Vraag nr. 111 van 28 maart 2003
van de heer JOHAN SAUWENS
Vlaams Egalisatierentefonds – Afschaffing
Het VERF (Vlaams Egalisatierentefonds) zal wor-den afgeschaft.
1. Wat zijn daarvan de financiële en budgettaire consequenties ?
2. Wat zal er gebeuren met de reserves van deze Vlaamse openbare instelling ?
Antwoord
Het VERF zal worden afgeschaft.
Het VERF wordt opgericht met als doelstelling on-verwachte en tijdelijke rentestijgingen te kunnen opvangen en aldus de begroting in een gegeven jaar niet te ontwrichten. Zodoende kon de V l a a m-se Gemeenschap een groter gedeelte van haar schuld aanhouden met vlottende rentevoeten (schuld tegen vlottende rentevoet wordt gedefi-nieerd als schuld met een initiële contractuele looptijd tot en met één jaar of met een initiële con-tractuele looptijd langer dan één jaar waarvan de rentevoet minimaal eens per jaar wordt aange-p a s t ) . Het is immers bij schuld met een vlottende rentevoet dat deze onverwachte rentestijgingen di-rect de grootste invloed hebben op de begroting, waarbij het misschien niet meer mogelijk is om de begroting aan te passen.
Sinds de oprichting van het VERF in 1998 is de schuldpositie van de Vlaamse Gemeenschap fun-damenteel gewijzigd. Sinds 1998 daalde de schuld s p e c t a c u l a i r, van een totale schuld van 7.632,12 mil-joen euro per 31 december 1997 daalde deze tot 3.883,89 miljoen euro op 31 december 2002. Dit be-tekent een schuldafbouw met 3.748,23 euro. D e z e schuldafbouw werd verwezenlijkt met de terugbe-taling van de schulden tegen vaste rentevoet die op eindvervaldag en met de vervroegde terugbetaling van schulden tegen vlottende rentevoet. I m m e r s, schulden tegen vlottende rentevoet kunnen op ie-dere rentevervaldag terugbetaald worden zonder kosten.
Ook voor de volgende jaren wordt een verdere schuldafbouw vooropgesteld. In deze context daal-de het aandaal-deel van daal-de schuld tegen vlottendaal-de ren-tevoet dan ook spectaculair. Terwijl op 31 d e c e m-ber 1997 nog 21,01 % van de totale schuld een
vlot-tende rentevoet had, was dit slechts 9,73 % op 31 december 2002. Hierdoor is de invloed van een on-verwachte rentestijging op de begroting praktisch onbestaande geworden.
Sinds de oprichting van het VERF in 1998 is er nog nooit een interventie nodig geweest. Doordat de schuld meer afnam dan initieel voorzien, waren de budgettaire middelen voor rentebetalingen steeds v o l d o e n d e. In de overeenkomst met het VERF is bepaald dat het VERF slechts zal interveniëren in-dien deze budgettaire middelen ontoereikend zou-den zijn. Ook al waren er in deze vijf jaar rentete-g e n v a l l e r s, het VERF heeft in de praktijk nooit moeten interveniëren.
Op basis van het voorgaande is de Vlaamse rege-ring bij de goedkeurege-ring van het voorontwerp van het nieuw kas-, schuld- en waarborgdecreet (op te stellen in uitvoering van de resolutie van 23 m e i 2000 van het Vlaams Parlement) (Stuk 618 (2000-2001) – Nr. 3 – red.) tot het besluit gekomen dat het VERF als buffer om onverwachte rentestijgin-gen op te vanrentestijgin-gen overbodig is geworden. H i e r b i j zijn er dan ook geen budgettaire of financiële con-sequenties.