• No results found

BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 36, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 36, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998."

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 36, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998.

Nummer 102867 / 23

Betreft zaak: Wijziging van de NetCode, Meetcode Elektriciteit en de TarievenCode inzake de verrekening van

de uitwisseling van blindenergie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

(2)

1 Inleiding...3

2 Terminologie ... 4

3 Wettelijke basis en procedure... 6

4 Context van dit besluit... 15

5 Besluit ... 22

6 Publicatie en inwerkingtreding...23

(3)

1

1. De aanleiding voor dit besluit tot wijziging van de tariefstructuren (hierna: TarievenCode) en voorwaarden (hierna: Technische codes) als bedoeld in de artikelen 27 en 31 van de

Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet), vormt het oordeel van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) dat een eenduidige regeling voor verrekening van blindenergie noodzakelijk is om verdere conflicten en geschilprocedures tussen marktpartijen te voorkomen1. Daartoe is het noodzakelijk om de TarievenCode en Technische codes zodanig aan te vullen dat de blindvermogenshuishouding wordt gewaarborgd op een objectieve, transparante en niet discriminatoire wijze die de kosten weerspiegelt en doelmatig handelen van de aangeslotenen bevordert. De wijziging betreft de invoering van een bandbreedte voor de uitwisseling van blindenergie2 door aangeslotenen die energie leveren op

elektriciteitsnetten hoger dan laagspanning en de invoering van een verrekentarief bij overschrijding van deze band.

2. De blindvermogenshuishouding is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de netbeheerders. Zij geven invulling aan deze verantwoordelijkheid door compensatie van de afname van blindenergie met technische hulpmiddelen (condensatorbanken), of door de uitwisseling van blindenergie te contracteren bij de op hun net aangesloten

elektriciteitsproducenten. Zoals dat ook het geval is bij de uitwisseling van werkzame energie moet een elektriciteitsnet (hierna: net) robuuster worden uitgevoerd naarmate er meer blindenergie wordt uitgewisseld.

3. In verband met de blindvermogenshuishouding dienen aangeslotenen zich te houden aan de in de NetCode of aansluitcontracten vastgestelde maximale bandbreedte van de met het net

uitgewisselde blindenergie. Deze bandbreedten zijn gespecificeerd voor alle verbruikers van elektrische energie en voor aangeslotenen die elektrische energie leveren aan

laagspanningsnetten. Voor aangeslotenen die elektrische energie leveren aan netten van een hoger spanningsniveau zijn in de NetCode geen bandbreedten opgenomen.

1 Zie zaak nummer 102345 betreffende het geschil tussen Windpark De Plaet B.V. versus Eneco Netbeheer B.V. 2 Gebruikers van wisselstroom hebben te maken met twee vormen van energie: actieve- of werkzame energie

(4)

4. In de TarievenCode is voor verbruikers een blindenergietarief gedefinieerd dat afhankelijk is van het spanningsniveau van het net waarop een verbruiker is aangesloten. Voor productiemiddelen is een blindenergietarief gedefinieerd voor zover deze zijn aangesloten op een laagspanningsnet. Voor uitwisseling van blindenergie door productiemiddelen die zijn aangesloten op netten van een hoger spanningsniveau, bestaat in de TarievenCode geen tariefddrager.

5. Het ontbreken van bandbreedten en tariefstructuren in verband met de uitwisseling van blindenergie door productiemiddelen die zijn aangesloten op andere (hogere) netten dan laagspanningsnetten, leidt in de huidige marktsituatie tot conflicten en geschillen. Om verdere conflicten en geschillen te voorkomen heeft de Raad sinds juni 2007 langs informele weg bij de gezamenlijke netbeheerders aangedrongen op een voorstel tot regeling van het uitwisselen van blindenergie voor aangesloten die energie leveren op andere (hogere) netten dan

laagspanningsnetten en het meten en eventueel verrekenen daarvan. In september 2007 is gebleken dat van de gezamenlijke netbeheerders geen voorstel is te verwachten.

6. Gegeven het grote aantal aangeslotenen dat met deze problematiek te maken kan krijgen3 en gezien deze groep aangeslotenen, met name door de opkomst van decentrale productie van energie, blijft groeien, is het naar het oordeel van de Raad noodzakelijk om een besluit vast te stellen waarmee de TarievenCode en NetCode zodanig worden aangepast dat daarin een sluitende regeling wordt opgenomen in verband met de blindvermogenshuishouding.

2

7. De terminologie die in dit besluit wordt gehanteerd komt overeen met de definities die gehanteerd worden in de E-wet en in de bij de Technische codes behorende begrippenlijst. Daarnaast worden in dit besluit enkele begrippen gebruikt die in de E-wet en de Technische codes niet eenduidig zijn gedefinieerd. Deze begrippen worden in dit hoofdstuk toegelicht.

Leveren en ontvangen van blindenergie en werkzame energie

8. In dit besluit worden de begrippen leveren en ontvangen van energie voor

verrekeningsdoeleinden, zoals beschreven in bijlage 13 van de Meetcode Elektriciteit gewijzigd en bezien vanuit het gezichtspunt van de aangeslotene.

Energie ontvangen: indien de netbeheerder energie transporteert van het net naar de installatie van de aangeslotene, deze ontvangt dus energie.

Energie leveren: indien de netbeheerder energie transporteert vanuit de installatie van de aangeslotene naar het net. De aangeslotene levert dus terug op het net.

(5)

9. Overeenkomstig het uitgangspunt zoals hiervoor beschreven (zie randnummer 8), worden in bijlage 13 van de Meetcode Elektriciteit tevens de begrippen leveren en ontvangen van blindenergie voor verrekeningsdoeleinden gedefinieerd:

Blindenergie ontvangen door aangeslotene:

– de aangeslotene ontvangt energie vanuit het net, waarbij de grondharmonische in de stroom naijlt op de grondharmonische in de spanning.

– de aangeslotene levert energie aan het net, waarbij de grondharmonische in de stroom voorijlt op de grondharmonische in de spanning.

Blindenergie leveren door aangeslotene:

– de aangeslotene ontvangt energie vanuit het net, waarbij de grondharmonische in de stroom voorijlt op de grondharmonische in de spanning

– de aangeslotene levert energie aan het net, waarbij de grondharmonische in de stroom naijlt op de grondharmonische in de spanning.

In dit besluit wordt onder ‘opnemen van blindenergie door een aangeslotene’ verstaan dat in het overdrachtspunt blindenergie wordt overgedragen in de richting van de aangeslotene.

Aangeslotenen, verbruikers en aangeslotenen die energie leveren aan het net

10. In dit besluit wordt onderscheid gemaakt tussen ‘Aangeslotenen‘, ‘Verbruikers’ en ‘Aangeslotenen die energie aan het net leveren’. In overeenstemming met de begrippenlijst wordt onder

‘Aangeslotene’ verstaan ‘Een natuurlijk persoon of rechtspersoon, die beschikt over een aansluiting op een net, dan wel degene die om een aansluiting heeft verzocht’. Het gaat hierbij dus om zowel partijen die energie van het net ontvangen, als partijen die energie aan het net leveren. Onder ‘Verbruikers’ worden aangeslotenen verstaan die op het beschouwde moment energie van het net ontvangen. Met ‘Aangeslotenen die energie aan het net leveren’ worden aangeslotenen bedoeld die op het beschouwde moment energie aan het net leveren.

(6)

3

12. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad de bepalingen die gezamenlijk de wettelijke basis vormen voor dit besluit alsmede de procedure die is gevolgd bij de totstandkoming van dit besluit.

13. Op grond van artikel 36, eerste lid, van de E-wet, stelt de Raad de voorwaarden en tariefstructuren vast die de netbeheerders volgens artikel 31, eerste lid, respectievelijk artikel 27, eerste lid, van de E-wet, jegens afnemers hanteren. De voorwaarden zijn vastgelegd in de NetCode, SysteemCode, Meetcode Elektriciteit, Samenwerkingsregeling, Gebiedsindeling en Begrippenlijst die voor het eerst zijn vastgesteld bij besluit 005 van 12 november 19994 en bij besluit 00-011 van 12 april 20005

en sindsdien meerdere malen zijn gewijzigd.6

De tariefstructuren zijn vastgelegd in de TarievenCode die voor het eerst is vastgesteld bij besluit 002 van 30 september 1999 en sindsdien meerdere malen is gewijzigd.7

14. In artikel 2.1.5.6 van de NetCode is bepaald dat indien de aangeslotene geen nadere contractuele afspraken heeft gemaakt met de netbeheerder daaromtrent, de momentane arbeidsfactor8 voor de gehele elektrische installatie varieert tussen 0,85 (inductief) en 1,0, tenzij sprake is van

kortstondige afwijkingen en van perioden met zeer lage belasting.

15. In artikel 2.4.1.2 van de NetCode is bepaald dat voor op laagspanningsnetten aangesloten productie-eenheden in afwijking van het bepaalde in artikel 2.1.5.6, de arbeidsfactor van de productie-eenheid, eventueel in combinatie met de vermogenselektronische netkoppeling, mag liggen tussen 0,9 capacitief en 0,9 inductief. Voor productie-eenheden aangesloten op netten met een hoger spanningsniveau dan laagspanning zijn geen grenzen opgenomen in de NetCode. 16. In artikel 5.5.4.1 van de NetCode is bepaald dat de netbeheerder verantwoordelijk is voor de

spannings- en blindvermogenshuishouding in het eigen net.

17. In artikel 5.5.4.2 van de NetCode is bepaald dat de netbeheerders onderling afspraken hebben over het handhaven van het spanningsniveau en de blindenergieuitwisseling op de netkoppelingen.

4Stcrt 16 november 1999, nr. 221, p. 8.

5 Stcrt 13 april 2000, nr. 74, p. 27.

6Zie voor de wijzigingen en de tekst van de huidige voorwaarden: www.energiekamer.nl.

(7)

18. In artikel 3.9.1 van de TarievenCode is bepaald dat voor verbruikers een blindenergietarief geldt indien de met het net uitgewisselde blindenergie zoals bedoeld in 2.1.5.6 van de NetCode, uitgaat boven de bij de arbeidsfactor van 0,85 (inductief) of 1.0 (capacitief) behorende hoeveelheid. Tevens is in dat artikel vastgelegd dat als tariefdrager de kvarh geldt.

19. In artikel 3.9.2 van de TarievenCode is bepaald dat voor het blindenergietarief voor verbruikers twee tariefcategorieën worden gehanteerd, te weten a. verbruikers aangesloten op een

spanningsniveau van MS en hoger en b. verbruikers aangesloten op een spanningsniveau lager dan MS.

20. In artikel 3.9.3 van de TarievenCode is bepaald dat voor productiemiddelen aangesloten op laagspanningsnetten een blindenergietarief geldt indien de met het net uitgewisselde blindenergie zoals bedoeld in 2.4.1.2 van de NetCode, uitgaat boven de bij de arbeidsfactor van 0,90 (inductief) of 0,90 (capacitief) behorende hoeveelheid blindenergie. Tevens is in dat artikel vastgelegd dat als tariefdrager de kvarh geldt. Voor productiemiddelen aangesloten op netten met een hogere spanning is in de TarievenCode niet vastgesteld dat een blindenergietarief geldt.

21. In artikel 2.3.3.1 van de Meetcode Elektriciteit is bepaald dat in de aansluit- en

transportovereenkomst tussen netbeheerder en verbruiker is vastgelegd of er blindenergie wordt gemeten.

22. In artikel 2.3.3.2 van de Meetcode Elektriciteit is bepaald dat blindenergie alleen wordt gemeten bij aansluitingen waarvan het gecontracteerde vermogen 0,1 MW of meer bedraagt. De

meetinrichting is in dat geval uitgerust met één of meer kvarh-meters waarmee per netaansluiting het aantal kvarh per maand wordt bepaald.

23. In artikel 2.3.3.3 van de Meetcode Elektriciteit is bepaald dat de blindenergie van de meetinrichting wordt vastgesteld overeenkomstig de formules genoemd in bijlage 13.

24. In bijlage 13 van de Meetcode Elektriciteit wordt bepaald dat onder blindenergie leveren wordt verstaan dat de aangeslotene energie ontvangt vanuit het net, waarbij de grondharmonische in de stroom naijlt op de grondharmonische in de spanning óf dat de aangeslotene energie levert aan het net, waarbij de grondharmonische in de stroom voorijlt op de grondharmonische in de spanning9

.

(8)

25. In bijlage 13 van de Meetcode Elektriciteit wordt bepaald dat onder ontvangen blindenergie wordt verstaan dat de aangeslotene energie ontvangt vanuit het net, waarbij de grondharmonische in de stroom voorijlt op de grondharmonische in de spanning óf dat de aangeslotene energie levert aan het net, waarbij de grondharmonische in de stroom naijlt op de grondharmonische in de

spanning10.

26. In artikel 2.3.3.4 van de Meetcode Elektriciteit is bepaald dat bij de registratie van blindenergie uitsluitend onderscheid wordt gemaakt tussen leveren en ontvangen van blindenergie, waarbij leveren en ontvangen gedefinieerd wordt in bijlage 13 van de Meetcode Elektriciteit.

27. Op grond van artikel 32, tweede lid, van de E-wet, zendt de Raad een ontwerp van een besluit tot wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden aan de gezamenlijke netbeheerders en de representatieve organisaties indien naar zijn oordeel wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 27 en 31, van de E-wet, noodzakelijk is.

28. De gezamenlijke netbeheerders en de representatieve organisaties kunnen, conform artikel 34, derde lid, van de E-wet, hun zienswijze op een ontwerp van een besluit tot wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden aan de Raad kenbaar maken binnen twaalf weken na het tijdstip waarop het ontwerp van het besluit op grond van artikel 32, tweede lid, van de E-wet, aan hen is verzonden.

29. De Raad dient op grond van artikel 36, eerste lid, van de E-wet, de tariefstructuren en voorwaarden vast te stellen met inachtneming van (artikel 36, eerste lid, onderdeel b tot en met g):

b. het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de elektriciteitsvoorziening;

c. het belang van de bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de elektriciteitsmarkt;

d. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van afnemers; e. het belang van een goede kwaliteit van dienstverlening van netbeheerders;

f. het belang van een objectieve, transparante en niet-discriminatoire handhaving van de energiebalans op een wijze die de kosten weerspiegelt; en

g. de in artikel 26b bedoelde regels.

(9)

30. Op grond van artikel 38, eerste lid, van de E-wet, dient de Raad de datum van inwerkingtreding van de vastgestelde tariefstructuren en voorwaarden te bepalen. Artikel 38, tweede lid, van de E-wet, stelt dat van het besluit tot wijziging van de tariefstructuren en voorwaarden mededeling wordt gedaan in de Staatscourant. Volgens artikel 38, derde lid, van de E-wet, dient een exemplaar van de tariefstructuren en voorwaarden door iedere netbeheerder voor een ieder ter inzage te worden gelegd in zijn vestigingen.

31. Ten aanzien van de notificatie van technische voorschriften is in de Richtlijn 2003/ 54/ EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit opgenomen dat dergelijke technische voorschriften in ontwerp moeten worden meegedeeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. De voorwaarden, als bedoeld in artikel 31 van de E-wet, zien echter niet uitsluitend op technische voorschriften als hiervoor bedoeld, doch hebben ook betrekking op een aantal andere aspecten zoals ook blijkt uit artikel 31 van de E-wet. Derhalve is het niet noodzakelijk elke wijziging van de voorwaarden ter notificatie aan te bieden.

32. De wijziging van de voorwaarden naar aanleiding van het onderhavige besluit betreft een aanpassing van de NetCode, Meetcode Elektriciteit en de TarievenCode in verband met de verrekening van uitwisseling van blindenergie waaraan geen minimum eisen zijn verbonden inzake het technische ontwerp en de exploitatie. De wijziging bevat naar mening van de Raad derhalve geen nieuwe technische voorschriften als hiervoor bedoeld. Om deze reden geldt de notificatieplicht niet voor deze wijziging.

33. De Raad heeft voorafgaand aan de voorbereiding van dit besluit de netbeheerders gevraagd om de toenmalige Directie Toezicht Energie11 per brief te informeren over de huidige stand van zaken met betrekking tot het in rekening brengen van blindenergie aan zowel verbruikers als aangeslotenen die energie leveren aan het net. Op basis van de ingezonden reacties concludeert de Raad dat er grote verschillen bestaan tussen de netbeheerders. Zo brengt bijvoorbeeld Continuon12

geen blindenergie in rekening, verrekenen Essent Netwerk13, Delta, Westland, Conet en Rendo alleen blindenergie bij aangeslotenen die elektrische energie van het net ontvangen en brengt Eneco Netbeheer14 blindenergie in rekening voor zowel aangeslotenen die elektrische energie van het net ontvangen als aangeslotenen die elektrische energie aan het net leveren.

11 Voor 1 juli 2008 werd de Energiekamer met Directie Toezicht Energie (DTe) aangeduid.

12 Met ingang van 17 november 2008 heet Continuon Liander. In dit besluit wordt daarom verder gesproken over

Liander.

13 Met ingang van 1 januari 2009 heet Essent Netwerk Enexis. In dit besluit wordt daarom verder gesproken over

Enexis

14 Met ingang van 1 juli 2008 heet Eneco Netbeheer Stedin. In dit besluit wordt daarom verder gesproken over

(10)

34. Het ontwerpbesluit is op grond van artikel 32, tweede lid, van de E-wet op 26 juni 2008 aan de gezamenlijke netbeheerders en de representatieve organisaties gezonden waarna zij twaalf weken de tijd hebben gekregen om daarop te reageren.

35. De Raad heeft daarnaast de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van toepassing verklaard op de

totstandkoming van dit besluit. Als onderdeel van deze voorbereidingsprocedure heeft de Raad op 07 augustus 2008 een ontwerpbesluit en de daarop betrekking hebbende stukken ter inzage gelegd. Voorafgaand aan de terinzagelegging heeft de Raad in de Staatscourant van 07 augustus 2008 kennis gegeven van het ontwerpbesluit.

36. De Raad heeft op basis van deze terinzagelegging, gedurende de periode, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de E-wet, evenals gedurende de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, schriftelijke zienswijzen ontvangen van LTO Nederland, EnergieNed, Netbeheer Nederland en Cogen Nederland15. Geen enkele partij heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om een zienswijze mondeling kenbaar te maken tijdens de hoorzitting op 11 september 2008.

37. De zienswijze van EnergieNed zoals door de Raad ontvangen op 19 september 2008 bevat naast een aantal vragen en opmerkingen enkele bezwaren. Betreffende blindenergie stelt EnergieNed dat het leveren of ontvangen van blindenergie een niet eenduidige benaming is. EnergieNed geeft de voorkeur aan de terminologie “ aangesloten installaties met een capacitief gedrag of aangesloten installaties met een inductief gedrag” . Ter verduidelijking van dit punt is door EnergieNed een toelichting bijgevoegd. In die toelichting is een diagram opgenomen dat wordt aangedragen ter vervanging van het diagram in het onderhavige besluit (zie randnummer 92).

38. Voorafgaand aan het opstellen van het onderhavige besluit is er informeel overleg gevoerd met netbeheerders, PAWEX en VEMW. Daaruit bleek een breed draagvlak voor de terminologie “ het leveren of ontvangen van blindenergie” overeenkomstig de huidige Meetcode Elektriciteit. Netbeheer Nederland heeft ten aanzien van de terminologie het leveren of ontvangen van blindenergie echter wel een redactionele wijziging voorgesteld in haar zienswijze, waarbij het leveren of ontvangen wordt bezien vanuit de aangeslotene. De Raad is van mening dat het voorstel van EnergieNed niet bijdraagt aan de eenduidigheid van het besluit, daarbij bevat de bijgevoegde toelichting diverse onduidelijkheden. De Raad prefereert het voorstel van Netbeheer Nederland aangezien deze beter aansluit bij de huidige terminologie in de Meetcode Elektriciteit.

15 Zienswijze van: LTO dd 18-08-2008 kenmerk 102867/ 16, Cogen dd. 18-09-2008 kenmerk 102867/ 17,

(11)

39. EnergieNed hecht grote waarde aan een goede kwaliteit van spanningshuishouding op het net. Producenten die de netbeheerder ondersteunen in zijn taak om de spanningshuishouding in stand te houden mogen echter niet worden benadeeld door het onderhavige besluit. EnergieNed maakt uit het ontwerpbesluit op dat bij producenten die actief bijdragen aan de spanninghuishouding (door uitwisseling van blindenergie) een tarief in rekening gebracht kan worden.

40. De Raad onderschrijft het belang van een kwalitatief goede spanningshuishouding. In het

onderhavige besluit is daarom een uitzondering gemaakt voor producenten die conform paragraaf 2.5.4. van de NetCode, actief participeren in de spanningsregeling. Als blindenergie op verzoek van de netbeheerder wordt uitgewisseld mag de netbeheerder hiervoor geen tarief in rekening brengen. Dit komt tot uitdrukking in de laatste zin van het nieuwe artikel 3.9.3. van de TarievenCode.

41. De hiervoor behandelde bezwaren van EnergieNed komen tevens tot uiting in een aantal vragen en opmerking van EnergieNed over de afzonderlijke bepalingen. Aangezien de Raad haar mening betreffende deze bezwaren reeds heeft verwoord, worden die punten16

niet afzonderlijk behandeld. 42. EnergieNed wijst de Raad op een mogelijke tegenstrijdigheid tussen de termijn voor het indienen

van een zienswijze en de termijn genoemd in de kennisgeving van de terinzagelegging. 43. De Raad bevestigt dat het hier twee afzonderlijke termijnen betreft met verschillende

doorlooptijden. De gezamenlijke netbeheerders en de representatieve organisaties kunnen binnen twaalf weken na toezending van het ontwerpbesluit een zienswijze indienen17. Daarnaast heeft de Raad de uniforme vo0orbereidingsprocedure van toepassing verklaard op de totstandkoming van dit besluit. De zienswijzentermijn daarvan duurt zes weken18. Er is echter geen sprake van tegenstrijdigheid. De Raad heeft ter bevordering van een spoedige behandeling van het ontwerpbesluit de verschillende termijnen gelijktijdig laten eindigen.

44. EnergieNed geeft aan dat de mogelijkheid om netbeheerder zelf te laten kiezen of het

blindenergietarief op € 0,00/ kvarh wordt vastgesteld niet in overeenstemming is met artikel 36, eerste lid, onderdeel f van de E-wet, waarin wordt gesteld dat de tariefstructuren en voorwaarden dienen te worden vastgesteld met inachtneming van het belang van niet-discriminatoire

handhaving van de energiebalans.

16 Zienswijze op afzonderlijke bepalingen, randnummer (uit het ontwerpbesluit) 1, 9, 44, 47, 57, 58, 61, 62 en 66. 17 Zie randnummer 28

(12)

45. De Raad houdt bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden, conform artikel 36, eerste lid van de E-wet, rekening met het belang van de bevordering van een elektriciteitsmarkt die niet-discriminatoir en transparant is en het doelmatig functioneren van de elektriciteitsvoorziening. Bij het bewaken van de spanningshuishouding is het volgens artikel 5.5.4.1 van de NetCode een taak van de netbeheerder om te bepalen of het doelmatig is om een tarief voor blindenergie in rekening te brengen. De Raad is daarom van mening dat een netbeheerder, afhankelijk van de

omstandigheden in zijn voorzieningsgebied vanuit doelmatigheidoverwegingen de mogelijkheid moet hebben om het blindenergietarief op € 0,00/ kvarh vast te stellen.

46. EnergieNed vraagt de Raad waarom er geen voorwaarde wordt gesteld ten aanzien van de ‘levering’ van blindvermogen.

47. De Raad constateert dat er voldoende economische gronden zijn die een aangeslotene bewegen om geen blindenergie aan het net te leveren. Het is niet aannemelijk dat een aangeslotene die energie levert vrijwillig blindenergie aan het net zal leveren, aangezien dit het rendement van zijn productie-installatie, weliswaar marginaal, vermindert. Dit laat onverlet de verplichting voor productenten om conform paragraaf 2.5.4 van de NetCode bij te dragen aan de

spanningshuishouding.

48. EnergieNed is van mening dat de verwijdering van het woord ‘momentane’ in artikel 2.1.5.6 niet correct is. De arbeidsfactor dient te allen tijde beter te zijn dan de aangegeven grenswaarde. Met de maandelijkse verrekening vindt echter volgens het onderhavige ontwerpbesluit een middeling plaats. Dit kan er toe leiden dat er onevenredige netverzwaringen noodzakelijk zijn vanwege het optreden van kortstondige lage waarden van de arbeidsfactor. Omdat deze kortstondige lage waarde niet in een maandgemiddelde is terug te vinden, kunnen de eruit voortvloeiende kosten niet op de veroorzaker worden verhaald.

49. In informeel overleg met de belanghebbenden uit de sector19

is gebleken dat productie-installaties zich redelijk stabiel gedragen hetgeen blijkt uit gegevens van de netbeheerders. Daarbij geldt dat kortstondige afwijkingen al tot de uitzonderingsgronden behoren. De Raad benadrukt dat het woord ‘momentane’ in combinatie met het begrip ‘arbeidsfactor’ slechts voorkomt in artikel 2.1.5.6 van de NetCode, terwijl hier niets anders wordt bedoeld dan in de overige artikelen waar wordt gesproken over de arbeidsfactor. De Raad streeft leesbaarheid en duidelijkheid van de regelgeving na en laat daardoor het woord momentane in artikel 2.1.5.6 vervallen.

(13)

50. Netbeheer Nederland geeft in haar zienswijze, zoals door de Raad ontvangen op 19 september 2008, aan dat zij in grote lijnen instemt met de oplossing zoals aangedragen door de Raad in haar ontwerpbesluit. Daarbij heeft zij wel enkele verbetersuggesties ter verduidelijking van het

ontwerpbesluit. De zuiver redactionele suggesties zijn ongewijzigd door de Raad verwerkt in haar besluit.

51. Naast redactionele suggesties geeft Netbeheer Nederland tevens inhoudelijke verbetersuggesties, deze worden in de volgende randnummers behandeld.

52. Netbeheer Nederland stelt dat artikel 2.1.5.6a van de NetCode hetzelfde beoogt als het bestaande artikel 2.1.5.6 maar dan alleen voor de situatie dat er sprake is van het leveren van energie aan het net. Het artikel 3.9.3 sub a van de TarievenCode verwijst echter niet naar NetCode 2.1.5.6 maar naar NetCode 2.4.1.2. Dit laatste artikel is onderdeel van paragraaf NetCode 2.4 waarin aanvullende voorwaarden voor op laagspanningsnetten aangesloten productie-eenheden zijn vastgelegd. Zij stelt daarom voor om de tekst van het nieuwe artikel NetCode 2.1.5.6a op te nemen in paragraaf NetCode 2.5 (aanvullende voorwaarden voor op hoogspanningsnetten aangesloten productie-eenheden) en wel als artikel NetCode 2.5.1.5.

53. De Raad erkent dat artikel 3.9.3 sub a van de TarievenCode naar artikel 2.4.1.2 van de NetCode verwijst. Laatstgenoemd artikel bevat echter een uitzondering op artikel 2.1.5.6 van de NetCode. Aangezien artikel 2.1.5.6a van de NetCode hetzelfde beoogt als het bestaande artikel 2.1.5.6 maar dan alleen voor de situatie dat er sprake is van leveren van energie aan het net, is de Raad van mening dat juist die plek de leesbaarheid van de paragraaf ten goede komt. Daarbij geldt tevens dat het tekstvoorstel zich beperkt tot productie-eenheden aangesloten op netten vanaf 1 kV tot 110 kV en niet geldt voor alle productie-eenheden aangesloten op hoogspanning.

54. Netbeheer Nederland geeft in haar zienswijze aan dat de energiesector voor werkzaam vermogen de eenheid P en voor blindvermogen (ook wel reactief vermogen genoemd) de eenheid Q

hanteert. Het onderhavige ontwerpbesluit hanteert naast deze terminologie tevens het begrip ‘met het net uitgewisselde (blind)energie’. Netbeheer Nederland geeft aan dat het hanteren van P en Q met hun respectievelijke indices niet juist is als het gaat om het berekenen van met het net uitgewisselde (blind)energie. Netbeheer Nederland geeft daarbij aan dat onderstaande terminologie beter past in het onderhavige ontwerpbesluit.

(14)

55. Aangezien de energiesector de hiervoor genoemde terminologie hanteert, is de Raad van mening dat dit voorstel bijdraagt aan eenduidigheid. De Raad ziet overigens geen toepassing van Wreactief, leveren in de huidige Meetcode Elektriciteit, noch in het onderhavige besluit. Voor de volledigheid wordt deze terminologie echter wel opgenomen in het besluit.

56. In haar zienswijze geeft Netbeheer Nederland aan dat uit de artikelen 2.3.3.1 en 2.3.3.2 van de Meetcode Elektriciteit niet duidelijk blijkt of blindenergie moet of kan worden gemeten. Zij geeft daarbij een suggestie om deze tekst te verduidelijken.

57. De Raad is van mening dat de bepalingen in paragraaf 2.3.3 van de Meetcode Elektriciteit voor verduidelijking vatbaar zijn. Het voorstel van Netbeheer Nederland bevat echter niet de beoogde verduidelijking zoals de Raad nastreeft. Er is daarom gekozen de paragraaf te redigeren, waarbij expliciet genoemd wordt in welke gevallen blindenergie gemeten mag worden.

58. Tot slot is Netbeheer Nederland van mening dat het getallenvoorbeeld zoals toegevoegd aan bijlage 13 va de Meetcode Elektriciteit kan komen te vervallen.

59. Netbeheer Nederland geeft geen argumentatie voor deze mening. De Raad is van mening dat het voorbeeld overzichtelijk illustreert hoe de verrekening van blindenergie kan plaatsvinden en neemt het advies van Netbeheer Nederland op dit punt niet over.

60. Cogen Nederland onderschrijft in haar zienswijze, zoals door de Raad ontvangen op 19 september 2008, dat er verschillen zijn tussen de netbeheerders met betrekking tot het meten en in rekening brengen van blindenergie en ziet ook de voordelen van harmonisatie hiervan door middel van wijziging van de TarievenCode en de Technische codes. Ze is echter van mening dat het onderhavige ontwerpbesluit nadelig kan zijn voor aangeslotenen waarbij zich zowel een

verbruikersinstallatie als een productie-installatie achter één aansluiting bevinden. De bandbreedte voor kosteloos op te nemen blindenergie is in dat geval kleiner dan de opgetelde bandbreedte in het geval van twee afzonderlijke aansluitingen.

(15)

62. De Raad bevestigt dat de bandbreedte waarbinnen kosteloos blindenergie mag worden

opgenomen kleiner is indien achter één aansluiting productie en verbruik plaatsvindt. Het is een keuze van de aangeslotene om zelf energie te gaan produceren. Het is daarbij een overweging voor de aangeslotene hoe hij zijn installatie wil koppelen met het net. Er kan vanuit

bedrijfseconomische overwegingen worden gekozen voor separate aansluitingen. Op het moment dat een aangeslotene minder elektriciteit verbruikt achter de aansluiting dan dat er wordt

geproduceerd achter die aansluiting wordt er “ netto” elektriciteit geleverd. De Raad is van mening dat bij levering van elektriciteit een strengere norm dient te worden gesteld dan bij netto afname van elektriciteit, aangezien bij het produceren van elektriciteit meer mogelijkheden bestaan om te compenseren voor blindvermogen.

4

63. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad de samenhang van het beheer van elektriciteitsnetten met de tarievenmethodiek en hoe de regeling van het beheer in de NetCode en Meetcode Elektriciteit samenhangt met de TarievenCode. In de hieronder geschetste context is de informatie verwerkt die door de netbeheerders is aangedragen. Daarbij worden, indien van toepassing, de verschillen en overeenkomsten besproken met betrekking tot de wijze waarop de netbeheerders momenteel omgaan met het in rekening brengen van blindenergie.

Uitwisselen van blindenergie tussen netbeheerders, verbruikers en aangesloten die energie leveren aan het net

64. In artikel 5.5.4.1 van de NetCode is vastgelegd dat de spanning- en blindvermogenshuishouding de verantwoordelijkheid is van de netbeheerder van het desbetreffende net. De netbeheerders geven invulling aan deze verantwoordelijkheid door bijvoorbeeld

blindvermogenscompensatiemiddelen te installeren of blindvermogenscompensatie te contracteren bij de op hun net aangesloten elektriciteitsproducenten.

65. Daarnaast maken de netbeheerders conform artikel 5.5.4.2 van de NetCode onderling afspraken over het handhaven van het spanningsniveau en de blindenergie-uitwisseling op de

netkoppelingen. In de praktijk streven netbeheerders er naar om de onderlinge uitwisseling van blindenergie te beperken. De netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet hanteert voor de landsgrensoverschrijdende verbindingen de UCTE-afspraak20

met betrekking tot

blindenergie-20 UCTE is een afkorting voor "Union for the Co-ordination of Transmission of Electricity". Dit is het samenwerkingsverband van ‘transmission system operators’ (landelijke netbeheerders) in

(16)

uitwisseling. Bij normaal bedrijf wordt er naar gestreefd geen blindenergie uit te wisselen (cos ϕ is 1).

66. Tevens dienen de aangeslotenen zich te houden aan de in de NetCode en/ of aansluitcontracten vastgestelde toegestane banden voor de uitwisseling van blindenergie. Zowel verbruikers als aangesloten die energie aan het net leveren kunnen in principe blindenergie ontvangen en leveren. 67. Over het algemeen zijn aangesloten die werkzame energie leveren aan het net in staat hun

blindenergie-uitwisseling met het net te regelen. Hiervan wordt vooral bij grotere productie-eenheden door de netbeheerders gebruik gemaakt door deze productie-productie-eenheden in te zetten bij de blindvermogenshuishouding.

68. Verbruikers van elektrische energie zijn over het algemeen veel minder goed in staat om de uitwisseling van blindenergie te regelen. De NetCode accepteert daarom een uitwisseling van blindenergie binnen bepaalde grenzen. Deze grenzen zijn vastgelegd in artikel 2.1.5.6 van de NetCode. Dit artikel stelt dat de arbeidsfactor voor de gehele elektrische installatie tussen 0,85 (inductief) en 1,021 dient te zijn, wat betekent dat de verbruiker een hoeveelheid blindenergie (in kvarh) kosteloos mag ontvangen die maximaal 62% bedraagt van de hoeveelheid ontvangen werkzame energie (in kWh). Het leveren van blindenergie aan het net is voor verbruikers niet toegestaan.

69. Voor productie-eenheden aangesloten op laagspanningsnetten, specificeert de NetCode in artikel 2.4.1.2 de toegestane uitwisseling. De uitwisseling dient22 te liggen tussen 0,9 capacitief en 0,9 inductief, wat betekent dat de aangeslotene die energie levert aan het net een hoeveelheid blindenergie (in kvarh) kosteloos mag ontvangen of leveren die maximaal 48% bedraagt van de hoeveelheid werkzame energie (in kWh) die de aangeslotene aan het net levert.

Doelmatigheid van blindvermogenshuishouding

70. Een goede blindvermogenshuishouding is essentieel voor de kwaliteit van de

elektriciteitsvoorziening. Naarmate meer blindenergie wordt uitgewisseld moet een net robuuster worden uitgevoerd. Om de blindvermogenshuishouding op een doelmatige wijze te realiseren, zijn de in bovengenoemde artikelen weergegeven grenzen voor uitwisseling van blindenergie opgenomen in de NetCode. Binnen deze grenzen zijn de netbeheerders verantwoordelijk voor de blindvermogenshuishouding. Als de opname van blindenergie buiten deze band komt, mag de netbeheerder overgaan dit in rekening brengen. De aangeslotene is vrij om eventuele maatregelen te treffen waardoor de opname van blindenergie beperkt wordt.

(17)

71. Gegeven de noodzaak voor verschillende aangeslotenen om ten behoeve van hun

bedrijfsprocessen blindenergie te kunnen uitwisselen is de Raad van mening dat een geringe uitwisseling van blindenergie onlosmakelijk verbonden is met de elektriciteitsvoorziening. Tevens zal er altijd sprake zijn van een onnauwkeurigheid in de meting en regeling van de uitwisseling van blindenergie. De Raad vindt daarom dat aangeslotenen slechts buiten een bepaalde toegestane uitwisselingsband op de uitwisseling van blindenergie aangesproken kunnen worden. De Raad merkt op dat er voor verbruikers en aangeslotenen die energie leveren aan laagspanningsnetten een bandbreedte in de NetCode is vastgesteld, maar dat voor aangeslotenen die energie leveren aan netten met een hoger spanningsniveaus dan laagspanning geen bandbreedten zijn

opgenomen in de NetCode. Een dergelijke bandbreedte kan de blindenergie-uitwisseling regelen op een wijze die voor netbeheerders en aangeslotenen gezamenlijk het meest doelmatig is. Meten van blindenergie

72. Artikel 2.3.3.2 van de Meetcode Elektriciteit vereist dat bij aansluitingen waarvan het

gecontracteerde vermogen 0,1 MW of meer bedraagt, de meetinrichting is uitgerust met één of meer kvarh-meters waarmee per netaansluiting het aantal kvarh per maand wordt bepaald23

. Hierbij wordt conform artikel 2.3.3.4 van de Meetcode Elektriciteit uitsluitend onderscheid gemaakt tussen het leveren en ontvangen24

van blindenergie. Dit wil zeggen dat per maand twee waardes beschikbaar zijn. De ene waarde representeert de geleverde blindenergie gedurende de maand en de andere waarde is de ontvangen blindenergie gedurende de maand.

73. De toegepaste meetmethode maakt dus mogelijk onderscheid te maken tussen de totale hoeveelheid uit het net opgenomen blindenergie en eventueel de totale hoeveelheid aan het net geleverde blindenergie. De in rekening gebrachte hoeveelheid blindenergie is uitsluitend gerelateerd aan de uit het net opgenomen blindenergie verminderd voor de toegestane

bandbreedte (als voorbeeld: voor verbruikers wordt overschrijding van cos ϕ van 0,85, gerelateerd aan blindenergie in rekening gebracht).

74. Veel netbeheerders geven aan dat het met de huidige meetinrichtingen niet of niet eenvoudig mogelijk is blindenergie per bedrijfstoestand te meten. Liander en Enexis geven aan dat aan een vierkwadrantenmeting een aanzienlijk prijskaartje hangt. Stedin biedt een alternatief door uit de bestaande maandelijkse metingen voor het ontvangen en leveren van blindenergie aan het net op efficiënte wijze verrekenvolumes te berekenen. Omdat een dergelijk alternatief in de ogen van de Raad een doelmatige methode is die rekening houdt met de bestaande meters, kan de Raad zich vinden in een oplossing om blindenergie te verrekenen op basis van bestaande maandelijkse metingen.

23 Meetcode, artikel 2.3.3.2

(18)

75. In artikel 2.3.3.2 van de Meetcode Elektriciteit wordt impliciet voorgeschreven dat voor

aangeslotenen waarvan het gecontracteerde vermogen minder dan 0,1 MW bedraagt, blindenergie niet wordt gemeten. Artikel 3.9.3 van de TarievenCode schrijft echter voor dat voor

productiemiddelen aangesloten op laagspanningsnetten (waarvan over het algemeen het gecontracteerde vermogen minder dan 0,1 MW bedraagt) een blindenergietarief geldt indien de met het net uitgewisselde blindenergie zoals bedoeld in 2.4.1.2 van de NetCode, uitgaat boven de bij de arbeidsfactor van 0,90 (inductief) of 0,90 (capacitief) behorende hoeveelheid. Als

tariefdrager geldt de kvarh. Dit betekent dat blindenergie (kvarh) ook voor productiemiddelen met een gecontracteerd vermogen dat minder dan 0,1 MW bedraagt gemeten dient te worden indien blindenergie in rekening wordt gebracht. Artikel 2.3.3.2 van de Meetcode Elektriciteit en artikel 3.9.3 van de TarievenCode zijn dus niet consistent.

76. De Raad wil een sluitende regeling voor de verrekening van de uitwisseling van blindenergie en wil daarom deze inconsistentie in de Meetcode Elektriciteit wegnemen. Daarom wordt aan artikel 2.3.3.2 van de Meetcode Elektriciteit na “ het gecontracteerde vermogen 0,1MW of meer bedraagt” toegevoegd: “ en bij aansluitingen die gebruikt worden voor het leveren van elektrische energie aan het net” .

Aangeslotenen die zowel leveren als ontvangen

77. Een bijzonder geval zijn aangeslotenen die zowel afnemen als leveren. Conform de TarievenCode worden deze aangeslotenen gezien als producenten op de momenten dat ze werkzame energie leveren aan het net en als verbruikers op de momenten dat ze werkzame energie van het net ontvangen.

78. De Raad is van mening dat hetzelfde onderscheid gemaakt dient te worden als het gaat om de uitwisseling van blindenergie. Dat wil zeggen dat als aangeslotenen werkzame energie leveren, de blindenergie-uitwisseling dient te voldoen aan de eisen die gesteld worden aan aangesloten die energie leveren aan het net en dat als aangeslotenen werkzame energie ontvangen de

blindenergie-uitwisseling dient te voldoen aan de eisen die gesteld worden aan verbruikers. 79. Zoals hiervoor geschetst, wordt in de huidige meetmethodiek slechts de afname en de levering

(19)

In rekening brengen van opname van blindenergie

80. De Raad is van mening dat het doelmatig is om de netbeheerders zorg te laten dragen voor blindenergie van de aangeslotenen indien deze beperkt blijft tot de hiervoor gestelde en te stellen grenzen. De gestelde grenzen bevorderen doelmatig handelen van zowel aangeslotenen als netbeheerders. Een kleinere marge voor uitwisseling van blindenergie leidt tot inefficiënt handelen van de aangeslotenen omdat zij individueel moeten overgaan tot investeringen. In artikel 2.1.5.6 van de NetCode zijn genoemde grenzen reeds opgenomen en wordt de mogelijkheid geboden andere contractuele afspraken te maken.

81. Voor aangeslotenen die elektrische energie van het net ontvangen hanteren de netbeheerders de grenzen uit artikel 2.1.5.6, te weten 0,85 (inductief) en 1. Tevens leidt overschrijding van deze grenzen bij enkele netbeheerders tot het in rekening brengen van het in paragraaf 3.9 van de TarievenCode beschreven tarief voor blindenergie.

82. Voor aangesloten die energie leveren aan laagspanningsnetten zijn in artikel 2.4.1.2 van de NetCode afzonderlijke grenzen vastgesteld, te weten 0,9 (inductief) en 0,9 (capacitief). Deze grenzen betekenen dat deze aangeslotene een hoeveelheid blindenergie (in kvar) kosteloos mag opnemen of leveren die maximaal 48% van de hoeveelheid werkzaam vermogen (in kWh). Indien meer wordt geleverd of opgenomen, dan mag volgens artikel 3.9.3 van de TarievenCode een blindenergietarief in rekening worden gebracht.

83. Voor aangesloten die energie leveren aan een net met een hoger spanningsniveau dan

laagspanningsnetten, maken de netbeheerders in de meeste gevallen contractuele afspraken25. Dit betekent dat in sommige gevallen de aangeslotene actief deelneemt in de spanningshuishouding. In de meeste gevallen wordt echter in de aansluitovereenkomst overeengekomen dat de

arbeidsfactor gelijk is aan 1, wat betekent dat geen blindenergie wordt uitgewisseld.

84. De TarievenCode specificeert geen tarieven voor productiemiddelen die aangesloten zijn op netten met een hoger spanningsniveau dan laagspanningsnetten. Stedin is van mening dat indien de aangeslotenen afwijken van de contractueel overeengekomen blindenergie-uitwisseling, voor de hiervoor door de netbeheerder te maken kosten een schadevergoeding op zijn plaats is. Volgens Stedin ligt het in deze situatie, mede omwille van de administratieve eenvoud, voor de hand hierbij het door de Raad vastgestelde transporttarief voor blindenergie voor verbruikers in rekening te brengen. Stedin betoogt dat hierbij de doelstelling is dat door het in rekening brengen van de afgenomen blindenergie de aangeslotene wordt gestimuleerd tot het beperken van deze uitwisseling waardoor een efficiënt gebruik van het net mogelijk wordt gemaakt. Tevens dekt het tarief de kosten van maatregelen die de netbeheerder dient te nemen in die gevallen dat de aangeslotenen de uitwisseling niet kunnen of willen beperken.

(20)

85. De Raad is het eens met deze netbeheerder dat een efficiënte bedrijfsvoering van het net de doelmatigheid van de energievoorziening vergroot. Daarnaast is de Raad ook van mening dat het niet doelmatig is om aangeslotenen die energie leveren een uitwisseling van exact 0 kvarh op te leggen. De Raad verwacht dat bij een doelmatige oplossing zowel de blindvermogensregeling als de meting van blindenergie in de praktijk tot stand komt door het toestaan van een beperkte uitwisseling van blindenergie. Om deze reden besluit de Raad wél een transporttarief van toepassing te verklaren voor de uitwisseling van blindenergie- door productiemiddelen

aangesloten op netten met een hoger spanningsniveau dan laagspanning, maar dit tarief eerst te laten gelden vanaf een bepaalde hoeveelheid uit het net opgenomen en/ of aan het net geleverde blindenergie. Dit komt overeen met de methodiek die reeds bestaat voor productiemiddelen aangesloten op laagspanningsnetten. Derhalve wordt aan artikel 3.9.3 van de TarievenCode een onderdeel b toegevoegd waarin dit transporttarief mogelijk wordt gemaakt. Tevens wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om een redactionele wijziging aan te brengen. De hoeveelheid uit het net opgenomen en/ of geleverde blindenergie waarboven een transporttarief in rekening kan worden gebracht wordt niet langer genoemd in artikel 3.9.3 zelf maar wordt aangegeven door een verwijzing naar de artikelen uit de NetCode waarin die grens is vastgelegd.

86. Omdat het net in feite geen onderscheid ziet tussen blindenergie die wordt opgenomen (of geleverd) door aangeslotenen die verbruiken of leveren, veronderstelt de Raad dat de tarieven voor blindenergie hetzelfde kunnen zijn voor aangeslotenen die elektrische energie van het net

afnemen en aangeslotenen die elektrische energie aan het net leveren. Tevens vindt de Raad het acceptabel dat de netbeheerders een blindenergietarief vaststellen van 0 Euro/ kvarh indien zij dit bedrijfseconomisch doelmatiger achten. Dit sluit aan bij de huidige praktijk dat een netbeheerder 26 een blindenergietarief van 0 Euro/ kvarh hanteert voor aangeslotenen die blindenergie van het net opnemen.

87. De Raad merkt op dat de productie-eenheden aangesloten op hoogspanningsnetten (van 110 kV en hoger) veel robuuster zijn dan productie-eenheden aangesloten op lagere spanningen. De bedrijfsvoering van deze productie-eenheden is anders waardoor er geen direct aanleiding is om over te gaan tot het verrekenen van blindenergie. Daardoor acht de Raad niet noodzakelijk deze regeling van toepassing te verklaren voor die productie-eenheden.

88. Uit de informatie die door de netbeheerders is ingestuurd (zie randnummer 33), concludeert de Raad dat bovengenoemde problematiek met name speelt in netten met een spanningsniveau van meer dan 1 kV, maar minder dan 110 kV. Om deze reden acht de Raad het doelmatig om voor deze netten in artikel 2.1.5.6.a van de NetCode een uitzondering op artikel 2.1.5.6 van de NetCode op te nemen. In deze uitzondering wordt geregeld dat de arbeidsfactor voor aangesloten die

(21)

energie leveren aan netten met een spanningsniveau van meer dan 1 kV, maar minder dan 110 kV zich dient te bevinden tussen bepaalde grenzen. Bij het vaststellen van deze grenzen, houdt de Raad rekening met de te verwachten onnauwkeurigheden in de meting van blindvermogen. Tevens betrekt de Raad de technische mogelijkheden van de betreffende productie-eenheden om hun blindenergie-uitwisseling nauwkeurig te regelen in haar besluit. Tenslotte constateert de Raad dat een optimale bedrijfsvoering voor aangeslotenen die energie leveren aan het net rondom een arbeidsfactor van 1 ligt, hetgeen betekent dat zij in hun eigen belang een arbeidsfactor van 1 zullen nastreven. Deze aspecten overwegende stelt de Raad dat de arbeidsfactor voor aangeslotenen die energie leveren aan netten met een spanningsniveau van meer dan 1 kV, maar minder dan 110 kV zich dient te bevinden tussen 0,98 (inductief) en 0,98 (capacitief). Deze grenzen geven de betrokken aangeslotenen enige speelruimte en garanderen de netbeheerders dat hun blindenergie-uitwisseling binnen redelijke grenzen blijft. Buiten deze grenzen kan een blindenergietarief in rekening worden gebracht. Feitelijk betekenen deze grenzen dat per ingevoede kWh 0,2 kvarh kosteloos kan worden opnemen.

Bepaling van blindenergievolumes uit metingen

89. De Raad constateert dat de bepaling van de volumes (kvarh) die gebruikt worden voor de verrekening van blindenergie uit de maandelijkse metingen van blindenergie niet eenduidig zijn opgenomen in de Meetcode Elektriciteit. De Raad is van mening dat de methodiek door de netbeheerder dient te worden vastgesteld en definieert hiervoor de volgende voorwaarden: – De grenzen aan de per maand kosteloos op te nemen blindenergie worden bepaald op basis

van de toegestane arbeidsfactor en de in deze maand van het net ontvangen en/ of aan het net geleverde energie.

– De kosteloos op te nemen blindenergie tijdens het verbruik en de kosteloos op te nemen blindenergie tijdens het leveren aan het net worden opgeteld.

– Het volume dat gebruikt wordt in artikel 3.9.3 van de TarievenCode als tariefdrager heeft slechts betrekking op de overschrijding van de hierboven bepaalde per maand kosteloos op te nemen blindenergie.

De Raad neemt bovenstaande regels op in Bijlage 13 van de Meetcode Elektriciteit. Een bijbehorende verwijzing wordt toegevoegd in het nieuwe artikel 2.3.3.5 van de Meetcode Elektriciteit.

90. De Raad merkt op dat bovengenoemde verrekening slechts leidt tot een beperkte verschuiving van kosten van álle aangeslotenen, naar de aangeslotenen die de blindenergie opnemen buiten de gestelde grenzen. De Raad acht dit conform het kostenveroorzakersprincipe.

Verduidelijkingen aan de Technische codes

(22)

92. Omdat de begrippen leveren en ontvangen van blindvermogen leiden tot mogelijke

misverstanden, neemt de Raad ter verduidelijking het onderstaande diagram op in bijlage 13 van de Meetcode Elektriciteit:

ϕ

inductief

inductief

capacitief

capacitief

I

P

ontvangen

U

P

leveren

Q

leveren

Q

ontvangen

ϕ

inductief

inductief

capacitief

capacitief

I

P

ontvangen

U

P

leveren

Q

leveren

Q

ontvangen

In bovenstaand figuur is uitgegaan van het gezichtspunt van de aangeslotene. Dus Pontvangen is het door de aangeslotene

ontvangen werkzame vermogen.

93. De Raad heeft geconstateerd dat artikel 2.1.5.6 van de NetCode eenduidiger geformuleerd kan worden. Dit betekent dat ‘voor de gehele elektrische installatie’ wordt vervangen door ‘in het overdrachtspunt’. Tevens komt het woord ‘momentane’ in combinatie met het begrip ‘arbeidsfactor’ slechts voor in artikel 2.1.5.6 van de NetCode, terwijl hier niets anders wordt bedoeld dan de overige artikelen. Omdat dit niet consistent is besluit de Raad het woord ‘momentane’ te verwijderen.

94. Artikel 2.3.3.1 van de Meetcode Elektriciteit regelt dat in de aansluit- en transportovereenkomst tussen netbeheerder en verbruiker is vastgelegd of er blindenergie wordt gemeten. De Raad is van mening dat dit ook zou moeten gelden voor aangeslotenen die energie leveren aan het net. Om deze reden wordt ‘verbruiker’ vervangen door ‘aangeslotene’.

5

(23)

96. Van dit besluit wordt kennis gegeven in de Staatscourant. Voorts publiceert de Raad dit besluit op de internetpagina van de Energiekamer (www.energiekamer.nl).

97. De aanpassingen treden in werking op de dag na publicatie in de Staatscourant waarin van dit besluit is kennisgegeven.

Den Haag, Datum:

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit:

P. Kalbfleisch

Voorzitter van de Raad van Bestuur

R.J.P. Jansen

Lid van de Raad van Bestuur

G.J.L. Zijl

Lid van de Raad van Bestuur

(24)

1. Naar aanleiding van dit besluit worden de voorwarden aangepast zoals hieronder aangegeven. 2. Artikel 3.9.3 van de TarievenCode wordt aangepast tot:

Voor productie-eenheden aangesloten op:

a) netten met een spanningsniveau van 1 kV en lager geldt een blindenergietarief met als tariefdrager kvarh indien de met het net uitgewisselde blindenergie uitgaat boven de in artikel 2.4.1.2 van de NetCode genoemde grenzen.

b) netten met een spanningsniveau van 1 kV tot 110 kV geldt een blindenergietarief met als tariefdrager kvarh indien de met het net uitgewisselde blindenergie uitgaat boven de in artikel 2.1.5.6.a van de NetCode genoemde grenzen. Voor zover de betreffende blindenergie op verzoek van de netbeheerder is uitgewisseld, geldt het tarief niet. 3. Artikel 2.1.5.6 van de NetCode wordt aangepast tot:

2.1.5.6 Indien de aangeslotene geen nadere contractuele afspraken heeft gemaakt met de netbeheerder daaromtrent, varieert de arbeidsfactor in het overdrachtspunt tussen 0,85 (inductief) en 1,0, tenzij sprake is van kortstondige afwijkingen en van perioden met zeer lage belasting.

4. Artikel 2.1.5.6.a wordt aan de NetCode toegevoegd:

2.1.5.6.a In afwijking van het bepaalde in 2.1.5.6 mag de arbeidsfactor van een productie eenheid die is aangesloten op een net met een spanningsniveau van meer dan 1 kV, maar minder dan 110 kV, eventueel in combinatie met de vermogenselektronische netkoppeling, liggen tussen 0,98 (capacitief) of 0,98 (inductief).

5. Artikel 2.3.3.1 van de Meetcode Elektriciteit wordt aangepast tot:

2.3.3.1 In de aansluit- en transportovereenkomst tussen netbeheerder en aangeslotene is vastgelegd of er blindenergie wordt gemeten.

6. Artikel 2.3.3.2 van de Meetcode Elektriciteit wordt aangepast tot:

(25)

7. Artikel 2.3.3.2.a wordt aan de Meetcode Elektriciteit toegevoegd:

2.3.3.2.a Bij aansluitingen waarvan het gecontracteerde transportvermogen groter, of gelijk aan 0,1 MW is en bij aansluitingen die worden gebruikt voor het leveren van energie mag blindenergie worden gemeten. De meetinrichting is in dat geval uitgerust met één of meer kvarh-meters, waarmee per netaansluiting het aantal kvarh per maand wordt bepaald.

8. Artikel 2.3.3.5 wordt aan de Meetcode Elektriciteit toegevoegd:

2.3.3.5 Het volume dat gebruikt wordt in artikel 3.9.3 van de TarievenCode als tariefdrager voor blindenergie wordt bepaald met in achtneming van de in bijlage 13 gedefinieerde voorwaarden.

9. Aan bijlage 13 van de Meetcode Elektriciteit wordt de volgende figuur toegevoegd:

ϕ

inductief

inductief

capacitief

capacitief

I

P

ontvangen

U

P

leveren

Q

leveren

Q

ontvangen

ϕ

inductief

inductief

capacitief

capacitief

I

P

ontvangen

U

P

leveren

Q

leveren

Q

ontvangen

10. In bijlage 13 worden de definities van energie leveren en ontvangen aangepast tot:

Energie ontvangen: indien de netbeheerder energie transporteert van het net naar de installatie van de aangeslotene, deze ontvangt dus energie.

(26)

11. Aan bijlage 13 van de Meetcode Elektriciteit wordt toegevoegd: Bepaling van volumes voor blindenergie

Het volume dat gebruikt wordt in artikel 3.9.3 van de TarievenCode als tariefdrager voor blindenergie wordt bepaald met in achtneming van de volgende voorwaarden:

– De grenzen aan de per maand toegestane kosteloos uit te wisselen blindenergie worden bepaald op basis van de toegestane arbeidsfactor en de in deze maand vanuit het net ontvangen en/ of aan het net geleverde energie.

– De blindenergie die kosteloos kan worden afgenomen tijdens het ontvangen van werkzame energie uit het net en de blindenergie die kosteloos kan worden afgenomen tijdens het leveren van werkzame energie aan het net worden opgeteld.

– Het volume dat gebruikt wordt in artikel 3.9.3 van de TarievenCode als tariefdrager heeft slechts betrekking op de overschrijding van de hierboven bepaalde grenzen van de afname van

blindenergie per maand.

De methodiek zoals door netbeheerders wordt gehanteerd bij vaststelling van de in rekening te brengen hoeveelheid, door aangeslotenen met het net uitgewisselde blindenergie, volgt de volgende stappen:

a. De in de betreffende maand uit het net ontvangen werkzame energie Wactief (hierna: Wa,o) wordt vastgesteld uit de kWh metingen conform de Meetcode Elektriciteit; b. De in de betreffende maand aan het net geleverde werkzame energie Wactief(hierna:

Wa,l) wordt vastgesteld uit de kWh metingen conform de Meetcode Elektriciteit; c. De in de betreffende maand uit het net ontvangen blindenergie Wreactief(hierna: Wr,o)

wordt vastgesteld uit de kvarh metingen conform de Meetcode Elektriciteit; d. De grenzen voor de met het net uitgewisselde blindenergie worden op basis van de

toegestane arbeidsfactor omgezet naar percentages van Wa,o respectievelijk Wa,l door middel van de volgende formule: tan(arccos(toegestane arbeidsfactor))

voorbeeld 1: cos ϕ = 0,85 => tan(arccos(0,85)) = 0,62 of 62% voorbeeld 2: cos ϕ = 0,98 => tan(arccos(0,98)) = 0,20 of 20%

e. Deze percentages worden gerelateerd aan de uitgewisselde werkzame energie en geven aan wat de maximaal toegestane hoeveelheid blindenergie (in kvarh) is die uit het net ontrokken mag worden zonder dat netbeheerder daarvoor kosten in rekening brengt. Omdat de systematiek van de Meetcode Elektriciteit niet gebaseerd is op momentane metingen (15 minuten waarden), worden deze percentages toegepast op de maandmetingen.

f. Voor het vasttellen van de “ toegestane” afname van blindenergie (uit het net

(27)

g. Voor het vaststellen van de “ toegestane” afname van blindenergie: Wr,o, gedurende het leveren van de werkzame energie Wa,l. wordt de waarde van Wa,lvermenigvuldigd met het onder d berekende percentages (20%);

h. Indien Wr,o (in betreffende maand afgenomen blindenergie) groter is dan Wr,o, (Wa,o) + Wr,o,, (Wa,l) kan het blindenergietarief in rekening worden gebracht voor een

hoeveelheid blindenergie ter grootte van: i. Wr,o – (Wr,o, (Wa,o) + Wr,o, (Wa,l)).

Een voorbeeld van deze berekening is in onderstaande tabel weergegeven:

Maand ….. aan het net leveren van het net ontvangen

Elektrische energie (gemeten) kWh (Wa,l) 1.000.000 (Wa,o) 100.000

Blindenergie (gemeten) kvarh (Wr,o) 200 (Wr,o) 400.000

Toegestane blindenergie tijdens leveren kvarh 200.000 200.000

Toegestane blindenergie tijdens ontvangen kvarh 0 62.000

Totaal toegestane blindenergie kvarh 200.000 262.000

Subtotaal in rekening te brengen blindenergie kvarh 0 138.000

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

“De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet zendt jaarlijks voor 1 oktober aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een voorstel voor de tarieven voor

Uit de toelichting op de MR meettarieven elektriciteit 2009 blijkt voorts dat de tarieven die op grond van artikel 40a en de MR meettarieven elektriciteit 2009 door de Raad zullen

Gelet op het voorgaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie op het gebied van de distributie en verkoop van tassen en accessoires

Partijen wijzen met betrekking tot de concurrentiekracht van LvGG op het gebied van persoonlijke verzorging en verpleging en huishoudelijke verzorging op het reeds aangehaalde

Gelet op het feit dat er lokaal geen overlap is, veelal alternatieve instellingen zijn gevestigd in gemeenten waar partijen een verzorgingshuis hebben en anders alternatieve

In onderhavige zaak kan echter in het midden worden gelaten of er sprake is van een aparte markt voor payrolling of dat payrolling deel uitmaakt van een ruimere markt waarvan

voor een Mededingingswet (Kamerstukken II 1995-1996, 24707, nr. 3), blijkt dat onder een concentratie in de zin van deze bepaling niet alleen wordt verstaan de situatie

Na onderzoek van de melding en de daarbij ingediende gegevens, is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de slotsom gekomen dat de gemelde operatie