Vraag nr. 55
van 21 december 2000
van mevrouw PATRICIA CEYSENS
Adoptiediensten – Boekhoudkundige inspectie Volgens artikel 34 van het besluit van 20 oktober 1998 van de Vlaamse regering inzake interlandelij-ke adoptie wordt het toezicht op de adoptiedien-sten uitgeoefend door Kind en Gezin. Het toezicht heeft betrekking op de financiële verrichtingen van de adoptiedienst.
Vele adoptieouders klagen evenwel over de hoogte van de bedragen, alsook over de onduidelijkheid omtrent de bestemming van de bedragen die zij dienen te betalen.
1. Hoe worden de adoptiediensten geïnspecteerd ? 2. Wordt elke adoptiedienst minstens één keer per
jaar geïnspecteerd ?
3. Aan de hand van welke criteria wordt de boek-houding gecontroleerd ?
4. Worden er steekproeven gedaan waarbij de kostenstaten die ouders ontvangen, worden ver-geleken met de inkomsten die de adoptiedien-sten inschrijven en/of de betalingen die zij in het buitenland verrichten ?
Antwoord
1 en 3. De jaarrekening (balans + resultatenreke-ning) van de adoptiediensten wordt opgevraagd en gecontroleerd aan de hand van de afrekening van de jaarsubsidie. Vervolgens worden ondui-delijkheden en/of fouten ter plaatse verduide-lijkt en rechtgezet aan de hand van de individu-ele documenten (facturen, loonstaten en afreke-n i afreke-n g e afreke-n ) . De opmerkiafreke-ngeafreke-n eafreke-n het besluit vaafreke-n de inspecteur worden aan Kind en Gezin meege-deeld.
Er wordt gekeken hoe de middelen die de ad-optiediensten ter beschikking hebben, w o r d e n a a n g e w e n d . Er wordt ook nagegaan met welke personeelsformatie de adoptiediensten werken en welke verloning hiertegenover staat.
2. In principe wordt elke adoptiedienst jaarlijks geïnspecteerd.
4. De controle bestaat in principe uit twee hoofd-stukken.
Enerzijds wordt nagegaan of de door Kind en Gezin voorgeschreven richtlijnen worden ge-volgd en of de subsidie correct wordt aange-wend.