• No results found

Vraag nr. 139 van 7 mei 1996 van de heer CHRISTIAN VAN EYKEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 139 van 7 mei 1996 van de heer CHRISTIAN VAN EYKEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 139 van 7 mei 1996

van de heer CHRISTIAN VAN EYKEN Scholenbouw – Projecten

In de beleidsbrief "School maken in Vlaanderen" wordt vermeld dat een extra inspanning zal worden geleverd voor de scholenbouw op basis van objectief vastgestelde behoeften. Volgens de begroting van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs (ARGO) is er een investering van iets minder dan 1 miljard voor 1996, wat een vermindering is met onge-veer 340 miljoen ten opzichte van 1995. Het voorstel voor 1997 houdt 1,1 miljard aan investeringen in. 1. Hoe wordt de vermindering voor 1996

gerechtvaar-digd ?

2. Wat zijn de objectieve selectiecriteria voor de aan-vragen ?

3. Wat zijn de concrete projecten die voor 1996 in aan-merking zijn genomen ?

4. Aan welke subsidieaanvragen voor schoolgebouwen werd niet voldaan ? Wat waren de redenen voor de weigering ?

5. Welke projecten liggen reeds vast voor de komende jaren ? Voor welke bedragen ?

Antwoord

1. Begrotingsverschillen

Er zijn vier verklarende factoren voor het verschil van 340 miljoen tussen de begrotingen 1995 en 1996 voor de investeringen in schoolgebouwen.

a) De begroting 1995 omvat de overdracht van de reserves van 1993 en 1994 ten belope van 48,3 miljoen. In de initiële begroting 1996 wordt er nog geen rekening gehouden met eventuele overschotten van 1995.

b) In de aangepaste begroting 1995 werd 93,3 mil-joen opgenomen voor het protocolakkoord met betrekking tot de toetreding van de ARGO tot het centraal financieringsorgaan van de Vlaamse Gemeenschap. In de initiële begroting 1996 werd hiervoor nog niets opgenom en, doch ondertussen werden hiervoor reeds vastleggin-gen geregistreerd. Dit zal tot uiting komen in de aangepaste begroting van ARGO zoals ze zal worden opgesteld na verwerking van de resulta-ten met betrekking tot 1995.

c) Het inkomstenbedrag onder "verkopen patrimo-nium", dat voor de totaliteit opnieuw moet wor-den aangewend voor investeringen in patrimoni-um, is in 1996 gedaald met 83,3 miljoen (van 225 miljoen in 1995 naar 141,1 miljoen in 1996). Dit leidt er automatisch toe dat (aan de uitgavenzij-de) ook de investeringen in gebouwen met dit bedrag dalen.

d) Voor 1996 werd een aparte dotatie ingeschreven voor de IVAH (Investeringsdienst voor de Vlaamse Autonome Hogescholen). Tevens

wor-den de investeringsmiddelen vanaf 1996 bepaald op basis van een andere berekeningsmethode (onderwijsdecreet VI in plaats van onderwijsde-creet II). Samen brengt dit een vermindering van de investeringsdotatie van ARGO mee met 115,6 miljoen ten opzichte van 1995. Hiertegen-over staat dan wel dat de IVAH zelf voor 118,5 miljoen investeringen kan realiseren.

In tegenstelling tot de gedeeltelijke onvergelijk-baarheid van de begrotingen 1995 en 1996, gezien hun verschillend referentiekader, kunnen de begro-tingen van 1996 en 1997 wel worden vergeleken. De verhoging die hier te noteren valt (1.108,1 miljoen in 1997 tegenover 987,2 miljoen in 1996), bevestigt dat er een extra inspanning wordt geleverd voor de scholenbouw. Hierbij wil ik evenwel benadrukken dat, zoals ook in de beleidsbrief wordt gestipuleerd, de inspanningen voor de scholenbouw zullen wor-den gekoppeld aan de inspanningen inzake rationa-lisatie van het aanbod en de schaalvergroting. 2. Selectiecriteria voor de aanvragen

Als inrichtende macht van het gemeenschapsonder-wijs is ARGO eigenaar van de gebouwen waarin hij de uitvoering van infrastructuurwerken zelf finan-ciert en begeleidt. In tegenstelling tot de Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs (DIGO) oordeelt hij niet louter over subsidieaanvragen.

De Centrale Raad van de ARGO beslist over de keuze van de investeringen in infrastructuur, dit op voorstel van de administratie. De opmaak van de voorstellen vindt plaats in de twee regionale infra-structuurafdelingen. Daarbij wordt zowel rekening gehouden met de vragen van de scholen die hun noden kenbaar maken, als met de adviezen van de technici van de gebouwenafdelingen, die de toe-stand ter plaatse het best kennen en kunnen verge-lijken. Ook wordt rekening gehouden met de opmerkingen van de inspectie van het departement Onderwijs en de pedagogische begeleidingsdienst van de ARGO.

Elk jaar wordt een prioritaire planning opgemaakt met de werken die dat jaar bij voorrang zullen wor-den uitgevoerd. Deze jaarplanning voorziet telkens in een reserve (10 % van het totaal), die kan wor-den gebruikt voor de uitvoering van dringende wer-ken die niet kunnen worden uitgesteld tot het vol-gende werkjaar.

Op de prioritaire planning worden in volgorde van belangrijkheid volgende werken opgenomen : – veiligheidswerken ;

– grote onderhoudswerken nodig voor de instand-houding van het patrimonium ;

– werken om de functionaliteit van de gebouwen te verbeteren.

In de nieuwbouwplanning worden enkel de nieuw-bouwprojecten, moderniseringswerken en de grote renovatiewerken opgenomen. Bij de opmaak van deze planning beoogt men een evenwichtige verde-ling van beschikbare infrastructuur over de

(2)

verschil-lende lorgo's (lokale raden voor het gemeenschaps-onderwijs). Hierbij worden de voorstellen beoor-deeld op basis van volgende criteria :

– de verhouding van het tekort aan m2

oppervlak-te oppervlak-ten opzichoppervlak-te van de fysische norm ;

– de veiligheid, hygiëne en bouwfysische toestand van de gebouwen ;

– de rationalisatie van de gebouwen.

3. Concrete projecten die voor 1996 in aanmerking komen

In zijn zitting van 12 oktober 1995 keurde de Cen-trale Raad van de ARGO de begroting '96 voor infrastructuur goed. De te besteden middelen wer-den begroot op 987 miljoen, samengesteld uit de vastleggingsmachtiging van 821 miljoen, en 166 mil-joen aan eigen middelen. Deze middelen werden als volgt verdeeld :

infrastructuurwerken < 100.000 frank 25 miljoen

inhuring gebouwen 100 miljoen

prioritaire planning 520 miljoen asbestverwijdering en

vervan-ging van askareltransformatoren 20 miljoen

nieuwbouwwerken 200 miljoen

provisionele kredieten 122 miljoen Als bijlage vindt de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger het overzicht van de concrete investeringspro-jecten die in aanmerking werden genomen voor 1996.

4. Investeringsaanvragen waaraan niet werd voldaan en redenen daartoe

Zoals boven vermeld is ARGO als inrichtende macht ook eigenaar van de gebouwen en moet hij binnen de vastleggingsmachtiging alle infrastruc-tuurwerken 100 % financieren. Er bestaat geen sub-sidieregeling.

Aan de gestelde noden moet per definitie worden voldaan binnen de beperking van de beschikbare financiële middelen. Bijgevolg moet een selectie worden doorgevoerd van de in aanmerking te nemen projecten. Voor de prioritaire planning wordt voorrang verleend aan de wettelijk verplichte veiligheidswerken en de meest dringende herstel-lingswerken. Evenzeer is het onmogelijk om binnen de budgettaire beperkingen alle gestelde vragen tot nieuwbouw op te vangen.

5. Geplande investeringsprojecten en -bedragen voor de komende jaren

De planning voor de komende jaren zal in de loop van dit jaar worden opgemaakt op basis van een doelmatigheidsstudie die momenteel nog wordt uit-gevoerd. Deze studie beoogt een volledige inventa-ris te maken van het huidige patrimonium van de ARGO. Daarbij worden alle problemen vermeld die op het vlak van de infrastructuur rijzen en wor-den voorstellen geformuleerd om een nog rationeler gebruik van het patrimonium te realiseren. Het onderzoek zal duidelijk maken op welke wijze de ARGO haar middelen in de toekomst op de meest efficiënte wijze kan aanwenden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Algemeen Reglement van 1976 van de Rijksin- stellingen voor Observatie en Opvoeding onder Toezicht (de huidige Gemeenschapsinstellingen voor Bijzondere Jeugdbijstand),

Momenteel zijn twee projecten bekend waarbij de erkende huisvestingsmaatschappij Tongershuis een aantal woningen in woonuitbreidingsgebieden wil reali- seren, en waarbij in

De Universiteit Gent heeft volgens het Rekenhof in 1989, 1990 en 1991 ten onrechte een aantal uitgaven ten laste gelegd van de werkingsuitkeringen.. Deze betwiste uitgaven ten

Ook de ouders worden op de hoogte gebracht en zij kunnen verbieden het beeldmateriaal waarop hun kinderen voorkomen te gebruiken ; toch blijken ze niet altijd erg gelukkig met

De bijstand bestaat in subsidiëring van Vlaamse pro- motoren voor de verwezenlijking van projecten die vol- doen aan de door de Vlaamse regering gestelde voor- waarden.. Op 10 mei

Als reactie op het wantrouwen van de consument tegenover het gebruik van vlees, doken in slagerijen en distributieketens labels op die de consument ervan moeten

In haar advies bevestigt de Vaste Commissie voor Taaltoezicht &#34;het principe volgens het- welk de berichten en mededelingen aan het publiek, aan de inwoners van de randgemeenten

Daarnaast werd er ook één bilateraal protocol afgesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : protocol van 3 oktober 1990 betreffende