• No results found

Het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie in België en Duitsland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie in België en Duitsland"

Copied!
71
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Masterafstudeerwerk

Rijksuniversiteit Groningen

Faculty of Economics and Business MSc Accountancy

Fatih Ustalar

Het effect van XBRL op de

omvang van informatieasymmetrie

in België en Duitsland

(2)

2

Voorwoord

Dit afstudeerwerk is geschreven in het kader van de opleiding MSc Accountancy aan de Rijksuniversiteit Groningen. Verschillende mensen hebben bijgedragen aan het tot stand komen van dit afstudeerwerk en langs deze weg wil ik hen hiervoor graag bedanken. In de eerste plaats gaat mijn dank uit naar mijn begeleider, dhr. S. Sibum, docent Accounting Information Systems (AIS) aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor het aanmoedigen gedurende mijn studie.

Amsterdam, juni 2013 Fatih Ustalar

(3)

3

Inhoudsopgave

Voorwoord ... 2

Hoofdstuk 1: Inleiding ... 5

1.1 Inleiding ... 5

1.2 Doelstelling van het onderzoek ... 6

1.3 Relevantie ... 6

1.4 Wetenschappelijke bijdrage ... 7

1.5 Structuur... 8

Hoofdstuk 2: Theoretische kader ... 9

2.1 Inleiding ... 9 2.2 Ontwikkelingen in rapporteren... 9 2.2.1 Inleiding ... 9 2.2.2 Digitaal rapporteren ... 9 2.2.3 Informatie op maat ... 9 2.2.4 Standaardisatie ... 10

2.2.5 Meer periodieke en meer niet-financiële informatie ... 11

2.3 XBRL ... 11

2.3.1 Inleiding ... 11

2.3.2 Historie XBRL ... 11

2.3.3 XBRL ... 12

2.3.4 XML ... 13

2.3.5 Het gebruik van XBRL ... 13

2.3.6 XBRL taxonomieën ... 14

2.3.7 Instance documenten ... 14

2.3.8 Stylesheets ... 14

2.4 Het agencyprobleem ... 15

2.5 Informatieasymmetrie ... 15

2.6 Voorgaande onderzoeken naar XBRL ... 17

2.7 Voorgaande onderzoeken naar informatieasymmetrie ... 18

2.7.1 Inleiding ... 18

2.7.2 Variabelen voor informatieasymmetrie ... 19

2.7.3 Bied en laat spreiding, de handelsprijs en het handelsvolume ... 19

Hoofdstuk 3: Onderzoeksmethode ... 23

3.1 Inleiding ... 23

3.2 Steekproef omvang ... 23

3.3 Variabelen informatieasymmetrie ... 25

3.3.1 Bied en laat spreiding ... 25

(4)

4 3.3.3 Statistische analyse ... 26 Hoofdstuk 4: Onderzoeksresultaten ... 28 4.1 Inleiding ... 28 4.2 Hypothese één ... 28 4.2.1 Inleiding ... 28 4.2.2 Beschrijvende statistiek ... 28 4.2.3 Toets hypothese één ... 29 4.3 Hypothese twee ... 32 4.3.1 Inleiding ... 32 4.3.2 Beschrijvende statistiek ... 32

4.3.3 Toets hypothese twee ... 33

4.4 Hypothese drie ... 36

4.4.1 Inleiding ... 36

4.4.2 Vaststelling van de ondernemingsgrootte ... 36

4.4.3 Beschrijvende statistiek ... 36

4.4.4 Toets hypothese drie ... 38

Hoofdstuk 5: Conclusie en discussie ... 47

Literatuurlijst ... 50 Bijlage A ... 55 Bijlage B ... 58 Bijlage C ... 59 Bijlage D ... 60 Bijlage E ... 61 Bijlage F ... 62 Bijlage G ... 70

(5)

5

Hoofdstuk 1: Inleiding

1.1 Inleiding

Sinds de komst van het World Wide Web (WWW) wordt steeds meer gebruik gemaakt van ‘Internetverslaggeving’. De belanghebbenden van ondernemingen worden steeds vaker via dit communicatiekanaal bereikt (Debreceny en Gray, 2001). Op dit moment bieden de meeste beursgenoteerde ondernemingen Internetverslaggeving. De jaarverslagen van beursgenoteerde ondernemingen zijn zowel in hard-copy als digitaal te verkrijgen via de ondernemingswebsites. Jones en Xiao (2004) hebben door middel van een Delphistudie aangetoond dat 100% consensus is bereikt over financieel rapporteren. De studie toont aan dat Internet in 2010 het standaard communicatiekanaal voor middelgrote en grote ondernemingen, met betrekking tot het publiceren van het jaarverslag, wordt.

Bij Internetverslaggeving wordt veelal gedacht aan documenten in Portable Document Format (PDF). Een PDF is een digitale afbeelding van een papieren document of digitaal document. Een PDF kan eenvoudig uitgewisseld worden, maar het verwerken van de gegevens uit een PDF vereist extra handelingen zoals het opnieuw invoeren van deze gegevens in een computersysteem of applicatie. Dit leidt tot de mogelijkheid op fouten en dat brengt kosten met zich mee. Om dit probleem te elimineren is een nieuwe standaard ontwikkeld: eXtensible Business Reporting Language (XBRL). Vreeburg en Verkruijsse (2004, p.15) beschrijven XBRL als: ‘een open standaard (specificatie), licentievrij, gebaseerd op XML technologieën, die de

organisaties in staat stelt om op een eenduidige en dynamische wijze, sneller dan voorheen, hun financiële gegevens op maat te presenteren en verspreiden’. De invoering van XBRL maakt het

voor marktpartijen makkelijker om met elkaar te communiceren en zorgt voor een toename van de kwaliteit van aandeelhoudersbeslissingen. Wanneer ondernemingen kwalitatief hoogwaardige financiële jaarverslagen verstrekken in een standaardformaat, dan wordt de betreffende onderneming als minder risicovol beschouwd door de aandeelhouders. Het informatierisico neemt hierdoor af. Dit kan leiden tot een afname van de kapitaalkosten en tot een toename van de aandelenprijs (toename van de waarde van de onderneming). Diamond en Verrecchia (1991) hebben in hun onderzoek aangetoond dat wanneer het niveau van verslaggeving toeneemt, de omvang van informatieasymmetrie afneemt, wat resulteert in een toename van de vraag van aandeelhouders. Informatieasymmetrie ontstaat wanneer een partij in een zakelijke transactie beschikt over meer en betere informatie dan een andere partij (Scott, 2009, p.13). Indien het niveau van verslaggeving toeneemt door de invoering van XBRL, dan wordt verwacht dat informatieasymmetrie afneemt, welke tot gevolg kan hebben dat de kapitaalkosten afnemen en de aandelenprijs toeneemt. In dit onderzoek wordt het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie in België en Duitsland onderzocht.

(6)

6

1.2 Doelstelling van het onderzoek

Het doel van dit onderzoek is om bijdrage te leveren aan de bestaande kennis over het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie op de aandelenmarkt in België en Duitsland. Voor het onderzoek is het van belang om kennis te nemen van de ontwikkelingen in rapporteren, het agencyprobleem, informatieasymmetrie en XBRL. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op deze onderwerpen.

1.3 Relevantie

Allereerst neemt de populariteit van XBRL wereldwijd toe en sinds 1 januari 2013 is XBRL verplicht voor de aangifte inkomstenbelasting (IB) en vennootschapsbelasting (VpB) in Nederland. Op dit moment zijn er meer dan 40.000 ondernemingen die gebruikmaken van XBRL (‘Global Capital Markets and the Global Economy’, PwC, Deloitte, Ernst & Young, KPMG, Grant Thornton en BDO, 2006). Het aantal stakeholders1 en de informatiebehoefte van deze groep neemt steeds

verder toe. Door middel van XBRL is het mogelijk om in die informatiebehoefte te voorzien. Een tweede reden is het gebruik van geautomatiseerde gegevensverwerking waardoor de efficiency toeneemt. XBRL sluit goed aan op de huidige vorm van geautomatiseerde informatieverwerking. Een derde reden is het belang van standaardisatie in het speelveld van financiële verslaggeving. XBRL speelt internationaal een grote rol in het uitwisselen van financiële verslagen. Na de grote boekhoudschalen, zoals dat van Enron en Worldcom, is de Sarbanes-Oxley Act (SoX) in 2002 een feit geworden. Artikel 409 van de SoX gaat over de vereisten van digitaal rapporteren. Ondernemingen moeten, in het licht van artikel 409, wijzigingen in hun financiële positie of activiteiten direct communiceren zodat de investeerders over actuele informatie kunnen beschikken. De Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) heeft verschillende verplichtingen opgesteld aan ondernemingen die aan de SEC rapporteren. Zo moeten bedrijven steeds sneller rapporteren en de informatie moet opgeleverd worden in een vorm die gemakkelijk te interpreteren is en eenvoudig te verwerken is.

Ondernemingen worden als minder risicovol beschouwd door de aandeelhouders wanneer kwalitatief hoogwaardige financiële jaarverslagen in een standaardformaat verstrekt worden door ondernemingen. Dit leidt tot een afname van het informatierisico. In een onderzoek van Diamond en Verrecchia (1991) is aangetoond dat wanneer het niveau van verslaggeving toeneemt, de omvang van informatieasymmetrie afneemt, wat resulteert in een toename van de vraag van aandeelhouders. Informatieasymmetrie ontstaat wanneer een partij in een zakelijke transactie beschikt over meer en betere informatie dan een andere partij (Scott, 2009, p.13).

1 Stakeholders zijn personen of organisaties die invloed ondervinden of zelf invloed kunnen uitoefenen op

(7)

7

Het is relevant om onderzoek te doen naar het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie in het speelveld van financiële verslaggeving. Met de komst van XBRL wordt verwacht dat informatieasymmetrie afneemt.

1.4 Wetenschappelijke bijdrage

Dit onderzoek draagt bij aan de bestaande literatuur op het gebied van XBRL en informatieasymmetrie. Yoon, Zo en Ciganek (2010) hebben het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie onderzocht op de Koreaanse aandelenmarkt. In het onderzoek van Yoon et al. (2010) wordt onderzocht of de invoering van XBRL de omvang van informatieasymmetrie verlaagd op de Koreaanse aandelenmarkt. Korea is een voorloper op het gebied van XBRL en is sinds oktober 2007 verplicht om te rapporteren in XBRL. Voor het onderzoek is een vergelijking gemaakt tussen de periode december 2006 tot augustus 2007 en de periode december 2007 tot augustus 2008. In het onderzoek is gebruik gemaakt van een t-test en een meervoudige regressie analyse. De volgende regressie model is gebruikt om te toetsen of de invoering van XBRL de omvang van informatieasymmetrie op de aandelenmarkt verlaagd:

Spreadit = β0 + β1XBRLit + β2Sizei + β3Turnoverit + β4Volatilityit + Β5StockPriceit + εit

Uit het onderzoek is gebleken dat de invoering van XBRL de omvang van informatieasymmetrie verlaagd. Door het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie op de Belgische en Duitse aandelenmarkt te onderzoeken wordt de bestaande literatuur over de effecten van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie uitgebreid.

In dit onderzoek wordt het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie in België en Duitsland onderzocht. Voor het onderzoek is voor België en Duitsland gekozen, omdat er tot op heden nog geen onderzoek is gedaan naar het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie in Europa en omdat België en Duitsland vooroplopers zijn met de invoering van XBRL in Europa.

Tabel 1: Verplicht over op XBRL België

Sinds 2007 verplicht voor deponeren jaarrekening en sinds 2010 verplicht voor corporate tax. Duitsland

Vanaf 2012 verplicht voor deponeren jaarrekening en corporate tax. Bron: ‘Verplicht over op XBRL’, Ernst & Young (2012)

(8)

8

De onderzoeksvraag voor dit onderzoek kan geformuleerd worden als:

Wat is het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie voor de financiële verslaggeving van alle beursgenoteerde ondernemingen in België en Duitsland?

Het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie wordt bepaald door een vergelijking te maken van de variabelen tussen twee periodes. Voor Belgische beursgenoteerde ondernemingen is de data voor de invoering van XBRL gebaseerd op 1 april 2006 tot en met 31 december 2006 en na de invoering van XBRL gebaseerd op 1 april 2007 tot en met 31 december 2007. Voor Duitse beursgenoteerde ondernemingen is de data voor de invoering van XBRL gebaseerd op 1 april 2011 tot en met 31 maart 2012 en na de invoering van XBRL gebaseerd op 1 april 2012 tot en met 31 maart 2013. Dit onderzoek bevat data van beursgenoteerde ondernemingen die genoteerd staan aan de BEL 20, BEL MID en BEL SMALL (België, Brussel) en de DAX 30, MDAX en SDAX (Duitsland, Frankfurt). Het is niet mogelijk om na de invoering van XBRL het effect op informatieasymmetrie direct waar te nemen. Om het effect op informatieasymmetrie meetbaar te maken wordt gebruik gemaakt van variabelen voor informatieasymmetrie. De variabelen, bied en laat spreiding, de handelsprijs en het handelsvolume, die in dit onderzoek worden gehanteerd zijn gebaseerd op voorgaande onderzoeken.

1.5 Structuur

De opbouw van dit onderzoek ziet er als volgt uit. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het theoretische kader. In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens ingegaan op ontwikkelingen in rapporten, XBRL, het agencyprobleem, informatieasymmetrie en wordt afgesloten met voorgaande onderzoeken naar XBRL en voorgaande onderzoeken naar informatieasymmetrie. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de onderzoeksmethode. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de onderzoeksresultaten. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de conclusie en discussie.

(9)

9

Hoofdstuk 2: Theoretische kader

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het theoretische kader van dit onderzoek. Het theoretische kader geeft informatie betreffende het onderzoeksgebied en vormt de basis voor dit onderzoek. In paragraaf 2.2 wordt ingegaan op de ontwikkelingen in rapporteren. Vervolgens wordt in paragraaf 2.3 ingegaan op eXtensible Business Reporting Language (XBRL). In paragraaf 2.4 wordt ingegaan op het agencyprobleem. Vervolgens wordt in paragraaf 2.5 ingegaan op informatieasymmetrie. Ten slotte wordt in paragraaf 2.6 en 2.7 ingegaan op voorgaande onderzoeken naar XBRL en voorgaande onderzoeken naar informatieasymmetrie.

2.2 Ontwikkelingen in rapporteren

2.2.1 Inleiding

In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkelingen in rapporteren (XBRL, de stand van zaken, 2007). In paragraaf 2.2.2 wordt ingegaan op digitaal rapporteren. Vervolgens wordt in paragraaf 2.2.3 ingegaan op informatie op maat. In paragraaf 2.2.4 wordt ingegaan op standaardisatie. Tot slot wordt in paragraaf 2.2.5 ingegaan op meer periodieke en meer niet financiële-informatie.

2.2.2 Digitaal rapporteren

Op dit moment wordt er nog veel gebruik gemaakt van papieren documenten. De verwachting is dat in de toekomst steeds meer gebruik gemaakt gaat worden van digitale documenten. Op dit moment wordt er veel gewerkt met het zogenoemde Portable Document Format (PDF). Een PDF is een digitale afbeelding van een papieren document of digitale document. Een PDF kan eenvoudig uitgewisseld worden, maar het verwerken van de gegevens uit een PDF vereist extra handelingen zoals het opnieuw invoeren van deze gegevens in een computersysteem of applicatie. Hierbij kunnen fouten optreden en dat kost tijd en geld. Naast het gebruik van PDF wordt steeds vaker gebruik gemaakt van eXtensible Business Reporting Language (XBRL). XBRL is een open standaard en maakt het mogelijk om financiële gegevens op maat te presenteren en verspreiden. Op dit moment zijn er meer dan 40.000 ondernemingen die gebruikmaken van XBRL (‘Global Capital Markets and the Global Economy’, PwC, Deloitte, Ernst & Young, KPMG, Grant Thornton en BDO, 2006). Hierdoor hoeven de gegevens, net als bij een PDF, niet verwerkt te worden. XBRL maakt het voor marktpartijen makkelijker om met elkaar te communiceren.

2.2.3 Informatie op maat

Externe verslaggeving houdt in dat communicatie van relevante informatie van binnen (van ondernemingen) naar buiten (naar investeerders) bewerkstelligd. Informatie op maat is

(10)

10

tegenwoordig niet meer weg te denken. Investeerders en analisten hebben steeds vaker de behoefte aan informatie op maat. Momenteel ontvangen investeerders en analisten nog uitgebreide jaarverslagen waarin de onderneming informatie heeft opgenomen die wettelijk moet worden gerapporteerd en of aangevuld met informatie die vrijwillig wordt geopenbaard. Bij vrijwillige informatie verstrekking is er sprake van meer en vrijwillige gegevensverstrekking door de organisatie indien dit meer is dan de norm. Uit gesprekken van analisten en investeerders komt naar voren dat zij behoefte hebben aan andere informatie dan nu wordt opgenomen in de jaarrekening of het jaarverslag (‘Making Financial Reporting Simpler and More Useful’, Global Accounting Alliance Ltd, 2009). Hierbij kan gedacht worden aan informatie over plannen en toekomstige activiteiten, over de kwaliteit van interne beheersing, het management, de samenstelling van het personeel etc. Zij vragen steeds vaker om meer (toekomstgerichte) informatie op maat, frequentere beschikbaarheid en in elektronische vorm in plaats van de huidige standaardinformatie op papier. Om tegemoet te komen aan de wensen van investeerders en analisten, publiceren de meeste beursgenoteerde ondernemingen op hun website vaak extra informatie naast de informatie beschikbaar in het jaarverslag. Een andere belangrijke ontwikkeling is de invoering van Basel 22, die financiële instellingen verplicht om de risico’s die

verbonden zijn aan het verstrekken van kredieten aan bedrijven, actief te managen. Naar verwachting zal Basel 2 leiden tot een meer gerichte en mogelijk ook uitgebreidere informatievraag door banken.

XBRL is een standaard wat het mogelijk maakt om informatie op maat te leveren. Dat deze wijze van gegevensuitwisseling voordelen heeft is duidelijk. Door de techniek achter XBRL is het mogelijk om specifieke financiële gegevens gemakkelijk te zoeken.

2.2.4 Standaardisatie

Uit een onderzoek van PriceWaterhouseCoopers (PwC) in 2012 ‘IFRS adoption by country’ is gebleken dat tegenwoordig meer dan honderd landen wereldwijd de International Financial Reporting Standards (IFRS) geadopteerd hebben als de verslaggevingstandaard voor grote ondernemingen. Door het gebruik van IFRS is informatie toegankelijker en beter vergelijkbaar geworden. De invoering van IFRS voor Small and Medium Enterprises (SME’s) zal ook de beschikbaarheid, toegankelijkheid en vergelijkbaarheid van financiële informatie over kleinere ondernemingen vergroten.

Dat een aantal grote accountantskantoren verwacht dat de komende jaren grote veranderingen zijn te verwachten op het terrein van verslaggeving en rapportering, met een grote impact op de accountantscontrole, komt duidelijk naar voren in het in november 2006 verschenen rapport ‘Global Capital Markets and the Global Economy’, uitgebracht door de CEO’s van PwC, Deloitte,

2 Basel 2 is de naam van een samenwerkingsakkoord tussen banken. Het betreft hier een internationale set van

standaarden voor het bepalen van kapitaal- en andere eisen aan banken te stellen, opgesteld door de Bank for International Settlements (BIS).

(11)

11

Ernst & Young, KPMG, Grant Thornton en BDO. In dit rapport schetsen zij onder andere de ontwikkelingen op het terrein van financieel rapporteren en het gebruik van XBRL. Mede in dat kader pleiten zij voor wereldwijde accounting- en auditing standaarden.

2.2.5 Meer periodieke en meer niet-financiële informatie

De vraag naar actuele informatie neemt steeds verder toe. Om tegemoet te kunnen komen aan de wensen van de gebruikers van rapportages is het nodig om de mogelijkheden die Informatie Technologie (IT) biedt optimaal te benutten. Daarnaast nemen de eisen toe op het gebied van Corporate Governance3, externe verslaggeving en toezicht. Zo moeten ondernemingen van de

Securities and Exchange Commission (SEC) steeds sneller rapporteren en de informatie moet opgeleverd worden in een vorm die gemakkelijk te interpreteren is en eenvoudig te verwerken is. Er worden steeds hogere eisen gesteld aan het proces dat voert van het ontstaan van een zakelijk feit tot en met het gebruik en het gebruik van bedrijfsinformatie door belanghebbenden zal worden gerapporteerd. De kredietcrises heeft geleerd dat actuele informatie van groot belang is om goede beslissingen te nemen. Dit geldt voor grote ondernemingen, maar evenzeer ook voor kleine ondernemingen. Het aan- en verkopen van aandelen of het verstrekken van krediet dient te geschieden op basis van de meest recente gegevens. Hoe ouder de gegevens hoe meer risico er aan de gegevens zitten.

Naast financiële informatie wordt ook steeds meer om niet-financiële informatie gevraagd. Deze informatie kan als indicator van toekomstige ontwikkelingen worden gebruikt.

2.3 XBRL

2.3.1 Inleiding

In deze paragraaf wordt ingegaan op eXtensible Business Reporting Language (XBRL). In paragraaf 2.3.2 wordt ingegaan op de historie van XBRL. Vervolgens wordt in paragraaf 2.3.3 ingegaan op XBRL. In paragraaf 2.3.4 wordt ingegaan op eXtensible Markup Language (XML). Vervolgens wordt in paragraaf 2.3.5 ingegaan op het gebruik van XBRL. In paragraaf 2.3.6 wordt ingegaan op XBRL taxonomieën. Vervolgens wordt in paragraaf 2.3.7 ingegaan op ‘instance’ documenten. Tot slot wordt in paragraaf 2.3.8 ingegaan op stylesheets.

2.3.2 Historie XBRL

Het idee om een taal te ontwikkelen waarbij financiële informatie snel en efficiënt kon worden uitgewisseld ontstond in 1998 nadat XML in 1996 gepubliceerd werd. XML is een universeel dataformaat voor het Internet waarbij gebruik wordt gemaakt van labels om structuur en

3 Hoe een onderneming goed, efficiënt en verantwoord geleid moet worden evenals het afleggen van verantwoording

over het gevoerde beleid richting belanghebbenden waaronder de eigenaren (aandeelhouders), werknemers, afnemers en de samenleving als geheel.

(12)

12

gegevens weer te geven. Charles Hoffman, een Amerikaanse Certified Public Accountant4 (CPA),

heeft onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om met XML financiële informatie elektronisch te rapporteren. In september 1998 houdt Charles Hoffman een presentatie voor de AICPA (American Institute of Certified Public Accountants) High Tech Taskforce om deze te overtuigen van het belang van een wereldwijde open standaard. De voorzitter van de AICPA High Tech Taskforce presenteert de resultaten voor het onderzoek aan de AICPA Taskforce, welke besluit het project te financieren. Met behulp van het AICPA en de werkgever van Charles Hoffman werd een eerste prototype ontwikkeld waarna het AICPA in 2000 een consortium (genaamd XBRL International) startte om het initiatief te steunen. In dit kader werd de codenaam XFRML (later veranderd in XBRL). Nadat XBRL International was opgericht voegden steeds meer bedrijven zich toe aan het consortium en er ontstonden zelfs wereldwijd jurisdicties5 waarbij deze XBRL lokaal ontwikkelden

en promootten. De achtergronden van de leden lopen uiteen van softwarebedrijven zoals Microsoft, accountantsorganisaties zoals PwC, KPMG, Ernst & Young en Deloitte en beleidsmakers zoals de Europese Unie.

In 2002 wordt XBRL Nederland opgericht. XBRL Nederland is een non-profit initiatief van verschillende bedrijven, intermediairs, overheden en onderwijsinstellingen. In 2004 werd het Nederlandse Taxonomie Project (NTP) opgezet en sindsdien is de ontwikkeling van XBRL ook in Nederland in volle gang. Sinds 1 januari 2013 is XBRL verplicht voor de aangifte inkomstenbelasting (IB) en vennootschapsbelasting (VpB) in Nederland. In Bijlage A is een overzicht opgenomen met een uitgebreide historie van XBRL.

2.3.3 XBRL

XBRL is gebaseerd op XML en is een open standaard6, ontwikkeld ten behoeve van het financiële

rapporteringproces. Door middel van XBRL is het mogelijk om financiële gegevens uit te wisselen via het Internet. De standaard wordt beheerd door de non-profit organisatie ‘XBRL International’. Vreeburg en Verkruijsse (2004, p.15) beschrijven XBRL als: ‘een open standaard (specificatie),

licentievrij, gebaseerd op XML technologieën, die de organisaties in staat stelt om op een eenduidige en dynamische wijze, sneller dan voorheen, hun financiële gegevens op maat te presenteren en verspreiden’. XBRL werkt volgens dezelfde principes als XML maar is gericht op

één soort data type, namelijk zakelijk rapporteren (de Haas en Noordzij, 2002).

4 Een Amerikaanse Certified Public Accountant is hetzelfde als de Nederlandse titel Register Accountant (RA).

5 Een jurisdictie is een ander woord voor rechtsmacht en heeft betrekking op het gebied waarover een overheidsorgaan

bevoegd is.

6 Een open standaard is een norm die publiek beschikbaar is. De norm bestaat uit specificaties van een bepaald type

(13)

13

2.3.4 XML

De standaard XML is vastgelegd door het W3 Consortium7 (W3C). XML berichten zijn ontworpen

om communicatie tussen twee verschillende computers te bewerkstelligen. Volgens Vreeburg en Verkruijsse (2004, p.22) is XML: ‘een markeertaal die in staat is om andere (computer)

standaardtalen te definiëren. Dit houdt in dat er, net als in echte taal, afspraken kunnen worden gemaakt over naamgeving, codering, betekenis en gebruik van gegevens’. Hieronder is een

eenvoudig XML bericht opgenomen:

Voorbeeld 1: XML Bericht <?xml version=”1.0”?> <afstudeeropdracht>

<titel>Het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie in België en Duitsland</titel> <auteur>

<voornaam>Fatih</voornaam> <achternaam>Ustalar</achternaam> </auteur>

</afstudeeropdracht>

Voorbeeld 1 geeft op een semantische manier8 weer wie de auteur is van de afstudeeropdracht.

Opgemerkt dient te worden dat de informatie in dit voorbeeld op een hiërarchische wijze is opgebouwd en uit elementen bestaat die worden gescheiden door labels. Dit maakt het voor geautomatiseerde processen gemakkelijker om data te interpreteren dan alleen het informatie tussen de labels. Bovendien wordt het nut ervan verhoogd als iedereen dezelfde labels gebruikt voor bepaalde doeleinden.

2.3.5 Het gebruik van XBRL

XBRL richt zich op specifieke gegevens uit een financieel pakket. XBRL kan onderscheiden worden in XBRL General Ledger (GL) en XBRL Financial Reporting (FR). Bij XBRL GL gaat het om financiële gegevens die op transactieniveau worden vastgelegd in een standaard. Met XBRL GL is het mogelijk om in te zoomen op grootboekrekeningen met de daarbij behorende transacties. Dit zorgt ervoor dat de gegevens gemakkelijk en zonder interpretatieverschillen of invoerfouten ingelezen kunnen worden. Dit zorgt er daarnaast voor dat een organisatie gemakkelijk kan overstappen op een ander financieel pakket (boekhoudpakket). Tevens kunnen gegevens uit

7 Het World Wide Web Consortium (W3C) is een organisatie die de webstandaarden voor het World Wide Web (WWW)

ontwerpt, zoals HTML, XHTML, XML en CSS.

8 Een semantische manier houdt in dat bepaalde gegevens vastgelegd worden door het gebruik van tags. In HTML kan

men bijvoorbeeld wel titels en paragrafen markeren (tekstuele structuur), maar men kan niet vastleggen dat een bepaald gegeven een voornaam of achternaam is (betekenis of semantische structuur).

(14)

14

verschillende pakketten gemakkelijk met elkaar communiceren. XBRL GL is gedetailleerder dan XBRL FR. XBRL FR is bedoeld voor externe financiële verslaggeving. Het bevat per definitie geaggregeerde gegevens en biedt beperkt de mogelijkheid om in te zoomen op de onderliggende details. Op dit moment wordt er voornamelijk gebruik gemaakt van XBRL FR, mede omdat XBRL GL nog in ontwikkeling is.

2.3.6 XBRL taxonomieën

Om gebruik te maken van XBRL is een taxonomie vereist. Een XBRL taxonomie is een XML document waarin de elementen beschreven staan die in het uiteindelijke XBRL document wordt opgenomen. Een XBRL taxonomie kan gezien worden als een woordenboek waarin metadata9,

bestaande uit rapportage elementen en relaties tussen deze elementen, worden gedefinieerd. Het is mogelijk om taxonomieën van verschillende rechtsgebieden te creëren. Naast de normale taxonomie is er bijvoorbeeld ook een bankentaxonomie beschikbaar. Een taxonomie is geen rapportagestandaard en wordt daarom niet door XBRL Nederland ontwikkeld. In Nederland zijn de belanghebbenden verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een taxonomie. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een taxonomie in het kader van de publicatie van statistische gegevens, de Kamer van Koophandel (KvK) is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een taxonomie voor de publicatiejaarrekening en het Ministerie van Financiën is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de taxonomie voor belastingaangiften. De elementen in een taxonomie maken deel uit van een rapport (instance document). De taxonomie elementen moeten gekoppeld worden aan grootboekrekeningen in de financiële administratie. Elementen die niet gekoppeld hoeven te worden aan grootboekrekeningen, zoals waarderingsgrondslagen, dienen handmatig ingevoerd en vastgelegd te worden. In Bijlage B is een figuur opgenomen waar te zien is hoe taxonomie elementen gekoppeld kunnen worden aan grootboekrekeningen.

2.3.7 Instance documenten

Nadat alle taxonomie elementen gekoppeld zijn en andere gegevens handmatig ingevoerd zijn, kan een instance document worden aangemaakt. Een XBRL document met financiële feiten wordt ook wel een instance document genoemd. Instance documenten bevatten data die eenvoudig te lezen zijn door computers omdat er gebruik wordt gemaakt van labels. Een instance document zonder ‘stylesheet’ is bijna onleesbaar voor mensen. In bijlage C is een figuur opgenomen waar een instance document zonder stylesheet is opgemaakt. Het instance document is op dit moment nog onleesbaar.

2.3.8 Stylesheets

Om data leesbaar te maken voor mensen is een stylesheet vereist. Een stylesheet zorgt ervoor dat alleen gewenste data zichtbaar wordt waarbij het mogelijk is om opmaak eigenschappen in te

(15)

15

stellen. In bijlage D is een Cascading Style Sheets10 (CSS) opgenomen. In bijlage E is een

voorbeeld opgenomen van een XML bericht opgemaakt aan de hand van CSS.

2.4 Het agencyprobleem

De agencytheorie van Jensen en Meckling (1976) beschrijft dat er twee partijen aanwezig zijn, de eigenaren van de onderneming (de principaal) en het management (de agent). Hierbij kan gesproken worden van een contractuele relatie. Jensen en Meckling (1976, p.308) definiëren de agencyrelatie als volgt: ‘Een of meerdere personen (de principaal of principalen) sluiten een

overeenkomst met een andere persoon of personen (de agent) om werkzaamheden te verrichten, zoals het nemen van beslissingen namens de principaal’. De principaal kan in de context van dit

onderzoek worden beschouwd als de aandeelhouders en de agent als de aangestelde bestuurders van de ondernemingen die onderzocht worden.

De principaal of de lastgever is de persoon die bepaalde verwachtingen heeft van de agent of de lastnemer die een bepaalde activiteit dient uit te voeren in opdracht van de lastgever. In onze huidige samenleving is deze relatie op verschillende niveaus aanwezig. In de meeste verhoudingen vindt deze relatie plaats op basis van ondergeschiktheid, zoals werkgever-werknemer, aandeelhouder-directie, hogere manager-lagere manager, minister-ambtenaar, regering-ministers, parlement-regering en staatshoofd-regering. Het hedendaagse bestuur van de onderneming wordt verzorgd door het management, welke door aandeelhouders zijn gekozen (Bebchuck en Fried, 2003). Het management neemt de bedrijfsvoering tegen een bepaalde vergoeding voor zijn rekening. In deze situatie is het mogelijk dat er belangentegenstellingen kunnen optreden tussen de principaal en agent (Eisenhardt, 1989). De principaal heeft er baat bij, indien de winsten juist en volledig verantwoord worden. Dit zal invloed hebben op de waarde van het aandeel en de dividenduitkeringen. Het is mogelijk dat het management andere belangen nastreeft, zoals de winsten niet of onvolledig verantwoorden en waarden aan de onderneming onttrekken. Daarnaast kunnen zij elkaar exorbitante beloningen toekennen en investeren in onrendabele projecten. De gedragsrisico’s die afgeleid kunnen worden uit de belangentegenstelling hebben betrekking op het ‘adverse selection’ en ‘moral hazard’ probleem. In paragraaf 2.5 wordt nader ingegaan op informatieasymmetrie.

2.5 Informatieasymmetrie

Het verstrekken van informatie door ondernemingen kan voortkomen uit een verplichting door wet- en regelgeving of door vrijwillig handelen en wordt beschouwd als een fundamenteel element om efficiency op de aandelenmarkt te bereiken (Healy, Papepu en Sweeney, 1995;

10 Casscading Style Sheets, stijlbladen, zijn een mogelijkheid om de vormgeving van webpagina’s los te koppelen van

(16)

16

Shaw, 2003). Efficiency op de aandelenmarkt wordt bereikt wanneer financiële informatie, voetnoten, management discussies, analyses en toekomstverwachtingen in omloop zijn bij de verschillende stakeholders. Overheidsinstanties verplichten publieke ondernemingen om een jaarverslag te publiceren om marktefficiency te bereiken. Jaarverslagen bieden investeerders met een bepaald niveau van kennis informatie met betrekking tot investeringsmogelijkheden.

Informatieasymmetrie kan volgens Scott (2009) onderverdeeld worden in het adverse selection en moral hazard probleem.

Wanneer een partij over kennis beschikt waarover de andere partij niet beschikt spreken we van het adverse selection probleem (Scott, 2009; Biswas, 2004; Grewala, Iyerb, Krishnanc en Sharmad, 2003; Kulkarni, 2002). Hierdoor hebben bepaalde marktdeelnemers een informatievoordeel. De belangrijkste vorm van het adverse selection probleem is ‘inside information’. Wanneer aandeelhouders vermoeden dat belangrijke informatie achter wordt gehouden door de managers, zullen de aandeelhouders eerder geneigd zijn om aandelen van een andere onderneming te kopen. Het financiële rapporteringproces en informatieverstrekking kunnen gezien worden als mechanismen om het adverse selection probleem te beheersen door betrouwbare omzetting van inside information in ‘outside information’. Inside information zorgt ervoor dat aandelenmarkten inefficiënt worden en negatieve effecten heeft voor aandeelhouders indien inside information niet omgezet wordt in outside information. Frankel en Li (2004) hebben aangetoond dat lage liquiditeit en hoge transactiekosten gevolgen zijn van inside information. Er is sprake van het moral hazard probleem wanneer een partij de acties van anderen niet kan observeren terwijl deze acties de belangen van alle partijen in de transactie beïnvloeden. De belangrijkste vorm van het moral hazard probleem is de motivatie van management inspanning. Dit ontstaat als gevolg van de scheiding van leiding en eigendom bij grote ondernemingen. Tegenstrijdige belangen tussen aandeelhouders en managers kunnen mogelijk invloed hebben op de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving. Managers kunnen opportunistisch gedrag vertonen en hierdoor voor een vorm van financiële verslaggeving kiezen die voor een hogere bonusuitkering zorgt. Managers handelen niet volledig in het belang van de aanhouders, omdat de aandeelhouders niet in staat zijn het gedrag van managers volledig te monitoren. Opportunistisch gedrag van managers om accountinginformatie te manipuleren leidt tot een daling van de waarde van de organisatie en belemmert de marktefficiency. Informatieasymmetrie kan in dit onderzoek gezien worden als het adverse selection probleem.

Deze informatieasymmetrie kan verminderd worden door betere kwaliteit van informatie en meer (vrijwillige) informatieverstrekking. Het onderzoek van Frankel en Li (2004) bevestigd dat het voornemen om informatieasymmetrie te verlagen heeft geleidt tot de Securities Exchange Act van 1934. Benston (1973) legt uit dat de grondgedachte achter informatieverstrekking van de Securities Exchange Act van 1934 te maken heeft met het nastreven van een eerlijke en efficiënte aandelenmarkt. Volgens Benston (1973) is eerlijkheid een belangrijke kwestie voor de

(17)

17

werking van de aandelenmarkt en dat alle aandeelhouders dezelfde mate van toegang tot financiële informatie van ondernemingen moeten beschikken. Lev (1988) benadrukt de noodzaak van publieke regelgeving betreffende informatieverstrekking om zo informatieasymmetrie te reduceren. Diamond (1985) stelt dat de openbaarmaking van bedrijfsinformatie als stimulans kan dienen om privé informatie te openbaren en ondernemingen kunnen hun aandeelhouders tegemoetkomen door openbaarmaking van financiële informatie. Onderzoek met betrekking tot verplichte informatieverstrekking (Greenstein en Sami, 1994; Hagerman en Healy, 1992; Leuz en Verrecchia, 2000) evenals vrijwillige informatieverstrekking (Healy, Hutton en Palepu, 1999; Heflin, Shaw en Wild, 2005; Welker, 1995) hebben aangetoond dat de effecten op informatieasymmetrie gelijkenissen vertonen op de aandelenmarkt. Glosten en Milgrom (1985) hebben aangetoond dat ondernemingen meer informatie verstrekken om zo de waarde van de onderneming te communiceren naar de buitenwereld. In paragraaf 2.6 wordt nader ingegaan op voorgaande onderzoeken naar informatieasymmetrie.

2.6 Voorgaande onderzoeken naar XBRL

De populariteit van XBRL neemt in rap tempo toe. Verschillende landen en organisaties, zoals de Nederlandse overheid zijn aan het investeren in XBRL. In de afgelopen jaren zijn er verschillende studies en onderzoeken uitgevoerd rondom XBRL. In dit hoofdstuk worden studies en onderzoeken gepresenteerd die bij hebben gedragen aan de ontwikkeling van XBRL op internationaal niveau.

In het onderzoek van Hogde, Kennedy en Maines (2004) is aangetoond dat de gemiddelde investeerder relatief gezien meer baat heeft bij het gebruik van de XBRL zoektechnologie dan de professionele financiële analist. Daarnaast is in het onderzoek aangetoond dat de transparantie van financiële verslagen toeneemt, omdat informatie voortaan via zoektechnologieën toegankelijker wordt. Door het gebruik van XBRL ontstaat er een verhoogde continuïteit van de informatiestroom en dat is van essentieel belang voor het functioneren van de aandelenmarkt (Debreceny, Chandra, Cheh, Guithues-Amrhein, Hannon, Hutchingson, 2005). Door middel van de Delphi-techniek hebben Baldwin en Trinkle (2010) de toekomstige gevolgen van XBRL op het financieel rapporteringproces bestudeerd. De Delphi panel stelt dat XBRL zeer waarschijnlijk invloed uitoefent op vennootschappen, het financiële rapporteringproces, de gebruikers van financiële verslagen en auditing. De meest waarschijnlijke gevolgen van XBRL zijn onder meer: een grotere toegankelijkheid van financiële verslagen, eenvoudiger naleven van verslaggevingregels, een betere beschikbaarheid van financiële verslagen, faciliteren van continuele verslaggeving en een verbeterde efficiëntie van investeringen en zakelijke besluitvorming. Uit een onderzoek van Leahy (2001) is gebleken dat door middel van standaardisatie de transparantie van ondernemingen toeneemt. Door de techniek achter XBRL is het mogelijk om specifieke financiële gegevens gemakkelijk te zoeken. Dit heeft te maken met

(18)

18

het feit dat informatie in XBRL gelabeld is door middel van tags. Deze gegevens kunnen gebruikt worden om prestaties van meerdere ondernemingen met elkaar te vergelijken, of om gegevens van hetzelfde bedrijf te vergelijken met voorgaande jaren. Dit zal de vergelijkbaarheid vergroten. Vreeburg en Verkruijsse (2004) formuleren de voordelen met drie kernbegrippen: efficiency, effectiviteit en beschikbaarheid. Deze voordelen ontstaan doordat het gebruik van XBRL leidt tot snellere beschikbaarheid van financiële gegevens. Ook vermindert XBRL de kans op fouten tijdens invoer van data. Farewell en Pinsker (2005) voegen naast eerder genoemde voordelen ook nog accuratesse en transparantie toe. Pasmooij (2004) heeft in een onderzoek aangetoond dat XBRL de kwaliteit van gegevens verhoogd omdat extra handelingen, zoals het opnieuw invoeren van gegevens, niet meer nodig zijn en omdat men de onderlinge consistentie kan controleren. Elektronische uitwisseling, analyse van informatie en nadere bewerking van informatie wordt hierdoor eenvoudiger. Uit een onderzoek van Wagenhofer (2003) komt naar voren dat XBRL de rapportagetermijn aanzienlijk verlaagt. Pinsker en Li (2008) hebben door middel van interviews de prikkels om XBRL te implementeren onderzocht. Het ging hierbij om vragen in het kader van het adoptieproces, de effecten van het adoptieproces, kapitaalkosten en transparantie. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat XBRL voor de ondervraagden geleidt heeft tot kostenbesparing, een verhoging van de kwaliteit van de verslaggeving en een afname van data redundantie11. De ondervraagden gaven aan dat de invoering van XBRL de

transparantie van de informatie verhoogd op de aandelenbeurs. Dit zorgt ervoor dat de kapitaalkosten afnemen (XBRL International, 2002). Frederickson en Miller (2004) hebben aangetoond dat professionele financiële analisten gebruik maken van geavanceerde waarderingsmodellen terwijl de gemiddelde belegger minder goede waarderingsmodellen en op heuristiek12 gebaseerde waarderingsmodellen gebruiken. Met de komst van XBRL lijkt het gedrag

van de gemiddelde belegger te gaan veranderen ten opzichte van de professionele financiële analist, omdat financiële informatie voortaan via zoektechnologieën toegankelijker wordt en waarbij de analyseermogelijkheden verbeteren.

2.7 Voorgaande onderzoeken naar informatieasymmetrie

2.7.1 Inleiding

In deze paragraaf wordt ingegaan op voorgaande onderzoeken naar informatieasymmetrie. In paragraaf 2.7.2 wordt ingegaan op variabelen voor informatieasymmetrie. Vervolgens wordt in paragraaf 2.7.3 ingegaan op de bied en laat spreiding, de handelsprijs en het handelsvolume.

11 Meer dan benodigd (in overvloed) voorkomen van iets.

(19)

19

2.7.2 Variabelen voor informatieasymmetrie

Voorgaande onderzoeken, in het kader van informatieasymmetrie, gebruiken verschillende variabelen om informatieasymmetrie te meten. De meest voorkomende variabelen zijn de bied en laat spreiding (Leuz en Verrecchia, 2000; Greenstein en Sami, 1994; Boone, 1998; Raman en Tripathy, 1993; Lim, Yeo en Liu, 2003; Mohd, 2005) en de handelsprijs en handelsvolume (Diamond en Verrecchia, 1991; Heflin, Shaw en Wild, 2005; Bartov en Bodnar, 1996; Mohd, 2005). Daarnaast zijn er onderzoeken die gebruikmaken van de ondernemingsgrootte als variabele (Leuz en Verrecchia, 2000).

2.7.3 Bied en laat spreiding, de handelsprijs en het handelsvolume

Stoll (1989) heeft onderzocht uit welke componenten de bied en laat spreiding van een aandeel bestaat. Volgens dit onderzoek bestaat de bied en laat spreiding 47% uit de orderverwerkingskosten (Demsetz, 1968), 10% uit de inventariskosten voor het houden van aandelen en de hieraan verbonden risico’s (Amimud en Mendelson, 1980) en tot slot 43% uit kosten in het kader van informatieasymmetrie (Copeland en Galai, 1983). Het onderzoek van Stoll (1989) maakt gebruikt van gegevens van beursgenoteerde ondernemingen aan de aandelenindex NASDAQ. Het onderzoek toont aan dat de bied en laat spreiding gebruikt kan worden om onderzoek te doen naar de omvang van informatieasymmetrie. Een vergelijkbaar onderzoek is uitgevoerd door Menyah en Paudyal (2000). De resultaten van dit onderzoek (47% kosten in het kader van informatieasymmetrie) komen nauw overeen met het onderzoek van Stoll (1989). De bied en laat spreiding is het verschil tussen de bied- en laatkoers van een aandeel. Voorgaande onderzoeken hebben aangetoond dat informatieasymmetrie positief geassocieerd is met de bied en laat spreiding.

Informatieverstrekking met betrekking tot een specifiek segment (Greenstein en Sami, 1994) en de publicatie van de marktwaarde van olie- en gasreserves (Boone, 1998; Raman and Tripathy, 1993) worden geassocieerd met een afname van de bied en laat spreiding. Schrand en Verrecchia (2004) stellen dat informatieverstrekking gevolgd door een aandelenemissie omgekeerd verband houdt met de bied en laat spreiding. Leuz en Verrecchia (2000) hebben de bied en laat spreiding van de TecDAX (voorheen ‘Neuer Markt’), welke een hogere informatieverstrekking vereist, met de DAX 30, welke relatief weinig informatieverstrekking vereist, vergeleken. Uit het onderzoek is gebleken dat de bied en laat spreiding van de TecDAX smaller was en een hogere mate van liquiditeit had dan de ondernemingen die genoteerd stonden aan de DAX 30. Lim et al. (2003) heeft het effect van extra informatieverstrekking van joint ventures op informatieasymmetrie onderzocht. In het onderzoek wordt gebruik gemaakt van joint ventures in Singapore. Uit het onderzoek is gekomen dat extra informatieverstrekking leidt tot een afname van de bied en laat spreiding. Mohd (2005) heeft het effect van de Statement of Financial Accounting Standard (SFAS) 86 getoetst op de bied en laat spreiding en de liquiditeit van aandelen. Het onderzoek toont aan dat de invoering van SFAS 86 leidt tot een daling van de

(20)

20

bied en laat spreiding en tot een grotere liquiditeit van de aandelen. Het onderzoek van Stoll (1989) en Menyah en Paudyal (2000) tonen aan dat informatieasymmetrie uit een groot deel van het verschil tussen de bied en laat spreiding (43% en 47%) bestaat. Bij een daling van de bied en laat spreiding kan dus van uitgegaan worden dat dit te maken heeft met het component informatieasymmetrie, omdat de orderverwerkingskosten en inventariskosten nauwelijks veranderen in het kader van de invoering van XBRL.

De toegenomen transparantie en kwaliteit van informatie zijn een gevolg van het gebruik van XBRL om financiële informatie te rapporteren (Debreceny et al., 2005; Pinsker en Li, 2008; Leahy, 2001; Vreeburg en Verkruijsse, 2004; Farewell en Pinsker, 2005; Pasmooij, 2004; Baldwin en Trinkle, 2010). Investeerders van elke niveau hebben baat bij de krachtige zoektechnologie, aangeboden door XBRL (Frederickson en Miller, 2004; Hogde et al., 2004; Leahy, 2001). Een verhoogd niveau van informatieverstrekking leidt tot een daling van de omvang van informatieasymmetrie op de aandelenmarkt (Greenstein en Sami, 1994; Hagerman en Healy, 1992; Healy, Hutton en Palepu, 1999; Heflin, Shaw en Wild, 2005; Leuz en Verrecchia, 2000; Welker, 1995; Yoon et al. 2012). Verwacht wordt dat na de invoering van XBRL de bied en laat spreiding daalt op de aandelenmarkt in België en Duitsland. De bied en laat spreiding legt voornamelijk de nadruk op het adverse selection probleem (Leuz en Verrecchia, 2000). De volgende hypothese is gevormd:

Hypothese 1: De invoering van XBRL voor de financiële verslaggeving van alle beursgenoteerde ondernemingen in België en Duitsland heeft geleidt tot een daling van de bied en laat spreiding. Voor de bied en laat spreiding wordt gebruik gemaakt van de studie van Boone (1998). De bied en laat spreiding kan door middel van de volgende formule berekend worden:

De handelsprijs geeft de waarde van alle aandelen in omloop weer. Het handelsvolume geeft een indicatie van de hoeveelheid aandelen in omloop voor de betreffende periode of tijd. Er is een negatieve relatie tussen handelsprijs en handelsvolume enerzijds en informatieasymmetrie anderzijds. Voorgaande onderzoeken hebben aangetoond dat informatieasymmetrie negatief geassocieerd is met de handelsprijs en handelsvolume.

In een onderzoek van Diamond en Verrecchia (1991) werd geconcludeerd het openbaren van publieke informatie, onder normale omstandigheden, door een onderneming leidt tot een grotere liquiditeit van de aandelen. Heflin et al. (2005) vinden vergelijkbaar resultaat. In dit onderzoek is aangetoond dat een hogere kwaliteit van algemene accounting informatie leidt tot een grotere

(21)

21

liquiditeit van de aandelen. Onder normale omstandigheden zou dus de liquiditeit van een aandeel op de aandelenbeurs een graadmeter kunnen zijn voor informatieasymmetrie. Bartov en Bodnar (1996) doen onderzoek naar het effect van een wijziging van de accounting systeem op het handelsvolume. In het onderzoek werd de accounting systeem vervangen door een accounting systeem waarmee meer informatie werd verstrekt. Het onderzoek toont aan dat een wijziging van de accounting systeem leidt tot een hoger handelsvolume. Mohd (2005) heeft het effect van de SFAS 86 getoetst op de bied en laat spreiding en de liquiditeit van aandelen. Het onderzoek toont aan dat de invoering van SFAS 86 leidt tot een daling van de bied en laat spreiding en tot een grotere liquiditeit van de aandelen. Het verminderen van informatieasymmetrie op de aandelenmarkt gaat gepaard met een verhoging van de aandelenprijs (Diamond en Verrecchia, 1991). De handelsprijs en het handelsvolume zijn negatief geassocieerd met informatieasymmetrie. Het handelsvolume van investeerders die niet goed zijn geïnformeerd neemt af (Leuz, 2003). Verwacht wordt dat na de invoering van XBRL de handelsprijs en het handelsvolume toenemen op de aandelenmarkt in België en Duitsland. De volgende hypothese is gevormd:

Hypothese 2: De invoering van XBRL voor de financiële verslaggeving van alle beursgenoteerde ondernemingen in België en Duitsland heeft in beide landen geleidt tot een stijging van de handelsprijs en het handelsvolume.

Voordat het handelsvolume uitgerekend kan worden is het vereist om de handelsprijs uit te rekenen. De handelsprijs kan berekend worden door de volgende formule:

Het handelsvolume kan berekend worden door de volgende formule (Leuz en Verrecchia, 2000; Leuz, 2003):

De Amerikaanse Securities en Exchange Commission (SEC) heeft bij de invoering van XBRL een stapsgewijze plan gemaakt. De SEC heeft plannen gemaakt om vanaf 2009 de 500 grootste ondernemingen verplicht te stellen aan de invoering van XBRL. Na een periode van 3 jaar worden de rest van de ondernemingen verplicht gesteld aan de invoering van XBRL. Dit kan betekenen dat de voordelen van XBRL gerelateerd zijn aan de ondernemingsgrootte en vooral betrekking heeft op grote ondernemingen dan op kleine ondernemingen. Dit is in lijn met onderzoeken waar

(22)

22

een positief en significant verband is gevonden tussen de ondernemingsgrootte en informatieverstrekking (Cooke, 1989; Botosan, 1997; Premuroso en Bhattacharya, 2008). Het effect van informatieverstrekking is groter voor grote ondernemingen dan voor kleine ondernemingen. Grote ondernemingen moeten grotere investeerders (institutionele beleggers) aantrekken die grotere investeringen doen. Deze partijen zijn daarom meer bezorgd over de toekomstige liquiditeit dan kleine groepen investeerders. Grote ondernemingen zullen dus meer informatie openbaren (Diamond en Verrecchia, 1991; Greenstein en Sami, 1994; Zhou, 2007). Daarnaast krijgen grote ondernemingen ook meer aandacht van bijvoorbeeld beleggingsanalisten en de media (Chiang en Venkatesh, 1988). Weber (2003) stelt dat het voordeel van het gebruik van XBRL groter is voor grote ondernemingen die met meerdere rechtsgebieden te maken hebben, in het kader van informatieverstrekking, dan kleine ondernemingen, omdat XBRL helpt bij het integreren van verschillende elementen rondom rapportage procedures.

Verwacht wordt dat de bied en laat spreiding een grotere afname heeft voor kleine ondernemingen dan voor grote ondernemingen na invoering van XBRL in België en Duitsland. Daarnaast wordt verwacht dat de handelsprijs en het handelsvolume een grotere toename heeft voor kleine ondernemingen dan voor grote ondernemingen na de invoering van XBRL in België en Duitsland. De volgende hypothese is gevormd:

Hypothese 3: De invoering van XBRL voor de financiële verslaggeving van alle beursgenoteerde ondernemingen in België en Duitsland heeft geleidt tot een grotere afname van de bied en laat spreiding en een grotere toename van de handelsprijs en het handelsvolume voor grotere ondernemingen dan voor kleinere ondernemingen.

Naar aanleiding van de opgestelde hypothesen wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de onderzoeksmethode voor dit onderzoek.

(23)

23

Hoofdstuk 3: Onderzoeksmethode

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk komt de onderzoeksmethode aan de orde. In paragraaf 3.2 wordt ingegaan op de steekproef omvang. In paragraaf 3.3 wordt ingegaan op de variabelen voor informatieasymmetrie, welke gebruikt worden in dit onderzoek.

3.2 Steekproef omvang

Een belangrijk probleem voor het toetsen van de hypothesen in dit onderzoek is dat de omvang van informatieasymmetrie beïnvloed wordt door de institutionele omgeving van de landen in het onderzoek en de marktwerking in deze landen (Leuz, 2003; Soderstrom en Sun, 2007). In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van beursgenoteerde ondernemingen in België en Duitsland, waardoor dit probleem aanwezig is. Om dit probleem op te lossen wordt het onderzoek individueel uitgevoerd voor België en Duitsland. Op deze manier wordt dit probleem ondervangen. De gegevens van Belgische en Duitse beursgenoteerde ondernemingen worden dan alleen beïnvloed door de institutionele omgeving in België en Duitsland.

Dit onderzoek bevat data van beursgenoteerde ondernemingen die genoteerd staan aan de BEL 20, BEL MID en BEL SMALL (België, Brussel) en de DAX 30, MDAX en SDAX (Duitsland, Frankfurt). De BEL 20 is de aandelenindex in België welke uit de 20 grootste ondernemingen bestaat in België. De BEL MID is de aandelenindex van de daarop volgende 33 grootste ondernemingen. De BEL SMALL is de aandelenindex van de op BEL MID na grootste 33 ondernemingen. De DAX 30 is de aandelenindex in Duitsland welke uit de 30 grootste ondernemingen bestaat in Duitsland. De MDAX is de aandelenindex van de daarop volgende 50 grootste ondernemingen. De SDAX is de aandelenindex van de op MDAX na grootste 50 ondernemingen. In totaal zijn er 215 ondernemingen genoteerd aan de BEL 20, BEL MID, BEL SMALL, DAX 30, MDAX en SDAX.

Alle beursgenoteerde ondernemingen in België en Duitsland zijn verplicht om te rapporteren in XBRL. In België is men sinds 1 januari 2007 verplicht om te rapporteren in XBRL en in Duitsland is men sinds 1 januari 2012 verplicht om te rapporteren in XBRL (‘Verplicht over op XBRL’, Ernst & Young, 2012). De periode voor de invoering van XBRL is voor België vastgesteld op 1 april 2006 tot en met 31 december 2006 en de periode voor de invoering van XBRL is voor Duitsland vastgesteld op 1 april 2011 tot en met 31 maart 2012. De periode na de invoering van XBRL is voor België vastgesteld op 1 april 2007 tot en met 31 december 2007 en de periode na de invoering van XBRL is voor Duitsland vastgesteld op 1 april 2012 tot en met 31 maart 2013. Samenvattend ziet dat er als volgt uit:

(24)

24

Tabel 1: Onderzoeksperioden

Voor de invoering van XBRL Na de invoering van XBRL

België 1/4/2006 – 31/12/2006 1/4/2007 – 31/12/2007

Duitsland 1/4/2011 – 31/3/2012 1/4/2012 – 31/3/2013

Voor België is gekozen voor een periode van 9 maanden. Het jaar 2008 wordt gezien als het begin van de ‘kredietcrises’ en is daarom bewust uit het onderzoek gelaten. Het begin van de kredietcrises kan de resultaten negatief beïnvloeden. Het is van belang om het aantal maanden voor invoering van XBRL en na invoering van XBRL gelijk te stellen omdat er anders mogelijk seizoensinvloeden kunnen ontstaan. Voor Duitsland is gekozen voor een periode van 12 maanden. Zowel voor België als Duitsland geldt dat de kwartaalcijfers na het einde van iedere kwartaal bekend worden gemaakt.

Leuz en Verrecchia (2000) hebben de bied en laat spreiding van de TecDAX (voorheen de ‘Neuer Markt’), welke een hogere informatieverstrekking vereist, met de DAX 30 vergeleken, welke relatief gezien weinig informatieverstrekking vereist. Het resultaat liet zien dat de bied en laat spreiding van de TecDAX smaller was en een hogere mate van liquiditeit had dan de ondernemingen die genoteerd stonden aan de DAX 30. De TecDAX aandelenindex is uitgesloten uit het onderzoek omdat dit een technologiefonds (vergelijkbaar met de NASDAQ) betreft, wat het onderzoek negatief kan beïnvloeden. Ondernemingen die het onderzoek c.q. resultaat negatief kunnen beïnvloeden worden uitgesloten uit het onderzoek. Allereerst worden alleen de transactiegegevens van gewone aandelen onderzocht. Transactiegegevens werden uitgesloten wanneer de data onvoldoende was, dat wil zeggen, data wat ontbreekt in de database van Thomson Datastream en of waar de bied en laat prijs nul was, de handelsprijs nul was en het handelsvolume nul was. Daarnaast worden financiële instellingen uit het onderzoek gelaten, daar er voor financiële instellingen gebruik wordt gemaakt van een aparte bankentaxonomie. Ten slotte worden ondernemingen uit het onderzoek gelaten wanneer deze dubbel genoteerd staan aan twee of meer aandelenindexen.

In totaal zijn er 215 ondernemingen genoteerd aan de BEL 20, BEL MID, BEL SMALL en DAX 30, MDAX, SDAX. De steekproef in dit onderzoek bestaat uit 185 ondernemingen. Dit is exclusief de ondernemingen waarvan de data onvoldoende was. De transactiegegevens werden uit de database van Thomson Datastream verkregen. Dit is de grootste financiële en statistische database ter wereld (Thomson Reuters, 2011). Met betrekking tot het verwerken van de data wordt gebruik gemaakt van SPSS, versie 20.0. In bijlage F is een overzicht opgenomen van alle ondernemingen die geselecteerd zijn voor dit onderzoek.

(25)

25

3.3 Variabelen informatieasymmetrie

In deze paragraaf wordt ingegaan op de variabelen van informatieasymmetrie. In paragraaf 3.3.1 wordt ingegaan op de bied en laat spreiding. Vervolgens wordt in paragraaf 3.3.2 ingegaan op de handelsprijs en het handelsvolume. In paragraaf 3.3.3 wordt ten slotte ingegaan op de statische analyse, welke gebruikt wordt in dit onderzoek.

3.3.1 Bied en laat spreiding

Voor dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de studie van Boone (1998), die gebruik maakt van de bied en laat spreiding als variabele voor informatieasymmetrie. De bied en laat spreiding kan door middel van de volgende formule berekend worden:

Voor het verkrijgen van de bied- en laatkoersen wordt in dit onderzoek gebruik gemaakt van de Thomson Datastream. De codes voor de bied- en laatkoers zijn in Thomson Datastream respectievelijk PA en PB.

Voor de bied en laat prijzen zijn dagelijkse prijzen gebruikt in het onderzoek. Hieruit is een gemiddelde berekend over een periode van 9 maanden voor de invoering van XBRL en een gemiddelde over een periode van 9 maanden na de invoering van XBRL voor België en een periode van 12 maanden voor de invoering van XBRL en een gemiddelde over een periode van 12 maanden na de invoering van XBRL voor Duitsland. Voor Belgische beursgenoteerde ondernemingen is de data voor de invoering van XBRL gebaseerd op 1 april 2006 tot en met 31 december 2006 en na de invoering van XBRL gebaseerd op 1 april 2007 tot en met 31 december 2007. Voor Duitse beursgenoteerde ondernemingen is de data voor de invoering van XBRL gebaseerd op 1 april 2011 tot en met 31 maart 2012 en na de invoering van XBRL gebaseerd op 1 april 2012 tot en met 31 maart 2013.

3.3.2 Handelsprijs en handelsvolume

Om het handelsvolume uit te rekenen is het vereist om eerst de handelsprijs (waarde van alle verhandelde aandelen) uit te rekenen. Om de handelsprijs te bepalen wordt de volgende formule gebruikt:

‘Turnover by volume’ geeft het aantal aandelen weer dat op een dag wordt verhandeld. De ‘opening price’ is de openingsprijs van een aandeel. Door codes voor turnover by volume en opening price zijn in Thomson Datastream respectievelijk VO en PO. Om de handelsprijs (waarde

(26)

26

van alle verhandelde aandelen) uit te rekenen moeten het aantal aandelen vermenigvuldigd te worden met de openingsprijs van een aandeel.

Het handelsvolume geeft een indicatie van de hoeveelheid aandelen in omloop voor de betreffende periode of tijd. Om het handelsvolume te bepalen wordt de volgende formule gebruikt (Leuz en Verrecchia, 2000; Leuz, 2003):

‘Marketcapitalization’ is de totale beurswaarde van een onderneming. In Thomson Datastream wordt dit aangeduid met de code W08001.

Voor het handelsvolume en de handelsprijs zijn dagelijkse prijzen gebruikt in het onderzoek. Hieruit is een gemiddelde berekend over een periode van 9 maanden voor de invoering van XBRL en een gemiddelde over een periode van 9 maanden na de invoering van XBRL voor België en een periode van 12 maanden voor de invoering van XBRL en een gemiddelde over een periode van 12 maanden na de invoering van XBRL voor Duitsland. Voor Belgische beursgenoteerde ondernemingen is de data voor de invoering van XBRL gebaseerd op 1 april 2006 tot en met 31 december 2006 en na de invoering van XBRL gebaseerd op 1 april 2007 tot en met 31 december 2007. Voor Duitse beursgenoteerde ondernemingen is de data voor de invoering van XBRL gebaseerd op 1 april 2011 tot en met 31 maart 2012 en na de invoering van XBRL gebaseerd op 1 april 2012 tot en met 31 maart 2013.

3.3.3 Statistische analyse

Het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie voor beursgenoteerde ondernemingen in België en Duitsland, wordt bepaald door het uitvoeren van een ‘event study’. Een event study is een statistische methode om de impact van een event (gebeurtenis) te meten. In dit onderzoek is de event de invoering van XBRL in België (vanaf 1 april 2007) en Duitsland (vanaf 1 april 2012). Hierbij worden de veranderingen van de variabelen voor de invoering van XBRL en na de invoering van XBRL bestudeerd. De vastgestelde variabelen voor dit onderzoek zijn: de bied en laat spreiding, de handelsprijs en het handelsvolume.

Om het effect van XBRL op de omvang van informatieasymmetrie te meten voor beursgenoteerde ondernemingen in België en Duitsland wordt gebruik gemaakt van de Wilcoxon Signed Rank Test. Er is voor de Wilcoxon Signed Rank Test gekozen omdat de data niet normaal verdeeld is. De Wilcoxon Signed Rank Test is een niet-parametrische toets voor het vergelijken van een variabele tussen twee gepaarde groepen. Met behulp van de Wilcoxon Signed Rank Test wordt getoetst of de ‘means’ van de variabelen bied en laat spreiding, de handelsprijs en het handelsvolume, voor en na de invoering van XBRL, significant van elkaar verschillen voor beursgenoteerde ondernemingen in België en Duitsland.

(27)

27

Het significantieniveau in dit onderzoek is 5% ( en is tweezijdig. De Wilcoxon Sum Rank Test is een tweezijdige test. Dit betekent dat de test onafhankelijk is van een verwachting die is gesteld met betrekking tot de richting van de uitkomst (positief of negatief). Immers, voor dit onderzoek is de verwachting dat de bied en laat koers daalt na de invoering van XBRL. Door de verwachting wordt het significantieniveau vastgesteld op 2,5% . Voor de handelsprijs en het handelsvolume is de verwachting dat de handelsprijs en het handelsvolume stijgen na de invoering van XBRL. Door de verwachting wordt het significantieniveau vastgesteld op 2,5% ( . De hypothese (H0) wordt verworpen bij een betrouwbaarheidsniveau van 97,5%.

De transactiegegevens werden uit de database van Thomson Datastream verkregen. Om de Wilcoxon Signed Rank Test uit te voeren wordt gebruik gemaakt van SPSS, versie 20.0.

(28)

28

Hoofdstuk 4: Onderzoeksresultaten

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de resultaten die verkregen zijn uit statistische tests. Om de hypothesen te toetsen is gebruik gemaakt van de Wilcoxon Signed Rank Test. In paragraaf 4.2 tot en met paragraaf 4.4 komen de hypothesen 1 tot en met hypothese 3 achtereenvolgens aan de orde.

4.2 Hypothese één

4.2.1 Inleiding

In paragraaf 4.2.2 wordt ingegaan op de beschrijvende statistiek van de gegevens die gebruikt zijn om de statistische test uit te voeren. Vervolgens wordt in paragraaf 4.2.3 ingegaan op de resultaten van de Wilcoxon Signed Rank Test.

4.2.2 Beschrijvende statistiek

In tabel 1 (Brussel) en in tabel 2 (Frankfurt) is een statische beschrijving weergegeven van beursgenoteerde ondernemingen in België en Duitsland. De tabellen geven de minimale en maximale waarde van de waarnemingen weer. Daarnaast geven de tabellen de som van alle waarnemingen weer. Ten slotte wordt de ‘mean’ en ‘standard deviation’ weergegeven van de gebruikte variabele, de bied en laat spreiding, voor de invoering van XBRL (1 april 2011 tot en met 31 december 2006 in België en 1 april 2011 tot en met 31 maart 2012 in Duitsland) en na de invoering van XBRL (1 april 2007 tot en met 31 december 2007 in België en 1 april 2012 tot en met 31 maart 2013 in Duitsland). Door middel van de beschrijvende statistiek is het mogelijk om na te gaan of de mean zich in de verwachte richting begeeft, in overeenstemming met de opgestelde hypothese.

Tabel 1: Beschrijvende statistiek voor de invoering van XBRL en na de invoering van XBRL

Brussel

Descriptive statistics BEL 20, BEL MID, BEL SMALL

N Minimum Maximum Sum Mean Std. Deviation

Bied en laat spreiding voor de

invoering van XBRL 63 ,000296 ,012619 ,149498 ,00237298 ,002045357

Bied en laat spreiding na de

(29)

29

Tabel 2: Beschrijvende statistiek voor de invoering van XBRL en na de invoering van XBRL

Frankfurt

Descriptive statistics DAX 30, MDAX, SDAX

N Minimum Maximum Sum Mean Std. Deviation

Bied en laat spreiding voor de

invoering van XBRL 122 ,000212 ,009286 ,269097 ,00220572 ,001412577

Bied en laat spreiding na de

invoering van XBRL 122 ,000170 ,011331 ,234495 ,00192209 ,001456739

In de volgende paragraaf wordt de eerste hypothese getoetst. Voor het toetsen van de hypothesen wordt gebruik gemaakt van de statistische toets Wilcoxon Signed Rank Test.

4.2.3 Toets hypothese één

De eerste hypothese die getoetst wordt, zoals opgesteld in hoofdstuk 2, is:

De invoering van XBRL voor de financiële verslaggeving van alle beursgenoteerde ondernemingen in België en Duitsland heeft geleidt tot een daling van de bied en laat spreiding.

In tabel 3 (Brussel) en in tabel 4 (Frankfurt) is de Pearson Correlation weergegeven tussen de verschillende perioden (voor de invoering van XBRL en na de invoering van XBRL). De uitkomst van de Pearson Correlation zit tussen de ‘1’ en de ‘0’. Een 1 betekent dat er sprake is van een perfecte correlatie en een 0 betekent dat er geen enkele samenhang is.

Tabel 3: Pearson Correlation

Brussel

Pearson Correlation BEL 20, BEL MID, BEL SMALL

N Correlation Significance

Bied en laat spreiding voor de invoering van XBRL

63 ,760 ,000

Bied en laat spreiding na de invoering van XBRL

(30)

30

Tabel 4: Pearson Correlation

Frankfurt

Pearson Correlation DAX 30, MDAX, SDAX

N Correlation Significance

Bied en laat spreiding voor de invoering van XBRL

122 ,816 ,000

Bied en laat spreiding na de invoering van XBRL

Voor de bied en laat spreiding is deze significant ( . Dit betekent dat de verschillende periodes (voor de invoering van XBRL en na de invoering van XBRL) duidelijk met elkaar correleren.

In tabel 5 (Brussel) en in tabel 6 (Frankfurt) zijn de ranks weergegeven van de individuele waarden van de bied en laat spreiding.

Tabel 5: Rank

Brussel

Rank BEL 20, BEL MID, BEL SMALL

N Mean Rank Sum of Rank

Bied en laat spreiding na de invoering van XBRL Negative Rank 44 29,64 1304,00 Positive Rank 19 37,47 712,00 Ties 0 Total 63 Tabel 6: Rank Frankfurt

Rank DAX 30, MDAX, SDAX

N Mean Rank Sum of Rank

Bied en laat spreiding na de invoering van XBRL

Negative Rank 85 69,45 5903,00

Positive Rank 37 43,24 1600,00

Ties 0

Total 122

Zowel in tabel 5 (Brussel) als in tabel 6 (Frankfurt) is te zien dat de individuele waarden van de bied en laat spreiding per saldo is gedaald. Na de invoering van XBRL is de bied en laat spreiding van 44 beursgenoteerde ondernemingen in België en van 85 beursgenoteerde ondernemingen in Duitsland gedaald. Daarnaast is de bied en laat spreiding van 19 beursgenoteerde ondernemingen in België en van 37 beursgenoteerde ondernemingen in Duitsland toegenomen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In deze studie is om te beginnen het thans bestaande verdragsrechtelijke kader voor de strafrechtelijke rechtshulpverlening tussen Nederland, België, Duitsland en

In mijn onderzoek kwam tevens naar voren dat de respondenten niet verwachten accountants nodig te hebben voor de invoering van XBRL. Deze conclusie heb ik voorgelegd

Nu is er het vermoeden binnen Verzamelmarkt dat er nieuwe omzet gegenereerd kan worden door het aantrekken van nieuwe klanten buiten de landsgrenzen, namelijk: België en

Anteile an Kapitalgesellschaften, wenn die Kapitalgesellschaft zur Zeit der Entstehung der Steuer Sitz oder Geschäftsleitung im Inland oder in einem Mitgliedstaat der Europäischen

Op het vlak van de inrichting van de justitiële organisatie met het oog op het ver- lenen van wederzijdse rechtshulp dient enerzijds te worden gewezen op de speci- alisatie binnen

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Hoe wordt in België, Duitsland en Denemarken op gemeentelijk niveau (het natio- nale) beleid voor de aanpak van kwetsbare wijken vormgegeven, tot welke gemeente- lijke aanpakken

Alleen nadere analyses van economische indicatoren kunnen inzicht geven of deze grote grensoverschrijdende verschillen in werkloosheidspercentages en prijzen en de geringe