Vraag nr. 296
van 20 september 2002
van de heer JOS DE MEYER Afbouw veestapel – Aanvragen
Tot en met 23 augustus 2002 kunnen varkenshou-ders een aanvraag indienen in het kader van de tweede inschrijvingsperiode voor de vrijwillige af-bouw van de veestapel. Deze maatregel past in het terugdringen van de mestoverschotten in V l a a n d e-r e n . De eee-rste insche-rijvingspee-riode voe-rig jaae-r bleek een succes te zijn. Enkele weken na het openstellen van de regeling toen was het budget hiervoor reeds uitgeput.
1. Hoeveel aanvragen werden er ingediend voor de inschrijvingsperiode 2002 ? Hoeveel aanvra-gen voor de afbouw van zeuaanvra-gen ? Hoeveel voor de afbouw van mestvarkens ?
2. Hoe is de verdeling van deze aanvragen over de verschillende provincies ?
3. Zou het kunnen dat andere bedrijven (of de in-dustrie) hogere prijzen bieden, na de bekend-making dat samenvoeging van bedrijven op ter-mijn mogelijk wordt ?
4. Overweegt de minister een uitbreiding van de maatregel van de vrijwillige afbouw van de vee-stapel voor andere sectoren (pluimvee en run-deren) ?
Antwoord
1. In het kader van het besluit van de Vlaamse re-gering tot regeling van de vrijwillige, v o l l e d i g e en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest afkomstig van varkens zijn bij de administratie Land- en Tuinbouw (ALT) tij-dens de tweede inschrijvingsperiode 273 aanvra-gen ingediend.
Volgens de gegevens vermeld op de aanvraag-formulieren betreft het navolgend aantal var-kens waarvoor de stopzettingsvergoeding is ge-vraagd (de regelgeving bepaalt dat bij de bere-kening van de stopzettingsvergoeding rebere-kening moet worden gehouden met : aantal vergunde v a r k e n s, aantal varkens bij toekenning nutriën-t e n h a l nutriën-t e, aannutriën-tal varkens Mesnutriën-tbankaangifnutriën-te 2002, gemiddeld aantal varkens vermeld op het veere-gister 2002).
Soort Aantal
Milieuvergunning Nutriëntenhalte Mestbankaangifte Gemiddeld
* 2002 veeregister van 4 maanden Zeugen/beren 16.708 14.511 12.063 12.086 Andere 77.620 95.778 89.640 83.335 Varkens (mestvarkens) 40.492 Varkens
* Sommige milieuvergunningen vermelden enkel varkens en geen opsplitsing in zeugen/mestvarkens. Volgens bedrijfstype kunnen de 273 ingediende
aanvragen als volgt worden opgesplitst : Bedrijfstype Aantal aanvragen
Zeugenbedrijven 56
Mestvarkensbedrijven 159
Gemengde bedrijven 58
2. De 273 aanvragen zijn als volgt gespreid over de provincies.
Provincie Aantal aanvragen
Antwerpen 38
Limburg 30
Oost-Vlaanderen 61
Vlaams-Brabant 11
West-Vlaanderen 133
Volgens bedrijfstype geeft dit navolgende verdeling.
Provincie Zeugenbedrijven Mestvarkensbedrijven Gemengde bedrijven
Antwerpen 5 23 10
Limburg 6 18 6
Oost-Vlaanderen 15 33 13
Vlaams-Brabant 3 6 2
West-Vlaanderen 27 79 27
Navolgende tabel geeft het aantal varkens per provincie waarvoor de stopzettingsvergoeding is gevraagd.
Aantal
Provincie Soort Milieu- Nutriënten Mestbankaangifte Veeregister
vergunning* halte 2002 2002 Antwerpen Zeugen/beren 1.979 3.088 2.724 2.748 Andere varkens 12.805 14.644 14.349 15.043 (mestvarkens) Varkens 7.911 Limburg Zeugen/beren 3.329 2.937 2.502 2.462 Andere varkens 7.041 7.786 7.745 6.909 Varkens 1.902 Oost-Vlaanderen Zeugen/beren 2.283 2.373 1.979 1.994 Andere varkens 11.295 12.942 11.934 12.372 Varkens 9.254 Vlaams-Brabant Zeugen/beren 187 298 171 180 Andere varkens 1.792 1.730 1.440 1.423 Varkens 1.305 West-Vlaanderen Zeugen/beren 8..930 5.815 4.687 4.702 Andere varkens 44.687 58.676 54.172 47.588 Varkens 20.120
3. Momenteel zijn er niet voldoende elementen voorhanden om deze bewering te staven. Ik wil hierbij wel de aandacht vestigen op het feit dat reeds in de aanpassingen aan het regeer-akkoord ingevolge de bijkomend overgehevelde bevoegdheden van juli 2001 werd vermeld dat er een regeling zou komen inzake het verplaat-sen en samenvoegen van inrichtingen.
Ik citeer hierbij de tekst uit deze aanpassing : "In het kader van het bestaande MAP wordt de verplaatsing en samenvoeging van vergunnin-gen met bijhorende nutriëntenhalte mogelijk gemaakt." (MAP : Mestactieplan – red.)
Dit betekent dat de op komst zijnde regeling in-zake samenvoeging reeds bekend was in de sec-tor bij de start van de eerste opkoopregeling in 2001.
Dat de meeste landbouwers die een aanvraag tot stopzetting hebben ingediend, nadien ook daadwerkelijk hun activiteiten hebben gestopt, laat veronderstellen dat er wellicht niet syste-matisch hogere prijzen dan de stopzettingsver-goeding worden geboden door andere bedrij-v e n . Indien dit het gebedrij-val zou zijn geweest, z o u-den er wellicht veel meer bedrijven die een aan-vraag tot stopzetting hebben ingediend, h e b b e n afgehaakt in de eindfase.
4. De toepassing van de regelgeving m.b. t . de vrij-w i l l i g e, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest afkomstig van één of meerdere diersoorten werd in eerste instantie beperkt tot de diersoort varkens, omdat de mestproblemen in de varkenssector het grootst zijn.
Door de verhoging van de budgettaire middelen voor deze maatregel en de lagere respons van de varkenshouders op de tweede opkoopperio-de is er ruimte gekomen om opkoopperio-de maatregel uit te breiden naar andere sectoren, met name voor rundvee en pluimvee. De ontwerpbesluiten voor de afbouw van de rundvee- en pluimveesector zijn opgemaakt en zullen na het verkrijgen van het advies van de Inspecteur van Financiën en de Vlaamse minister van Begroting worden voorgelegd aan de Vlaamse regering voor prin-cipiële goedkeuring en vervolgens worden over-gezonden aan de Europese Commissie, de In-terministeriële Conferentie Landbouw en de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad voor advies.