Vraag nr. 28
van 19 november 2004
van de heer JOS DE MEYER Basismobiliteit – Hamme
In het kader van de basismobiliteit moet ieder-een in Vlaanderen ieder-een beroep kunnen doen op openbaar vervoer. Eén van de instrumenten om deze basismobiliteit in de landelijke gebieden in Vlaanderen te verzekeren, is de belbus.
In het antwoord op mijn schriftelijke vraag (nr. 6 van 10 september 2004) vernam ik "dat de implementatieprocedure voor basismobiliteit in Vlaanderen gebaseerd is op de prioriteitenlijst". Voor de grote landelijke gemeente Hamme was er een belbus beloofd tegen 2003. Het dossier is vooral problematisch voor de hele wijk H. Familieparochie (± 1.500 woningen), Moerzeke en Kastel, met andere woorden alles wat langs de andere kant van de N41 ligt ten opzichte van de dorps-kern van Hamme.
1. Op welke wijze wordt de basismobiliteit in de gemeente Hamme geïmplementeerd ?
2. Welke gesprekken en met welke gesprekpart-ners worden hierover gevoerd ?
3. Wanneer zal de basismobiliteit in Hamme gere-aliseerd worden ?
Antwoord
1. De Lijn onderzoekt de actualisatie van de regu-liere lijnen en de invoering van een belbus voor de invoering van basismobiliteit in Temse en Hamme.
2. Dit project is op dit moment nog in een studiefa-se. In dit kader zal De Lijn een voorstel bespre-ken in de Gemeentelijke Begeleidingscommissie. De resultaten van dit onderzoek worden, per project, uitvoerig geëvalueerd in een OVC (Ope nbaarvervoercommissie).
In deze commissie, die onder voorzitterschap van de centrale diensten van De Lijn plaats-vindt, hebben tevens volgende personen en instanties zitting:
– een externe auditor die het uiteindelijke positief/negatief advies uitbrengt;
– de afdeling Personenvervoer en Luchthavens (PVL);
– de provinciale dienst administratie Wegen en Verkeer (AWV);
– de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (Arohm); – de betrokken gemeenten; – de provincie; – de NMBS; – de Mobiliteitscel;
– de betrokken entiteit van De Lijn.
De bovenvermelde studie wordt door de OVC grondig geëvalueerd waarna in samenspraak voor de meest opportune exploitatiewijze wordt gekozen teneinde de basismobiliteit te garande-ren.
3. De implementatieprocedure voor basismobili-teit is voor gans Vlaanderen gebaseerd op de prioriteitenlijst. Volgens deze procedure staan de gemeenten waar het openbaarvervoeraan-bod het meest afwijkt van de vooropgestelde norm basismobiliteit bovenaan. Deze rang-orde wordt strikt gevolgd bij het invoeren van nieuwe projecten.
Rekening houdende met de beperkte budget-taire middelen kan er nog geen implementatie-datum worden vooropgesteld.
In ieder geval zal in de loop van 2005 een eva-luatieronde worden opgestart omtrent de cor-recte invulling van basismobiliteit.