• No results found

Vraag nr. 12 van 14 november 2000 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 12 van 14 november 2000 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 12

van 14 november 2000

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN ICT-maatschappij – Participatiebeleid

Slechts een beperkt deel van de bevolking neemt volwaardig deel aan de informatiemaatschappij. Voor een aantal hebben Internet, g s m , een pc, e e n faxtoestel en dergelijke geen geheimen meer. O n-geveer de helft van de bevolking zou telefoon, t e l e-v i s i e, de geschree-ven pers én de post gebruiken. A n-deren gebruiken slechts een deel van dit aanbod. Het niet vertrouwd zijn met de nieuwe basisdien-s t e n , het (nog) niet inzien van de mubasisdien-st van de nieu-we technologie én financiële barrières leiden tot een groeiende dualiteit in de maatschappij.

De overheid moet hier duidelijk haar verantwoor-delijkheid nemen om initiatieven te ondersteunen die deze dualisering tegengaan, en dit zowel naar specifieke doelgroepen als in het kader van perma-nent leren.

1. Welke diensten of VOI's (Vlaamse openbare in-stellingen) onder zijn/haar bevoegdheid onder-steunen initiatieven om deze nieuwe communi-catiesystemen beter bekend te maken bij het grote publiek ? Hoe gebeurt dit ? Welk budget is hiervoor uitgetrokken ?

2. Welke SCW-verenigingen namen hiervoor reeds initiatieven (SCW : s o c i a a l-cultureel werk) ? Hoe ? Krijgen ze hiervoor een extra ondersteu-ning ?

N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan me-vrouw Marleen Va n d e r p o o r t e n , Vlaams minis-ter van Onderwijs en Vorming en aan de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Eco-nomie, Ruimtelijke Ordening en Media.

Gecoördineerd antwoord

De maatschappij geraakt effectief meer en meer doordrongen van nieuwe technologie. Het risico dat dit een duale maatschappij versterkt, is niet uit de lucht gegrepen. Traditioneel stelt men vast dat vooral jongeren de nieuwe technologie vrij snel h a n t e r e n , maar dat ouderen erg veel problemen hebben om geestelijk de stap te kunnen zetten naar een efficiënt en effectief gebruik ervan. E v e n-zeer is er de traditionele breuk tussen de sociaal geprivilegieerden en de meer kansarmen, w a a r b i j de nieuwe technologie deze breuklijn dreigt te ver-sterken.

Deze regering beschouwt het als één van haar be-leidsprioriteiten om de duale maatschappij zoveel als mogelijk af te remmen.

Vooreerst is het misschien nuttig nog enige indica-toren van het multimediagebruik te herhalen. M e n moet hierbij voor ogen houden dat in deze sector cijfers snel achterhaald zijn. Tot voor twee jaar was Vlaanderen haast een ontwikkelingsland op het vlak van gsm-gebruik, amper twee jaar later is dit medium ingeburgerd bij een grote groep mensen en moet men reeds maatregelen nemen om over-matig en gevaarlijk gebruik te beteugelen. D a a r n a beschrijven we de mechanismen waarmee op dit ogenblik door de bevraagde beleidsvoerders wordt ingegrepen in de situatie.

1. Multimediagebruik in Vlaanderen

In de jaarlijkse Dimarso-survey in opdracht van de Vlaamse regering van 1999 werd gepeild naar het mediagebruik in V l a a n d e r e n . In de survey voor 2000 werd geen uitgebreide bevraging naar het multimediagebruik opgenomen. De gegevens voor 1999 zijn dus de meest recente gegevens waarover we momenteel beschikken.

Op basis van deze bevraging werden de volgende resultaten in het Vrind-jaarboek 1999 gepubliceerd (Vrind : Vlaamse Regionale Indicatoren – red.) :

Geen gebruik Intens gebruik

Thuis Werk Thuis Werk

(2)

Gebruik multimedia – percentage nooit op het werk én nooit thuis :

Totale populatie Werkenden

nooit nooit Pc 48,03 29,06 Cd-rom 63,01 48,66 Internet 72,82 61,16 Gsm 68,29 59,64 Modem 73,01 61,71 Fax 64,42 50,78

Hieruit blijkt dat ongeveer eenderde van de bevol-king geregeld een pc op het werk gebruikt ; e e n v i j f-de doet dit thuis. Uit f-deze bevraging bleek ook dat mannen merkelijk hoger scoren dan vrouwen in het gebruik van een pc, g s m , I n t e r n e t , … Dat ook leeftijd en opleiding sterk bepalende factoren zijn in het multimediagebruik, zal wellicht geen ver-wondering wekken (Vrind 99).

2. Ondersteuningsbeleid vanuit Onderwijs

De eerste aanzet naar het voorkomen van de duale maatschappij moet komen vanuit het onderwijs, dat op zich één van de meest emanciperende in-strumenten vormt doordat alle bevolkingsgroepen eraan participeren.

Het beleid dat de minister van Onderwijs inzake informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs voert, is een s t i m u l e r i n g s b e l e i d. D a t betekent dat de overheid aan de hand van informa-tie- en sensibiliseringscampagnes, n a s c h o l i n g, s u b s i-diëring van infrastructuur en projectfinanciering scholen ertoe wil aanzetten ICT in hun concrete lespraktijk te integreren. De klemtoon ligt hierbij op het p e d a g o g i s ch gebruik van de nieuwe media. Daarom wordt bewust niet geopteerd voor aparte v a k k e n . Leerlingen leren wat ICT is en hoe ze ermee moeten omgaan terwijl ze de leerstof in de diverse vakken en leergebieden verwerven.

Een dergelijk ambitieus beleid dient te werken op veel verschillende niveaus. Specifieke acties richten zich tot het basis-, s e c u n d a i r, volwassenen- en hoger onderwijs. Tegelijkertijd wordt ook gewerkt met de lerarenopleidingen en de nascholingen en dient de nodige infrastructuur beschikbaar te zijn. Het stimuleringsbeleid coördineert acties op al deze terreinen en berust op een vijftal pijlers.

Pijlers

A. Infrastructuur

Een randvoorwaarde voor het pedagogisch en geïntegreerd gebruik van nieuwe media is de be-schikbaarheid van voldoende geschikte computers. Net als in de meeste Europese landen loopt ook in Vlaanderen een actieplan om scholen te voorzien van voldoende (multimedia)computers, r a n d a p p a-ratuur en software.

Andere projecten voorzien scholen van goedkope netaansluitingen en van subsidies bij het huren van videoconferencingfaciliteiten.

B. Ondersteuning

Een doorgedreven integratie van ICT in het leer-proces zal de rol van de leerkrachten grondig wijzi-g e n . Verwacht kan worden dat, naarmate de con-cepten "leren leren", "levenslang leren" en "on line afstandsonderwijs" meer en meer ingang vin-d e n , vin-de travin-ditionele pevin-dagogische werkvormen substantieel zullen wijzigen. De leerkracht functio-neert in een veel beperktere mate in een doceren-de rol en krijgt een meer begeleidoceren-dendoceren-de functie. Het is een belangrijke taak van het departement Onderwijs om de scholen in dit wijzigend land-schap wegwijs te maken. Deze taak is complex en vergt maatregelen op verschillende terreinen: s c h o-len wegwijs maken in het aanbod van bruikbare educatieve software, het aanmaken van kwalitatie-ve software stimuleren, de scholen voorbeelden van ICT-implementatiestrategieën aanreiken. C. Vorming

Indien de overheid een reëel gebruik van compu-ters om te leren wil realiseren, zullen in de eerste plaats de leerkrachten van de meerwaarde van I C T-gebruik moeten worden overtuigd. Vo o r t s wordt van hen verwacht dat zij voldoende ICT-g e-letterd zijn om die vernieuwingen in hun lesprak-tijk te integreren. Leerlingen kunnen immers niet ten volle vertrouwd raken met nieuwe media als de leerkrachten zelf de potentiële mogelijkheden ervan niet kennen.

(3)

r-in speelt de nascholr-ing een belangrijke rol. S e d e r t 1996 is het educatief gebruik van ICT een prioritair nascholingsthema van de minister bevoegd voor Onderwijs.

D. Internationale samenwerking

De Europese landen kennen gelijkaardige behoef-ten en problemen op het vlak van de invoering van nieuwe media in hun onderwijs. De meeste landen werkten reeds actieprogramma's rond de invoering van nieuwe media uit, of zoeken naar de juiste im-plementatiestrategieën.

De oprichting van een gemeenschappelijk platform waar ervaringen kunnen worden uitgewisseld en gezamenlijke initiatieven uitgewerkt, was dan ook geen overbodige luxe. In september 1998 werd het European Schoolnet opgericht. Naast vertegen-woordigers van twintig onderwijsministeries, p a r t i-ciperen ook de Europese Commissie en externe experts aan deze organisatie.

Maar internationale samenwerking kan ook op an-dere vlakken belangrijk zijn. Educatieve software bijvoorbeeld is sterk taalgebonden. In het kader van de GENT-akkoorden is er op dit vlak een nauwe samenwerking met Nederland. ( G E N T : Geheel Europees Nederlands Taalgebied – red.) E. Evaluatie en onderzoek

Op het vlak van meerwaarde van de introductie van ICT in het onderwijs is systematisch onderzoek noodzakelijk.

Op het departement wordt het binnen- en buiten-lands onderzoek inzake ICT-implementatie van dichtbij gevolgd. Daarnaast bestelde het departe-ment zelf een aantal onderzoeken naar de situatie in Vlaanderen en worden onderzoekers ingescha-keld om de effecten van het ICT-beleid op het ter-rein te evalueren.

Projecten en actieprogramma's A. Infrastructuur

A.1. Het actieprogramma PC/KD

Op 2 juni 1998 hechtte de Vlaamse regering haar goedkeuring aan het programma PC/KD.

Met het actieprogramma PC/KD wil de V l a a m s e overheid de (multimedia)computer integreren in de lessen. Ze stelt de scholen daarom geld ter be-schikking om hardware (computers, p r i n t e r s, m

o-d e m s, n e t w e r k i n f r a s t r u c t u u r, …) en software aan te kopen en te voorzien in nascholing voor de leer-krachten.

Het einddoel is dat er binnen een termijn van vier jaar – tegen 2002 dus – één computer per tien leer-lingen beschikbaar zal zijn in elke Vlaamse school. De totale kosten hiervoor zijn geraamd op ruim 2,6 miljard frank.

A.2. Gunsttarieven voor Internetverkeer

Tot 30 juni jongstleden liep een overeenkomst tus-sen Belgacom en de Vlaamse Gemeenschap aan-gaande ISDN-lijnen voor Internettoegang ten behoeve van scholen tegen een vast tarief. ( I S D N : I n -tegrated Services Digital Network – red.)

Met een Belgacom I-Line beschikken scholen over een krachtige ISDN-verbinding, waarmee tot twin-tig pc's in een netwerk tegelijk kunnen internetten, en dit vierentwintig uur per dag en elke dag van het jaar. Een school betaalt voor deze verbinding een vast bedrag (= ongeacht de trafiek) van 1.000 frank per maand aan Belgacom. Voor toegang tot Internet moet de school daarnaast nog een abnement bij een provider nemen. 54,5 % van de on-derwijsinstellingen (2.211 van 4.054 instellingen van alle onderwijsniveaus) bestelden de laatste achttien maanden een I-Line. In het secundair on-derwijs surfen zelfs 69,2 % van de scholen via deze v e r b i n d i n g. In het basisonderwijs zijn dat er 54,1 %, in het volwassenenonderwijs (incl. DKO) 26,3 %. De universiteiten en hogescholen bestelden in juni 2000 samen elf I-Lines ; deze instellingen hebben al langer Internettoegang over huurlijnen en de I-Line is voor hen van complementaire orde.

Telenet werkte eveneens een aanbod naar scholen u i t . Van dit aanbod maakten meer dan tweehon-derd scholen gebruik.

A.3. Videoconferencing (VC)

Dankzij de subsidies van de Europese Commissie neemt het aantal internationale projecten, p a r t n e r-schappen en contacten in het onderwijs snel toe. Leerlingenmobiliteit is meestal slechts weggelegd voor een beperkt aantal leerlingen, is vaak éénma-lig en doorgaans zeer duur.

(4)

Het departement Onderwijs wil het gebruik van vi-deoconferencing ondersteunen en stelt een beperkt aantal beurzen ter beschikking van scholen die V C -sessies willen opzetten met een partnerschool in het buitenland. Een dergelijke beurs bestaat uit een forfait van 6.000 frank per sessie. De V l a a m s e Gemeenschap beschikt in haar Cultureel Centrum Landcommanderij Alden Biesen over V C - a p p a r a-tuur en biedt opleidingen in het (pedagogisch) ge-bruik ervan : i n t r o d u c t i e, leren werken met het sys-teem en scenariobegeleiding. De beurs kan echter ook worden aangevraagd indien scholen appara-tuur gebruiken van andere VC-aanbieders.

A.4. PC in de klas

Met het initiatief PC in de klas, waaraan het depar-tement Onderwijs meewerkt, geeft het V l a a m s Economisch Verbond (VEV) een impuls om de aanschaf van pc's voor scholen aantrekkelijker te maken.

Tweedehands pc's uit het bedrijfsleven kunnen via ECO PC Services in het onderwijs een tweede leven beginnen.

B. Ondersteuning

B. 1 . Project "educatieve software als ondersteuning in de zorgverbreding"

Vanuit de aandacht voor zorgverbreding en de daaraan gekoppelde mogelijkheden tot differentia-tie van het leerproces, startte in het schooljaar 1998-1999 een project dat extra ondersteuning ver-leent aan een aantal proefscholen die educatieve software integreren in hun algemene werking voor leerlingen met een leerachterstand of leermoeilijk-heden.

Leerkrachten die reeds rond zorgverbreding wer-k e n , worden gestimuleerd gebruiwer-k te mawer-ken van aangepaste educatieve software. In een eerste fase werden een aantal pakketten educatieve software getest op hun bruikbaarheid in het kader van zorg-v e r b r e d i n g. In een tweede fase werd het gebruik van deze software getest in de betrokken scholen. Het project werd begeleid door diensten van de Katholieke Universiteit Leuven en de Universiteit Gent.

Momenteel loopt een vervolg op dit project – Te r r a Nova – met als doel de resultaten van het proef-project te verspreiden naar alle Vlaamse scholen. B. 2 . European Network of Innovative Schools (ENIS)

In het kader van de overeenkomst met European Schoolnet (EUN) werd in Vlaanderen een Europe-an Network of Innovative Schools opgericht. D e bedoeling is in deelnemende landen een aantal scholen met veel ervaring in educatief ICT- g e b r u i k samen te brengen in een netwerk.

Dit schooljaar participeren twintig Vlaamse scho-len aan dit project. De schoscho-len fungeren als goede praktijkvoorbeelden en vormen vakgebonden con-t a c con-t g r o e p e n . Daarnaascon-t con-tescon-ten zij nieuwe mulcon-time- multime-diaproducten uit en participeren zij actief aan de Virtual School, een uniek initiatief dat in een meer-talige context concrete lesinhouden en ICT- p r o j e c-ten met Europese meerwaarde aanbiedt.

B.3. ICT-implementatieproject

Ook dit project past in het European Schoolnet. Het doel van dit project was een model/modellen te ontwikkelen voor succesvolle ICT- i m p l e m e n t a-tie in scholen.

Er wordt hierbij gebruikgemaakt van de kennis en ervaring die hieromtrent bestaat en wordt opge-daan in EUN-landen. Startpunt was het uittesten van een in Denemarken ontwikkelde toolbox (Po-s e i d o n p r o j e c t ) . Te(Po-stca(Po-se(Po-s waren V l a a n d e r e n , Po r t u-gal, Ierland en Zwitserland.

Deze toolbox bevat richtlijnen voor scholen die I C T-implementatiescenario's willen uitwerken en u i t v o e r e n . Binnen de toolbox, die via de departe-mentale website in het Nederlands en via de EUN-website (www.eun.org/pre-enis) in het Engels aan de scholen wordt aangeboden, is ook ruimte be-schikbaar om ervaringen uit te wisselen en sugges-ties te doen voor het aanpassen van de toolbox. B.4. Databank educatieve software : basisonderwijs In samenwerking met Nederland werd in het kader van de GENT-akkoorden een databank van educa-tieve software ontwikkeld voor het basisonderwijs : de Vlaams-Nederlandse Programmamatrix. D e z e werd reeds een eerste keer geactualiseerd in sep-tember 1998 en ter beschikking gesteld van basis-scholen en van de departementen voor lerarenop-leiding van de hogescholen. Een tweede upgrade en uitbreiding gebeurde in 1999.

(5)

in het uitgebreide en vaak onbekende aanbod van educatieve software. Op basis hiervan kunnen scholen op een gefundeerde manier richting geven aan hun aankoopbeleid inzake software en hun wensen terzake beter formuleren.

Momenteel wordt gewerkt aan een on line versie van de Programmamatrix.

B. 5 . Databank educatieve software : secundair on-derwijs

In 1999 kwam er voor het eerst een databank met educatieve software voor het secundair onderwijs. Net als de Programmamatrix Basisonderwijs zijn softwarepakketten door leerkrachten en onder-wijsdeskundigen beoordeeld. Een belangrijk ver-schil is dat deze databank on line te raadplegen is ( w w w.ond.vlaanderen.be/ict – rubriek "ondersteu-ning").

De databank bevat enkel educatieve software voor de algemene vakken van de eerste graad van het secundair onderwijs.

C. Vorming

C.1. Regionale expertisenetwerken

Om het educatieve gebruik van ICT en het actie-programma PC/KD optimale slaagkansen te geven, moeten de scholen en leerkrachten beter worden o n d e r s t e u n d , en dit op pedagogisch, technisch en organisatorisch vlak. Ook uit onderzoek en uit de proefprojecten die het departement Onderwijs vanuit zijn stimuleringsbeleid opzet, blijkt dat scho-len een grote nood hebben aan dergelijke onder-steuning.

Daarom is op de onderwijsbegroting een budget opgenomen om de nodige nascholing te kunnen a a n b i e d e n . Met het geld zullen regionale netwerken worden uitgebouwd. Met de expertise-netwerken worden allerlei vormen van samenwer-king bedoeld. De kerntaak bestaat in het aanbie-den van nascholing. Daarnaast wordt van de net-werken ook verwacht dat zij hun expertise aanwen-den voor technische en organisatorische ondersteu-ning.

Het uitbouwen van dergelijke netwerken bevor-dert de samenwerking en bundelt en optimaliseert de expertise die aanwezig is op het vlak van ICT. Op die wijze kan de deskundigheid op een

optima-le manier worden ingezet voor zowel een door-dachte integratie van ICT in de lerarenopleiding, als de ondersteuning van scholen bij de integratie van nieuwe media. L e e r k r a c h t e n ,d i r e c t e u r s, l e r a r e n-o p l e i d e r s, maar n-on-ok pedagn-ogische begeleiders zul-len bij deze centra terechtkunnen om praktische informatie in te winnen, praktijkervaring op te doen en/of zich na te scholen. De regionale experti-senetwerken zullen uiterlijk op 1 september opera-tioneel zijn.

C.2. Innovatie hoger onderwijs (HO)

Om de toekomstige generaties leerkrachten te vor-men voor hun nieuwe rol in de kennismaatschap-p i j , is het van het grootste belang dat ook de instel-lingen van het hoger onderwijs – die de leerkrach-ten de basisprincipes van hun leeropdracht bijbren-gen – mee evolueren op het vlak van informatise-ring en innovatie. Om het hoger onderwijs impul-sen te geven, is gestart met een i n n ov a t i e d e b a t. Geïnteresseerden kunnen aan het debat deelne-men via de website van de administratie Hoger Onderwijs van het departement.

Het departement Onderwijs subsidieert ook inno-vatieprojecten op het gebied van het hoger onder-w i j s. Het betreft projecten die slaan op de vernieu-wing van het HO, en dit zowel op technologisch als op inhoudelijk vlak, en op de ontwikkeling van nieuwe onderwijsvormen.

Het kan hierbij gaan om :

– het ontwikkelen en produceren van generieke elektronische studiematerialen en toetsen ; – het scholen en trainen van docenten in het

om-gaan met nieuwe onderwijstechnologie ;

– het ontwerpen van flexibele en doelmatige leer-omgevingen ;

– het ontwerpen en ontwikkelen van nieuwe on-derwijsmethoden en technieken ;

– het ontwikkelen van databestanden die docen-ten kunnen gebruiken voor het maken van stu-diemateriaal.

(6)

D. Internationale samenwerking D.1. OESO

Naar aanleiding van beslissingen genomen tijdens een informele bijeenkomst van de ministers van Onderwijs van de OESO-landen (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) had in juni 1998 een seminarie plaats voor ICT- e x-p e r t e n . Deelnemers van vijfentwintig OESO-lan-den namen hieraan deel, evenals een vertegen-woordiging van de Europese Commissie.

Er werd beslist om werkzaamheden te organiseren op drie elkaar aanvullende terreinen :

– kwaliteitscriteria voor educatieve software en multimedia ;

– evolutie van de markt van educatieve software en partnerships tussen leveranciers en gebrui-kers ;

– onderzoek en evaluatie van de impact van ICT op het leren en het onderwijs.

Voor elk terrein zijn verschillende werkgroepen opgericht die geregeld rapporteren aan het be-stuursorgaan van OESO-CERI (Centre for Educa-tional Research and Innovation). Het werkpro-gramma loopt tot eind 2001. De Vlaamse Gemeen-schap participeert voorlopig enkel aan Actie 1 : kwaliteitscriteria voor educatieve software en mul-timedia.

D.2. European Schoolnet

Het European Schoolnet wil regionale/nationale educatieve netwerken samenbrengen in een overkoepelend Europees netwerk. Dit netwerk van net -w e r k e n -wil een p a r a p l u - o r g a n i s a t i e zijn -waarbinnen scholen uit de deelnemende landen kunnen com-m u n i c e r e n , educatieve tools en diensten uittesten en multilateraal ICT-projecten uitwerken. H e t EUN biedt dus een s t r u c t u u r aan voor multilatera-le samenwerking op het vlak van educatief ICT- g e-bruik.

Naast netwerkvorming en de bovengenoemde deelprojecten speelt European Schoolnet nog op andere vakken een belangrijke rol.

Zo wordt er op Europees vlak denkwerk verricht om gelijkaardige problemen in verschillende lan-den aan te pakken. Een voorbeeld hiervan is stan-d a a r stan-d i s e r i n g. Uit onstan-derzoek blijkt stan-dat scholen een grote behoefte hebben aan standaarden rond

aller-lei factoren van het ICT- g e b r u i k : standaarden en criteria voor het beoordelen van educatieve soft-w a r e, c o n f i g u r a t i e s, n e t soft-w e r k e n , aankoop van hard-w a r e, e n z o v o o r t . Ook op dit vlak hard-wil het EUN een belangrijke rol spelen. Door de samenwerking met diverse initiatieven van de Europese Commissie ( o. a . multimedia access to education and training in Europe) hoopt het EUN een actieve bijdrage te le-veren aan de standaardisering rond ICT in het on-d e r w i j s. Gelijkaaron-dige topics zijn : on-de samenwer-king tussen overheid en industrie, het stimuleren van de aanmaak van educatieve software en de ICT-implementatie in de lerarenopleiding.

Het departement Onderwijs is actief betrokken bij diverse acties van EUN. In het kader van pre-ENIS werd een meertalige toolbox ontwikkeld die scho-len moeten helpen bij de organisatorische verande-ring van de ICT- i n t e g r a t i e. ENIS (European Net-work of Innovative Schools) bevat ook twintig Vlaamse scholen die als goede praktijkvoorbeel-den ondersteuning biepraktijkvoorbeel-den. Ten slotte coördineert Vlaanderen een "departement Basisonderwijs" binnen de Virtual School, dat leermiddelen samen-brengt met Europese meerwaarde.

E. Evaluatie en onderzoek

Systematisch onderzoek naar de meerwaarde van de introductie van ICT in het onderwijs is noodza-k e l i j noodza-k . Het departement volgt het binnen- en bui-tenlands onderzoek inzake ICT-implementatie van d i c h t b i j . Daarnaast bestelde het departement zelf een aantal onderzoeken naar de situatie in V l a a n-deren en worden onderzoekers ingeschakeld om de effecten van het ICT-beleid op het terrein te evalueren.

Zo is onderzoek besteld rond de pedagogische-cul-turele randvoorwaarden voor de invoering van ICT in het onderwijs, over het gebruik van compu-t e r a p p a r a compu-t u u r- en programmacompu-tuur, over hecompu-t ge-bruik en de verspreiding van taalsoftware en is het "Internetproject van de VR 1997-1998" weten-schappelijk geëvalueerd. Momenteel loopt een on-derzoeksopdracht om de tussentijdse evaluatie te maken van PC/KD.

3 . Ondersteuning binnen het sociaal-cultureel we r k en het jeugdwerk

(7)

Een aantal verenigingen binnen het sociaal-cultu-reel werk voor volwassenen en het jeugdwerk en de gemeentelijke bibliotheken hebben hiervoor reeds een aantal initiatieven gerealiseerd.

– D o o r, in het kader van Bibnet, alle openbare bi-bliotheken aan te sluiten op het Internet kreeg elke bibliotheekbezoeker de kans om kennis te maken met het Internet.

– De We b w i j z e r, ook ontwikkeld in het kader van B i b n e t , selecteert kwaliteitsvolle sites en ont-sluit deze via trefwoorden.

– Sociaal-culturele organisaties en bibliotheken kunnen een beroep doen op Internetlesgevers die worden vergoed door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De regeling voorziet in een vergoeding van 4.000 frank voor de lesgever van 2.000 frank voor de kosten voor infrastruc-t u u r. In de loop van 2000 hebben infrastruc-toinfrastruc-t op heden 130 verenigingen en bibliotheken gebruikge-maakt van dit aanbod.

Binnen het jeugdwerk is er geen specifieke thema-tische ondersteuning voor het werken rond multi-m e d i a g e b r u i k . In de concrete werking van de ge-subsidieerde organisaties van het landelijk jeugd-werk blijkt er wel een groeiende aandacht voor dit thema te zijn.

– De landelijke jeugdverenigingen worden voor hun algemene werking gesubsidieerd op basis van het decreet van 12 mei 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van landelijk georga-niseerde jeugdverenigingen. Een aantal van deze verenigingen, zoals Crefi, C r e j a k s i e, V l a n a-j o, Jeugd en Stad, All Art is Quite Useless, Je u g d Cultuur en We t e n s c h a p, ontplooien een aanbod rond het thema "computer, multimedia".

Er is in het decreet geen bijkomende subsidie opgenomen voor een thematische werking rond multimedia.

– In hetzelfde decreet wordt wel in een extra on-dersteuning voorzien voor die landelijke jeugd-verenigingen welke vormingsprogramma's op-zetten voor jongeren uit bijzondere doelgroe-pen (allochtonen, l a a g g e s c h o o l d e n , a r m o e d e, g e h a n d i c a p t e n ) . Deze verenigingen – Lejo, A r k-t o s, Ke i - Jong en hek-t Vlaams Cenk-trum voor Le-vensvorming – bepalen autonoom de inhoud van de vormingsprogramma's op basis van een eigen inschatting van de concrete behoeften van deze jongeren. Zij werkten vooral aan de

zelf-r e d z a a m h e i d , het zelfvezelf-rtzelf-rouwen en de sociale integratie van deze groep jongeren.

Uit het doorgegeven cursusaanbod blijkt dat er ook enige aandacht werd gegeven aan multime-diagebruik bij deze jongeren.

– Binnen het reglement voor het experimenteel of vernieuwend jeugdwerk worden op dit ogen-blik drie projecten of verenigingen ondersteund die expliciet actief zijn op het vlak van ICT en jongeren.

– Netomaat van Jeugdhuis Club 9 in Ko e r s e l -Beringen wil door het ter beschikking stellen van een "net-o-maat" de drempel voor jongeren tot het Internet verlagen. De "net-o-maat" wordt opgesteld in jeugdhuizen, culturele centra en scholen.

Dit initiatief krijgt voor de periode van 1 juli tot 31 december 2000 een subsidiebedrag van 1,5 miljoen frank.

– De "Yell box" van het Centrum voor Maat-schappelijke Gelijkheid en Jeugdwelzijn in Genk is een container vol moderne media voor kinderen en jongeren.

Voor dit project is voor de periode van 1 juli 2000 tot 30 juni 2001 een subsidiebedrag van 1,5 miljoen frank uitgetrokken.

– De vereniging Jeugdwerknet ontvangt voor het samenbrengen in één site van alle relevante in-formatie op het Internet rond jeugd en jeugd-werk in Vlaanderen 1,5 miljoen frank voor de werking in 2000.

4. Ondersteuningsbeleid vanuit Media

De administratie Media bereidt momenteel een sensibiliseringscampagne voor ter stimulering van het gebruik van ICT in Vlaanderen.

Begin 2001 zal vooreerst een strategisch sensibili-seringsplan worden opgemaakt. Aansluitend hier-bij zal een eerste communicatie naar de bevolking en naar (een) specifieke doelgroep(en) plaatsvin-d e n . Het is plaatsvin-de beplaatsvin-doeling plaatsvin-dat plaatsvin-daarna nog communi-catiegolven volgen.

(8)

Daarnaast wordt ook een SWOT-analyse over het I C T-gebruik in Vlaanderen in het vooruitzicht ge-s t e l d . Specifiek voor de K(M)O'ge-s wordt bovendien een strategisch ICT-K(M)O plan opgemaakt (uit-voering telkens eerste kwartaal 2001). Budget : tweemaal 3 miljoen frank. ( S WOT : s t r e n g t h s, w e a k n e s s, o p p o r t u n i t i e s, t h r e a t s = sterktezwakte -analyse – red.)

Ten slotte wordt ook gepland te werken aan de a a n m a a k , op geregelde basis, van Internetstatistie-ken.

Mede in het kader van de beslissingen op de Euro-pese top van Lissabon van begin 2000, o n d e r h a n-delt de Vlaamse regering met de V RT om een in-houdelijke verantwoord en technologisch up-to-date mediaplatform in Vlaanderen uit te bouwen. De V RT zou als publieke omroep via een gepast investeringsbeleid en samenwerkingsverbanden een krachtig elan kunnen geven aan het beleid van de regering om in Vlaanderen alle burgers toegang te geven tot een degelijk e-servicenetwerk.

Het voorstel van beleidsnota 2001-2005 van de V RT ter voorbereiding van een nieuwe beheers-overeenkomst bevat een volledig hoofdstuk inzake nieuwe media en de opdracht van de V RT m.b. t .d e uitbouw van e-diensten.

Het overschakelen naar een e-serviceplatform zal aanzienlijke middelen vergen, die deels via de p r i v é - s e c t o r, maar zeker ook via de overheid en de VRT zullen moeten worden gefinancierd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De werkgevers zullen actief worden gestimu- leerd om de jongeren, in het kader van de indi- viduele beroepsopleiding, te laten begeleiden door oudere werknemers in het bedrijf.

Dat de V DAB in het kader van deze actie sa- menwerkt met de Internetserviceprovider World Online en dat de gegevens van de werk- zoekende om de Internetaansluiting te active-

Als alternatief voor het doortrekken van de fietspaden langs de Asserweg tot aan de Euro- palaan (N75) wordt ervoor geopteerd om dit wegvak af te sluiten voor

Een constante in diverse onderzoeken is dat de beeldvorming in schoolboeken nog vaak stereotiep i s. Bewust of onbewust worden traditionele cultu- rele invullingen

Momenteel werd er geen aanvraag tot steun inge- diend door het proefcentrum voor kleinfruit

Voorzover het vastgestelde aantal van 24 d i e n- sten nog niet is bereikt door het aantal op 13 augustus 1999 reeds erkende diensten en het aantal diensten toegewezen

Ten gevolge van zware technische problemen die slechts zeer moeizaam konden worden opgelost door de ontwikkelaar, de firma Cipal (Centrum voor Informatica Provincies

De vorige Vlaamse regering besliste op 8 juni 1999 een strategisch plan te laten opmaken voor een geïntegreerde aanpak van de hulpverlening aan ge- detineerden met het oog op