Vraag nr. 147 van 10 juli 2003
van mevrouw ILSE VAN EETVELDE Leerlingenbegeleiding – Stand van zaken
In antwoord op mijn vraag om uitleg in de Com-missie voor Onderwijs, Vorming en We t e n s c h a p s-beleid van 3 juli 2003 deelde de minister mee dat de leerlingenbegeleiding één van de factoren is die in de evaluatie van de werking van de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) zal worden meegeno-men (Handelingen Commissievergadering nr. 2 8 0 van 3 april 2003, blz. 8 e.v.).
Deze evaluatie is gepland voor het komende na-j a a r. Ik veronderstel dat ze zal worden ondersteund met kwantitatieve en kwalitatieve gegevens.
1. Hoeveel scholen (opgesplitst naar net) hadden in het schooljaar 2002-2003 in één of andere vorm van schoolinterne leerlingenbegeleiding voorzien (los van de intense samenwerking met het CLB) ?
2. Hoeveel personeelsleden staan er in het totaal en gemiddeld per school in voor de schoolinter-ne leerlingenbegeleiding ?
3. Bestaan er cijfers over het aantal leerlingen (in absolute cijfers en in percentage van de school-populatie) die een beroep doen op schoolinter-ne leerlingenbegeleiding ?
4. Kan de minister een overzicht geven van de ver-schillende verschijningsvormen en -f o r m u l e s van de schoolinterne leerlingenbegeleiding ?
Antwoord
Een evaluatie van de leerlingenbegeleiding door de scholen of door de CLB's is er tot nu toe niet g e w e e s t . In mijn antwoord van juli 2003 verwijs ik, met het woord evaluatie, naar de doorlichtingen van de CLB-werking. Zoals de Vlaamse volksver-tegenwoordiger in de Handelingen kan nalezen, heb ik daarbij geen concrete timing vooropgesteld. Afgelopen schooljaren stonden de doorlichtingen van CLB's door de CLB-inspectie voornamelijk in het teken van de implementatie van het nieuwe de-creet van 1 december 1998 op de centra voor leer-l i n g e n b e g e leer-l e i d i n g. Daarin was de omschakeleer-ling en integratie van de PMS-centra en het MST naar en in centra voor leerlingenbegeleiding het