G. B I D L O O S
VERTOONING5PEL,
Op d<f
V R E Ê D E ,
Geflóoten den i oden van Oegftmaant
des Jaar s 1678.
Tujfcben
Zijn Alderchriftelijkft e Maj : de n
Koning van Vrankrijk,
E»
De Hoog Mog. Heere n Staten der
Vereenigde Nederlanden .
Nevens
Der fèlve r getrouw e Bondgenoot ^
zijn Catholijk e Majeftey t de n Koning van Spanjen.
Gejpeeldt op et Amftercfamfcbe Sch6iwhtrg.
A M S T E R D A M ,
By
ANTHON Y L E S C A I L J E ,Boekverkoopcr ,
indeCailhuys-moolen-ftceg, 1678,
Spreekende VERTOONERS.
Tijd.
Staatzucht.
De 7 Provinciën, toerende Holland het woord.
Weelde.
Zorgeloosheyd.
Overvloed.
Voorfigtigheid.
Godvrughtigheidi Vrecdc.
"Welvaart.
Oorlog.
Twift.
Roof.
Verraad.
Faam.
Staatkunde.
VrankrijL Spanje.
E E R S T E D E E L .
Tijd en Staatzugt voor 't Gordijn .
Tijd. " 1 ^ T U za l de Wareld weer een wondre tijd I^WJ beleve n >
Stadt%. -1- ^ Mij n drift zi g in het her t de r Konin - gen begeven,
De volgende Eeuwe n zi g ontzetten o p mij n naam.
Tijd. Di t StaatelïjkTóönéel verheffe u w Troon > en Faam.
ff» Gordijn open.
Htllmd leg t indefchoot va n de Weelde, di e opeeri Troon *tt. Ovtrvlotd ftaat aan haar flinker , ^or-
geloosheid aa n haar regter zijde» op de trap- pen vertoonen zig de 6 andere
Provinciën.
Holland. T l O e zach t legt fich mijn hooft te ruft!
JL J-Daar uwe wacht mijn zorgen bluft, Daar Overvloed my zegeningen, . Én alle welluft op komt dringen.
D ! Weelde, o ! zoete Zorgeloosheid.
'k Voel dat de flaap mijn leden vleit, Die, afgemat door al 't genoegen, Alleen om vêrfche krachten fwbegen;
V/etldt. Gy zult niet flapen ongeftreelt -, Al wat uw oog, of oor verveelt, Zal zich alhier niet laten vinden,
\°rg- We g zorgen die de vreugd verflinden.
Overvl. Laa t zorgen die het qualijk gaat:
't Geluk verbonde n aan uw ftaat , Kan macht, noch lift, noch tijd verheren.
Gy zult noch luft, «och fchat ontberen >
Al wa t d e wijde Warel d heef t Is billijk datz e u overgeeft .
A i Al
4. G. B I D L O O S Vertooningfpel , Al die de Zon in' t ooft zie n klimmen , Al die haer in de Wefter kimmen Zien duijken, wien by Noordér ftrand De kou verftijft, of wien de brand Der Zuijder As het hoofd komezenge n i 't Komt al by u zijn gaven brengen.
Wetlde. W y waken voor uw ftaat, en eer : Leg zorg, en lichaam tefFens neer r Zacht
Voorlig. Onbedacht e Maagd» Uyt,
Wedde, Wi e komt ons hier verftooren?
Voor%: Voorzichtigheid wi l haar ...
Holland. M y lull u niet te hooren, Mijn ftaat heeft uwe zorg 5 en toezicht niet van nóon j
Haar Welftand wert van elk zij n dienft, en trouw ge boon:
Voor%. Aeh ! denk t gy niet hoe licht dat ook vêrwiffelin- gen....
Holla Swijg zotte Zorgfter > ik kan al 't verand'ren dwin-' gen.
Mijn zetel wert van elk > hoe machtig, aangebêen,.
Ik kan wel ieder, maar mijn niemant neder trêen.
't Vloeit alles in mijn fchóot j het denken doet my krij- gen,
Daar andere met moeite oo k nimmermeer toe ftijgen.
Voorlig. U dreigt een felle ftorm,waak op,eer 't ongeval.
Dat u eerlang met lift, en kracht beftooken zal , En hoop > en hooft verplet . Ach ! ach?!1 hoe kunt gy
flapen! . •
'k Zie na uwe ondergang de gahtfche waréld gapen >
En fnakken; Ach! men deelt gelij k een Oorlögs buyt Uwfchoönheitaandemoórd, e n brand aljuychénd e
üyt.
Ach! hoor my doch, gy weet dat ik u altijt teder. ..
%prg~tl. Va n hier onruftige, lecht gy uw hoof d zleg s ne- der.
Voort
pp d e V R E E D E . 7 Voorn. \Vaak doch de welvaart is in 't uyterfte gevaar / fyrgel. Ha ! ha! ha! ha /ha! tu !
Holland. Va a waar komt deze maar i Voorlig, • Van elk die minder is3en meer akgy wil wezen.
Holland, Dreyg t my geen nood als die! -zoo fiaap ik zon- der vrezen.'
Weelde. Watsdjt?
Godv. Slae p in den arm die u na 't leven ftaat.
Betrouw u op den raad die heimlijk u yerraad.
Gy, die my weinich eer, en achting hebt gedragen >
Zult afgepijnichc door vervarelijke plagen, Eerlang gevoelen wat de dartelheu misdoet, Als zy de Godsdienft fchopt met achtelooze voet, Wanneer eknde dan uw trotsheit heei't vei brooken, Zult gy weer vuren op vervuylde Altaren ftooken ,
My zoeken , die gy nu maar met de nek beziet.
tkUand.Cunt gy my me't vermaak van deze ruft dan niet?
Overvl. Verkniesde troniën,wie heeft u hier ontbooden?
Vwr%. '< Aanpariïèndegeweld van fchiikkelijkenooden. Vertoon ^ DaarfpeeltdeNijt haa r rol > zy boezemt haa r venijn
In'thertder Vorften.dieu w welflan d tegen zijn. ^.i*',' * Zy raad Vorft Karel u ter Zee in 't hert te fteeken. ™ eZchi Doet Koning Lodewijk. te Lande u w mach : verbree- zijnde zin
ken, m«n een
Daar vlucht de Vree.... S ? ? J S ?
Vr.eede. H y vlucht die't leven bergen wiï« val der hebbende de Voort Welvaart, voort van lyer»kom vlucht", Neerjog.
welvaart nao fta doc h niet ftil.
haat band. j ^ fjej, d_ e krijg gezien , op zij n Metal e wa- gen ;
Vlucht al met my» diegjij mijn byzijn fcheptbehagen.
Binnen, Holland. Wa t onruft maakt ....
Z?rgtl. A i flaap, vertrouw op onze wacht . Vimt\ I k ga, terwijl gy doch Voorzichtigheid veracht . Qtdvr. En ik, o m gee n meer hoon > noch lees van ut e
Jijen. Weelde,
tf G . BIDLOO S Vertooningipei ,
Weelde. Wie u verlaat of niet w y zullen voor uftryen.
Lecht gy maar uw leedjens neder>
Op de wacht van Overvloed, Die u alle morgen weder
Met een nieuwen aanwas groet.
Ovtrv. Weef t geruft, mijn Znfter Weelde Heeft de Zorgen weg gejaagt, Al de ftoet die u vervee] Ide,
Op een a.ndre dach gedaagt.
Maar welk een fchrik gedrocht vertoont zich i n 't ver- fchiet?
Weelde. I k ken hem, ' t is de Krijg, ik beef!
gorgel. N u fchrik zoo niet.
Weelde. Wat vliechter vuur, enrook,uytduTel, as , en rad'ren!
Wien of dat gelden zal!
Overvl. ' t Schijnt of hy ons wil nadren.
Weelde. O ƒ ja, hy heeft het op dit rijk geweft gemunt.
AchZufter! ach hy komt! vlucht zo gy vluchten kunt.
Overvl. Maa r de Maagd
Weelde. Di e moet haar zelve nu bewaren, Wy ons, en zy, kom voort, haar leven zien te fparen.
T W E E D E D E E L .
Mars op een wagen. Rontom hem gaan Twift. Ver- ' raad. Geweld. Moord. Reaf. voor afgaat de
Nijt. De i. Provimien leggen injlaap.
D
At fchelle Krijgsmuzijk ontfteekt mijn grootfeh ge- moed,Daar my Jupijn de trots der meruchenftraffen doet . Nu zal dit ftil geweft van braod, en nederlagen, Met haar de wareld, van mijn ftrenge geeffel wagen.
Ruk voort gyflaven, huy l datdealdermmft e menlcn , Uvt anaft voor mijneRoe,aanftonts t e fterven wenlch,
• J ° O p
op de V R E E. D E , 7
Op mijn ftaffieren , toon de Vorften uw Termogen.
Cy Twift zult geen befluyt tot reddering gedogen.
VtrrMd, Geweld , en Mtord, betoon uw heerfchajppy . Wat brandbaar is,dat brand, wat lijden kan5 dat ly, De dierte, en armoe zal uw fpoor van zelf wel volgen.
Wie ons te ftutxen pleeg, daar hy ons nu verbolgen]
En magtig ziet»is reetz uyt vrees al weg gevlucht.
Gmts fluymert Nederland , voor geen gevaar beducht.
Treettoe, vemielcz e nu ? Iaat ons haa r rijkdom dee- len y
En in haar ondergang ons hoog vermogen ftreelen.
Val aan nu mijn getrouwe, een rijke fchoonheit lek In zorgelooze flaap , zy is u toegezeit,
£00 gy uwe armen rept, verllrikt haar in uw lagen»
Of dwingtze door uvuyft ,zoo! zoo! ik hoor de flagen, En zie de blixem van het Buskruyd i n zijn kracht.
Dat onweer fleurt haar ruft .
Holland. Wi e wektmyonverwachd ,
Met zulk een naare kreet! wie durft my hier vervelen?
Waar zijt gy Overvloed, en Weelde mijn gefpelen t Op ! Zufïers ©p !
Mars. Va l aan.
Holland. Watfchrikkelijkeeruch t
Vervult met ftof, en rook mijne ogen, en de lucht!
Help! help! Voorzichtigheid, de krijg wil my verkrach- ten,
t Geweld fteekt my na't hert, ac h ! ach! ach ! ach..' mijn klachten
Zijn eydel, en zy weg, waar berg ik my in nood!
Dat zich de Landfoldaat, dat zich mijn Oorlogsvloot Te weerftel, 'k z a l. . . .
Gemeld. Di e kan tot uw behoud niet helpen J Wy zullen . . . .
Voorlig. Haa r geheel nu noch niet overftelpen.
Uyc.
Holland. I k wil . . . .
Votrqig. G y moet u eerft van vafter plaats voorzien.
A 4 Mars.
nw).
8 G. BIDLOO S Vertoonin g (pel,
land', MArs' Va l aan! va l aan!
eftand, Voorlig. Sche p moed, wilt aars'lendweerftantbien . teniug. Mars, N u dient d e Maet verdeelt o m d'andre te onder-'
»en- drukken .
lder- Verraai. , en gy Geweld, zul t weer voor fteden rukken , i.over- D e veilingen met Gout, offtaal vermeeft're n gaan . it wer- ^ y Twifti e n Wantrouw val in heer, en onderdaan,
ver-" Uwzulter Oproer zal u zeekrebyftan t bieden . men, I k zie de bloode voor 't gekraay der haa n al vlieden,
«a"en "^ c Waterleeuw vol fchrik vergeeffche (lage n doen,
cc. ° E n aars'len op 't gefchreeuw der Britfche griphioen .
"Vaar voort, volvoe r mij n laft , di e 't meeftc kan ver- woeden,
r«« Zal meefte winft, e n eer van zijnen arbeid oeften . gevolg Holland met de 3 Prov. Voorfigtigheit.
W y zijn verloren, zoo zich ieder niet én weert, A c h ! ach ! wat is mijn ftaat, e n zegen omgekeert . Op heer, en onderdaan, op land en waterhoofden ! Voor%. Daa r zie t g y da t d e Twiji haa r van verftan t be -
roofde.
Het Vol k val t d e Overigheid t i n leve n , eer , en
g o e d , Vertooning .
D e wrok aan 'traazen,bant't ontzac h uyt elx gemoed;.
D e Wantrouw boei t d e han d va n die haar eerlijk dien- Men kent zijn vyand niet, uyt ware hertevrienden.
Holland, I k wi l mij n haven s met veel oorlogs vojk, en
'tland . ,
Voor^. Ach ! ziet uw fteden door verraad, en icnriK ver-
mant. ,
Gy roept uw mach t hier niet , daa r noodeloo z te wa-
1 Vcrtooning .
Gy w a a l u S z e e, en fchijnt t e lande als noch t e flapen.
Holland. Mij n onderdane n too n da t u gee n macht ont - breekt,
VoorOm K. "" Ziet g y ginder met, ho e zich't geweld daar wrecks.' "
op de V R E E D E .
9
Hoe moordjcn brand,en roofde landen overftroomen»
Hoe dierte, e n armoede al met dorft,<n honge r ko-
men ! Vertooning.
Wat vluchc men aan die kant! wat is men daar verbaaft!
Hoor hoe het water, dat ter dijken in bruyft, raaft ! Holland. Ach .' my.'
Voorï^ Schri k nietjgy zult door 't breken vàn uw dijken 't Gevaar van deze brand, in 't water wel ontwijken.
Holland. I k wil in 't water my....
Voor%. Ho e zijt gy dus ontzint,
Voor eerft is 't al genoech, dat gy wat tijt gewint.
Holland, Za l ftad, en land in 't wa ....
Voor%. He t water moet u helpen.
Het hulp u meermaals,'t zal u nu nietöverftelpen . Holland. Wa t zal ik doen ? ach .'ach.'
Voor%. My volgen > en mijn raad ; Ik hoor gerucht, kom, wijk.
D E R D E D E E L .
De Faam. T e water is de Haat Van Nederland gered, de Koningen geflagen, Zien Hel d d e Ruyter d e eer der krijgskan s metfic h
dragen.
De Provincie van Holland. Voor^ichtigbeyd.
Ik heb Codvrugtigbeid, gelijk gy ziet, herffelt.
DedartleWgnjoe^leitdoorwijsheitneergevelt. Verr . H et volk bid y verigh öm 's Hemels gunft te winnen.
Voorlig. Ee r kan men met gee n nut iets aangaan j o f be - ginnen.
Holland. Toe n gree p i k moed, e n nameen Opper veld-
heer aen. Venoonin» .
Voor%. I k zie een Mannemoed hem in het aanzicht ftaan.
De vafte Veilingen met Oorlogsvolk bezetten, En 's Vyands inval met beleid en kracht beletten.
De Burgejy gereet het Lsnd veel dienft te doen.
Hol'
i o G . B I D L O O S Vcnooningfpcl , HtlUnd. ' k Dee d op u raa d aanftond s Gezante n heo e
fpoêp
Na Spatje e n Duytfland, ziet zy hebbe n vaf t beflo -
teO > Vertoönirig.
Mij» ftaat te ftimen : als geurouwe Bondgenoten, Haar Leger zakt vaft af, z y merken dat mijn val lo&enge God gehengt > baar ook verplettren zal.
Voorlig.. Maa r zietg e B W Vyan d we l op u w gefufters . wotden!
üaWW, Ach ! ho c aal ik de macht va n mijn bcfchcr - ming voeden!
De Burgery wert arm j 's Lands fchatkift uytgeput;
En de Qvtmloti, die.m y voorheen heeft onderftut » Jswetde Welvaart* en Vrtidi we g geweken!
Hoe raaktmen uyt 't gevaar,daar wy ten hals in fte kenï Dty. ra » m i ja Supers we g , twee deerlij k i n d e
ly j veitiniog .
De Sejle vreeftde vloo t van England ieder Ty . Jkzjtin $chaoffen ^en begravingen bedolven, En iie in plaatz van Land, een Zee te lande golven.
^cb,! dat den Hemel *ich nu mijner doch erbarm!
IW^. Numaakgee o vruchteloo s noc h moedeloos ge- karm.
'k Ging wijl gy bezich waart met u te weer te fetten >
Tot ujw behoudenis, oojt mijne finnen wetten.
1 k zashdat Engeland vaft aarfekk ia 't Verbond >
Dat tot uwe ondergang, voorheen gefloten flond • Ttwta&'ieréeikSMatk^t > en zijn Dochters vol van
reden,
Om'sKonings harthei d wee r to t vrindfcha p t e ver - krtftdtn,
D« Liefde tot zijn bloed, en 't inzichtdat zijn troon Zauwag'ieiï* zoogyaiseeopafriaandekroo n
"Van Vraokrijk wiocd geJueelw» ried he» me t rijper oor- diel
't Verbond voe« . te eindigen, to t uw , e n ook zij n
voordeel; Daar
«pp de V R E E D ï . i i
Daar komt mijn Zoon nu zelf. Sttuoltutulc uh.
Staatk; 't Gaar wel daorluchte Maagd , Uw zegen die wat dook is weder opgedaagt;
U w Suiters,' c Aaaffche juk ontdooken,u weer nadreo.
Holland. Zij t welkom .
Voor\. Wil t u voort tot tegenweervergadren . HtlUnd. Dat ik u byde > en gy my weer in de armen druk.
Staatk; Nu fchrey d e krop eet» uyt > en dan k u w boog geluk.
Sla herwaarts eens uw oog j en aiet uw Valihetr trou-
wen , Vertootiing.
Om door ee n Huwlijk * band, d e vrindffcha p vaftt e houwen.
Hoe Munfler de Oorlog moe den Helm heef t afgelecht, En uwe Burgery de moed is opgerecht.
Holland. Mij n ber t herleeft a h ik maar reddering dui f hopen,
Ik zie de heirbaan nu tot mijn verloilïng open . Holland. De n Hemel vordere deze aanwas van geluk,
En red mijn onderdaan doch eenmaal uyt den druk.
Gy nu gezufters, die de klaau wen zij t ontfprongen, En 't juk ontdoken, dat u wierdop 't lijf gedrongen, Laat ons de band,die ons zoo lang verbonden hielt, Weer hechten > levende voortaan als eens gezielt.
Voor%. Ko m volg my, om 't gewelt nu tegeoftant te bie- den,
Nu moe t g y vechten, daarje om beftwil eerf t mof t vlieden.
V I E R D E D E E L .
Man, Trvijf, Verraad.
Tivijt 't Vjr7Er d tij d dat men z-ich zelf voor overva l
W verzorg .
Mars. Mij n dapperheid blijf t voo r u w Kifshehouwt te borg. Tipifl.
xz G . BIDLOO S Vertooningfpel ,
T « ^ . Ikwier d verbannen.'
Verraad. I k met kracht te ruch gedreven,.
En burg ter naamver nood mijn half verlore leven:
Mars. Zo o is 'er dan geen macht meer over, als geweld ? Verraai. Di e wer d doo r wijsheid nu al me ter neer ge-
velt ,
En durft haar kloekheid niet als fchromende genaken . De moor d ftaat felfs verbaaft , e n tracht zich weg te
maken,
Tmft. D e vlucht zou ons nu beft...,
Mars. Ho e zou men vluchten! neen >
Men moet met doller kragt haa r onder de ogen trêen.
Zou zulk een rykeBruyd.en buytonfe arm ontfpringen, Laat ons zoo moedeloos; de n aftocht noch niet zin-
gen,
Dat wee r de trom op nieu mijneoptogthoqren laat . Verraad. Zie t ho e voorqigtighcyd el k ee n tot ftilftandt
. raad j
Hoe Staatkunde overal de Vorften in gaat fcherpen ver t De kryg te ftutten > en de wapens weg te werpen, Hoe't volk van wederzy5van bontgebuurfchapfpreekt » En hakende na ruft, het hooft na Vrede fteekt.
Mars. D e Vrede komen ? neen>dat zal ik niet gehengen.
Wy moeten by 't geweld de lift nu zien te brengen} Dat zich.... Daar komt zijn vrind,hoe gaat het •".
l{pof. ' t Is gedaan, Rgofuyt,
Ik vluchteom my niet in haar banden te zien flaan.
Daar is niet meer te doen, gy moet de ftandert ftrijken Uw rijk, en 't onz is uit; Laat ons in tijts noch wijken.
Mars. ' k Had van uw ftout gemoed eenftoute r taa l ver- wacht.
Jtyof. Wa t baat geweld j wanneer Voorzichtigheid haar kracht,
Daar haar Godvrugtigheid.en dappre deugd-geleien, Te werk wil Ieggen,kom iaat ons van hier maar fcheien.
Daar zijn veel rijken daar uw naam meer gelden zal, Ver-.
óp de V R E E D E . r g Verlaatte hier, en bouw daar uwe legerwal.
Mart. I k wil....
Verraai', G y moet van hier .
Mars. ZalNêerlanddusontfprihgen .
De ftrik .... vertooning;
Hpof. Zi e daar 't begin der Vreedehandelifagen.
't Gezantfchap arbeit valt. Ko m volg mijn raad > ver*
trek
Verraad. Iniftilte} eer ons alhier Voortfgtigbeid ontdek.
V Y F D E D E E L .
Vreedei en Welvaart dalen ineenWoll^neder. GodtvrfKh- tigbeyd. Holland} en al de Provinciën op bet Tooneel.
Godv. QChep moetjdenHemel is tot uwe hulp genegen.
ODaar opent zich een wolk 3 een voorbode uwe r zegen*
Nu fchrey niet meenwifch af uw raauwgekreete wang.
Hoor, wat een lief gelu y t zich mengelt in die zang»
Vreedeen Droev e Maagd droog af uwe oogen:
weifaart Vreede en Welvaart komt weerom j zingen. ' s Hemels gunft met u bewogen,
Dooft Trompet) én Oorlogs-trom.
De Overvloed , nu weg geweken j Zal eerlang metgrooter pracht, 't Hooft in uwé ftait opftekén,
En zich geven in uw macht.
Ddch laat nimmer haar beftieren Door de Weelde, en ^argeloosheid j Maat, en tucht moet teugel vieren
Aan de fchat uw toegeleit.
Wilt dan voor ons beide waken, Gy zult u gehulpcn zien, Wy u meer gelukkig maken,
Gy mét ruft uw ftaat gebien.
Holland. I k kus eerbiediglük 11 trouwe noodvrindiflflen- Die
i
4G . BI D LOOS Vertoonin g fpcl,
Die ik omzichtig voorts zal «ren, en beminnen.
Gy ziet hoe ongetooit mijn hair, en kleeding hangt}
Mijn ziel die hoopeloos heeft feven jaar verlangt Üw iieftjk aanfehij n eens in vriendfehap aan te fchou -
wen,
Had mid*len, noch vermaak, om pronk aan 't lijf t e houwen.
Ik ben gefleurt, getreen, geflagen, en veracht.
Vrtit. Kom t zet« weer te ruft in uw voorgaande pracht.
Wdv. I k zal uw zetel elk doen eeren als voor dezen.
Moll.. Daar uwe hand my voert is geen gevaar te vrezen.
Maar wat gefchreeuw vervult
©*rft>. DaarteVoórqgbtighiidf
Zyflaatde wreede K*ifg » doorfchrander Staatsbeleit , Met a l zij n aanhan g > als verwonnen e i n ee n ke -
ten J Vertooning .
Wijl Rj>of, Geweld en Moord zich niet te bergen weten.
Haar dochter, wijsheit, breekt al 't doodelijk geweer.
Bedrock 3 en vuyltnfd val t voor haar voeten neer.
Zy is vol drift, en ernft om ieder aan te manen, Op deze voet, zich ook de weg tot ruft te banen.
Bolland. De vreugd, di e 't her t gevoelt, beneemt d e monddefpraak.
Daar k o m t . . ..
Staatkunde I k voel met u een zeivt ziel vermaak.
me vSPnt'e Öntfron s het voorhooft, kom, erken elkaar als
C u V X ÜDJv* * j
rijk aan de vrinden .
hand uyt. Tr e toe;kat vreede uw hert onfcheidelijk ver- binden.
Kom voeg u alle tot dit God-geweid e Altaar ; Vergeet te wederzy, 't verledene gevaar.
Holland, Dit uur heb ik gewenfcht.
Spanje. Die n dach ik te beleven.
Vranlirijkf Ikrnijogetrouwheitumetvrindfchap, wee r te geven.
Vrndt. Zluy t da n eentammeJij keen eeuwi g vree ver- bond;
Godv,
op de V R E E D E .
I J Goiv, D e waarhei t z y in 't hert, en d e uytfpraakind emcnd.
r Di t Altaar tuygealtijtjdatwy o p heden fwee- vrankrijk / Elkander welftand: en geruftheid t e vermee-
^ ren .
Vreede. Den Hemel zy gedankt, dat ik weer ben herftelt*
Godv. Die hoede u w ftaat en rijk,voor onheil en geweld.
Welv. I k zal met Overvloed, u w fchaarshei d wee r ver - rijken,
Staatk,. Vermetelhei d noch ramp, doe u van 't opfe t wi/^
ken;
Noy t zy u Oorlog lief, of liever noch de Vree.
Holla. Dank zy de Vreede, die ons red uy t al dit wee.
Spanje, Die 't vuur heeft uytgebluft dat feven jaren blaak- te ,
Vrank. Dat my zo o veel al s u het hert me t droefhei d raakte.
faam. Wa t hoor ik! de Faam komt vliegen, Staatk. Da t gy hoort,dien voort de wareld aan.
Laat uw Bazuin geen klank, als die van Vreede flaan.
Vreede. De wareldleer voortaan d e dolle Kjijg verach - ten,
En wat uy t mijne fchóot al zegen is te wachten, Dat dan geen tweedracht wee r dit bloeiend lan d ver-
ftoor.
Men geef aan Wantrouw, nijt, noch eygeniaat gehoor^
Godvruchtigheid voor a l moet d e eerft e plaats behou- wen :
Dan kuntge op 's Hemels gunft met zekerhei t betrou- wen.
Hoor ho e de vreugd ' t gemoed de r menfche n heef t geraakt
Zie welk een zegevuur in alle Heden blaakt.
