Vraag nr. 284 van 30 mei 1997
van de heer CARL DECALUWE Premies deeltijdse arbeid – Resultaat
Het gebruik van aanmoedigingspremies voor deel-tijdse arbeid kent een toenemend succes. In het plenaire debat van 18 maart laatstleden stelde de m i n i s t e r-president dat reeds bijna 10.000 werklo-zen gebruik maakten van deze aanmoediging van het deeltijds werken (zie Handelingen nr. 3 1 , p l e -naire vergadering van 18 maart 1997, b l z . 27 – red.).
1. Kan de minister mij een inzicht geven in de evo-lutie van het aantal gebruikers van betrokken stelsel sinds de invoering ervan, en dit opge-splitst per provincie en naar man-vrouw en leef-tijdscategorieën ?
2. Kan de minister mij ook een inzicht geven in de onderverdeling naar sectoren volgens de Nacecode (Nomenclature Générale des Activités Eco -nomiques dans les Communautés Européennes – red.) ?
3. Kan de minister mij een gedetailleerd overzicht geven van het gebruik van de aanmoedigings-premie in de verschillende subsectoren in de textielsector ?
Antwoord
1. Het aantal aanvragen voor aanmoedigingspre-mies bij deeltijdse arbeid kent een systemati-sche stijging. Sinds de inwerkingtreding van het stelsel op 1 maart 1994 tot het meetmoment – februari 1997 – noteerde de administratie voor de privé-sector 11.500 aanvragen voor premies bij deeltijdse arbeid én loopbaanonderbreking. Dit resulteerde in de toekenning – over dezelf-de periodezelf-de – van 3.603 premies voor dezelf-deeltijdse a r b e i d , 381 aan mannelijke en 3.222 aan vrou-welijke werknemers. Uitgedrukt in procent kan men stellen dat de bevolkingsgroep die aan-spraak heeft gemaakt op de premie voor 94 % uit vrouwen bestaat, waarvan er 65 % in loop-baanonderbreking zijn en 35 % deeltijds wer-ken.
Sinds de invoering van de regeling tot 31 december 1995 werden 1.291 premies voor deel-tijdse arbeid in de privé-sector toegekend, waar-van 142 aan mannen en 1.149 aan vrouwen.
Leeftijd Mannen Vrouwen
10-19 jaar 0 0 20-29 jaar 8 185 30-39 jaar 46 612 40-49 jaar 58 302 50-59 jaar 30 50 60-65 jaar 0 0 Totaal 142 1.149
In 1996 werden 1.822 premies voor deeltijdse arbeid toegekend, waarvan 179 aan mannen en 1.643 aan vrouwen.
Leeftijd Mannen Vrouwen
10-19 jaar 0 1 20-29 jaar 23 308 30-39 jaar 70 829 40-49 jaar 58 457 50-59 jaar 27 47 60-65 jaar 1 1 Totaal 179 1.643
Van 1 januari 1997 tot 31 mei 1997 werden 823 premies voor deeltijdse arbeid toegekend, waar-van 88 aan mannen en 735 aan vrouwen.
Leeftijd Mannen Vrouwen
10-19 jaar 0 0 20-29 jaar 12 152 30-39 jaar 32 422 40-49 jaar 31 136 50-59 jaar 12 25 60-65 jaar 1 0 Totaal 88 735
2. De gegevens inzake de onderverdeling naar sec-toren volgens de Nace-code worden aan de Vlaamse volksvertegenwoordiger als b i j l a g e bezorgd in tabelvorm.
3. De codes 17 (vervaardiging van textiel) en 18 (vervaardiging van kleding) van bijgaande tabel hebben betrekking op de textielsector. Het was evenwel niet mogelijk een overzicht te geven van het gebruik van de aanmoedigingspremie in de verschillende subsectoren in de textielsector, vermits de administratie bij de
geïnformatiseer-de invoering van geïnformatiseer-de aanvraagdossiers slechts twee cijfers van de Nace-code gebruikt.
Premies deeltijdse arbeid – Aantal/sector
Sector * Jaar toekenning
Eind-1994 1995 1996 1997 totaal 1 Landbouw 0 0 4 0 4 5 Visserij 5 1 0 0 6 Delfstoffen 14 excl. energ/metaal 0 0 1 0 1 Industrie 15 voeding/dranken 0 31 53 25 109 16 tabak 0 0 14 25 39 17 textiel 2 0 170 19 191 18 kleding/bont 0 0 0 28 28 19 leer/schoeisel 0 36 15 0 51 20 hout/-artikelen 0 1 4 0 5 21 papier/karton 0 3 0 0 3 22 uitgev/druk/repro 0 4 2 35 41 24 chemische indus. 0 173 124 9 306 26 minerale prod. 0 0 2 4 6 27 metallurgie 1 46 40 0 87 28 metaalproducten 43 50 313 92 498 29 machines/werktui. 0 15 0 1 16 30 kant. mach/comp. 0 1 2 1 4 31 elektr. mach/app. 0 0 1 0 1 34 auto/aanhang/opl. 3 30 19 5 57 36 meubel + overige 0 0 0 1 1 Elektr/gas/water 40 productie/distri. 0 0 1 0 1 45 Bouw 0 2 0 0 2 Groot/kleinhandel 50 auto/moto/brandst. 0 1 0 0 1 51 grooth/bemidd. 1 1 22 2 26 55 Hotel/restaurant 0 2 1 0 3 60 Vervoer-land 0 49 18 0 67 Financiële instellingen 66 verzekering 28 5 1 0 34 67 hulpbedrijven 16 224 297 27 564 Immo/dienst. a. bedrijv. 74 allerlei 2 5 13 0 20 80 Onderwijs 0 0 2 1 3 85 Gezondheidszorg/ 15 370 432 113 930 mtsch. dienstverl. Soc/cult/pers. diensten 92 recrea/cult/sport 0 0 2 0 2 93 overige 0 0 1 0 1 Niet/slecht gedefinieerd 2 123 268 435 828 Eindtotaal 118 1.173 1.822 823 3.936
* N.v.d.r. : de redactie heeft de meegedeelde getallencode verduidelijkt met een eigen, benaderende aanduiding van de bedoelde sectoren.