• No results found

Verslag van den staat en de werkzaamheden in 1915-1916. - Rekening over hetzelfde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag van den staat en de werkzaamheden in 1915-1916. - Rekening over hetzelfde "

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INDISCH GENoorrSCHAP

VERGADERING

VA~

27 MEI 1916.

bI. 169-175.

Verslag van den staat en de werkzaamheden in 1915-1916. - Rekening over hetzelfde

tij dvak. - Verkiezing van Bestuursleden.

---

'S-GRA VENHAGE

MARTINUS NIJHOFF

1916

(2)
(3)

INDISCH GENOOTSCHAP.

Algemeene Vergadering van 27 Mei .J916.

Verslag van den staat en de werkzaamheden van het Genootschap in 1915- 1916. - Rekening over hetzelfde tijdvak. -

Verkiezing van Bestuursleden.

Voorzitter : de heer dl'. E. B. Kielsh'a.

De Voorzitter opent de vergadering met de volgende woorden:

Mijne Heeren ! Nu wij op het punt staan een blik te werpen op de gebeurtenissen in ons Genootschap in het afgeloopen jaar, moet ik U allen eerst herinneren aan het onverwacht overlijden, heden vóór drie weken, van ons Bestuurslid, Dr. Dirk Bos.

Gij weet allen hoe hij aan velen in den lande een schitterend voorbeeld is geweest van rustelooze toewijding aan het algemeen belang. Ook onze koloniën en hare bevolking hadden zijne belangstelling, zooals bleek uit de ingenomenheid waarmede hij, nu juist vijf jaar geleden, de benoeming tot bestuurslid van ons Genootschap aanvaardde. De omstandigheden hebben er toe geleid, dat hij van die belangstelling minder blijk heeft kunnen geven dan hijzelf wel had gewild; maar het zou ons zeker niet passen daarover te klagen nu hij blijkbaar toch reeds te veel van zijne 'krachten heeft gevergd.

Ook in onzen kring wordt zijn heengaan, op betrekkelijk jeugdigen leeftijd, betreurd.

De' notulen van het verhandelde in de vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd.

De Voorzitter deelt mede, dat tot leden van het Cenootschap zijn aan·

genomen Mevrouw E. M, van Deventet'-Maas, de heet'en dt,. H. T.

Colenbrander, R. A. Cornelissen, A. T. Ph. Malm, allen te 's-C !'aven·

hage en P. J. van Ravesteijn te Hilversum, Aan de orde is:

LVerslag van den staat en de werkzaamheden ,'an het Genootschap in J 915-l\H6.

De Secretaris, Tb. G. G. ValcUe. deelt het volgende mede.

De algemeene yergaderingen werden geopend Maandag den 8StCll November 1915 en wel met eene herdenking van den Onder-Voorzitter van het Genootschap, den heel' Mr. C. Th, van Deventer, die op 27 September

(4)

na een korte ziekte aan zijne Echtgenoote, aan Nederland en de Koloniën werd ontrukt. Met woorden van groote. waardeering voor hetgeen Mr.

van Deventer voor Nederland , voor N ederlandsch-Indië en in 't bijzonder voor ons Genootschap geweest is, bracht de Voorzitter hem hulde en dank voor alles wat hij in verschillende kringen heeft tot stand gebracht.

Daarna werd het woord gegeven aan den heer Dr. J. J_ van Loghem tot het houden van de eerste voordracht in dit seizoen. Het onderwerp luidde: "Wegen en middelen tot verbetering van de volksgezandheid in onze koloniën". De inleider bes,prak als eerste hoofdpunt de vraag: is het inderdaad met de volksgezondheid in N ederlandsch-Indië zóó slecht ge- steld, dat overal maatregelen ter verbetering dringend noodig zijn?

Somgligen meenen deze vraag ontkennend te moeten beantwoorden;

spreker echter waarschuwt tegen een niet gemotiveerd optimisme en meent te kunnen vaststellen:

1°. dat · ovel'al in onze koloniën de gezondheidsvoorziening dringend noodzakelijk is, omdat in 't algemeen genomen de volksgezondheid speelbal is van de tropische volksziekten;

2°. dat de toestand vooral dáár zeer slecht is waar de afzondering van de oorspronkelijke bevolking het meest is opgeheven: waar onder invloed van Europa de inlanders zich ophoopen in tropische s~adswijken,.

op ondernemingen, bij groote werken, of waar tengevolge van een 'steeds drukker verkeer de invoer van besmettelijke ~dekten toeneemt.

De inleidel' ontwikkelt vervolgens het stelsel der huidige hygiënisten in Nederlandsch-Indië, waarbij het oude stelsel als donkere achtergrond gebruikt wordt, en bepleit het nut van stedelijke gezondheidsdiensten in navolging van den gecentraliseerden geneeskundigen dienst van sommige tabaksmaatschappijen op Sumatra.

Bij het debat werden. een paar punten, zoo o. a. de bewering, dat de pest op Java haar intrede heeft gedaan het eerst in het gebied der suikercultuur en dat met de buitenlandsche rijst ook de pest is inge- voerd, ernstig bestreden.

Den 28'ten November d.a. v. deed de heer A. C. Canter Cremers eenige "Grepen uit de militaire exploratie van West-Nieuw-Guinea", waarbij hij vooral de groote moeielijkheden en wederwaardigheden schilderde, welke ondervonden werden bij de exploratie van dit deel van Nieuw-Guinea gedurende ]912-1913. 'revens gaf hij een schets van land en volk, dat bij gedurende die exploratie had leeren kennen en verduidelijkte een en ander door lichtbeelden, die na de voordracht vertoond werden.

De derde algemeene vergadering werd gehouden op 13 December 1915, toen de heer Dr. H. C. Prinsen Geerligs "De suikerindustrie in verband met den wereldoorlog" besprak. De inleider begon met een blik te werpen op de omstandigheden, waaronder de suikerindustrie in de laatste dagen van Juli 1914 verkeerde, om daarna den toestand gedurende het oorlogsjaar 1914--19]5 te behandele11 en ten slotte een

(5)

171

blik in de toekomst te werpen om na te gaan wat in dit opzicht van de campagne H1l5-l\H6 te verwachten is.

Na de pauze werden den inleidel' nog enkele vragen ged::lan omtrent de suikerproductie in Britsch-lndië, China, Japan en Australië.

Den lOon Januari 1916 sprak Prof. Dr. G. van Iterson Jr. over

"De toekomst der Rubbercultuur in Nederlandsch-Indië". De Voorzitter merkte op, dat het nu 15 jaren geleden was, sinds de rubbercultuur 't laatst in dit Genootschap werd besproken. De inleider, het woord verkrijgende, gaf eerst een schets van den toestand der rubbercultuUl' vóór het uitbreken van den oorlog. Eenerzijds was er vrees ontstaan voor overproductie van de zijde der plantages en ongerustheid gerezen

'wegens de concurrentie van den Braziliaansehen para-rubber, anderzijds

groote angst voor den synthetischen rubber. Spreker lichtte met een groot aantal cijfers toe, hoe de ontwikkeling van de rubbercultuur in de jaren vóór den oorlog verliep, om daaruit besluiten te trekken voor den waarschijnlijken gang in de toekomst. Hij eindigde zijne zeer belangr'ijke, ook door vele niet-leden aangehoorde voordracht met de woorden: "Nog is de worsteling met den para-rubber te strijden en dreigender wordt de komst van den synthetischen rubber en toch, ondanks dit, twijfel ik niet aan een uitstekende toekomst der rubber- cultuur in Ned.-Indië".

Na de pauze deed Prof. van Iterson verschillende lichtbeelden ver- toon en , welke de winning van wilde en van plantagerubber, alsmede de verschillende bewerkingen, die het product ondergaat, verduidelijkten.

De vijfde voordracht werd gehouden op 16 Februari 1916, toen de heer dr. N. Adriani het onderwerp "De Hoofden der 'roradja's in Midden-Celebes" inleidde voor eene druk bezochte vergadering, waarin ook enkele niet-leden aanwezig waren. Spreker schetste in groote trekken de maatschappelijke en staatkundige verhoudingen, zooals hij die gedurende een langdurig verblijf in Midden-Celebes heeft leeren kennen. Daaruit bleek, nat een hoofdenstand bij de 'roradja's nimmer heett bestaan en dat er nooit stamhoofden geweest zijn. Elk dorp had zijn eigen hoofd, maar dit trad meer op als pleitbezorger voor zijne dorps- genooten, dan wel als bevelend of besturend ambtenaar. Sedert het optreden der Ned.-Indische Regeering zijn de toestanden echter ,'erauderd.

Twee tot vijt van de vroegel'e dorpen vormen thans een nieuw dorp onder één hoofd, De meeste der vroegere hoofden zijn nu wijkmeesters geworden en hoewel als zoo danig niet officieel erkend, moet het dorps- hoofd toch rekening met hen houden. De zorgen voor onderwijsinrich- tingen, inuing der belastingen, toepassing van heerendiensten, irrigatie der rijstvelden enz. hebben de taak van het nieuwe dorpshoofd zeer verzwaard en slechts weinige der vroegere hoofden zijn voor deze ni eu we taak geschikt. Het EUl'opeesch Bestuur zal hiermede rekening hebben te houden en de hooiden voor de huidige taak moeten opleiden.

Na de pauze werd den inleider eene vraag gesteld omtrent den invloed

(6)

van de E\'angelieprediking op de Toradjlj.'s, hetgeen hem aanleiding gaf nog enkele zeer belangl"ijke mededeelingen te doen omtrent het geestes- leven der bevolking. De kerstening onder de Toradja's is thans in vollen gang. Over de verschillende dorpen verspreid, z4jn nu reeds meer dan 3000 Christenen en het vertrouwen is gerechtvaardigd, dat de zending er in zal slagen langzamerhand nog grootere vorderingen te maken.

De laatste voordracht in dit seizoen werd gehouden op 13 Maart 1916 door den heer H. J. E. Wenckebach, die het onderwerp behan- delde: "De Djambi-contracten en hoe nu verder met de aardolie-ontginning in N ederlandsch-Indië".

Na eene korte bespreking van de Mijnwetten van 1899 en 1910, behandelde de inleider de Djambi-contracten, de inschrijving van 11:112 en de beslissing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Hi~rbij

kwamen afzonderlijk ter sprake:

10 de bezwaren tegen de Bataafsche Petroleum. Maatschappij als contractant voor de ontginning in Djambi;

2° de voorkeur der Staatsexploitatie ;

30 de meening, dat aan het Land ingrijpenden invloed op het petroleum- .bedrijf in Indië behoort te worden verzekerd;

40 de bezwaren tegen sommige bijzondere bepalingen in het contract.

Vervolgens stelt de inleider de vraag aan de orde, wat er nu verder moet gebeuren, nadat de Tweede Kamer geweigerd heeft het contract met de Bataafsche te sluiten. Van rechtstreeksche staats exploitatie ver- wachten velen en spreker met hen geen heil, maar het in de Tweede Kamer ingediende voorstel-de Meester geeft volgens hem de richting aan, waarin de oplossing van het vraagstuk moet gezocht worden. Hij denkt daarbij aan de "gemischte Betriebe" in Duitschland, waardoor het ideaal van velen: Vereeniging van de voordeelen der particuliere exploitatie met de grondgedachte der overheidsexploitatie een stap nader is gekomen. Aan het einde van zijne voordracht, roemde spreker het artikel "Staatspetroleum", dat in de Nieuwe Rotterdamsche Courant

'verscheen, bestreed echter de slotsom daarvan, dat het Land het wel

eens kan probeeren met petroleum-ontginning, maar dan met een Landsver- koopsmonopolie, Dit laatste meende spreker ten sterkste te moeten ontraden.

Van de vele aanwezigen, waaronder ook verschillende niet-leden, namen eenige deel aan het debat na de pauze, Een enkele der debaters bestreed den inleider op sommige punten, terwijl alle' andere zich aan zijne zijde schaarden,

Omtrent den staat van het Gel!0otschap valt het volgende te vermelden.

De M het uitbreken van den oorlog algemeen betrachte bezuiniging oefende ook op het ledental van ons Genootschap een nadeeligen invloed.

Terwijl. het op L Mei 1915 tot 344 was gestegen, is het thans (1 Mei 1916) verminderd tot 323.

Gedurende het verslagjaar werden 16 nieuwe leden benoemd. In dit tijdvak bedankten 21 leden, terwijl 8 overleden, nl. de heeren C.

(7)

]73

Conradi, mr. C. Th. van De\'enter, W. P. Groeneveldt, G. J. van Heek, F .. Koch Jr., dr. R. P. Mees R.Azn., O. M. de Munnick en J. J. Staal.

Het Bestuur leed gedurende dit jaar een tweevoudig verlies. Eerst door het reeds vermelde overlijden van den Onder-Voorzitter', den heer. Mr. C. Th. van Deventer en later door het overlijden van het Eerelid, den heer J. Boudewijnse, die gedurende een halve eeuw (18fil-191l) als secretaris de belangen van het Genootschap met de meeste nauw- gezetheid behartigde.

In de plaats van mr. C. Th. van Deventer werd tot Onder-Voorzitter gekozen de heer ·A. M. .T oekes en tot bestuurslid prof. mr. C. van Vollenhoven. Aan de beurt van aftreden zijn in dit jaar de heeren A. M. J oekes, J. W. Schijf en prof. mr. D. van Blom.

Dit verslag, naar aanleiding waarvan niemand het woord verlangt, wordt voor kennisgeving aangenomen.

Il. Rekening over het tijdvak Mei 1915-Mei 1916.

Deze rekening is in handen gesteld van de heer en A. M. J oekes en Jhr. J. P. J. van der Does de Bije, die verklaren, dat zij de boek- houding in de beste orde hebben bevonden en voorstellen de rekening goed te keuren ' en den Penningmeester te dechargeeren. Dienovereen- komstig wordt besloten ,. nadat de Voorzitter wegens afwezigheid van den Penningmeester, die veJ;'hinderd was deze Vergadering bij te wonen, een kort overzicht heeft gegeven van den stand van zaken, zooals die uit de achterstaande Balans en Winst- en Verlies-rekening, alsmede uit de Toelichting daarvan blijkt.

De Voorzitter stelt voor den Penningmeester namens de vergadering te bedanken voor het gehouden beheer. Aldus wordt besloten.

lIL Verkiezing van Bestuursleden.

De aftredende Bestuursleden: A. M. J oekes, J. W. Schijf en prof.

mr. D. van Blom worden herkozen, terwijl in de vacature van den heer dr. Bos benoemd wordt de heer H. J. E. Wenckebach.

De Voorzitter bedankt de aanwezige leden voor de door hen getoonde belangstelling.

De vergadering wordt gesloten.

(8)

TOELICHTING

Balans en W inst- en ~ erliesrekening.

BALANS.

Debetzijde.

f J265.30 2791.-

" 20000.-

saldo deposito bij de Nederl. Indische Handelsbank, alhier.

'effectenbezit berekend tegen den koers van 30 April 1916.

getaxeerde waarde der bibliotheek. Aanschaffingen en ver- nieuwingen gedurende 1915/16 werden afgeschreven.

"

"

29.08 216.-

rente (op effecten) welke nog in dit boekjaar behoort.

'contributiën 1915/16, welke nog niet betaald werden (ver- moedelijk is het grootste deel betaald geworden, maar door den langen duur der correspondentie met Indië werd tot op heden geen verantwoording ontvangen.)

- - - '

Creditzijde.

f 860.60i voor nog te betalen, in dit boekjaar behoorende rekeningen voor de bibliotheek werd . f 300.25 gereserveerd, en aan' druk werken 1915/16, voor Algemeene Vergaderingen, lezingen, enz. f 560.35!.

" 23440.77i de kapitaal-rekening wijst f 427.31! meer aan dan het vorig verslag, zijnde het saldo van baten en onkosten ge·

durende 1915/16.

- - - - -

f

"

"

WINST-EN VERLIESREKENING.

Debetzijde.

,15.63 koersverlies op het effectenbezit.

343.45 uitgaven voor aanschaffing nieuwe werken en andere on·

kosten gedurende 1915/16, welke worden afgeschreven.

981.40i onkosten van de gedurende 1915/16 gehouden zestal lezingen, vermeerderd met drukkosten verslagen, enz.

1136.46 zaalhuur ad f 450.-, salarissen, toelagen en honoraria f 550.-, kleine onkosten f 136.40.

---

f

"

Creditzijde.

43.95 opbrengst verkoop verslagen door de firma MART. NIJHOFF.

124.25 rente van ons deposito bij de Ned. Ind. Handelsbank f 19.84, gekweekte rente op effecten f] 04.41.

2736.- contributiën leden gedurende 1915/16.

Den Haag, 10 Mei 1916.

J. W. SCHIFF, Penningmeester.

(9)

DEBET. Winst- en Verliesrekening 's-Gravenhage, 30 April 1

~

16. OREDIT.

Aan Effecten

koersverlies f 15.63

Bibliotheek

afschrijving 343.45

" Algemèène Vergaderingen

afschr. kosten lezingen, enz. " 981.40t Onkosten

afschr. zaalhuur, salarissen, enz. ,,1136.40 I f 247fj.88!

" .Kapitaal

overdr. voordeelig saldo . I " 427.31t f 2904.20

Per Opbrengst verkoop ve1'slagen. f 43.95

" Intrestrekening 124.25

" -Contributiën .' • " 2736.- I f 2904.20

f 2904.20

Balans 's-Gravenhage, 30 April 1 9 16.

Aan Nederlandsch-Indische Handelsbank

voordeelig saldo depositorekening. . . I f Effecten

f 1100.- 2t

%

cert. N. W. S.

à 61

% . . . .

f 1500.- 4

%

's-Gravenh.

f 671.- Hyp. Bank à 83

%. . . "

1245.- f 1000.- 3l

%

Rott. Hyp.

Bank à ~7!

%

Bibliotheek

getaxeerde waarde

" Intrestrekening

nog te ontvangen rente Crntributiën

nog te ontvangen ]915j16

"

875.- I"

"

] 26f>.30

2ï91.- 20000.-- 29.08 216.- - - f 24301.38 Nagezien en accoord bevonden met boeken en bescheiden.

's-Gravenhage, J. P. J. VAN DER DOES DE B1JE.

]5 Mei 1916. A. M. JOEKES.

Per Onkosten

Nog te betalen ten laste bibliotheek .

Nog te betalen ten laste Alg. Vergaderingen Kapitaal

vorige balans. . . . . voordeelig saldo .Winsf en

verlies.

's-Gravenhage, 10 Mei 1916.

f 300.25

560.35t I f 860.60t f 23013.46

427,31i

I "

23440.77!

f 24301.38

J. W. SCHIFF, Penningmeester.

+--..j

<:.J'

(10)
(11)

MARTINUS NI.JHOFF - UITGEVER - 's.GRAVENHAGE

GRONDSLAGEN

DER

RECHTSBEDEELING

IN NEDERLANDseR-INDIË DOOR

Mr. J. H. CARPENTIER ALTJNG

Hoogleeraar te Leiden.

144 blz.

roy.

8Vo •

Prijs ingenaaid

f

2.75; in linnen

f

3.1)0

Van de bekende Handleiding tot de kennis van het Staats- en Administratief recht VRn Nederlandsch-Indië verscheen de

ZESDE, GEHEEL OM- EN BIJGEWERKTE UITGAVE

ONDER DEN TITEL

HANDBOEK

VAN HET

ST AA TS- EN ADMINISTRATIEF REeRT VAN NEDERLANDSeR-INDIË

DOOR

Mr. J. DE LOUTER

Hoogleeraar te Utrecht

690 blz.

roy.

8vo •

Prijs ingenaaid

f

7.25; in linnen

f

8.50

(12)

De Landsverordeningen

der

Balische Vorsten van Lombok

DOOR

F. A. LÏEFRINCK

2 deelen, IX en 475 blz. en Vlll eri 299 blz. roy. 8

vo•

Prijs

f

6.-

Voor leden, van het Koninklijk. Instituut voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië, na inzending

" van het bedrag, in Nederland franco

f

3.25; in

de Koloniën fra(1co

f

3.40

HET

INLANDSCH REGLE· MENT

TOEGELICHT DOOR " DE RECHTSPRAAK GEBRACHT OP IEDER ' ARTIKEL

DOOR

Mr. A. S. HRISCH

0.-1. Rechterlijk Ambtenaar

Vlll en 195 blz. roy. 8

vo .

Prijs ingenaaid

f

3.50; in linnen

f

4.25

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het tegenw oordige nrm!al leden is cr op bere kend en juist toereikend om in den Raa(1 deskundigen op de verschi llende gebieden te benoemen. Op deze gronden is

Ned e rland sch-Indi sche Rechtspraak en Rechtsliteratuur.. BEWERKT

1915.. moet gelijdelijk geschie}len en verband houden met de toenemende ont- wikkeling der inlandsche bevolking van N ed.-Indië. Instandhouding van de bestaande

inzonderheid van de Karoo-Batales t die voor het grootste gedéelte ani- misten zijn. De Europeesche invloed op het leven en de zeden der Batah werlet wel is waar

Nu moet hij den sikkel opvatten, om het koren te scheren; en zoodra hij dezen zegen zijner nijverheid in de schuur gebragt, en de overige veldvruchten ingezameld heeft, dan is de

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

dl'acht te mogen houden over de vraag: Wat is te doen in het belang van de Tndische paupermeisjes en tot vel'sterking van het Nedel'landsch element in

Hij is boven ons en zegent ons steeds weer, en zegent ons steeds weer.. Zo zegent Hij ons nu en morgen en tot