• No results found

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit

Openbaar

bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk]

Ons kenmerk: OPTA/EGM/2005/201770

Zaaknummer: Datum:

E05201011 7 juni 2005

Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie

Autoriteit op grond van overgangsrechtelijke bepalingen uit artikel 19.5, eerste

en achtste lid van de Telecommunicatiewet, juncto artikel 38 van het Besluit

ONP huurlijnen en telefonie tot het niet goedkeuren van de introductie van een

taart [bedrijfsvertrouwelijk] door Koninklijke KPN N.V.

1

Samenvatting

Koninklijke KPN N.V. (hierna: KPN) heeft een voorstel ingediend bij het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) aangaande het verstrekken van een taart [bedrijfsvertrouwelijk].

Op 19 mei 2004 is de Wet implementatie Europees regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector 2002 in werking getreden, hetgeen tot een gewijzigde Telecommunciatiewet (hierna: Tw) heeft geleid. Artikel 19.5, derde lid, van de Tw stelt het college in staat ook onder de Tw tarieven voor telefonie op grond van artikel 38 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: het Boht) te beoordelen op kostenoriëntatie.

Het college is van oordeel dat KPN niet aannemelijk heeft gemaakt dat de introductie van de [bedrijfsvertrouwelijk] kostengeoriënteerd is. Het college keurt het voorstel derhalve niet goed.

2

Verloop van de procedure

Op 15 april 2005 heeft het college het voorstel voor het [bedrijfsvertrouwelijk], met kenmerk 2005-U-00092-RvB, van KPN ontvangen. Omdat dit voorstel echter niet conform de afgesproken procedure is ingediend1

, is KPN telefonisch gevraagd om aan te geven of het hier een tarief- of kortingsvoorstel betrof. KPN gaf aan dat hoewel de actie volgens haar geen tarief of korting is, zij het college wel verzoekt het als zodanig te beoordelen. Het college heeft KPN daarop verzocht het voorstel conform de afgesproken procedure in te dienen. Bij fax van 29 april 2005 heeft KPN het voorstel conform de afgesproken procedure ingediend.

(2)

Besluit

Openbaar

bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk]

3

Tariefvoorstel KPN

KPN meldt dat zij van plan is [bedrijfsvertrouwelijk]. Daarbij geeft KPN aan dat zij van mening is dat [bedrijfsvertrouwelijk] geen tarief of korting is in de zin van de Tw. Volgens KPN is

[bedrijfsvertrouwelijk] onderdeel van de [bedrijfsvertrouwelijk] en wordt deze bekostigd uit het budget hiertoe.

KPN gaat bij haar onderbouwing uit van een gemiddelde [bedrijfsvertrouwelijk]omzet van de

benaderde groep [bedrijfsvertrouwelijk] van circa [bedrijfsvertrouwelijk] per maand. De verdeling van de verwachte [bedrijfsvertrouwelijk]omzet over de [bedrijfsvertrouwelijk] is de volgende:

[bedrijfsvertrouwelijk]soort gem. aandeel nota

[bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk]

Figuur 1: verdeling [bedrijfsvertrouwelijk]omzet

Het voeren van [bedrijfsvertrouwelijk] betekent een kostenbesparing in het aantal

[bedrijfsvertrouwelijk]. De standaard [bedrijfsvertrouwelijk]2 bedraagt circa [bedrijfsvertrouwelijk]. Per [bedrijfsvertrouwelijk] betaalt KPN het [bedrijfsvertrouwelijk] gemiddeld [bedrijfsvertrouwelijk]. Als gevolg van [bedrijfsvertrouwelijk] stijgt de [bedrijfsvertrouwelijk]. Dit impliceert volgens KPN een besparing van [bedrijfsvertrouwelijk]. De inkoopkosten van [bedrijfsvertrouwelijk] excl. BTW. De ‘extra’ korting die KPN geeft, bedraagt als zodanig [bedrijfsvertrouwelijk]. KPN gaat uit van een conservatieve inschatting dat [bedrijfsvertrouwelijk]. Op grond van de maximaal toegestane kortingspercentages ontstaat dan het volgende beeld:

klanten met

gem. omzet per maand verdeling klanten resterende kortingsruimte per maand

gem. genoten korting per maand

[bedrijfsvertrouwelijk][bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk][bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk][bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk][bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk][bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk]

gemiddelde klant 100% [bedrijfsvertrouwelijk] [bedrijfsvertrouwelijk]

Figuur 2: genoten korting

(3)

Besluit

Openbaar

bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk]

KPN stelt dan ook dat de gemiddeld genoten korting als gevolg van [bedrijfsvertrouwelijk] binnen de resterende kortingsruimte van de forfaitaire kortingsruimte past.

Na goedkeuring door het college is KPN voornemens melding van dit aanbod te doen bij de telefonische verkoop of op klantcontacten die via KPN.com tot stand komen.

4

Juridisch kader

Op 19 mei 2004 is de Wet implementatie Europees regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector 2002 in werking getreden, hetgeen tot een gewijzigde Tw heeft geleid. De bevoegdheid van het college om de door KPN voorgestelde tarieven te beoordelen berust op de overgangsrechtelijke bepalingen in hoofdstuk 19 van de Tw.

Uit artikel 19.5, eerste lid, van de Tw volgt dat aanbieders van vaste openbare telefoondiensten die op het tijdstip van inwerkingtreding van de Tw door het college aangewezen zijn op grond van artikel 6.4, eerste lid, zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van de wet, de daaraan verbonden

verplichtingen behouden tot de inwerkingtreding van de besluiten, bedoeld in artikel 19.4, eerste lid, Tw. Hiermee worden de besluiten bedoeld waarin, op basis van de uitkomsten van de marktevaluatie, zal worden besloten tot handhaving, wijziging of intrekking van de bestaande aanmerkelijke

marktmacht (hierna: AMM) verplichtingen.

Als “aan de aanwijzing verbonden verplichtingen” als bedoeld in artikel 19.5, eerste lid, Tw gelden onder meer de in artikel 7.1 juncto 7.4, lid 2 en onder a, Tw (oud) genoemde regels met betrekking tot de tarieven van de vaste openbare telefoondienst. Deze regels zijn uitgewerkt in artikel 35, 36 en 38 van het Boht. Alhoewel het Boht per 19 mei 2004 is ingetrokken bij het Besluit universele

dienstverlening en eindgebruikersbelangen3, blijkt uit het achtste lid van artikel 19.5 Tw dat het college 24 maanden na de inwerkingtreding van de Tw, de taken en bevoegdheden behoudt, zoals deze voor de inwerkingtreding van die wet in verband met de verplichtingen, bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid van artikel 19.5 aan het college bij of krachtens de hoofdstukken 6 en 7 Tw (oud) aan hem zijn opgedragen.

Het college blijft derhalve gedurende het overgangsregime van de Tw bevoegd om tariefvoorstellen van KPN te beoordelen. Op grond van artikel 38 van het Boht is KPN gerechtigd kortingsregelingen toe te passen, voor zover deze transparant en niet -discriminerend zijn. Verder is bepaald dat

kortingsregelingen de voorafgaande toestemming van het college behoeven.

(4)

Besluit

Openbaar

bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk]

5

Overwegingen

Hieronder zijn de overwegingen van het college opgenomen ten aanzien van zijn wettelijke

bevoegdheid en de beoordeling op kostenoriëntatie van het door KPN ingediende voorstel. Ook heeft het college opgenomen dat hij niet toekomt aan de beoordeling van het voorstel op non-discriminatie en transparantie.

5.1

Bevoegdheid

Hoewel KPN van mening is dat het onderhavige voorstel geen tarief of korting betreft, heeft zij het college gevraagd het als zodanig te beoordelen. Zoals het college reeds eerder aan KPN heeft medegedeeld, beschouwt hij dergelijke acties als kortingen. Op grond van artikel 38 van het Boht is KPN als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht gerechtigd kortingsregelingen toe te passen na de voorafgaande toestemming van het college. Het college kan voorwaarden en beperkingen aan deze toestemming verbinden. Op 2 september 1998 heeft het college inzake de beoordeling van de kostenoriëntatie van de telefoontarieven van KPN tevens een beoordelingskader voor kortingen (kortingenkader) vastgesteld. Onderdeel van dit kortingenkader is dat per deelmarkt wordt aangegeven in welke mate KPN korting mag geven (forfaitaire kortingsruimte), afhankelijk van de feitelijke

concurrentie op de betreffende deelmarkt4.

5.2

Beoordeling

5.2.1 Kostenoriëntatie

Het college is van oordeel dat KPN slechts gerechtigd is tot het voeren van kortingsregelingen voor zover deze passen binnen de uitgangspunten en grenzen die het college in het kortingenkader heeft gesteld. In het kortingenkader wordt gesteld dat KPN kortingen kan geven zolang zij hiervoor de kostenvoordelen kan aantonen of wanneer deze binnen de forfaitaire kortingsruimten vallen. De forfaitaire kortingsruimten worden jaarlijks beoordeeld op grond van de mate van concurrentie op de betreffende deelmarkt.

Ter onderbouwing heeft KPN aangevoerd dat KPN de kosten van [bedrijfsvertrouwelijk] bekostigt [bedrijfsvertrouwelijk]. Volgens KPN levert de [bedrijfsvertrouwelijk] een kostenbesparing op ten aanzien van het aantal [bedrijfsvertrouwelijk] dat nodig zou zijn geweest om [bedrijfsvertrouwelijk]. Als gevolg van de [bedrijfsvertrouwelijk] stijgt de [bedrijfsvertrouwelijk] volgens KPN naar

[bedrijfsvertrouwelijk]. Deze stijging impliceert volgens KPN een besparing van gemiddeld genomen [bedrijfsvertrouwelijk]. KPN betaalt het [bedrijfsvertrouwelijk]. Volgens KPN is de besparing op [bedrijfsvertrouwelijk]. Als die kostenbesparing in mindering wordt gebracht op de

[bedrijfsvertrouwelijk].

Het college is ten aanzien van deze onderbouwing allereerst van oordeel dat gezien het feit dat [bedrijfsvertrouwelijk] is gericht op het [bedrijfsvertrouwelijk], de kosten van [bedrijfsvertrouwelijk]

(5)

Besluit

Openbaar

bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk]

duidelijk aan [bedrijfsvertrouwelijk] zijn toe te schrijven en derhalve niet ten laste van het

[bedrijfsvertrouwelijk] gebracht kunnen worden. Uit de kostentoerekeningsbeginselen dienen de kosten indien mogelijk toegerekend te worden aan de dienst ten laste waarvan de kosten gemaakt zijn. Op de tweede plaats constateert het college dat KPN in haar berekeningen uitgaat van een verwachte gemiddelde [bedrijfsvertrouwelijk]omzet van [bedrijfsvertrouwelijk] per maand. Het college is van oordeel dat niet kan worden uitgegaan van een verwachte gemiddelde [bedrijfsvertrouwelijk]omzet, omdat ieder [bedrijfsvertrouwelijk] kostengeoriënteerd dient te zijn en aan het kortingenkader te voldoen. Ook de aanname van KPN om uit te gaan van een periode van [bedrijfsvertrouwelijk] wordt niet verder onderbouwd.

Op de derde plaats geeft KPN aan dat de [bedrijfsvertrouwelijk] bedraagt en dat zij het

[bedrijfsvertrouwelijk]. Dit terwijl KPN bij brief van 15 februari 2005, met kenmerk 19922-00887

AMCP:43612.3, voor de onderbouwing van [bedrijfsvertrouwelijk] aangeeft dat de[bedrijfsvertrouwelijk] bedragen.

Het college is dan ook van oordeel dat tegenover de [bedrijfsvertrouwelijk] geen kostenvoordelen staan die als aantoonbare kostenvoordelen hebben te gelden doch voor KPN uitsluitend extra kosten

betreffen die niet in de kostprijs van de [bedrijfsvertrouwelijk] zijn opgenomen. Het college acht derhalve de kostenonderbouwing van KPN onvoldoende en kan het voorstel daarom niet goedkeuren.

5.2.2 Non-discriminatie, transparantie en effecten op de mededinging

(6)

Besluit

Openbaar

bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk]

6

Dictum

Het college besluit op grond van bovenstaande overwegingen en de overgangsrechtelijke bepalingen uit artikel 19.5, eerste lid Tw, op grond van artikel 38 van het Boht, de voorgestelde

[bedrijfsvertrouwelijk] niet goed te keuren.

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,

hoofd van de afdeling Eindgebruikersmarkt (plv.)

mr. F.J.G. van der Plas

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het College van de OPTA.

Het postadres is: College van de OPTA, t.a.v. afdeling Juridische Zaken, Postbus 90420, 2509 LK Den Haag.

Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht bevatten. Voorts moet het bezwaarschrift de gronden van het bezwaar bevatten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het college legt de informatieverplichting dan ook zo uit dat, wanneer uit een informatieverzoek niet duidelijk blijkt of het verzoek geheel valt onder een op UPC rustende

64. Op grond van artikel 3.2 van de Boetebeleidsregels kan een overtreding worden ondergebracht in een van de volgende categorieën: zeer zwaar, zwaar en minder zwaar. Een

Naar het oordeel van het college is in het bestreden besluit terecht geconcludeerd dat hij geen aanleiding ziet om een onderzoek te starten aangezien hij geen andere klachten

Het college gaat er van uit dat (toekomstige) overtreders de overtreding willens en wetens begaan. 8.4 Het college stelt vast, dat aan [ ] op 3 november 2004 een waarschuwing

Het college stelt daarnaast vast dat er gezien het onderzoeksrapport redenen zijn om aan te nemen dat er wel sprake is van indirecte (materiële) schade voor eindgebruikers, maar dat

Ten aanzien van het versturen van voornoemde berichten concludeert de rapporteur dat Special-T in de periode 3 april 2007 tot 27 maart 2009 elektronische berichten heeft verstuurd

dat aan deze verplichting niet hoeft te worden voldaan als sprake is van gebondenheid aan een rechtsgeldige collectieve arbeidsovereenkomst (hierna: CAO), in de zin van de Wet op de

Het college stelt vast dat Abor door het versturen van de SMS-berichten meerdere overtredingen heeft begaan, namelijk het overtreden van zowel artikel 11.7, eerste lid, als