 1 - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² 500 50 100 50 R 500 5.1

1584 10821 2

- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <

2.000 m² 100 30 50 30 100 3.2

1584 10821 3

- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <=

200 m² 30 10 30 10 30 2

1584 10821 4 - Suikerwerkfabrieken met suiker branden 300 30 50 30 R 300 4.2

1584 10821 5 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² 100 30 50 30 R 100 3.2

(29)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

1584 10821 6 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² 30 10 30 10 30 2

1585 1073 Deegwarenfabrieken 50 30 10 10 50 3.1

1586 1083 0 Koffiebranderijen en theepakkerijen:

1586 1083 1 - koffiebranderijen 500 30 200 C 10 500 D 5.1

1586 1083 2 - theepakkerijen 100 10 30 10 100 3.2

1587 108401 Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden 200 30 50 10 200 4.1

1589 1089 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 200 30 50 30 200 D 4.1

1589.1 1089 Bakkerijgrondstoffenfabrieken 200 50 50 50 R 200 4.1

1589.2 1089 0 Soep- en soeparomafabrieken:

1589.2 1089 1 - zonder poederdrogen 100 10 50 10 100 3.2

1589.2 1089 2 - met poederdrogen 300 50 50 50 R 300 4.2

1589.2 1089 Bakmeel- en puddingpoederfabrieken 200 50 50 30 200 4.1

1591 110101 Destilleerderijen en likeurstokerijen 300 30 200 C 30 300 4.2

1592 110102 0 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:

1592 110102 1 - p.c. < 5.000 t/j 200 30 200 C 30 R 200 4.1

1592 110102 2 - p.c. >= 5.000 t/j 300 50 300 C 50 R 300 4.2

1593 t/m 1595 1102 t/m 1104 Vervaardiging van wijn, cider e.d. 10 0 30 C 0 30 2

1596 1105 Bierbrouwerijen 300 30 100 C 50 R 300 4.2

1597 1106 Mouterijen 300 50 100 C 30 300 4.2

1598 1107 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 10 0 100 50 R 100 3.2

16 12 -

16 12 - VERWERKING VAN TABAK

160 120 Tabakverwerkende industrie 200 30 50 C 30 200 4.1

17 13 -

17 13 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL

171 131 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 100 3.2

172 132 0 Weven van textiel:

172 132 1 - aantal weefgetouwen < 50 10 10 100 0 100 3.2

172 132 2 - aantal weefgetouwen >= 50 10 30 300 Z 50 300 4.2

173 133 Textielveredelingsbedrijven 50 0 50 10 50 3.1

174, 175 139 Vervaardiging van textielwaren 10 0 50 10 50 3.1

1751 1393 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 100 30 200 10 200 4.1

176, 177 139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 10 50 10 50 3.1

18 14 -

18 14 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT

(30)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

181 141 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 50 3.1

182 141 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) 10 10 30 10 30 2

183 142, 151 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 50 3.1

19 19 -

19 15 - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)

191 151,152 Lederfabrieken 300 30 100 10 300 4.2

192 151 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 50 10 30 10 50 D 3.1

193 152 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 50 3.1

20 -

20 16 -

HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.

2010.1 16101 Houtzagerijen 0 50 100 50 R 100 3.2

2010.2 16102 0 Houtconserveringsbedrijven:

2010.2 16102 1 - met creosootolie 200 30 50 10 200 4.1

2010.2 16102 2 - met zoutoplossingen 10 30 50 10 50 3.1

202 1621 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 30 100 10 100 3.2

203, 204, 205 162 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 0 30 100 0 100 3.2

203, 204, 205 162 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 0 30 50 0 50 3.1

205 162902 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 10 10 30 0 30 2

21 17 -

21 17 - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN

2111 1711 Vervaardiging van pulp 200 100 200 C 50 R 200 4.1

2112 1712 0 Papier- en kartonfabrieken:

2112 1712 1 - p.c. < 3 t/u 50 30 50 C 30 R 50 3.1

2112 1712 2 - p.c. 3 - 15 t/u 100 50 200 C Z 50 R 200 4.1

2112 1712 3 - p.c. >= 15 t/u 200 100 300 C Z 100 R 300 4.2

212 172 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 30 100 C 30 R 100 3.2

2121.2 17212 0 Golfkartonfabrieken:

2121.2 17212 1 - p.c. < 3 t/u 30 30 100 C 30 R 100 3.2

2121.2 17212 2 - p.c. >= 3 t/u 50 30 200 C Z 30 R 200 4.1

22 58 -

22 58 -

UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN

MEDIA

(31)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

221 581 Uitgeverijen (kantoren) 0 0 10 0 10 1

2221 1811 Drukkerijen van dagbladen 30 0 100 C 10 100 3.2

2222 1812 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 30 0 100 10 100 3.2

2222.6 18129 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 10 0 30 0 30 2

2223 1814 A Grafische afwerking 0 0 10 0 10 1

2223 1814 B Binderijen 30 0 30 0 30 2

2224 1813 Grafische reproduktie en zetten 30 0 10 10 30 2

2225 1814 Overige grafische aktiviteiten 30 0 30 10 30 D 2

223 182 Reproduktiebedrijven opgenomen media 0 0 10 0 10 1

23 19 -

23 19 -

AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT- /KWEEKSTOFFEN

231 191 Cokesfabrieken 1000 700 1000 C Z 100 R 1000 5.3

2320.1 19201 Aardolieraffinaderijen 1500 100 1500 C Z 1500 R 1500 6

2320.2 19202 A Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 0 100 30 R 100 3.2

2320.2 19202 B Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie 300 0 100 50 R 300 4.2

2320.2 19202 C Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. 300 0 200 50 R 300 D 4.2

233 201, 212, 244 Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven 10 10 100 1500 1500 D 6

24 20 -

24 20 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN

2411 2011 0 Vervaardiging van industriële gassen:

2411 2011 1 - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht 10 0 700 C Z 100 R 700 5.2

2411 2011 2 - overige gassenfabrieken, niet explosief 100 0 500 C 100 R 500 5.1

2411 2011 3 - overige gassenfabrieken, explosief 100 0 500 C 300 R 500 5.1

2412 2012 Kleur- en verfstoffenfabrieken 200 0 200 C 200 R 200 D 4.1

2413 2012 0 Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:

2413 2012 1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 100 30 300 C 300 R 300 D 4.2

2413 2012 2 - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 300 50 500 C 700 R 700 D 5.2

2414.1 20141 A0 Organ. chemische grondstoffenfabrieken:

2414.1 20141 A1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 300 10 200 C 300 R 300 D 4.2

2414.1 20141 A2 - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 1000 30 500 C 700 R 1000 D 5.3

2414.1 20141 B0 Methanolfabrieken:

2414.1 20141 B1 - p.c. < 100.000 t/j 100 0 200 C 100 R 200 4.1

2414.1 20141 B2 - p.c. >= 100.000 t/j 200 0 300 C Z 200 R 300 4.2

2414.2 20149 0 Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):

(32)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

2414.2 20149 1 - p.c. < 50.000 t/j 300 0 200 C 100 R 300 4.2

2414.2 20149 2 - p.c. >= 50.000 t/j 500 0 300 C Z 200 R 500 5.1

2415 2015 Kunstmeststoffenfabrieken 500 300 500 C 500 R 500 5.1

2416 2016 Kunstharsenfabrieken e.d. 700 30 300 C 500 R 700 5.2

242 202 0 Landbouwchemicaliënfabrieken:

242 202 1 - fabricage 300 50 100 C 1000 R 1000 5.3

242 202 2 - formulering en afvullen 100 10 30 C 500 R 500 D 5.1

243 203 Verf, lak en vernisfabrieken 300 30 200 C 300 R 300 D 4.2

2441 2110 0 Farmaceutische grondstoffenfabrieken:

2441 2110 1 - p.c. < 1.000 t/j 200 10 200 C 300 R 300 4.2

2441 2110 2 - p.c. >= 1.000 t/j 300 10 300 C 500 R 500 5.1

2442 2120 0 Farmaceutische produktenfabrieken:

2442 2120 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 50 3.1

2442 2120 2 - verbandmiddelenfabrieken 10 10 30 10 30 2

2451 2041 Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken 300 100 200 C 100 R 300 4.2

2452 2042 Parfumerie- en cosmeticafabrieken 300 30 50 C 50 R 300 4.2

2461 2051 Kruit-, vuurwerk-, en springstoffenfabrieken 30 10 50 1000 V 1000 5.3

2462 2052 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:

2462 2052 1 - zonder dierlijke grondstoffen 100 10 100 50 100 3.2

2462 2052 2 - met dierlijke grondstoffen 500 30 100 50 500 5.1

2464 205902 Fotochemische produktenfabrieken 50 10 100 50 R 100 3.2

2466 205903 A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 50 3.1

2466 205903 B Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. 200 30 100 C 200 R 200 D 4.1

247 2060 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 300 30 300 C 200 R 300 4.2

25 22 -

25 22 - VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF

2511 221101 Rubberbandenfabrieken 300 50 300 C 100 R 300 4.2

2512 221102 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:

2512 221102 1 - vloeropp. < 100 m2 50 10 30 30 50 3.1

2512 221102 2 - vloeropp. >= 100 m2 200 50 100 50 R 200 4.1

2513 2219 Rubber-artikelenfabrieken 100 10 50 50 R 100 D 3.2

252 222 0 Kunststofverwerkende bedrijven:

252 222 1 - zonder fenolharsen 200 50 100 100 R 200 4.1

252 222 2 - met fenolharsen 300 50 100 200 R 300 4.2

(33)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

252 222 3

- productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van

kunststofbouwmaterialen 50 30 50 30 50 3.1

26 23 -

26 23 -

VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN

261 231 0 Glasfabrieken:

261 231 1 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j 30 30 100 30 100 3.2

261 231 2 - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j 30 100 300 C Z 50 R 300 4.2

261 231 3 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j 300 100 100 30 300 4.2

261 231 4 - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j 500 200 300 C Z 50 R 500 5.1

2615 231 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 50 3.1

262, 263 232, 234 0 Aardewerkfabrieken:

262, 263 232, 234 1 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 10 10 30 10 30 2

262, 263 232, 234 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 30 50 100 30 100 3.2

264 233 A Baksteen en baksteenelementenfabrieken 30 200 200 30 200 4.1

264 233 B Dakpannenfabrieken 50 200 200 100 R 200 4.1

2651 2351 0 Cementfabrieken:

2651 2351 1 - p.c. < 100.000 t/j 10 300 500 C 30 R 500 5.1

2651 2351 2 - p.c. >= 100.000 t/j 30 500 1000 C Z 50 R 1000 5.3

2652 235201 0 Kalkfabrieken:

2652 235201 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1

2652 235201 2 - p.c. >= 100.000 t/j 50 500 300 Z 50 R 500 5.1

2653 235202 0 Gipsfabrieken:

2653 235202 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1

2653 235202 2 - p.c. >= 100.000 t/j 50 500 300 Z 50 R 500 5.1

2661.1 23611 0 Betonwarenfabrieken:

2661.1 23611 1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 10 100 200 30 200 4.1

2661.1 23611 2 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d 10 100 300 30 300 4.2

2661.1 23611 3 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d 30 200 700 Z 30 700 5.2

2661.2 23612 0 Kalkzandsteenfabrieken:

2661.2 23612 1 - p.c. < 100.000 t/j 10 50 100 30 100 3.2

2661.2 23612 2 - p.c. >= 100.000 t/j 30 200 300 Z 30 300 4.2

2662 2362 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 50 100 30 100 3.2

2663, 2664 2363, 2364 0 Betonmortelcentrales:

2663, 2664 2363, 2364 1 - p.c. < 100 t/u 10 50 100 10 100 3.2

(34)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

2663, 2664 2363, 2364 2 - p.c. >= 100 t/u 30 200 300 Z 10 300 4.2

2665, 2666 2365, 2369 0 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:

2665, 2666 2365, 2369 1 - p.c. < 100 t/d 10 50 100 50 R 100 3.2

2665, 2666 2365, 2369 2 - p.c. >= 100 t/d 30 200 300 Z 200 R 300 4.2

267 237 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:

267 237 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 10 30 100 0 100 D 3.2

267 237 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² 10 30 50 0 50 3.1

267 237 3 - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j 10 100 300 10 300 4.2

267 237 4 - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j 30 200 700 Z 10 700 5.2

2681 2391 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken 10 30 50 10 50 D 3.1

2682 2399 A0 Bitumineuze materialenfabrieken:

2682 2399 A1 - p.c. < 100 t/u 300 100 100 30 300 4.2

2682 2399 A2 - p.c. >= 100 t/u 500 200 200 Z 50 500 5.1

2682 2399 B0 Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):

2682 2399 B1 - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j 100 200 300 C Z 30 300 4.2

2682 2399 B2 - overige isolatiematerialen 200 100 100 C 50 200 4.1

2682 2399 C Minerale produktenfabrieken n.e.g. 50 50 100 50 100 D 3.2

2682 2399 D0 Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur 100 50 200 30 200 4.1

2682 2399 D1 - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur 200 100 300 Z 50 300 4.2

27 24 -

27 24 - VERVAARDIGING VAN METALEN

271 241 0 Ruwijzer- en staalfabrieken:

271 241 1 - p.c. < 1.000 t/j 700 500 700 200 R 700 5.2

271 241 2 - p.c. >= 1.000 t/j 1500 1000 1500 C Z 300 R 1500 6

272 245 0 IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:

272 245 1 - p.o. < 2.000 m2 30 30 500 30 500 5.1

272 245 2 - p.o. >= 2.000 m2 50 100 1000 Z 50 R 1000 5.3

273 243 0 Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:

273 243 1 - p.o. < 2.000 m2 30 30 300 30 300 4.2

273 243 2 - p.o. >= 2.000 m2 50 50 700 Z 50 R 700 5.2

274 244 A0 Non-ferro-metaalfabrieken:

274 244 A1 - p.c. < 1.000 t/j 100 100 300 30 R 300 4.2

274 244 A2 - p.c. >= 1.000 t/j 200 300 700 Z 50 R 700 5.2

274 244 B0 Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.:

274 244 B1 - p.o. < 2.000 m2 50 50 500 50 R 500 5.1

(35)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

274 244 B2 - p.o. >= 2.000 m2 200 100 1000 Z 100 R 1000 5.3

2751, 2752 2451, 2452 0 IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:

2751, 2752 2451, 2452 1 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 C 30 R 300 4.2

2751, 2752 2451, 2452 2 - p.c. >= 4.000 t/j 200 100 500 C Z 50 R 500 5.1

2753, 2754 2453, 2454 0 Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:

2753, 2754 2453, 2454 1 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 C 30 R 300 4.2

2753, 2754 2453, 2454 2 - p.c. >= 4.000 t/j 200 100 500 C Z 50 R 500 5.1

28 25 -

28 25, 31 -

VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL.

MACH./TRANSPORTMIDD.)

281 251, 331 0 Constructiewerkplaatsen

281 251, 331 1 - gesloten gebouw 30 30 100 30 100 3.2

281 251, 331 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 3.1

281 251, 331 2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 200 4.1

281 251, 331 3 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 50 200 300 Z 30 300 4.2

2821 2529, 3311 0 Tank- en reservoirbouwbedrijven:

2821 2529, 3311 1 - p.o. < 2.000 m2 30 50 300 30 R 300 4.2

2821 2529, 3311 2 - p.o. >= 2.000 m2 50 100 500 Z 50 R 500 5.1

2822, 2830 2521, 2530, 3311 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 30 30 200 30 200 4.1

284 255, 331 A Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 10 30 200 30 200 4.1

284 255, 331 B Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 50 30 100 30 100 D 3.2

284 255, 331 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 D 3.1

2851 2561, 3311 0 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:

2851 2561, 3311 1 - algemeen 50 50 100 50 100 3.2

2851 2561, 3311 10 - stralen 30 200 200 30 200 D 4.1

2851 2561, 3311 11 - metaalharden 30 50 100 50 100 D 3.2

2851 2561, 3311 12 - lakspuiten en moffelen 100 30 100 50 R 100 D 3.2

2851 2561, 3311 2 - scoperen (opspuiten van zink) 50 50 100 30 R 100 D 3.2

2851 2561, 3311 3 - thermisch verzinken 100 50 100 50 100 3.2

2851 2561, 3311 4 - thermisch vertinnen 100 50 100 50 100 3.2

2851 2561, 3311 5 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 30 50 100 30 100 3.2

2851 2561, 3311 6 - anodiseren, eloxeren 50 10 100 30 100 3.2

2851 2561, 3311 7 - chemische oppervlaktebehandeling 50 10 100 30 100 3.2

2851 2561, 3311 8 - emailleren 100 50 100 50 R 100 3.2

2851 2561, 3311 9 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 30 30 100 50 100 3.2

(36)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

2852 2562, 3311 1 Overige metaalbewerkende industrie 10 30 100 30 100 D 3.2

2852 2562, 3311 2 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 10 30 50 10 50 D 3.1

287 259, 331 A0 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:

287 259, 331 A1 - p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 200 4.1

287 259, 331 A2 - p.o. >= 2.000 m2 50 100 500 Z 30 500 5.1

287 259, 331 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. 30 30 100 30 100 3.2

287 259, 331 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2 30 30 50 10 50 3.1

29 27, 28, 33 -

29 27, 28, 33 - VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN

29 27, 28, 33 0 Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:

29 27, 28, 33 1 - p.o. < 2.000 m2 30 30 100 30 100 D 3.2

29 27, 28, 33 2 - p.o. >= 2.000 m2 50 30 200 30 200 D 4.1

29 28, 33 3 - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 30 300 Z 30 300 D 4.2

30 26, 28, 33 -

30 26, 28, 33 - VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS

30 26, 28, 33 A Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie 30 10 30 10 30 2

31 26, 27, 33 -

31 26, 27, 33 -

VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.

311 271, 331 Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie 200 30 30 50 200 4.1

312 271, 273 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 200 10 30 50 200 4.1

313 273 Elektrische draad- en kabelfabrieken 100 10 200 100 R 200 D 4.1

314 272 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 30 100 50 100 3.2

315 274 Lampenfabrieken 200 30 30 300 R 300 4.2

316 293 Elektrotechnische industrie n.e.g. 30 10 30 10 30 2

3162 2790 Koolelektrodenfabrieken 1500 300 1000 C Z 200 R 1500 6

32 26, 33 -

32 26, 33 -

VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN - BENODIGDH.

321 t/m 323 261, 263, 264, 331 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie 30 0 50 30 50 D 3.1

3210 2612 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 50 3.1

33 26, 32, 33 -

33 26, 32, 33 -

VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN

INSTRUMENTEN

(37)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

33 26, 32, 33 A

Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl.

reparatie 30 0 30 0 30 2

34 29 -

34 29 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS

341 291 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven

341 291 1 - p.o. < 10.000 m2 100 10 200 C 30 R 200 D 4.1

341 291 2 - p.o. >= 10.000 m2 200 30 300 Z 50 R 300 4.2

3420.1 29201 Carrosseriefabrieken 100 10 200 30 R 200 4.1

3420.2 29202 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 30 10 200 30 200 4.1

343 293 Auto-onderdelenfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2

35 30 -

35 30 -

VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)

351 301, 3315 0 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:

351 301, 3315 1 - houten schepen 30 30 50 10 50 3.1

351 301, 3315 2 - kunststof schepen 100 50 100 50 R 100 3.2

351 301, 3315 3 - metalen schepen < 25 m 50 100 200 30 200 4.1

351 301, 3315 4 - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW 100 100 500 C Z 50 500 5.1

3511 3831 Scheepssloperijen 100 200 700 100 R 700 5.2

352 302, 317 0 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:

352 302, 317 1 - algemeen 50 30 100 30 100 3.2

352 302, 317 2 - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 30 300 Z 30 R 300 4.2

353 303, 3316 0 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:

353 303, 3316 1 - zonder proefdraaien motoren 50 30 200 30 200 4.1

353 303, 3316 2 - met proefdraaien motoren 100 30 1000 Z 100 R 1000 5.3

354 309 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2

355 3099 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 30 100 30 100 D 3.2

36 31 -

36 31 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.

361 310 1 Meubelfabrieken 50 50 100 30 100 D 3.2

361 9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 10 10 0 10 1

362 321 Fabricage van munten, sieraden e.d. 30 10 10 10 30 2

363 322 Muziekinstrumentenfabrieken 30 10 30 10 30 2

364 323 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1

365 324 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1

(38)

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - n u mme r GE UR STO F GE LUI D GE V A AR GROOTS T E AF S T AND CAT E GORI E

3663.1 32991 Sociale werkvoorziening 0 30 30 0 30 2

3663.2 32999 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 50 D 3.1

37 38 -

37 38 - VOORBEREIDING TOT RECYCLING

371 383201 Metaal- en autoschredders 30 100 500 Z 30 500 5.1

372 383202 A0 Puinbrekerijen en -malerijen:

372 383202 A1 - v.c. < 100.000 t/j 30 100 300 10 300 4.2

372 383202 A2 - v.c. >= 100.000 t/j 30 200 700 10 700 5.2

372 383202 B Rubberregeneratiebedrijven 300 50 100 50 R 300 4.2

372 383202 C Afvalscheidingsinstallaties 200 200 300 C 50 300 4.2

40 35 -

40 35 -

PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER

40 35 A0 Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe)

40 35 A1 - kolengestookt (incl. meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth 100 700 700 C Z 200 700 5.2

40 35 A2 - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth 100 100 500 C Z 100 500 5.1

40 35 A3 - gasgestookt (incl. bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth,in 100 100 500 C Z 100 R 500 5.1

40 35 A4 - kerncentrales met koeltorens 10 10 500 C 1500 1500 D 6

40 35 A5 - warmte-kracht-installaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth 30 30 500 C Z 100 R 500 5.1

40 35 B0 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:

40 35 B1

- covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen

voedingsindustrie 100 50 100 30 R 100 3.2

40 35 B2 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 50 50 100 30 R 100 3.2

40 35 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:

40 35 C1 - < 10 MVA 0 0 30 C 10 30 2

40 35 C2 - 10 - 100 MVA 0 0 50 C 30 50 3.1

40 35 C3 - 100 - 200 MVA 0 0 100 C 50 100 3.2

40 35 C4 - 200 - 1000 MVA 0 0 300 C Z 50 300 4.2

40 35 C5 - >= 1000 MVA 0 0 500 C Z 50 500 5.1

40 35 D0 Gasdistributiebedrijven:

40 35 D1 - gascompressorstations vermogen < 100 MW 0 0 300 C 100 300 4.2

40 35 D2 - gascompressorstations vermogen >= 100 MW 0 0 500 C 200 R 500 5.1

40 35 D3 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A 0 0 10 C 10 10 1

40 35 D4 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C 0 0 30 C 10 30 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder d teneinde ten behoeve van hobbymatig gebruik binnen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 onder b teneinde het oprichten van teeltondersteunende kassen, met een oppervlakte

Wanneer de werkzaamheden echter hydrologisch neutraal kunnen worden uitgevoerd (de sloten worden door de werkzaamheden niet aangetast), wordt er geen effect

[r]

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.1 onder b teneinde bedrijven toe te staan, die niet zijn opgenomen in

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.4.1 onder b teneinde bedrijven toe te staan, die niet zijn opgenomen in

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 teneinde het oprichten van teeltondersteunende kassen, met een oppervlakte van meer

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1 onder b teneinde bedrijven toe te staan, die niet zijn opgenomen