Vraag nr. 51
van 12 november 1998
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Autodemontage – Subsidiëring
Initiatieven van autodemontage in een "sloop-straat" kunnen zowel milieudoelstellingen als te-werkstellingskansen voor lagergeschoolden be-ogen. Autodemontage heeft een besparend effect op milieu-uitgaven (verwijderen van achtergelaten wrakken, afvalvoorkoming, ... ). Wanneer dit met werkzoekenden gebeurt, in het kader van de socia-le economie, heeft het naast financiësocia-le voordesocia-len ook tewerkstellingsbevorderende effecten (attitu-devorming, opleiding...).
Experimenteel werden blijkbaar reeds projecten opgestart, die evenwel niet altijd leefbaar zijn. Daarom lijkt financiële ondersteuning zinvol. 1. Heeft de minister reeds berekeningen laten
maken over mogelijke besparingen op gebied van leefmilieu en tewerkstelling door dergelijke projecten te ondersteunen ?
2. Werd de minister reeds geconfronteerd met de vraag om het opzetten van een autoslooplijn fi-nancieel te ondersteunen ?
Antwoord
Nieuwe initiatieven inzake de demontage van voertuigwrakken bieden inderdaad kansen, zowel op het vlak van het behalen van doelstellingen ter verbetering van het leefmilieu, als op het vlak van het verhogen van de tewerkstelling van laagge-schoolden. Dit waren ook de doelstellingen die het voorwerp uitmaakten van het OVAM-project (Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest) van selectieve autodemontage Prosad.
De OVAM startte een gelijknamige VZW op met de betrokken industriële federaties als partners. Op voorstel van de OVAM werd beslist twee de-monstratieprojecten financieel te ondersteunen, met name Fevar Car Recycling in Mechelen en Star in Oostende. Voor het Mechelse project werd een WEP+-project (werkervaringsplan) voor in to-taal zes voltijds equivalenten goedgekeurd.
Ook andere instanties actief in de sociaal-economi-sche sector startten vergelijkbare projecten op, dit niet alleen in het Vlaamse gewest.
Uit deze projecten kunnen reeds een aantal beslui-ten worden getrokken.
1. Indien de volledige demontage van het voer-tuigwrak, dus ook van de niet-herbruikbare on-derdelen en de grote kunststoffen, wordt be-oogd, dan zijn de projecten onvoldoende kos-tendekkend. De teruggewonnen materialen, be-halve de metalen, hebben alle een negatieve waarde indien een volledig ecologische verwer-king wordt beoogd.
De verlaagde kostprijs van arbeiders in speciale tewerkstellingsstatuten brengt evenmin de noodzakelijke toegevoegde waarde.
De sector, in de eerste plaats de producent van de voertuigen of zijn invoerder, dient eerst de economische draagkracht uit te bouwen alvo-rens de mogelijke besparingen op het gebied van leefmilieu en tewerkstelling adequaat te kunnen berekenen.
2. Een nieuwe financiële ondersteuning vanuit de Vlaamse overheid kan worden overwogen, en dit voornamelijk in de beginfase, om te zorgen voor het snel ter beschikking staan van én de nodige infrastructuur én de noodzakelijke ken-nis en opleiding van hen die in deze nieuwe sec-tor worden tewerkgesteld.