• No results found

Herkansing Lineaire Algebra I (wiskunde)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Herkansing Lineaire Algebra I (wiskunde)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Herkansing Lineaire Algebra I (wiskunde)

Bas Edixhoven

11 maart 2019, 10:00–13:00

Geen rekenmachines, dictaat en aantekeningen. Motiveer elk antwoord. Je mag stellingen uit het dictaat gebruiken. Als je een voorbeeld of tegenvoorbeeld geeft, dan moet je alle objecten daarin expliciet defini¨eren (het lichaam, de vectorruimte, de vectoren,. . . ). Controleer zoveel mogelijk je antwoorden.

Er zijn 6 opgaven. Indicatieve normering: 6 × 15 = 90. Succes!

1. Laat a = (1, 1, 2, 2) en v = (−4, −2, −1, −1) in R4. Laat πa: R4 → R4 de projectie op azijn.

(a) Bepaal πa(v).

(b) Geef de matrix [πa]EE van πa ten opzichte van de standaardbasis van R4.

(c) Geef de eigenwaarden van πa, en van elke eigenruimte een basis (hint: ga niet zomaar rekenen, maar denk eerst na).

2. Laat v1 = (0, 1, 0, 3), v2 = (1, −1, 1, −2) en v3 = (2, −1, 3, −2) in R4, en laat U = L(v1, v2, v3) de deelruimte van R4 zijn voortgebracht door v1, v2, v3.

(a) Bereken d := dim(U ) en geef een basis w1, . . . , wdvan U zodat de matrix in Mat(d×4, R) met rijen w1, . . . , wdin gereduceerde rijtrapvorm is.

(b) Geef een basis van U.

(c) Geef een n ∈ Z≥1en een matrix A ∈ Mat(n × 4, R) zodat U = ker(A).

3. Laat A =

1 0 0

1 4 −1

2 2 1

in Mat(3 × 3, R).

(a) Bepaal de eigenwaarden van A en voor iedere eigenwaarde een basis van de eigen- ruimte.

(b) Geef een diagonale matrix D en een inverteerbare matrix P , beide in Mat(3 × 3, R), zodat A = P DP−1.

(2)

4. Laat, voor t ∈ R, At = t 3 2 t + 1

!

in Mat(2 × 2, R), en laat b = 1 1

!

in R2. Bepaal voor elke t ∈ R de verzameling {x ∈ R2 : At·x = b}.

5. Laat R[x]3 de R-vectorruimte zijn van polynomen van graad hoogstens 3. Laat D : R[x]3 → R[x]3

de lineaire afbeelding zijn gegeven door D(f ) = f0, de afgeleide van f . (a) Laat E de standaardbasis (1, x, x2, x3) zijn van R[x]3. Geef [D]EE.

(b) Stel dat B en C ook bases zijn van R[x]3. Geef de formule voor [D]BC in termen van [D]EE en de basisveranderingsmatrices.

(c) Geef een basis B zodat

[D]BB=

0 0 0 0 3 0 0 0 0 2 0 0 0 0 1 0

 .

(d) Geef bases B en C zodat

[D]BC =

1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0

 .

6. (a) Laat V een R-vectorruimte zijn met dim(V ) = 6, en laat U en W deelruimten van V zijn met dim(U ) = 3 en dim(W ) = 2. Wat zijn dan de mogelijke dimensies van U + W ? Geef voor elke mogelijke dimensie een voorbeeld van een V , U en W . (b) Laat V een eindig-dimensionale R-vectorruimte zijn, en U ⊂ V en W ⊂ V deel-

ruimten waarvoor geldt dat dim(U ) + dim(W ) = dim(V ). Bewijs dat er een lineaire afbeelding f : V → V is met ker(f ) = W en im(f ) = U .

(c) Geef een voorbeeld van een eindig dimensionale C-vectorruimte V en een lineaire afbeelding f : V → V met eigenwaarden 1 en 2 die niet diagonaliseerbaar is, en bewijs dat ook.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als je een voorbeeld of tegenvoorbeeld geeft, dan moet je alle objecten daarin expliciet defini¨eren (het lichaam, de vectorruimte, de vectoren,.. Controleer zoveel mogelijk

Maar omdat we het hier over een homogeen stelsel hebben is dit het geval dan en slechts dan als de rijtrapvorm van A een vrije parameter laat zien (minder pivots dan kolommen heeft).

En verder dat elke operatie op de vergelijkingen correspondeert met een operatie op de rijen van de corresponderende aangevulde

Oordeel of volgende uitspraken juist of fout zijn.. Bewijs of geen een

(b) Als een lineaire afbeelding van R[x] naar zichzelf injectief is, dan is hij

Vervolgens ga je het deelruimtecriterium na voor U 0 of je argumenteert dit vanuit de definities dat U 0 een deelruimte is (i.e. de kern is per definitie een vectorruimte met

Oordeel of volgende implicaties juist zijn.. Bewijs of geen

Bewijs dat A uitsluitend re¨ ele